Translate website
Disclaimer
Nederlands: U vraagt Google Translate Services om onze teksten te vertalen. Daardoor kunnen er fouten in de teksten zitten. Automatische vertalingen zijn niet perfect, ons ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor mogelijke vertaalfouten. Heeft u vragen over uw gezondheid? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Meer weten? Lees de toelichting vertaalbeleid
English: You ask Google Translate Services to actively translate our texts. Therefore they may contain errors. Automatic translations are not perfect. Diakonessenhuis is not responsible for possible translation errors. Do you have questions about your health? Then always contact your doctor.
Want to know more? Read the explanation of translation policy
Colonherstelprogramma
U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan de dikke darm (colon). In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond deze operatie. Het is goed u te realiseren dat uw situatie anders kan zijn dan beschreven. Stel daarom uw specifieke vragen aan de chirurg, casemanager (verpleegkundig specialist) of coloncareverpleegkundige. Laat uw partner en/of andere naasten de informatie doorlezen zodat ook zij zich een beeld kunnen vormen van de operatie en de herstelperiode. Het doel van het colonherstelprogramma is zo spoedig mogelijk te herstellen na de operatie.
Functie van de dikke darm
Ons voedsel komt via slokdarm, maag en dunne darm in de dikke darm terecht. De dikke darm is het laatste deel van ons spijsverteringskanaal. Hier vinden de laatste processen van de spijsvertering plaats. De dikke darm haalt water en zouten uit de brij waardoor de ontlasting dikker wordt.
De dikke darm is in totaal ongeveer 1,5 meter lang en bestaat uit een aantal delen.
- Rechts in de buik is de overgang van de dunne darm naar de dikke darm. Hier bevindt zich ook de appendix (blinde darm). Dit gedeelte van de darm is het opstijgende deel.
- De darm maakt onder de ribbenboog een bocht naar links. De dikke darm gaat onder de lever en onder de maag langs. Dit gedeelte van de darm wordt het dwarslopende deel genoemd.
- Bij de milt aan de linker zijde gaat de dikke darm over in het afdalende deel.
- In de linker onderbuik maakt de dikke darm een S-bocht. Dit gedeelte wordt het sigmoïd genoemd.
- In het laatste gedeelte gaat de dikke darm over in de endeldarm die eindigt bij de sluitspier, de anus (zie de tekening).
Redenen voor een dikkedarmoperatie
Er zijn veel soorten operaties mogelijk aan de dikke darm. Het soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dikke darm. Bij de volgende afwijkingen van de dikke darm kan een operatie nodig zijn.
- Tumor/zwelling
Tumor is het Latijnse woord voor zwelling. Een tumor/zwelling kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Goedaardige tumoren worden verwijderd omdat ze op den duur uit kunnen groeien tot een kwaadaardige tumor. Kwaadaardige tumoren worden verwijderd omdat ze schade kunnen veroorzaken in het weefsel, in dit geval de darmen. Daarbij kunnen ze in ander weefsel doorgroeien en daar schade veroorzaken. Ook kunnen kwaadaardige tumorcellen via de bloedbaan of lymfebaan in andere organen terechtkomen. Welk deel van de darm wordt verwijderd hangt af van de plaats van de tumor/gezwel in de dikke darm.
- Diverticulitis
Divertikels zijn kleine uitstulpingen van de darmwand. Ze ontstaan op zwakke plekken in de darmwand die bij hoge druk gaan uitstulpen. De uitstulpingen zijn onschuldig en geven meestal geen klachten. Soms gaan ze ontsteken. Dit heet diverticulitis en kan aanleiding geven tot buikpijn en soms problemen met de passage (doorstroom) van de darm. Als er ernstige ontstekingen optreden of de passage van de darm verslechtert, is er soms een operatie nodig om het zieke stuk darm te verwijderen.
- Crohn/colitis
Chronische ontstekingen van het maag/darmkanaal. Dit zijn aandoeningen die we ook wel inflammatoire darmziektes noemen. Als medicatie onvoldoende werkt is het soms noodzakelijk het ontstoken deel van de darm te verwijderen. Welk deel er van de darm wordt verwijderd hangt af van de ernst van de ontsteking en waar de ontsteking zich bevindt.
- Chronische obstipatie (verstopping)
Klachten zijn vaak niet goed kunnen poepen, buikpijn en een harde en opgezette buik omdat de dikke darm te traag doorloopt. Meestal zijn er al allerlei behandelingen met medicatie (vaak laxantia) geprobeerd om de darm goed door te laten lopen.
