Chemotherapie op het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie
Binnenkort krijgt u chemotherapie. Deze behandeling vindt plaats in het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie van het Diakonessenhuis, locatie Utrecht. U heeft veel mondelinge informatie gekregen over de gang van zaken rond deze behandeling. In deze brochure kunt u de informatie nog eens rustig nalezen.
Intakegesprek
Voordat uw behandeling van start gaat, heeft u een intakegesprek met een verpleegkundige van het dagbehandelcentrum. Hieronder leest u wat u van dit gesprek kunt verwachten.
Kennismaking
Het gesprek begint met een kennismaking. De verpleegkundige probeert een beeld te krijgen van u en uw leefsituatie. Ook zal hij/zij vragen wat u al weet over de behandeling met chemotherapie en welke vragen u heeft. Gezamenlijk stelt u vast welke onderwerpen verder aan de orde zullen komen.
Bespreken van de chemotherapie en de bijwerkingen
De verpleegkundige informeert u in elk geval over:
- welke kuur u krijgt, hoe deze werkt en hoe deze wordt toegediend:
- het aantal kuren en hoe lang deze duren;
- de bijwerkingen;
- hoe u met de bijwerkingen om kunt gaan en wat het ziekenhuis hierin kan doen;
- wanneer u contact op moet nemen met het ziekenhuis.
Andere onderwerpen
Het gesprek duurt 30 tot 45 minuten. U heeft uitgebreid de gelegenheid om onderwerpen te bespreken die voor u belangrijk zijn en om uw vragen te stellen. Het kan helpen om vooraf te bedenken welke vragen u heeft en deze op papier te zetten. U kunt uw vragen uiteraard ook op een later moment stellen, bijvoorbeeld op de eerste dag dat u voor uw kuur komt.
Tip: Schroom niet om uw vragen te stellen! Uw arts of verpleegkundige zal dat juist waarderen. U kunt hen zien als uw adviesgevers.
Samenvatting en afsluiting
De belangrijkste informatie wordt samengevat. U krijgt een patiënten-informatiemap mee als u deze niet al heeft ontvangen. Tot slot worden vervolgafspraken gemaakt, bijvoorbeeld over het volgende ziekenhuisbezoek en over de start van de behandeling.
Adviezen voor het gesprek
-
Neem iemand mee naar het gesprek
Dit kan uw partner zijn, een (klein)kind, de buurvrouw, een vriend of vriendin of een goede kennis. Samen staat u sterk en onthoudt u meer. Uw naaste kan ook vragen stellen. Na het gesprek kunt u met elkaar alles nabespreken.
- Uit uw wensen of zorgen
Het is belangrijk om aan te geven wat u wilt, of waar u zich zorgen over maakt. U weet tenslotte zelf het beste wat goed voor u is. Andere patiënten geven aan het soms lastig te vinden om zorgen of gevoelens te uiten. Bedenk dat de verpleegkundige niet alleen informatie geeft, maar ook een luisterend oor biedt.
Tip: Probeer uw verpleegkundige te vertellen wat u bezighoudt en waar u zich zorgen over maakt.
Tip: Deel uw ervaringen met uw arts/verpleegkundige. Zo kunnen ze op tijd inspringen wanneer het nodig is.
- Neem het gesprek op
Tijdens de gesprekken met uw verpleegkundige komt er veel informatie op u af. Sommige patiënten vinden het fijn om deze gesprekken op te nemen. Dit maakt het mogelijk om thuis nog eens rustig terug te luisteren, eventueel samen met een naaste. Het opnemen van gesprekken is toegestaan en veel zorgverleners staan hiervoor open. Vraag van te voren altijd even om toestemming. Accepteer eventueel de mogelijkheid als de verpleegkundige aanbiedt het gesprek op te nemen. De opname is alleen voor eigen gebruik.
Tip: De meeste mobiele telefoons, smartphones en tablets hebben een functie waarmee u een gesprek kunt opnemen. Ook kunt u een speciaal apparaatje (een audio-recorder) aanschaffen om gesprekken mee op te nemen.
Tip: U kunt zelf na afloop van het gesprek een korte samenvatting inspreken van de belangrijkste informatie. Dit kunt u eventueel ook aan de verpleegkundige/arts vragen.
Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis
Tijdens uw behandeling kunnen zich klachten voordoen. In onderstaande gevallen adviseren wij u om contact op te nemen met het ziekenhuis.
Klachten om nog dezelfde dag/nacht contact op te nemen met het ziekenhuis
- koorts boven 38,5°C;
- koude rillingen;
- langdurige bloedneus (langer dan 30 minuten);
- veel blauwe plekken (zonder dat u bent gevallen of u heeft gestoten);
- aanhoudend bloeden van een wondje;
- bloed in de urine of ontlasting.
