Fysiotherapie bij een rugoperatie

U wordt opgenomen voor een operatie aan uw rug. In deze folder vindt u adviezen en instructies over houding en beweging en oefeningen voor na uw operatie. Alle oefeningen die voor u van toepassing zijn, neemt de fysiotherapeut eerst samen met u door. Als de oefening goed gaat, mag u de oefening zelfstandig uitvoeren. De fysiotherapeut vinkt dan het rondje bij de oefening aan.

Belangrijk om voor de operatie te regelen

Voordat u geopereerd wordt, is het van belang dat u het volgende regelt:

  • Bed of bank op de verdieping waar u overdag verblijft.
  • Hulp thuis voor na de operatie (zie de folder ‘Operatie bij rughernia of stenose’ voor locatie Utrecht of de folder ‘Hernia-operatie’ voor locatie Zeist).
  • Schoenen waarin u goed kunt lopen en die u makkelijk aan en uit kunt trekken. Als u weer uit bed mag na de operatie is het prettig om schoeisel te hebben dat makkelijk is om aan te trekken. Als u zelf uw schoenen aan kunt trekken bent u sneller zelfstandig. Neem deze schoenen mee naar het ziekenhuis.

Beperkingen na de operatie

Na de operatie is het belangrijk om in beweging te blijven en niet bang te zijn om te bewegen. Een klein aantal activiteiten mag u de eerste zes weken niet doen:

  • u mag niet zwaarder tillen dan één kilo;
  • u mag uw heupen niet draaien ten opzichte van uw schouders en omgekeerd;
  • u mag geen bolle onderrug maken.

Deze beperkingen gelden de eerste 6 weken; na die 6 weken gaat u deze activiteiten weer opbouwen op geleide van kunnen.

Als gevolg van de beperkingen mag u de eerste 6 weken niet zelf autorijden. Beperk meerijden zo veel mogelijk: ook als bijrijder maakt u in de autostoel makkelijk een bolle rug.

Ook fietsen is de eerste 6 weken niet mogelijk vanwege de draaibewegingen die u op de fiets moet maken, een mogelijk bolle rug op de fiets en hobbels in de weg.

Fietsen op een hometrainer mag wel. Daarbij maakt u namelijk geen risicobewegingen. Voor uw herstel kan het gunstig zijn als u thuis op een hometrainer kunt trainen.

Fysiotherapie na de operatie in het ziekenhuis

De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. Dit hoeft niet de eerste keer te zijn dat u uit bed komt, de verpleging kan dit ook met u doen. Samen met u neemt de fysiotherapeut het draaien in bed, het in- en uit bed komen en het lopen met u door. Als u wilt kan ook het traplopen met u worden doorgenomen.

Aan de hand van hoe dit gaat geeft de fysiotherapeut een advies over hoe u het zelf kunt gaan uitvoeren. Het kan zijn dat we besluiten om de behandeling af te ronden. Als de wond droog is bent u op dat moment klaar om naar huis te gaan. Dit is vaak de dag na de operatie.

Fysiotherapie na de operatie thuis

U krijgt van ons altijd een machtiging en een overdracht mee voor fysiotherapie thuis. U hoeft niet direct een afspraak te maken, u kunt afwachten hoe het uitbreiden van activiteiten na de operatie gaat. Zeker als u voor de operatie alleen problemen heeft met het lopen van afstanden kan het zijn dat u na de operatie zelf het lopen kunt uitbreiden.

Er zijn ook redenen om thuis wel fysiotherapie in te schakelen. Bijvoorbeeld als u angstig bent om te bewegen, als u werk heeft waar veel van uw rug wordt gevraagd, als u het moeilijk vindt om tijdens bewegen de juiste spieren aan te spannen of andere redenen. Dan is het nuttig om thuis te gaan trainen met een fysiotherapeut. Houd er rekening mee dat u de eerste 6 weken niet zwaarder dan een kilo mag tillen en u dus de eerste 6 weken tijdens de therapie nog niet functioneel kunt trainen.

Daarnaast kan het zijn dat u na 6 weken geen bolle rug mogen maken stijf bent in de onderrug. U mag dan gaan oefenen met het juist bol maken van de rug. Zie bijvoorbeeld hieronder de oefeningen in kruiphouding. De fysiotherapeut geeft u hierover een persoonlijk advies.

Instructies voor bewegingen en houdingen na de operatie

Instructies voor het liggen en draaien in bed

De eerste drie uur na de operatie moet u op uw rug blijven liggen. Dit werkt als een natuurlijk drukverband waardoor er zo min mogelijk zwelling bij de wond komt. Dit is van belang, omdat zwelling meer spanning op de wond geeft en meer spanning zorgt voor meer wondpijn. Na drie uur mag u in bed een andere houding aannemen:

  • Op uw zij met beide benen opgetrokken, met de heupen en de knieën maximaal 90 graden gebogen. Eventueel kunt u een kussen gebruiken ter ondersteuning van uw rug en/of een kussen tussen uw knieën leggen.
  • Op uw rug, met eventueel een kussen onder uw knieën.
  • Op uw buik. Dit mag, maar is geen gunstige houding voor uw nek, zeker niet als u in buiklig ook een kussen gebruikt.

O Draaien van ruglig naar zijlig
Span eerst uw buikspieren aan door uw navel in te trekken. Zet dan het been dat boven komt te liggen gebogen neer met de voet gehaakt achter de onderliggende knie. Reik met de arm die boven komt te liggen naar voren. Zet vervolgens met uw been af en reik gelijk met uw arm met een grote boog naar de zijde waar u wilt liggen. Daarmee zorgt u dat uw bekken en schouders gelijktijdig draaien. Het is prettig de kin hierbij iets op de borst te houden.