- Ischemische darm
Er is een verminderde bloedvoorziening naar een deel van de darm. Hierdoor ontstaat zuurstof te kort wat gepaard gaat met veel klachten.
Klachten bij afwijkingen aan de dikke darm
De klachten die bij afwijkingen aan de dikke darm optreden, zijn sterk afhankelijk van de aard en de plaats van de afwijking. Mede daardoor is het klachtenpatroon zo wisselend. Klachten kunnen onder andere zijn:
- Bloed of slijm bij de ontlasting
- Buikpijn
- Krampen
- Veranderde stoelgang
- Diarree of juist verstopping
- Winderigheid
- Loze aandrang
- Gewichtsverlies
- Vermoeidheid
- Bloedarmoede
Voorbereidingen vóór de opname
Na het bezoek aan de chirurg heeft u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige om u voor te bereiden op de operatie en het herstelprogramma. Deze afspraak duurt 1 tot 1,5 uur. De coloncareverpleegkundige bespreekt met u de volgende zaken:
- Voorlichting over de operatie
- Eventueel darm voorbereiding
- Darmstoma (indien nodig)
- Herstelperiode
- Voeding
- Ontlasting patroon na de operatie
- Leefregels voor en na de operatie
- Nazorg bespreken
- Anamnese (belangrijkste gegevens verzamelen)
- Indien nodig consult vragen voor andere disciplines als diëtiste, stoma verpleegkundige, fysiotherapie, geriater
- Vragen beantwoorden
- Mentale ondersteuning
Preoperatieve screening
Een preoperatieve screening (POS) bestaat uit 2 verschillende afspraken. Eén met de anesthesioloog en één met de apotheker. Dit is meestal telefonisch. Bij deze screening controleren we uw gezondheid voor de operatie. We bespreken hierbij uw medische voorgeschiedenis, allergieën en medicijngebruik. Soms zijn aanvullende onderzoeken nodig, zoals een bloedonderzoek en een hartfilmpje.
Contactpersoon
Contactpersoon kan uw partner en/of een naaste zijn. Deze kan een belangrijke rol spelen in uw herstel en bij praktische zaken. Uw contactpersoon is ook het eerste aanspreekpunt voor verpleegkundigen en artsen. U kiest zelf uw contactpersoon. Wij geven alleen informatie aan uw contactpersoon.
Opname en herstel
Voor een darmoperatie wordt u gemiddeld 3 tot 5 dagen opgenomen. Dit is afhankelijk van de grootte van de ingreep en hoe snel u na de ingreep herstelt.
U heeft zelf een belangrijke rol in het herstelprogramma. Het herstel van de operatie vraagt veel inzet van u.
- Het is belangrijk dat u voor uw operatie in een zo goed mogelijke conditie bent. Dit betekent dat u in de weken voor de operatie voldoende moet bewegen en goed en gezond moet eten.
Zie de folder Werken aan een goede conditie voor uw darmoperatie.
- Het is belangrijk dat u snel weer in beweging komt na de operatie. Bewegen is goed voor uw herstel. Door snel weer uit bed te komen, zorgt u voor een sneller herstel van zowel spieren, longen, botten en conditie. Hierdoor neemt de kans op complicaties af. Zie de folder Beter uit bed.
- Goede voeding is belangrijk voor een goed herstel en voor een goede werking van de darmen. Na de operatie mag u beginnen met drinken. Als u dit goed verdraagt, breiden we het dieet uit naar een optimaal eiwitrijk dieet. Bij het eten kunt u het beste rechtop aan tafel gaan zitten. Verdeel de maaltijden in kleinere porties over de dag en kauw zo goed mogelijk. De voedingsassistent komt regelmatig bij u langs om eten en drinken aan te bieden. Zonodig wordt er een diëtiste om advies gevraagd. Zie de folder Adviezen voor een eiwit en energieverrijkt dieet.
Meenemen
In de folder Opname in het Diakonessenhuis leest u wat u mee moet nemen voor uw opname.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
De opnamedag
Melden
De dag voor de opname wordt u gebeld door secretaresse waar en hoe laat u zich moet melden in het ziekenhuis. Dit is afhankelijk van het soort operatie, de voorbereiding en het tijdstip van de operatie. Hou rekening met het verkeer en parkeren zodat u op het afgesproken tijdstip aanwezig bent.
Voorbereiding
De verpleegkundigen van de afdeling maken u en uw partner/familie wegwijs op de afdeling en bereiden u (verder) voor op de operatie.