Klachten om na een dag of aantal dagen contact op te nemen met het ziekenhuis
- braken langer dan 24 uur;
- diarree langer dan 48 uur (meer dan vijf maal daags);
- obstipatie (verstopping) langer dan drie dagen;
- pijn in de mond (blaasjes of andere zere plekjes) langer dan twee dagen;
- plotselinge huiduitslag.
Wat te doen bij twijfel of onzekerheid?
Als u twijfelt of zich onzeker voelt over bepaalde klachten die u heeft, neem dan ook contact op met het ziekenhuis.
Hoe contact op te nemen met het ziekenhuis?
Afspraak maken | |
---|---|
Secretaresse Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur) | 088 250 6562 |
Lichamelijke klachten | |
---|---|
Verpleegkundige Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur) | 088 250 6653 |
Spoedeisende Hulp (buiten kantoortijden) | 088 250 6211 |
Wat is chemotherapie?
Chemotherapie is een behandeling waarbij meestal via een infuus medicijnen, ook wel cytostatica genoemd, worden toegediend. Deze medicijnen komen in het bloed terecht. De medicijnen remmen en beïnvloeden de celdeling van sneldelende cellen. Door deze celremmende eigenschappen hebben de medicijnen ook effect op sneldelende normale cellen, zoals bloedcellen en slijmvliescellen.
Kuurschema
Er zijn tientallen verschillende soorten medicijnen die gebruikt kunnen worden bij de behandeling. Afhankelijk van de soort kanker kunnen één of meerdere medicijnen voor een behandeling worden gebruikt. De medicijnen worden altijd volgens een bepaald schema toegediend. De behandeling vindt, afhankelijk van het kuurschema, om de paar weken plaats. Tijdens het intakegesprek bent u hierover geïnformeerd.
Chemotherapie op de dagbehandeling Oncologie/ Hematologie
Voorbereidingen thuis
Draag kleding die gemakkelijk over de infuusarm kan worden aangetrokken, dus geen strakke mouwen. U kunt natuurlijk uw laptop, boek, handwerkje of iPod meenemen.
Melden
Tijdens het intakegesprek heeft u de datum voor uw eerste chemokuur gekregen. Op die dag meldt u zich bij de secretaresse van het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie op de tweede etage van het Diakonessenhuis locatie Utrecht.
Voorbereiding in het ziekenhuis: controle van het bloed
Vóór iedere gift chemotherapie moet er bloed worden afgenomen. Uw behandelend arts of de verpleegkundige controleert of uw bloed voldoende hersteld is na de vorige chemotherapie. U krijgt iedere keer op de afdeling of polikliniek een afspraak mee voor bloedcontrole voor de volgende keer.
Het is mogelijk dat naar aanleiding van de bloeduitslagen de behandeling uitgesteld of aangepast wordt. Met de verpleegkundige maakt u dan een nieuwe afspraak voor bloedafname en behandeling.
Gang van zaken
De secretaresse informeert de aan u toegewezen verpleegkundige dat u gearriveerd bent. U kunt, totdat u gehaald wordt, plaats nemen in de wachtruimte of aan de leestafel. De verpleegkundige wijst u vervolgens een behandelplek toe; zo mogelijk rekening houdend met uw wensen.
U krijgt een lunch of een warme maaltijd geserveerd. Tussendoor kunt u eten en drinken bestellen naar behoefte. Eten en drinken zijn voor u gratis. U mag iemand meenemen als u naar het ziekenhuis komt. Voor bezoek is er koffie en thee. Voor eten dient bezoek zelf te zorgen.
Op de afdeling liggen tijdschriften.
Duur van de chemotherapie
De duur van de behandeling is afhankelijk van de soort chemokuur die u krijgt. Meer informatie over de duur van uw chemokuur krijgt u tijdens het intakegesprek.
Controleer uw gegevens
Voor ieder onderzoek of voor elke behandeling vraagt een medewerker uw naam en geboortedatum. Daarmee controleren wij of we het juiste onderzoek en de juiste behandeling doen bij de juiste persoon.
Het is belangrijk dat ook uw overige gegevens kloppen. Zijn uw persoonlijke gegevens veranderd of heeft u een andere huisarts, meldt dit dan bij uw bezoek aan het Dagbehandelcentrum.
Beleid rond reanimatie op het dagbehandelcentrum
Door toediening van cytostatica kan in een zeer uitzonderlijk geval een hartstilstand optreden. Als deze situatie zich voordoet, wordt een eventuele niet-reanimeren verklaring tijdelijk opgeheven. Dit betekent dat u op het dagbehandelcentrum Oncologie/Hematologie altijd wordt gereanimeerd, ook als u een nietreanimeren verklaring heeft opgesteld. Dit is omdat de hartstilstand heel specifiek te herleiden is naar de medicatie en het resultaat van de reanimatie in deze situatie vaak gunstig is. Wilt u niet dat uw ‘nietreanimerenverklaring’ tijdens behandeling op het dagbehandelcentrum wordt opgeheven, bespreek dit dan met uw behandelend arts. Deze wens wordt dan vastgelegd in uw dossier en gerespecteerd.
