Adviezen bij het Low Anterior Resectie Syndroom na een darmoperatie
Als gevolg van een darmoperatie heeft u klachten met de ontlasting. Deze klachten noemen we ook wel Low Anterior Resectie Syndroom of LAR Syndroom. In deze folder vindt u informatie over de klachten en adviezen hoe hier mee om te gaan.
Wat is het LAR Syndroom?
Het LAR Syndroom (ook wel 'lage naad' syndroom genoemd) staat voor klachten die ontstaan na een operatie aan de endeldarm. De endeldarm functioneert als een reservoir en geeft signalen als de darm vol is. Als de endeldarm ontbreekt, is ook de signaalfunctie weg die het gevoel van aandrang geeft. Ook de functie van de kringspier kan verminderd zijn door de operatie, bestraling en/of chemotherapie.
Klachten
Mogelijke klachten zijn:
- Een sterke aandrang tot ontlasting die moeilijk is uit te stellen. U bent gebonden aan een toilet of moet u snel kunnen beschikken over een toilet;
- Ongewenst verlies van ontlasting (incontinentie van ontlasting);
- Een hoge toiletfrequentie, tot wel 10 à 15 keer per dag, ook ’s nachts;
- In een korte periode (binnen 2 uur) moet u meerdere keren naar het toilet;
- U heeft dunnere ontlasting: van dun tot waterdun;
- U voelt niet het verschil tussen 'een windje' en werkelijke ontlasting;
- Ongewenst verlies van ontlasting;
- Schade aan de huid door ontlastingsverlies.
En soms ook:
- plasproblemen;
- seksuele problemen.
Duur van de klachten
De klachten verminderen vanaf drie tot zes maanden na de ingreep. Het herstel kan twee jaar duren. Na die periode is drie tot zeven keer per dag naar het toilet gaan een normale stoelgang. Het kan ook zijn dat de klachten niet overgaan. Dit is meestal twee jaar na de ingreep duidelijk.
Omgaan met de klachten
Omdat u kortere of langere tijd met de klachten te maken krijgt, is het belangrijk om hier mee te leren omgaan. De verpleegkundig specialist en/of arts zal u hierbij begeleiden. Indien nodig schakelen zij andere deskundigen in zoals een diëtist, bekkenbodemfysiotherapeut of continentieverpleegkundige.
Adviezen
De volgende adviezen kunnen helpen de klachten te verminderen:
- Beperk uw vochtinname tot maximaal 1,5 liter per dag, waarvan 0,5 liter water-gerelateerd (water, koffie, thee, bouillon), 0,5 liter zure melkproducten zoals yoghurt en karnemelk en 0,5 liter isotone dranken (AA, Aquarius en Isostar).
- Beperk het gebruik van dranken met cafeïne tot 0,5 liter per dag.
- Gebruik vaker per dag een kleine maaltijd. Dus in plaats van drie hoofdmaaltijden vijf tot zes kleine maaltijden.
- Sla geen maaltijden over. Dit verergert waterige ontlasting en kan winderigheid veroorzaken.
- Kauw uw voedsel goed.
- Gebruik maximaal drie stuks fruit per dag.
- Eet voedsel dat rijk is aan vezels, of voeg vezelsupplementen toe. Dit dikt de ontlasting in. U kunt bijvoorbeeld twee keer per dag na de maaltijd een eetlepel psyliumzaadjes gebruiken, of het vezelprocuct Metamucil. Deze middelen nemen ook het branderige gevoel rond de anus weg.
- Gebruik elke dag yoghurt met Probiotica (bijvoorbeeld Activia, Vifit) of probioticatabletten of druppels(bijvoorbeeld Hema, dr. Vogel). Probiotica zijn levende bacteriën. Ze kunnen bepaalde darmklachten verlichten of voorkomen.
Aanvullende behandelingen
- In overleg met de verpleegkundig specialist of arts kunt u immodium (vier keer per dag één capsule een half uur voor de maaltijd) gaan gebruiken om de aandrang te verminderen.
- Bekkenbodemoefeningen (eventueel in combinatie met een dieet) kunnen aandrang en ongewenst verlies van ontlasting verminderen.
- Darmspoelen is een manier om een deel van de dikke darm te legen. Darmspoelen kan worden ingezet bij ernstige klachten. Het is bedoeld om ongewild verlies van ontlasting te voorkomen en veelvuldige aandrang te verminderen.
- PTNS: Percutane Nervus Tibialis Stimulatie. PTNS is een vorm van neurostimulatie waarbij de onderbeenzenuw gestimuleerd wordt met kleine elektrische prikkelingen. Een kleine zenuw nabij de enkel wordt gestimuleerd met een klein apparaat. Deze zenuw stamt uit dezelfde zenuwwortel als de zenuw die naar de kringspier gaat. De kans bestaat dat de kringspier krachtiger wordt en daardoor de incontinentie vermindert of verdwijnt. Zie ook de folder ‘Neurostimulatie bij plasklachten en/of ontlastingsklachten (PTNS)’.
Vragen
Voor meer informatie kunt u terecht bij de casemanager darmkanker.
Telefoonnummers
Casemanager darmkanker
088 250 5047
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via communicatie@diakhuis.nl
Bijgewerkt op: 30 juli 2019
Code: MDL24