- De verpleegkundige van de afdeling brengt u op de hoogte van de gang van zaken op de afdeling en neemt met u door of alle noodzakelijke voorbereidingen zijn getroffen.
- Indien nodig wordt bloed bij u afgenomen ter voorbereiding op de operatie.
- Als u een stoma krijgt of als daar kans op is, dan komt de stomaverpleegkundige langs om samen met u een voorkeursplaats voor het stoma op uw buik te bepalen. Dit is dan tevoren met u besproken.
- Vanaf vandaag krijgt u dagelijks een injectie Fraxiparine om de kans op trombose te verminderen. De injecties worden in de avond gegeven. Soms is het noodzakelijk om thuis, na de opname, ook nog deze injecties te gebruiken. Dan leren we u tijdens de opname hoe u dit thuis zelf kunt doen.
- Een goede voeding vóór de operatie kan helpen bij uw herstel. Daarom krijgt u de avond voor de operatie een koolhydraatrijke drank te drinken (Pre-Op). U krijgt dit niet als u diabetes heeft.
- U mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie Pre-Op en water drinken. Daarna mag u tot de operatie niets meer eten en drinken.
- Afhankelijk van de operatie en het operatiegebied is het soms nodig uw darmen leeg te maken. Dit kan op twee manieren:
1) Op de dag voor de operatie start u met Eziclen. Dit is een sterk laxeermiddel in de vorm van een drank. U mag tot 14.00 uur normaal eten. Dan start u met de inname van Eziclen. Na de inname van Eziclen mag u tot 6 uur voor de operatie vloeibaar voedsel gebruiken en drinken. Tot 2 uur voor de operatie mag u alleen nog Pre-Op en water drinken. Vanaf 2 uur voor de operatie mag u niets meer drinken. Zie voor meer informatie de folder Voorbereiding darmoperatie met Eziclen.
2) U krijgt de avond voor de operatie een klysma om het laatste stukje van de darm schoon te maken. De ochtend van de operatie krijgt u een tweede klysma. Soms worden beide klysma’s op de ochtend van de operatie gegeven. - Gebruikt u medicijnen? De verpleegkundige of arts vertelt u welke medicijnen u gewoon mag innemen en welke u eventueel (tijdelijk) niet mag innemen.
- U krijgt om beide polsen een bandje met uw naam en een barcode. Deze houdt u om totdat u met ontslag gaat.
Tijdens de hele opname kunt u met al uw vragen bij het team van de verpleegafdeling terecht.
De operatiedag
Voor de operatie
- Voor de operatie gaat u douchen. U krijgt een operatiejasje en broekje aan, u krijgt een schoon bed, u gaat plassen, u verwijdert eventueel uw gebit en doet alle sieraden af.
- Een uur voor de operatie krijgt u pre-medicatie bestaande uit een voorbereiding op de pijnstilling, een maagbeschermer en soms een rustgevend medicijn. De anesthesioloog heeft deze medicatie vastgesteld tijdens uw intakegesprek op de POS.
- Als u een ruggenprik krijgt, heeft de anesthesioloog dit tijdens uw intakegesprek op de POS met u besproken.
Als de voorbereidingen klaar zijn, brengt een verpleegkundige u met uw bed naar de operatie unit.
De operatie
De ingreep kan via een kijkoperatie of via een klassieke operatie plaatsvinden. De chirurg heeft u verteld welke operatie bij u wordt uitgevoerd.
Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd, verbindt de chirurg de resterende darmdelen weer met elkaar. Deze verbinding noemen we een ‘darmanastomose’ of ‘darmnaad’.
In bepaalde situaties wordt een tijdelijk of blijvend stoma aangelegd. In het voorgesprek met de chirurg heeft u gehoord of dit in uw situatie eventueel het geval is. Een reden om een stoma aan te leggen kan zijn dat de chirurg wil voorkomen dat er ontlasting langs de (nieuwe) kwetsbare darmnaad komt. Door het aanleggen van het stoma krijgt de naad rust om te herstellen. Eventueel wordt het stoma na verloop van tijd weer opgeheven.
Als de operatie laag in de darm plaatsvindt, dicht bij de anus, kan het zijn dat er geen naad meer gemaakt kan worden, omdat ook de anus moet worden weggenomen. De chirurg legt dan een blijvend darmstoma aan. Mocht dit in uw situatie het geval zijn, dan heeft u dit in het voorgesprek met de chirurg gehoord.