Mogelijke bijwerkingen en wat u er tegen kunt doen
In dit hoofdstuk vindt u een algemeen overzicht van mogelijke bijwerkingen die kunnen voorkomen bij de chemotherapie. Lang niet alle bijwerkingen zullen bij u voorkomen. Ook vindt u adviezen om bijwerkingente voorkomen of tegen te gaan. Mocht u verder nog vragen hebben, aarzel dan niet om ze aan uw verpleegkundige of arts te stellen.
Dun of uitvallend haar
- Verzorg het haar voorzichtig:
- was het met lauw water;
- gebruik een milde shampoo en een crèmespoeling;
- droog het haar voorzichtig.
- Gebruik natuurproducten als u uw haar wilt verven of een permanent wilt nemen.
- U kunt het haar kort laten knippen voor het gaat uitvallen.
- Bij bepaalde kuren is het mogelijk gebruik te maken van de ‘Coldcap’ om haaruitval te voorkomen of te verminderen. De verpleegkundige zal u daarover informeren.
- Bij snel uitvallend haar kan de hoofdhuid gevoelig en/of pijnlijk zijn
Voor aanvang van de behandeling bespreekt de arts met u of een pruik nodig zal zijn en waar u die kunt verkrijgen. Ook ontvangt u een machtiging, zodat u (een deel van) de kosten van de pruik kunt declareren bij uw verzekering. Na de chemotherapie (en soms al tijdens de behandeling) gaat uw haar weer groeien.
Huidveranderingen
Door de medicijnen kan uw huid droog, rood en/of schilferig worden. Gebruik regelmatig een ongeparfumeerde bodylotion om dit zoveel mogelijk tegen te gaan. Uw huid kan ook gevoeliger zijn dan normaal en sneller verbranden in de zon. U kunt gewoon naar buiten, maar vermijd overmatig zonlicht. Smeer uw huid regelmatig goed in met een zonnebrandcreme van minimaal factor 30 en draag een hoed of pet.
Branderige ogen
Als u last heeft van branderige ogen, kunt u dit het beste melden aan uw behandelend arts of huisarts. De arts kan u eventueel oogdruppels voorschrijven.
Reuk- en/of smaakverandering
- Reuk- en/of smaakverandering kan leiden tot verminderde eetlust. Probeer verschillende producten uit. Wat u vroeger minder lekker vond, waardeert u misschien nu wel.
- Vaak worden fris smakende voedingsmiddelen, zoals yoghurt, komkommer, zure haring, ongezoete vruchtensappen wel lekker gevonden.
- Als u weinig proeft, is het extra belangrijk dat het eten er aantrekkelijk uitziet.
Meer informatie vindt u op de website Voeding en Kanker info en in de folder ‘Goede voeding bij kanker’ van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Deze folder is verkrijgbaar op het dagbehandelcentrum.
Verminderde eetlust, misselijkheid, braken
- Misselijkheid en braken kwamen vroeger veel voor. Met de huidige beschermende medicijnen is dit gelukkig meestal goed te voorkomen. U krijgt een recept voor medicijnen tegen de misselijkheid. Gebruik deze medicijnen, óók bij geringe misselijkheid!
- Het is belangrijk dat u tijdens de kuur veel drinkt, zodat de extra afvalstoffen het lichaam via de urine kunnen verlaten. Probeer dagelijks minimaal 15 kopjes te drinken. Te weinig drinken kan een misselijk gevoel verergeren en bijdragen aan een vieze smaak in de mond.
- Gebruik regelmatig kleine maaltijden. Een lege maag kan namelijk ook een misselijk gevoel geven.
- Warme, sterk geurende dranken (koffie) en vette gerechten (gebraden vlees) kunnen tegenstaan. Een alternatief is bijvoorbeeld een koude maaltijdsalade. Deze smaakt vaak beter en is even gezond.
- Cola drinken kan het misselijke gevoel verminderen.
- De aanblik van een groot, vol bord met eten is vaak ontmoedigend. Stem de grootte van de maaltijd af op uw eetlust.
- Als u heeft overgegeven, laat de maag dan weer langzaam wennen aan vast voedsel, bijvoorbeeld met een biscuitje.
- Eet op tijdstippen dat u minder misselijk bent, overdag of ook `s nachts als u wakker bent.
- Als u vragen heeft over voeding, kunt u altijd om een diëtiste vragen.
Forceer het eten niet. Haal de ‘schade’ in door tussen de kuren door goed te eten.
Voorkomen van irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies
- Goede mondhygiëne is belangrijk bij het voorkomen van problemen met uw mondslijmvlies. Poets vier keer per dag uw gebit (na de maaltijden en voordat u gaat slapen) met een zachte tandenborstel en een fluoride tandpasta.
