Operatie bij borstkanker (borstsparende operatie/borstamputatie)
In deze folder vindt u informatie over de behandeling van borstkanker middels een operatie. Voor de operatie wordt u een dag en een nacht opgenomen in het ziekenhuis. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Algemeen
Twee operatiemogelijkheden
Bij een operatie voor borstkanker zijn er meerdere mogelijkheden. Het kan gaan om een borstsparende operatie of een borstamputatie. Bij een borstamputatie kan dat dan weer met of zonder reconstructie gebeuren. Welke operatie voor u het meest geschikt is, hangt onder andere af van de grootte en de aard van het kwaadaardige weefsel. Bij kleine tumoren wordt meestal gekozen voor een borstsparende operatie. Bij grote of meerdere tumoren wordt een borstamputatie aanbevolen om de kans op terugkeer van de ziekte zo klein mogelijk te maken. Beide behandelingen hebben een gelijke kans op genezing. Sommige patiënten kiezen ook bij een kleine tumor voor een borstamputatie om zich zekerder te voelen. Als behandelteam proberen we altijd de vorm van de borst zo veel mogelijk te behouden.
Het kan zijn dat we de borstkanker eerst met chemotherapie of anti-hormonale therapie behandelen voordat de operatie plaatsvindt. Daardoor is het soms toch mogelijk ook grotere tumoren borstsparend te behandelen.
Tijdens de borstoperatie verwijderen we meestal ook een schildwachtklier uit de oksel. U vindt hierover informatie in de folder ‘Verwijdering van de schildwachtklier’.
Borstsparende operatie
De chirurg verwijdert de tumor waarbij zoveel mogelijk klierweefsel van de borst behouden blijft. In sommige gevallen is het nodig de tepel te verwijderen. Als de tumor relatief groot is, kan de chirurg samen met de plastisch chirurg soms toch borstsparend opereren. Een deel van het borstklierweefsel wordt dan vervangen door lichaamseigen vetweefsel uit het gebied rondom de borst. Of de chirurg gebruikt een borstverkleinende operatietechniek. Dit laatste is alleen mogelijk als de borsten groot genoeg zijn. Als u eerst behandeld bent met chemotherapie, bekijkt de chirurg daarna of het mogelijk is om borstsparend te opereren. De chirurg bespreekt dat met u.
Na een borstsparende operatie wordt de borst standaard bestraald (radiotherapie). Dat maakt de kans op terugkeer van de borstkanker zo klein mogelijk. U wordt dan elke werkdag 10 minuten bestraald gedurende 3 tot 5 weken. De vorm en de kleur van de borst kunnen door de intensieve behandeling enigszins veranderen.
Borstamputatie (ablatio)
Als een borstsparende behandeling niet mogelijk is, bespreekt uw chirurg een verwijdering van de gehele borstklier met u. In veel gevallen is het mogelijk om de huid en de tepel van de borst te behouden en het is ook vaak mogelijk om het weggehaalde weefsel te vervangen door een prothese of tissue expander (een borstreconstructie). Uw chirurg bespreekt met u of het behouden van de huid en van de tepel bij uw borstkanker mogelijk is. De plastisch chirurg bespreekt met u welke mogelijkheden er zijn om een reconstructie bij u te verrichten.
Meestal wordt een borstamputatie gedaan:
• als het gezwel te groot is in verhouding tot de grootte van de borst. In dat geval is het cosmetisch resultaat teleurstellend.
• als er meer dan één gezwel in de borst is of als er een uitgebreid gebied met voorstadium van borstkanker is. Er is dan een verhoogd risico dat het gezwel na de operatie weer in de borst uitgroeit.
• als er sprake is van een bepaalde groeiwijze van de tumor
Bij een borstamputatie is bestraling niet standaard nodig, maar soms adviseren we het toch. Dat bespreken we met u als de uitslagen van het weefselonderzoek bekend zijn.