De chirurg belt in principe de eerste contactpersoon als de operatie klaar is.
Na de operatie
Uitslaapkamer
Na de operatie verblijft u enkele uren op de uitslaapkamer. U heeft dan een aantal slangetjes om u heen. Sommige daarvan houden uw lichaamsfuncties in de gaten, zoals uw hartslag en bloeddruk. Andere slangetjes ondersteunen uw lichaam na de ingreep, zoals infuus, zuurstof, eventuele drain en blaaskatheter. Afhankelijk van de operatie en uw medische voorgeschiedenis verblijft u een nacht op de Intensieve Care of gaat u terug naar de verpleegafdeling. Als u naar de Intensive Care gaat, heeft de anesthesioloog dit vooraf met u besproken. Zodra u terug bent op de verpleegafdeling of de Intensive Care neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met uw contactpersoon. Dit is een paar uur nadat de chirurg heeft gebeld.
Terug op de afdeling
- U heeft één of meer infusen om vocht en eventueel medicijnen toe te dienen.
- Aan het infuus is meestal een pijnpompje bevestigd. Via het pijnpompje kunt u zelf medicatie toedienen wanneer u pijn heeft.
- Daarnaast krijgt u van een verpleegkundige op vaste tijden pijnstilling via het infuus of in tabletvorm. De verpleegkundige vraagt u geregeld hoe het met de pijn gaat. Zo nodig kan de pijnstilling in overleg met de arts aangepast worden. Het is van groot belang dat pijn uw functioneren niet belemmert. We adviseren u bij pijn of gevoeligheid het wondgebied te ondersteunen met uw hand of een kussentje, bijvoorbeeld bij hoesten.
- Het kan zijn dat u een drain (een slangetje in het operatiegebied) heeft voor de afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht.
- Een slangetje in uw blaas zorgt voor de afloop van urine (blaaskatheter).
- Een slangetje in uw neus zorgt voor toediening van zuurstof.
- De verpleegkundige controleert regelmatig uw temperatuur, pols en bloeddruk.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de dikke darm de kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfecties.
Bij operaties aan de darm kan zich ook nog een ernstige complicatie voordoen als de naad (anastomose) niet goed vastgroeit. Er kan dan ontlasting lekken in de buik. In dat geval volgt meestal een nieuwe operatie, waarbij de naad zo mogelijk wordt hersteld en alsnog een (al dan niet tijdelijk) stoma wordt aangelegd.
Na een buikoperatie is het belangrijk de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden om het risico op een buikwandbreuk te verkleinen. Tijdens de opname mag u daarom geen gebruik maken van de optrekbeugel (papegaai) boven het bed. Ook mag u de eerste zes weken na de operatie niet meer tillen dan 4 tot 5 kilo. De fysiotherapeut en de verpleegkundige geven u instructies hoe u het beste uit bed kunt komen om de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden.
Bij uitgebreide endeldarmoperaties kan er soms functieverlies zijn van de blaas en/of de geslachtsdelen. Bij mannen treedt soms impotentie op en er kan een stoornis optreden bij het legen van de blaas. Gelukkig zijn dergelijke stoornissen vaak van tijdelijke aard. Bij risico hierop zal uw behandelend arts hier meer uitleg over geven. Heeft u een kinderwens, dan adviseren we dit te bespreken met de chirurg of verpleegkundig specialist.
Een endeldarmoperatie kan bij vrouwen een veranderende stand van de baarmoeder en vagina tot gevolg hebben. Ook kan er droogheid van de vagina optreden. Hierdoor kan geslachtsverkeer bemoeilijkt worden. Bespreek deze klachten met uw chirurg of verpleegkundig specialist.
Dagprogramma gedurende de herstelperiode in het ziekenhuis
Dagprogramma gedurende de herstelperiode in het ziekenhuis
De eerste dagen na de operatie is het belangrijk dat u actief werkt aan uw herstel. Dit doet u met ondersteuning van chirurgen, zaalartsen, verpleegkundigen, zo nodig fysiotherapeuten, stomaverpleegkundigen en diëtisten. Zij zetten zich samen met u in om uw operatie en de herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen.
- Om de darmbewegingen na de operatie weer op gang te krijgen, is het belangrijk dat u weer gaat drinken zodra dat mogelijk is. Probeer een halve liter te drinken na de operatie. Als dit goed gaat kunt u starten met een optimaal dieet met eiwitrijke tussendoortjes. Verspreid het eten over de dag en kauw zo goed mogelijk. U kunt het beste aan tafel eten. Probeer de komende dagen het dieet uit te breiden.
