Behandeling van een lui oog bij kinderen

Bij uw kind is een lui oog geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over een lui oog en de behandeling daarvan.

Wat is een lui oog?

Men spreekt van een lui oog als de gezichtsscherpte van het oog zonder aantoonbare ziektegerelateerde afwijkingen en met de juiste brilsterkte niet goed is. De medische term voor een lui oog is: amblyopie. Een lui oog kan alleen ontstaan in de periode dat het scherp zien nog in ontwikkeling is. Dit is ook de enige periode waarin een lui oog te behandelen is.

Mogelijke oorzaken

  • Scheelzien. Bij scheelzien zijn de ogen niet op hetzelfde punt gericht. Het beeld van het afwijkende oog wordt in de hersenen uitgeschakeld om dubbelzien te voorkomen. Op den duur verleert het oog het kijken en wordt lui. Het kind kijkt steeds met zijn goede oog.
  • Brilafwijking. Een lui oog kan optreden wanneer het beeld dat in een oog wordt gevormd onscherp is, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van een brilafwijking die niet of onvoldoende gecorrigeerd is. Dit onscherpe beeld krijgt in de hersenen minder aandacht en wordt min of meer verdrongen. Op den duur kan hierdoor een lui oog ontstaan.
  • Organische afwijking in de bouw van een oog. Voorbeelden van een organische afwijking van een oog zijn een hangend bovenooglid (ptosis genaamd) of een aangeboren troebeling van bijvoorbeeld het hoornvlies of de ooglens. Door de troebeling wordt geen scherp beeld gevormd, waardoor het oog met het onscherpe beeld lui wordt.
  • Combinatie van bovenstaande oorzaken. Door de bovenstaande oorzaken verdwijnt bij het oog met de afwijking de prikkel tot het ontwikkelen van de gezichtsscherpte, waardoor een lui oog ontstaat.
  • Erfelijke aanleg.

Onderzoek en diagnose

Soms is een lui oog lastig te constateren. Uw kind merkt meestal niet dat het minder goed ziet. En als uw kind niet duidelijk scheel kijkt, merken anderen een lui oog vaak ook niet op.

Onderzoek op het consultatiebureau

Onderzoek van de ogen vindt vaak voor het eerst plaats op het consultatiebureau als onderdeel van het periodiek geneeskundig onderzoek (PGO). Bij afwijkende bevindingen wordt het onderzoek herhaald. Bij twijfelgevallen of bij afwijkingen wordt uw kind doorverwezen naar de orthoptist of oogarts.

Onderzoek en diagnose bij de orthoptist

De orthoptist beoordeelt de volgbewegingen door te kijken hoe goed uw kind een lichtje of voorwerp volgt met één oog, terwijl het andere oog wordt afgedekt. Als één oog minder ziet dan het andere, dan volgt uw kind het lichtje/voorwerp minder goed, protesteert of gaat uw baby zelfs huilen. Vanaf kleutertijd bepaalt de orthoptist de gezichtsscherpte met de ‘plaatjeskaart’. Bij oudere kinderen kan de orthoptist symbolen of letters gebruiken om de gezichtsscherpte te meten. Als één oog minder goed ziet, is verder onderzoek noodzakelijk. De orthoptist druppelt dan druppels in het oog die de pupil verwijden en het scherpstellen van het oog remmen. Hierna bepaalt de orthoptist de brekingsafwijking van de ogen. De oogarts zal de gezondheid van de ogen onderzoeken en controleren op afwijkingen van het netvlies of de oogzenuw. Door de oogdruppels treedt tijdelijk overgevoeligheid voor licht op en ziet uw kind minder scherp. Deze verschijnselen houden enkele uren aan. Hoe eerder een lui oog ontdekt wordt, hoe eerder het behandeld kan worden en hoe groter de kans op het behalen van een maximale gezichtsscherpte.

Behandeling

Behandeling lui oog

De behandeling van een lui oog richt zich op het inhalen van de achterstand in de ontwikkeling van het zien. Afplakken van het goede oog met een oogpleister is hiervoor de meest efficiënte behandeling. Een vroegtijdig gestarte behandeling die trouw wordt uitgevoerd leidt tot de beste resultaten. Hoe lang een oog per dag moet worden afgeplakt, is onder meer afhankelijk van de leeftijd van uw kind en de mate van het luie oog. Uw orthoptist adviseert u hierin. Een alternatief voor het afplakken is het indruppelen van het goede oog met pupilverwijdende druppels. Hierdoor ziet dat oog tijdelijk wazig en moet uw kind het luie oog gebruiken om te kunnen zien. Niet elke vorm van een lui oog is geschikt voor deze behandeling en ook door de chemische effecten van deze behandeling heeft het gebruik van een pleister de voorkeur. De orthoptist zal u hierover advies geven.  

Het afplakken van het goede oog heeft als doel de ontwikkeling van de gezichtsscherpte van het luie oog weer te stimuleren. Het heeft geen invloed op de brilafwijking en het verbetert de oogstand niet.

Behandeling onderliggende oorzaak

Veroorzaakt een brilafwijking of een organische afwijking het luie oog, dan wordt deze oorzaak eerst behandeld. Bij een brilafwijking schrijft de orthoptist zo nodig een bril voor. Bij een organische afwijking adviseert de oogarts u over de mogelijkheden van behandeling.

Vragen

In geval van vragen kunt u op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur bellen met de polikliniek Oogheelkunde.

Telefoonnummers

Polikliniek Oogheelkunde
​​​​​​088 250 9429

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 10 december 2021

Code: OOG19