- Spoel na elke maaltijd uw mond gedurende één minuut met water of een mondspoelingsmiddel.
- Als er blaasjes of andere zere plekjes in uw mond ontstaan, laat dit aan uw behandelend arts of huisarts zien.
- Smeer zo nodig uw lippen vier keer per dag dun in met vaseline (uit een tube, dat is hygiënischer dan uit een pot), dan ontstaan er minder kloofjes.
- Als u een gebitsprothese draagt, zorg dan voor een goed passende prothese. Deze kan nog wel eens te groot worden als u flink bent afgevallen. Doe de prothese het liefst `s nachts uit.
- Neem bij een droge mond een zuurtje of kauwgom.
- U kunt ook een gel en/of spray gebruiken. De verpleegkundige kan u daarover informeren.
Verandering van het urine- en ontlastingpatroon
- Pijn bij het plassen, vaker plassen en bloed in de urine kunnen voorkomen. Overleg dan met de verpleegkundige of met uw behandelend arts.
- Bij diarree:
- Probeer voldoende te drinken, minimaal 15 kopjes vocht per dag.
- Gebruik per dag een aantal koppen bouillon en/of tomatengroentesap.
- Gebruik frequent kleine maaltijden.
- Heeft u langer dan 48 uur diarree, overleg dan met de verpleegkundige of met uw behandelend arts.
- Bij verstopping:
- Probeer voldoende te drinken, zo'n 15 kopjes vocht per dag.
- Gebruik vezelrijke voeding. Maak ruim gebruik van bruin of volkoren brood, groenten en fruit.
- Heeft u langer dan twee dagen geen ontlasting gehad, overleg dan met de verpleegkundige of met uw behandelend arts.
Vermoeidheid/verminderde energie
- U zult merken dat u tijdens en soms ook na de behandeling minder energie heeft, sneller vermoeid raakt en emotioneel kunt zijn. Houd hier rekening mee in uw dagelijks leven.
- Neem voldoende tijd om te rusten, zorg dat u bijvoorbeeld 's middags een uurtje rust.
- Verdeel de activiteiten die u wilt doen over de dag.
- Als u hulp wordt aangeboden door familie of vrienden, maak daar dan gebruik van. U heeft dan zelf wat meer tijd en mogelijk meer energie voor dingen die u leuk vindt.
- Probeer uw conditie op peil te houden door zoveel als u kunt in beweging te blijven. De vermoeidheid gaat namelijk niet over door te veel te rusten of passief te worden.
Meer informatie vindt u in de folders 'Help, ik ben zo moe' en 'Vermoeidheid na kanker’, van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Deze zijn verkrijgbaar in het dagbehandelcentrum.
Invloed op de menstruatie
Chemotherapie kan veranderingen teweeg brengen in het verloop van de menstruatie. Afhankelijk van de behandeling wisselt dit van een keertje overslaan tot wegblijven van de menstruatie. Bij sommige vrouwen komt na afloop van de kuur de menstruatie niet meer terug. Dit kan gepaard gaan met overgangsklachten.
Vruchtbaarheid
Als u een kinderwens heeft, bespreek dit vóór aanvang van de chemotherapie met uw behandelend arts.
Invloed op intimiteit/ seksualiteit
De diagnose kanker en de behandeling met chemotherapie roepen veel emoties op. Deze emoties hebben invloed op de seksualiteit. Mensen kunnen zich minderwaardig en/of minder geliefd voelen of bang zijn om afgewezen te worden. Ook voor de partner kunnen emoties spelen als onzekerheid en angst: angst je partner pijn te doen, angst je partner aan te raken, angst voor besmetting. Deze emoties zijn heel normaal, maar probeer ze met elkaar te bespreken. Ook met uw behandelend arts of verpleegkundige kunt u hierover praten.
Meer informatie vindt u in de folder ‘Kanker en seksualiteit’, van de Nederlandse Kankerbestrijding/KWF. Deze is verkrijgbaar in het dagbehandelcentrum.
Invloed op de werking van het beenmerg
Beenmerg is belangrijk voor de aanmaak van bloedcellen. Daarom wordt vóór iedere chemotherapie het bloed gecontroleerd.
- Een verminderd aantal witte bloedlichaampjes (leukocyten) geeft verhoogde kans op infecties.
- Een verminderd aantal bloedplaatjes (trombocyten) geeft verhoogde kans op blauwe plekken, een bloedneus en bloedend tandvlees. Als deze klachten ernstig zijn, neem telefonisch contact op met uw behandelend arts.
- Een verminderd aantal rode bloedlichaampjes (erytrocyten) geeft bloedarmoede. In het algemeen heeft het gebruik van extra vitaminen en/of ijzertabletten geen invloed op het herstel van het beenmerg.