- Als u misselijk bent, bespreek dit dan met de verpleegkundige voor eventueel medicatie.
- Het is belangrijk dat u snel weer in beweging komt na de operatie. Bewegen is goed voor uw herstel. Door snel weer uit bed te komen, zorgt u voor een sneller herstel van spieren, longen, botten en conditie. Hierdoor neemt de kans op complicaties af. Bij de eerste dagen heeft u hierbij ondersteuning nodig tot u dit zelf kunt. Zie de folder Beter uit bed.
- De dagen na de operatie heeft u waarschijnlijk hulp nodig bij de lichamelijke zorg tot u dit zelf weer kunt. De eerste 48 uur mag u niet douchen.
- Als u pijn heeft ondanks de pijnstilling, bespreek dit dan met de verpleegkundige.
- De dagen na de operatie wordt na overleg met de chirurg, de lijnen verwijderd zoals infuus, blaaskatheter, drain en pijnpompje.
- U start met kauwtabletten magnesium. Deze zorgen ervoor dat de ontlasting soepel wordt en makkelijker langs het operatiegebied kan.
- De wonden op u buik worden iedere dag gecontroleerd op herstel. Na 48 uur mogen de pleisters eraf. De (bruine) hechtpleisters moeten 10 tot 14 dagen blijven zitten.
- Als u een stoma heeft gekregen, verwisselt de verpleegkundige het stomamateriaal en krijgt u uitleg hierover. Probeer zo snel mogelijk mee te kijken en zelf onder begeleiding te oefenen. Nodig zonodig uw naasten uit om mee te kijken naar de stomazorg.
- Wanneer u een operatie heeft gehad in verband met darmkanker, moet u 4 weken fraxiparine gebruiken om trombose te voorkomen. Fraxiparine wordt via een prik toegediend. Tijdens het verblijf leren we u of uw naasten hoe u dit doet.
We spreken zo snel mogelijk de ontslagdatum af, afhankelijk van uw herstel.
Soms is het noodzakelijk nazorg te regelen. Dit bespreken wij dan samen met u of zonodig met uw naasten.
Ontslag
U kunt met ontslag zodra:
- de pijn onder controle is, eventueel met pijnmedicatie
- u voldoende eet en drinkt
- u weer kunt lopen en bewegen zoals voor de operatie
- de lichamelijke controles goed zijn
- de bloeduitslagen goed zijn
- de ontlasting op gang is
- de wondjes goed herstellen
- u of uw naasten de stoma kunnen verzorgen als u die heeft (zonodig is nazorg ingeschakeld)
- de medicatie is geregeld
- u of uw naasten zelf de fraxiparine kunnen toedienen
Adviezen voor thuis
Hechtingen
Vaak lossen hechtingen vanzelf op. Het is mogelijk dat er niet-oplosbare hechtingen geplaatst zijn en dat deze nog niet zijn verwijderd als u met ontslag gaat. In overleg met de zaalarts kunnen de hechtingen dan 12 tot 14 dagen na de operatie door de huisarts of tijdens de controle bij de chirurg worden verwijderd.
Pijnstilling
Voor het bestrijden van eventuele wondpijn kunt u tot de controleafspraak de voorgeschreven pijnstilling gebruiken, als dat noodzakelijk is. Bij het gebruik van bepaalde medicatie, denk aan morfinetabletten, mag er geen deelname aan het verkeer zijn. Wees hierop alert. Tijdens de controleafspraak kunt u het verdere gebruik van pijnstillers bespreken met de chirurg.
Ontlasting
Het is belangrijk dat de ontlasting na de operatie soepel blijft. Hiervoor krijgt u van de zaalarts eventueel medicijnen voorgeschreven voor thuis. Als de ontlasting goed op gang is, mag deze medicatie afgebouwd worden. Let er wel op dat de ontlasting niet te hard wordt.
Controle-afspraak op de polikliniek
Bij ontslag krijgt u een vervolgafspraak mee voor controle op de polikliniek. Deze controle vindt meestal na ongeveer twee weken plaats. De chirurg kijkt hoe het met u gaat en er is gelegenheid voor het stellen van vragen. Het is handig om de vragen van tevoren op te schrijven. Mocht bij ontslag de uitslag van het weefselonderzoek nog niet bekend zijn dan wordt u al eerder terug verwacht op de poli om deze uitslag te krijgen. Hoelang u onder poliklinische controle blijft, hangt samen met de aard van uw ziekte. De arts zal dit met u bespreken.