Keuzehulp
De uiteindelijke keuze hoe we u gaan behandelen maken wij samen. Uw chirurg of verpleegkundig specialist helpt en adviseert u zoveel mogelijk. Er zijn ook websites beschikbaar om u te helpen met uw keuze:
- Borstkanker keuzehulp Een inlogcode krijgt u van uw chirurg of verpleegkundig specialist.
- Keuzehulpen bij kanker
Voorbereidingen op de operatie
Meenemen
In de opnamebrochure kunt u lezen wat u mee moet nemen tijdens uw opname in het ziekenhuis.
Intakegesprek
U krijgt tijdens het intakegesprek de brochure ‘Opname in het Diakonessenhuis’ uitgereikt. Na het intakegesprek geeft de anesthesist u informatie over de verdoving en u krijgt de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.
De opname
Melden
Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling.
Anesthesie
De operatie wordt verricht onder algehele verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie.
Duur van de operatie
De borstsparende operatie en de borstamputatie duren allebei ongeveer 45 tot 60 minuten. Als er ook een reconstructie plaatsvindt, duurt de operatie langer. De plastisch chirurg kan u hierover informeren.
Na de operatie
Algemeen
Bij beide operaties wordt de huid onderhuids gehecht. Dat betekent dat u geen hechtingen ziet. De hechtingen lossen vanzelf op. De wond kan de eerste periode gezwollen zijn door wondvocht. Ook kan er sprake zijn van hematoomvorming (blauwe plekken). Dit neemt in de weken na de operatie af.
Na een amputatie
Een verpleegkundige geeft u uitleg over de wond en hoe u deze moet verzorgen. Als u met ontslag gaat, krijgt u een tijdelijke prothese mee. En u krijgt informatie mee over een blijvende prothese.
Drains
Om bloed en wondvocht weg te zuigen kunnen er één of twee dunne slangetjes (drains) in de operatiewond worden aangebracht. Meestal wordt de drain de dag na de operatie verwijderd. Na verwijdering van de drain kan er vochtophoping in de wond (=seroom) ontstaan. Tijdens de poliklinische controle wordt de wond dan met behulp van een naald aangeprikt en leeggezogen. Dat is meestal pijnloos omdat de gevoelszenuwen bij de operatie zijn doorgesneden.
Pijn
Als u na de operatie pijn heeft, dan kunt u dit melden bij de verpleging. Zij kunnen u dan pijnstilling geven. Thuis kunt u paracetamol gebruiken. Bij aanhoudende pijn is het advies om gedurende enkele dagen bij elke maaltijd en voor de nacht een pijnstiller te nemen en dit geleidelijk aan af te bouwen.
Herstel
Een borstoperatie is lichamelijk gezien geen zware operatie. Dit komt doordat de borst aan de buitenkant van het lichaam zit en er bij de operatie geen vitale organen worden geraakt. Het lichamelijke herstel verloopt dan vaak voorspoedig. Ook patiënten met een hoge leeftijd doorstaan deze operatie over het algemeen goed.
De eerste twee weken na een borstsparende operatie kunt u het beste wat rustiger aan doen. Dit bevordert de wondgenezing. U mag geen zware lichamelijke activiteiten doen zoals zwaar tillen.
Na een borstamputatie duurt de wondgenezing gemiddeld zes weken. Advies is om de eerste drie weken rustig aan te doen. Het is belangrijk dat u goed naar uw lichaam ‘luistert’ en u zelf niet overbelast. Na verwijdering van de drain kan er vochtophoping (seroomvorming) ontstaan. Tijdens de poliklinische controle wordt de wond met behulp van een naald aangeprikt en leeggezogen. Dat is meestal pijnloos.
Omgaan met emoties
Kanker hebben zorgt vaak voor allerlei emoties. Spanning, zorgen, boosheid, onmacht en verdriet kunnen uw geestelijke veerkracht verminderen.