Zorg voor een goede lichaamshygiëne en volg de richtlijn gezonde voedselbereiding. U kunt gewoon naar de sauna, naar het zwembad en in een bubbelbad. Openbaar vervoer, bioscoop en drukke ruimtes zijn gewoon toegestaan.
Medicatie voor thuis
Als u thuis medicijnen tegen kanker gebruikt in een tablet of capsule kunt u deze na uw behandeling op het Dagbehandelcentrum, ophalen bij de apotheek van het Diakonessenhuis in de centrale hal. Hier kunt u desgewenst ook het recept voor de medicijnen tegen misselijkheid inleveren en andere artikelen (zoals wegwerphandschoenen en mondspoeling) verkrijgen. De apotheekmedewerker geeft u informatie over het gebruik van de medicijnen en u krijgt een informatiemap bij de medicijnen tegen misselijkheid.
U hoeft de medicijnen niet perse zelf op te halen. Ook uw begeleider kan dit doen. Het is wel van belang dat degene die de medicijnen komt afhalen, op de hoogte is van uw actuele medicijngebruik.
In overleg met de verpleegkundige / apotheek kunt u uw medicijnen ook op het Dagbehandelcentrum laten bezorgen.
Overdracht van uw medicijngegevens van en naar de lokale apotheek
Het is erg belangrijk dat de apotheek weet welke geneesmiddelen u gebruikt. Geef daarom uw lokale apotheek toestemming voor het uitwisselen van uw medicijngegevens of neem een actueel medicatieoverzicht van de lokale apotheek mee naar de apotheek van het ziekenhuis.
De apotheek van het Diakonessenhuis geeft - met uw toestemming - aan de lokale apotheek door welke medicijnen aan u zijn afgeleverd. Zo blijft de lokale apotheek ook van uw actuele medicatie op de hoogte.
Thuis na chemotherapie
De medicijnen die u tijdens de chemotherapie krijgt toegediend, worden via het bloed naar de cellen in het lichaam getransporteerd. De afvalstoffen van de medicijnen verlaten uw lichaam ook weer. Dit gebeurt via de uitscheiding van uitscheidingsproducten, zoals urine, ontlasting, transpiratie en braaksel. Het grootste gedeelte van de afvalproducten van de medicijnen wordt binnen zeven dagen nadat u de medicijnen heeft toegediend gekregen, uitgescheiden. Het is belangrijk dat u of uw verzorgers de eerste week na de chemotherapie zorgvuldig met de uitscheidingsproducten omgaat omdat er resten van cytostatica in kunnen voorkomen. Hieronder leest u wat u kunt doen.
Urine en ontlasting
Bij gebruik van het toilet
- zittend plassen. Dit geldt voor zowel mannen als vrouwen. Zittend plassen voorkomt de kans op spatten van de urine.
- het toilet na ieder toiletgebruik twee keer doorspoelen met gesloten deksel.
- het toilet één maal daags reinigen met een schoonmaakmiddel zonder chloor.
Bij gebruik van een urinaal of po
- wegwerphandschoenen aantrekken als u de urinaal of po vasthoudt. De wegwerphandschoenen kunt u bij de drogist kopen.
- de urine via de rand in het toilet gieten om spatten te voorkomen.
- de urine niet in de urinaal of po laten staan.
- de urinaal of po goed omspoelen met heet water en afwasmiddel.
- de gebruikte handschoenen weggooien.
- de handen goed met zeep wassen na het uittrekken van de handschoenen.
Bij gebruik van een katheterzak
- de urine via de rand in het toilet gieten om spatten te voorkomen.
- de gebruikte handschoenen weggooien.
- handen goed met zeep wassen na het uittrekken van de handschoenen.
Braaksel
- bij braken in een bakje; bakje aanpakken met wegwerphandschoenen.
- het braaksel via de rand in het toilet gieten om spatten te voorkomen en het toilet twee keer doorspoelen met gesloten deksel.
Wasgoed
Voor wasgoed dat in aanraking is gekomen met urine, ontlasting, braaksel of ernstige transpiratie na het toedienen van chemotherapie, adviseren wij het volgende:
- Was dit wasgoed zo mogelijk apart van ander wasgoed.
- Verzamel het wasgoed bij voorkeur in een aparte plastic zak.
- Plaats het wasgoed vanuit de aparte verzamelzak direct in de wasmachine, zo mogelijk zonder het aan te raken.
- Was uw handen na plaatsing van het wasgoed.
- Stel eerst in op een voorwasprogramma en daarna het gebruikelijke wasprogramma met uw gebruikelijke wasmiddel.
- Als iemand anders uw wasgoed wast, moet deze persoon handschoenen dragen bij het plaatsen in de wasmachine.
