Isolatie bij een resistente bacterie

Wordt u opgenomen en bent u drager van een resistente bacterie? Dan moet u in isolatie. U komt op een aparte kamer te liggen. De kamer heeft een toilet en een douche. U mag de kamer niet verlaten. Als de verpleegkundigen of specialisten u verzorgen, dragen zij soms een schort, masker, muts en handschoenen. Zo kan de bacterie zich niet via hen verspreiden.

Onderzoeken en behandelingen

Onderzoeken of behandelingen waarvoor u bent opgenomen, kunnen volgens planning plaatsvinden. In uw patiëntendossier maken wij een aantekening dat u drager bent van een resistente bacterie. 

Bezoek bij isolatie

Als u in isolatie ligt, mag u bezoek ontvangen. Ook kinderen en zwangere vrouwen mogen op bezoek komen. Voor uw bezoek is het volgende belangrijk:

  • Uw bezoek laat aan de verpleging weten dat ze er zijn;
  • Na het bezoek wassen zij hun handen met water en zeep of wrijven ze hun handen in met alcohol;
  • Na het bezoek verlaten zij meteen het ziekenhuis. Ze mogen na hun bezoek aan u niet op bezoek gaan bij een andere patiënt.

Controle bij isolaties

Sommige patiënten raken een resistente bacterie vanzelf kwijt, anderen dragen de bacterie langer bij zich. Als u in het ziekenhuis bent, controleren we u regelmatig. Dat doen we op verschillende manieren. We nemen met een wattenstaafje een uitstrijkje van uw anus. Soms moet u urine afstaan of nemen we een kweek van uw keel. Als u wonden heeft, dan nemen we ook een wondkweek af. Dit alles onderzoeken we.

U hoeft niet meer in isolatie:

  • als bij meerdere controles geen resistente bacteriën gevonden zijn
  • als de laatste keer dat de resistente bacterie gevonden is, langer dan een jaar geleden is.

U en uw huisarts ontvangen een brief van het ziekenhuis als de aantekening in uw patiëntendossier wordt opgeheven.