Uitslag
De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde (darm)weefsel is na ongeveer 10 dagen bekend. De chirurg bespreekt de uitslag met u tijdens uw opname, mocht u dan nog opgenomen zijn, of tijdens de controle-afspraak op de polikliniek en adviseert u zo nodig over een aanvullende behandeling.
Contact coloncareverpleegkundige
De coloncareverpleegkundige neemt binnen twee weken na ontslag telefonisch contact met u op om te horen of u goed herstelt. Er is dan de mogelijkheid om vragen te stellen.
Contact stomaverpleegkundige
U krijgt bij ontslag, indien nodig, een afspraak mee voor een bezoek aan een stomaverpleegkundige, een à twee weken na ontslag. Afhankelijk van uw woonplaats wordt er een afspraak gemaakt in het Diakonessenhuis in Utrecht of in Zeist. Als u problemen ondervindt van het stoma, zoals lekkage, huidproblemen of een brandend gevoel rond het stoma, kunt u contact opnemen met de stomaverpleegkundige. Dat geldt ook wanneer u vragen heeft over stomaverzorging of de opvangmaterialen.
Leefregels
- Voor uw herstel is het van belang dat u actief blijft. Welke activiteiten u wel of niet kunt doen is afhankelijk van de hinder die u ondervindt aan het operatiegebied. Het is hierbij belangrijk om de komende periode aan uw conditie te werken. Zie de folder Beter uit bed.
- Om de buikwand zo goed mogelijk te laten genezen is het belangrijk om de eerste zes weken na de operatie de druk op de buikspieren beperkt te houden. Daarom adviseren wij om gedurende deze periode niet meer dan 4 tot 5 kilo te tillen. Het tillen van voorwerpen en het uitvoeren van fysieke inspanning mag in ieder geval geen pijn aan de buikwand en het operatiegebied opleveren.
- Verder geldt: dat wat u kunt doen, mag ook. Het is dus belangrijk dat u luistert naar uw lichaam.
- Na een operatie als deze kan het zijn dat u enige tijd last heeft van vermoeidheid. Dit kan komen doordat het lichaam hard aan het werk is om te herstellen wat ten koste gaat van uw normale conditie. Sommige medicijnen (zoals morfine) kunnen ook voor vermoeidheid zorgen.
- Wij adviseren u een eiwitrijke voeding, omdat eiwitten zorgen voor een beter herstel na operatie. Zie de folder Adviezen voor een eiwit en energieverrijkt dieet.
- Zie ook de folder 'Naar huis na een darmoperatie'.
Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zult zijn, hangt af van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en uw conditie voor en na de operatie. Houd er rekening mee dat het herstel thuis verder voortzet en dat u in totaal 2-6 weken nodig heeft om volledig te herstellen.
Problemen thuis
Wanneer moet u ons bellen?
Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:
- Als u aanhoudende koorts heeft.
- Als pijn 1 uur na het innemen van de afgesproken pijnmedicatie ondraaglijk blijft.
- Bij veranderingen aan de wond (roodheid, warmte, zwelling en/of pus uit de wond).
Wie moet u bellen?
- De eerste 24 uur na ontslag belt u tijdens kantoortijden met de afdeling waar u behandeld bent.
- De dagen erna belt u tijdens kantoortijden met de polikliniek Chirurgie.
- Buiten kantoortijden belt u in geval van spoed het algemene nummer van het ziekenhuis 088 250 5000. Vraag naar de dienstdoende arts-assistent Chirurgie.
Met vragen die kunnen wachten, kunt u terecht bij de polikliniek. Dit kan telefonisch of via de app BeterDichtbij.
Telefoonnummers
Polikliniek Chirurgie
088 250 5333
Opnameplanner Chirurgie
088 250 5333
Coloncareverpleegkundige Chirurgie
088 250 6639 (maandag en donderdag van 13.00 tot 15.00 uur)
Stomaverpleegkundige
088 250 5761 (op werkdagen van 7.30 tot 16.00 uur)
Verpleegkundig specialist
088 250 6562
Verpleegafdeling Maag-darm-leverziekten en chirurgie (F1)
088 250 6451 (kamer 23-26) / 088 250 6452 (kamer 15-22)
Algemeen nummer Diakonessenhuis
088 250 5000
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]
Bijgewerkt op: 29 september 2025
Code: MDL27