Intimiteit
Tijdens de behandeling hebben veel mensen niet zoveel zin om te vrijen. Meestal is er geen lichamelijke oorzaak voor maar komt het door de omstandigheden. Veel mensen hebben tijdens de behandeling wel behoefte aan intimiteit; dicht bij elkaar zijn, elkaar vasthouden, knuffelen en tegen elkaar aan liggen. Hieraan zijn geen risico ’s verbonden.
De vagina kan droger zijn als gevolg van de behandeling. Gebruik zo nodig een glijmiddel tijdens het vrijen.
Het is niet bekend of en in welke mate cytostatica opgenomen worden in het sperma of het slijmvlies van de vagina. Daarom wordt geadviseerd gedurende de risicoperiode na de toediening van de cytostatica een condoom te gebruiken bij het vrijen. Bij intiem contact zoals knuffelen en zoenen zijn geen extra maatregelen nodig.
Met welke hulpverleners kunt u te maken krijgen?
Tijdens uw chemotherapie komt u met diverse hulpverleners in aanraking.
Behandelend arts
Gedurende de behandeling zal de behandelend arts samen met u beslissingen nemen over de voortgang van uw behandeling.
Het verpleegkundig team
Het verpleegkundig team draagt zorg voor de patiënten op de dagbehandeling. Ze hebben veel ervaring met het toedienen van chemotherapie en het begeleiden van mensen met kanker. Het verpleegkundig team bestaat uit:
Oncologieverpleegkundigen
De oncologieverpleegkundigen geven informatie over uw ziekte en over de behandeling en de gevolgen ervan. Ook geven zij schriftelijke informatie en beantwoorden ze vragen. Zo nodig nemen zij contact op met uw behandelend arts. De verpleegkundigen kunnen u ook informatie geven over ondersteunende therapieën. Lees hier meer over in de hoofdstukken ‘Overige hulpverlening’ en ‘Complementaire zorg’.
Verpleegkundig specialist
Een verpleegkundig specialist is een gespecialiseerd verpleegkundige die zelfstandig patiënten behandelt en begeleidt in opdracht van de specialisten. De verpleegkundig specialist verzorgt ook een deel van de begeleiding van de chemotherapie. Hij/ zij is bevoegd een aantal medische taken uit te voeren. Ook coördineert de verpleegkundig specialist de noodzakelijke steun voor de verpleging als er bij patiënten complicaties ontstaan tijdens de behandeling met bijvoorbeeld chemotherapie.
De oncologieverpleegkundige en verpleegkundig specialist handelen in nauwe samenwerking met de specialisten.
Overige hulpverlening
Naast het medisch en verpleegkundig team kunt u ook te maken krijgen met:
Apotheekmedewerker
De apotheekmedewerker geeft voorlichting over het gebruik van uw medicijnen. Ook kan zij u informeren over het gebruik van het medicijnen-afhaalpunt in de centrale hal van het ziekenhuis.
Klinisch psycholoog
De ziekte, behandeling, lichamelijke klachten en medisch onderzoek kunnen voor u een zware belasting betekenen. Dit kan ook gevolgen hebben voor ouders, partner, kinderen of andere relaties.
Een klinisch psycholoog is een deskundige op het gebied van gedrag. Hij/zij doet onderzoek naar uw emotionele problemen of klachten. Soms is het al voldoende als u beter begrijpt waardoor uw klachten veroorzaakt worden. De klinisch psycholoog kan u praktische adviezen geven over bijvoorbeeld de inrichting van uw werk of de omgang met uw partner en/of familieleden.
Wanneer u in het ziekenhuis onder behandeling bent, kan uw behandelend arts u verwijzen naar de klinisch psycholoog. Dit gebeurt altijd in overleg met u. Ook kunt u zelf aangeven bij uw behandelend arts dat u in contact wilt komen met de psycholoog.
Meer informatie vindt u in de folder 'Medische psychologie'. Deze is verkrijgbaar in het dagbehandelcentrum.
Geestelijk verzorger
Een bedreigende situatie als een ziekte kan levensgrote vragen oproepen, zoals: 'Waarom gebeurt mij dit?', 'Wat is de zin van dit alles?' of 'Hoe moet het verder?'.
Misschien heeft u behoefte aan een gesprek. De geestelijk verzorger van het ziekenhuis luistert naar uw levensverhaal, uw gedachten en gevoelens. Met hem of haar kunt u samen zoeken naar de plaats van de ziekte in uw leven. In het gesprek kan het ook gaan over de vraag of en hoe het geloof hierin een rol kan spelen. Iedereen kan een beroep doen op de geestelijk verzorger, of u nu gelovig bent of niet.
Bij opname kunt u al aangeven dat u contact met de geestelijk verzorger op prijs stelt. Ook later kunt u hem/ haar nog benaderen. U kunt dit rechtstreeks doen of via de verpleegkundige.
Meer informatie vindt u in de folder 'Geestelijke verzorging'. Deze is verkrijgbaar in het dagbehandelcentrum.
