Blaasspoeling met BCG

U heeft een oppervlakkige vorm van kanker in uw blaas (poliepen) en u bent daarvoor geopereerd. Alle poliepen zijn verwijderd uit uw blaas maar sommige poliepen hebben sterk de neiging om terug te komen (recidief) en soms zelfs in een meer kwaadaardige vorm (progressie). Om de kans op een recidief en progressie te verkleinen krijgt u blaasspoelingen met het BCG vaccin.

Wat is blaaskanker?

Vrijwel alle vormen van blaaskanker ontstaan in de cellaag die de binnenbekleding van de blaas vormt (urotheel). De meeste blaastumoren doen zich voor als kleine wratachtige gezwellen aan de binnenzijde van de blaas. Deze poliepen kunnen met een eenvoudige ingreep verwijderd worden omdat ze oppervlakkig ingroeien in het slijmvlies van de blaas. Om de kans op terugkeer van de  blaastumor te verkleinen kan gekozen worden voor blaasspoelingen. Een blaastumor kan ook diep ingroeien in de blaaswand waarbij uiteindelijk ook de dieper gelegen spierwand wordt aangetast. Voor deze vorm van blaaskanker is het spoelen van de blaas te laat en wordt vaak besloten tot een totale verwijdering van de blaas (cystectomie).

Wat is BCG?

Bacillus Calmette Guèrin (BCG) is een vaccin dat sinds 1920 wordt gebruikt ter preventie van tuberculose. Later bleek bij toeval dat dit middel ook werkzaam is bij sommige soorten van kanker, met name blaaskanker. BCG bleek het meest effectief te zijn bij de oppervlakkige vorm van blaaskanker en vooral als het rechtstreeks via een katheter in de blaas wordt ingebracht. Waarschijnlijk zet het BCG het lichaam aan tot afweer tegen de kwaadaardige cellen in de blaas.

De behandeling

U krijgt de blaasspoelingen op de polikliniek Urologie. De eerste blaasspoeling gebeurt ongeveer twee weken na de operatie. De BCG blaasspoelingen krijgt u in eerste instantie zes weken lang, iedere week. Daarna krijgt u 7 x 3 spoelingen verdeeld over een periode van 3 jaar. Deze spoelingen vinden plaats in maand 3, 6, 12, 18, 24, 30 en 36 na de operatie. In deze zeven maanden krijgt u drie weken lang, iedere week een spoeling. Om het effect van de behandeling te kunnen bestuderen, vindt om de drie maanden een blaaskijkonderzoek (cystoscopie) plaats.

Voorbereiding

  • Het is de bedoeling dat de BCG na toediening twee uur in uw blaas blijft zitten. U moet proberen in die tijd niet te plassen. Daarom adviseren wij u om twee tot drie uur voor de spoeling zo weinig mogelijk te drinken.
  • Als u bloed verliest bij het plassen of bloed ziet in de urine, kan de spoeling mogelijk niet doorgaan. Neem in deze situaties contact op met de polikliniek Urologie voor overleg.

Gang van zaken tijdens de behandeling

Tijdens de behandeling op de polikliniek wordt een slangetje (katheter) via de plasbuis in de blaas gebracht. Dit kan even een branderig gevoel geven. Via de katheter wordt eerst de blaas geleegd. Vervolgens wordt via diezelfde katheter langzaam en onder lage druk de BCG spoeling  in de blaas gebracht. Tot slot haalt de verpleegkundige de katheter er weer uit en kunt u naar huis.

Na de behandeling

Adviezen voor thuis

Het is de bedoeling dat u de BCG spoeling pas twee uur na toediening uitplast. Het volgende is daarbij belangrijk:

  • plas de eerste dag alleen zittend; 
  • na het plassen niet direct doortrekken maar eerst wat chloor toevoegen. Na 15 minuten doortrekken;
  • uw handen na het plassen grondig wassen; 
  • als u op uw kleding geknoeid heeft, deze met water afspoelen en daarna in de was doen;
  • gebruik tot een week na de laatste spoeling condooms tijdens geslachtsgemeenschap.

Bijwerkingen

De meeste mensen verdragen de BCG spoelingen probleemloos. Sommigen ontwikkelen bijwerkingen die vaak van tijdelijke aard zijn en verdwijnen na het stoppen van de BCG spoeling. De meest voorkomende bijwerkingen zijn:

  • wat meer aandrang tot plassen;
  • wat vaker plassen of het plassen is gevoeliger. Dit kan wijzen op een irritatie door het inbrengen van de katheter of op een blaasontsteking.
  • wat bloed in de urine; eventueel wat koorts, grieperig gevoel. Bij hoge koorts (39 graden of hoger) die langer dan 24 uur aanhoudt, moet u contact opnemen met de polikliniek Urologie.
  • verschijnselen van overgevoeligheid, zoals: kortademigheid, huiduitslag, zwelling van het gezicht. Dit komt echter zelden voor.  

Momenteel is het onbekend welke effecten BCG op de zwangerschap heeft. De behandeling wordt daarom niet aanbevolen  tijdens de zwangerschap. Vrouwen mogen geen borstvoeding geven tijdens de behandeling met BCG. Als er bij u een urineweginfectie is vastgesteld, dient de behandeling te worden onderbroken tot de uitslag van het urineonderzoek weer normaal is en/ of de antibioticum kuur is afgerond.

Uw aanspreekpunt

De oncologieverpleegkundige is uw vaste aanspreekpunt in het ziekenhuis. Zij weet veel van uw ziekte, de behandeling en de gevolgen ervan op uw dagelijks leven. Zij informeert en begeleidt u en heeft aandacht voor uw persoonlijke ervaringen en problemen die te maken hebben met uw ziekte. Via de polikliniek Urologie kunt u een afspraak met haar maken.

Vragen

Met vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek Urologie. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Telefoonnummers

Polikliniek Urologie
088 250 6327

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 17 april 2020

Code: URO17