De psychische belasting van een borstoperatie kan groot zijn. U wordt geconfronteerd met het feit dat uw lichaam veranderd is. U kunt te maken krijgen met gevoelens van angst of onzekerheid. De verwerking van een borstoperatie neemt vaak tijd in beslag. Als u hierbij hulp nodig heeft kunt u dit bespreken met uw chirurg of verpleegkundig specialist.
Bij de Borstkanker Vereniging Nederland kunt u terecht voor lotgenotencontact. Als u professionele psychosociale hulp wilt, kunt u bijvoorbeeld contact opnemen met uw huisarts of het Helen Dowling Instituut.
Mogelijke complicaties
Een borstkankeroperatie is lichamelijk gezien geen zware operatie. Vrouwen op hogere leeftijd kunnen de operatie veilig doorstaan. Zoals bij elke operatie zijn ook bij een borstkankeroperatie risico’s op de volgende complicaties: trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfectie.
Ontslag
Naar huis
Na een borstsparende operatie kunt u meestal de dag van de operatie weer met ontslag. Na een borstamputatie gaat u de dag na de operatie meestal met ontslag. Bij ontslag krijgt u adviezen en leefregels mee voor thuis. De verpleegkundige informeert u, als dat nodig is, over de mogelijkheden van een borstprothese en geeft uitleg over de lastmeter. Op de lastmeter kunt u aangeven hoeveel last u heeft van (psychische en lichamelijke) klachten en zorgen tijdens de behandeling en in uw dagelijks leven. Verder krijgt u, als u daar belangstelling voor heeft, de adressen van informatiecentra, organisaties voor lotgenotencontact en professionele begeleiding.
Controleafspraak
U krijgt bij het ontslag uit het ziekenhuis een afspraak mee voor de eerste poliklinische controle bij uw chirurg en/of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak wordt de wond gecontroleerd en hoort u de uitslag van het microscopisch onderzoek.
De uitslag
Microscopisch onderzoek
De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde borstklierweefsel is na ongeveer één week bekend. Uw chirurg of verpleegkundig specialist bespreekt deze met u. Het is belangrijk dat de borstkanker volledig verwijderd is. Het kan zijn dat er tijdens het microscopisch onderzoek blijkt dat er nog kankercellen aanwezig zijn. Dan is een tweede operatie nodig om het weefsel volledig te verwijderen.
Gesprek
Ongeveer vier weken na de operatie en eventuele aanvullende behandelingen heeft u een gesprek met de mammacareverpleegkundige. Tijdens dit gesprek wordt onder andere besproken: het ziekteverloop, uw ervaring van de afgelopen weken en de lastmeter.
Problemen thuis
Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, kunt u via de polikliniek Chirurgie een (telefonische) afspraak maken bij uw chirurg of verpleegkundig specialist.
Vragen
Heeft u vragen, neem dan contact op met uw arts of verpleegkundig specialist. U kunt een telefonische afspraak maken via de polikliniek Chirurgie.
(Patiënten)organisaties
Borstkanker Vereniging Nederland
Misschien heeft u rond uw operatie behoefte om met iemand te praten die in dezelfde situatie zit. Dit kan via de Borstkanker Vereniging Nederland. Bij deze vereniging kunt u ook terecht voor meer informatie over borstkanker.
Borstkanker Vereniging Nederland
Postbus 8065
3503 RB Utrecht
Telefoonnummer (030) 291 72 22
Oncokompas
Voor ondersteuning bij nazorg en revalidatie verwijzen wij u graag naar oncokompas.nl. Dit digitale nazorgprogramma helpt u om de meest optimale nazorg te vinden en zo goed mogelijk te revalideren na kanker. U vindt er bijvoorbeeld informatie over veel voorkomende klachten zoals angst, somberheid en vermoeidheid maar ook over gezonde voeding en zingeving.
Contact
Mammapolikliniek
088 250 5030
[email protected]
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 9 juli 2021
Code: M03