Diëtist
Bepaalde vormen van kanker en de behandeling van kanker kunnen leiden tot problemen met de voeding. Maar over het precieze verband tussen voeding en kanker is nog veel onzeker. U kunt last hebben van verminderde eetlust, moeite met slikken, een pijnlijke mond, darmen die van streek zijn en ongewenste vermagering. Al deze klachten kunnen worden veroorzaakt door de ziekte en/of door de chemotherapie. Een goede voeding kan er toe bijdragen dat u in een betere conditie blijft, waardoor u zich ook beter voelt.
De diëtist kan helpen bij:
- het beantwoorden van vragen over voeding en kanker;
- het op peil brengen en houden van de voedsel- en vochtinname;
- het voorkomen van gewichtsverlies.
Via de verpleegkundige kunt u een afspraak maken met de diëtist. Meer informatie vindt u in de folder 'Goede voeding en kanker'. Deze is verkrijgbaar in het dagbehandelcentrum.
Overige ondersteunende personen en afdelingen
- fysiotherapie/ ergotherapie/ logopedie: deze hulpverleners kunnen op verzoek van uw behandelend arts worden ingeschakeld.
- de afdelingssecretaresse die praktische zaken regelt, zoals het maken van de afspraken voor onderzoeken en voor de polikliniek.
- andere ondersteunende diensten zoals de afdelingsassistent en schoonmakers.
Complementaire zorg
Complementaire zorg betekent letterlijk ‘aanvullende zorg’. Deze zorg vormt een aanvulling op de reguliere zorg en bestaat uit natuurlijke therapieën om het zelfhelend vermogen van de patiënt te ondersteunen, stimuleren of activeren.
Haptotherapie
Wanneer u de diagnose kanker heeft en chemokuren moet ondergaan, biedt het ziekenhuis u vijf haptotherapiebehandelingen aan. Haptotherapiebehandelingen zijn massages die gebaseerd zijn op de haptonomische beginselen. Ze worden gegeven door ervaren haptotherapeuten. Bij haptotherapie wordt u door een gerichte manier van aanraken uitgenodigd stil te staan bij de gevoelens in uzelf. Door de aanraking leert u te luisteren naar uw eigen lichaam.
Bij ziekte en beperkingen kan de haptotherapeut u begeleiden om u een compleet mens te blijven voelen. Als het lichaam het deels laat afweten, doet de aanraking goed: in alle rust, zonder dat iets moet. Het lichaam wordt hierbij als geheel benaderd en u kunt ervaren dat het lichaam meer is dan alleen dat deel dat ziek is.
De behandelingen door de haptotherapeut kunnen bijdragen aan:
- lichamelijke en geestelijke ontspanning;
- beter omgaan met pijn;
- beter leren luisteren naar de signalen van het lichaam;
- minder opzien tegen de kuren.
Workshop 'Look good...Feel Better'
De workshop ‘Look Good…Feel Better’ wordt gegeven aan mensen met kanker tijdens of vlak na hun behandeling. U krijgt tips over de verzorging van uw huid, handen en nagels en advies over makeupgebruik. Er is een presentatie over haarwerken en u kunt zelf aan de slag.
Voor meer informatie en aanmelden kunt u terecht bij de verpleegkundige of de secretaresse. De workshops vinden vier à vijf keer per jaar plaats. Aan de workshops zijn geen kosten verbonden. Bekijk voor meer informatie onze agenda.
Acupressuur
Door de chemotherapie kan misselijkheid ontstaan. Daarom krijgt u zonodig medicijnen via het infuus in het ziekenhuis. Voor thuis krijgt u medicatie waarmee misselijkheid voorkomen of verminderd kan worden. In het geval dat u, ondanks het gebruik van de medicijnen, toch last krijgt van misselijkheid, braken of een vol gevoel in de maagstreek, kan acupressuur een aanvullende behandeling voor u zijn.
Acupressuur is een simpele en veilige methode en is afgeleid van acupunctuur. De behandeling bestaat eruit dat er op acupunctuurpunten op de huid, aan de binnenzijde van beide polsen en aan de voorzijde van beide onderbenen, kleine drukknoopjes worden geplakt. Deze punten staan bekend om hun werking ter bestrijding van misselijkheid. In het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie is de ervaring met deze aanvullende behandeling goed. Het is pijnloos en heeft geen bijwerkingen.De opgeplakte drukknoopjes mag u zo nodig één tot twee weken laten zitten. Meestal is dat niet nodig en kunnen ze na drie tot vier dagen worden verwijderd. U kunt ze na gebruik in de gewone prullenbak deponeren.
In een klein aantal gevallen ontstaat er een allergische reactie van de huid onder het vergulde drukknoopje. Dit wordt voelbaar door jeuk en irritatie. In dat geval moet u de knoopjes verwijderen. Bij een volgende keer wordt er eerst een folie over de huid geplakt voordat de drukknoopjes aangebracht worden; direct huidcontact wordt zo vermeden.
Haarwerkers
De eerste en derde donderdag van de maand is er een haarwerker op de afdeling die gespecialiseerd is in pruiken. De haarwerker kan uw vragen met betrekking tot het dragen van een pruik beantwoorden en uw pruik verzorgen/bijwerken indien nodig. Hier zijn geen kosten aan verbonden.
Begeleiding voor gezinnen
Onze afdeling biedt extra begeleiding aan gezinnen waarvan een van de ouders de diagnose kanker krijgt. We ondersteunen bij de begeleiding van de kinderen. Als ouder heeft u niet alleen zelf de diagnose te verwerken maar moet u ook uw kind(eren) uitleggen wat er aan de hand is en helpen met het verwerken van het nieuws en alles wat er gebeurt. Bij de start van de behandeling vragen we daarom naar uw gezinssituatie en geven we advies voor het bespreken van de ziekte en de behandeling met uw kinderen. Als u kinderen jonger dan 16 jaar heeft, krijgt u een brochure met adviezen voor begeleiding en een kinderboek over kanker, passend bij de leeftijd van uw kind(eren). Op de afdeling is een kinderbibliotheek waar u en uw kind(eren) boeken (voor verschillende leeftijden) kunnen lenen. Ook is er een ervaringsboek waar u uw ervaringen en adviezen kunt delen met andere ouders.
Wetenschappelijk onderzoek
Uw behandelend arts kan u vragen of u wilt meedoen aan een wetenschappelijk onderzoek. Als u heeft besloten om deel te nemen aan dit onderzoek, zullen ten behoeve hiervan gegevens van u worden bijgehouden. Naast de behandelend arts zal de verpleegkundig specialist oncologie u tijdens het onderzoek informeren en begeleiden.
Ondersteunende instanties buiten het ziekenhuis
Helen Dowling Instituut (HDI)
De diagnose kanker en de vaak ingrijpende behandelingen kunnen onzekerheid, angst en verdriet met zich mee brengen. In een dergelijke situatie kan aanvullende ondersteuning welkom zijn. Met de samenwerking tussen het Diakonessenhuis en het Helen Dowling Instituut zijn hiervoor diverse mogelijkheden beschikbaar voor patiënten en hun partner en/of familieleden.
U kunt bij het Helen Dowling Instituut terecht voor individuele begeleiding of deelnemen aan een groep. Welke vorm van begeleiding het meest geschikt is, bepaalt u in overleg met de hulpverlener tijdens een intakegesprek. Uw wensen en voorkeuren spelen daarbij een belangrijke rol.
Verwijzing naar het Helen Dowling Instituut verloopt via de behandelend arts of verpleegkundige. Meer informatie vindt u in de folder 'Diagnose Kanker, over-leven na een schokkende gebeurtenis'. Deze is verkrijgbaar op de dagbehandeling.
Zie voor informatie ook de website van het Helen Dowling Instituut. Hier kunt u ook een aanvraagformulier downloaden om u aan te melden voor een (ondersteunende) behandeling.
Herstel en Balans
Door betere behandelingen hebben mensen met kanker tegenwoordig een grotere kans op genezing dan vroeger. Toch blijft kanker een ingrijpende ziekte die uw leven fors overhoop kan halen. Veel mensen hebben na de behandeling moeite hun leven weer op te pakken. Ze zijn bijvoorbeeld snel vermoeid, hun conditie is achteruit gegaan of ze hebben last van angst en somberheid. Als u dit herkent dan is het revalidatieprogramma ‘Herstel en Balans’ mogelijk iets voor u. De voorwaarden om mee te doen en meer informatie over het programma kunt u vinden op herstelenbalans.nl.
De aanschaf van een pruik
Het staat u vrij om zelf een haarwerker te kiezen. Het Diakonessenhuis heeft positieve ervaringen met de volgende haarwerkers:
Haar op Maat/ Pelatti
Rijnlaan 5,
3522 BA Utrecht
Tel: 030 288 2402
Haarcentrum Ugeka
Gezondheidscentrum
Bosboomstraat 1G
3582 KE Utrecht
Tel: 030 251 3599
Oedeem en oncologiefysiotherapie Utrecht (OOFU)
De oncologische fysiotherapeut kan u begeleiden bij het werken aan uw conditie tijdens de chemotherapeutische behandeling. U kunt zich aanmelden via de website van OOFU.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met de Dagbehandeling Oncologie/ Hematologie.
Telefoonnummers
Dagbehandelcentrum Oncologie/Hematologie
088 250 6562
Apotheek Diakonessenhuis
088 250 5060
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via communicatie@diakhuis.nl.
Bijgewerkt op: 6 oktober 2017
Code: ONCO05