Afbeelding van draaien van ruligging naar zijliggen

O Verplaatsen in bed
In zijlig kunt u zich verplaatsen door uw bekken en daarna uw schouders te verplaatsen. In ruglig kun u zich als volgt verplaatsen: span uw buikspieren aan. Zet uw benen gebogen met de hakken in de matras in de richting waar u wilt gaan liggen. Verplaats uw schouders en hoofd ook vast daarheen. Pak uw heupen/billen vast en til deze recht omhoog van de matras af. Pas als u met uw billen vrij ligt, kunt u deze naar de door u gewenste richting verplaatsen. Leg deze daarna weer rustig neer op de matras.

Afbeelding van verplaatsen in bed

O Draaien van zijlig naar buiklig
Houd uw benen in één lijn met uw romp gestrekt en uw buikspieren aangespannen. Leg de arm van de zijde waarop u ligt onder uw hoofd. Strek beide benen. Rol rustig op uw buik, terwijl u met uw bovenste arm omhoog reikt. Hierbij blijven uw schouders en bekken in één lijn.

O Van zijlig naar zitten
Ga op de rand van het bed liggen. Buig uw benen in een hoek van 90 graden en trek uw navel in. Laat uw onderbenen over de rand van het bed gaan en duw uzelf gelijktijdig met de ene hand en andere elleboog omhoog. Bekken en schouders blijven op één lijn.

Afbeelding van een instructie van zijlig naar zitten

Zie voor instructie ook de filmpjes 'verplaatsen in bed na een rugoperatie'.

De filmpjes zijn ook te benaderen via onderstaande QR-code.

QR-code voor benaderen van voorlichtingsfilm

Instructies voor het opstaan en zitten

O Opstaan vanuit bed en weer gaan liggen in bed
Ga op de rand van het bed zitten. Trek uw navel in en span uw bilspieren iets aan. Plaats uw sterkste been naar achteren en uw andere been wat naar voren. Strek uw rug en span uw buik aan. Buig nu in uw heupen naar voren. Zet uw handen op de leuning of op uw bovenbenen om af te zetten. Verplaats uw gewicht van uw achterste naar uw voorste been en strek uw knieën, zodat u staat.

Let bij het staan op het volgende: 

  • Zet beide voeten recht naar voren en iets uit elkaar voor een breder steunvlak.
  • Verdeel uw gewicht over beide benen.
  • Overstrek uw knieën niet.
  • Trek uw navel in.
  • Ontspan uw schouders, borstbeen licht naar voren.
  • Houd uw hoofd recht op uw romp, trek uw kin in (maak onderkin) en druk uw kruin naar boven.

Het in bed gaan liggen gaat op dezelfde manier, maar dan omgekeerd: plaats uw sterke been dicht bij het bed, uw andere been iets naar voren. Span uw buik- en bilspieren aan, houd uw rug gestrekt, buig in de heupen naar voren, billen richting bed. Reik met uw handen naar de leuning of plaats deze op de bovenbenen en ga zachtjes zitten. Eerst op de rand van het bed. Schuif als u zit verder naar achteren of loop naar achteren op uw billen. Houd uw enkels en knieën tegen elkaar. Zet uw hand naast u neer, pak de andere hand over op de bedrand. Ga dan gecontroleerd op uw zij liggen. Draai pas daarna eventueel op uw rug.

O Zitten
Zitten is, zeker na een rugoperatie, belastend voor uw rug. Houd daarom een goede zithouding aan:

  • Ga in een stoel zitten met een hoge, licht achterover hellende rugleuning.
  • Zorg dat u steun heeft in de onderrug (en niet alleen tegen de billen). Desnoods kan dit met een kussentje in de onderrug.
  • De stoel heeft de juiste hoogte wanneer uw bovenbenen horizontaal zijn en u plat op de grond kunt staan. Uw knieën zijn dan 90 graden gebogen (zie ook verderop in deze folder bij het kopje ‘Zittend werk’).
  • Ga zover mogelijk achter in de stoel zitten.
  • Houd de rug licht hol.
  • U moet ontspannen kunnen zitten, rechtop en niet onderuit gezakt.
  • Ga niet met uw benen over elkaar zitten. Hierdoor krijgt u een draaiing in uw rug en belast u uw rug niet symmetrisch.

Gaan zitten in en opstaan uit een stoel gaat op dezelfde manier als het hierboven beschreven opstaan uit bed. Let erop dat u eerst op het puntje van uw stoel gaat zitten voordat u opstaat of verder achter in de stoel gaat zitten. Het is niet goed om langer dan 30 minuten achter elkaar te zitten, zeker niet als je aan rug bent geopereerd.

Afbeelding van instructie met de juiste en onjuiste zithouding in een stoel

Oefeningen ná de operatie

Uit bed komen, staan en lopen

Het weer uit bed komen, staan en lopen is een belangrijke oefening na de operatie. Bouw dit uit op geleide van kunnen. Het lichaam geeft zelf aan hoeveel u kunt. Als u na activiteit stijf wordt in uw onderrug en/of toch meer uitstraling krijgt in uw been/benen zoals voor de operatie dan heeft u teveel gedaan. De klachten gaan vanzelf over als u wat minder lang achter elkaar actief bent. Dus net zo vaak uit bed maar wat minder lang achter elkaar. Voor de een is dat de eerste dag 2 minuten, een ander kan de eerste dag al wat langer uit bed zijn.

Breid wat u op een dag doet naar eigen inzicht uit. Probeer zoveel mogelijk ontspannen te bewegen. Dat gaat het beste als u niet té voorzichtig bent of te langzaam beweegt.

In de eerste zes weken is hierbij het volgende belangrijk: 

  • Wissel het lopen en het liggen goed af. Houd daarbij in gedachte dat zitten meer belastend is dan lopen en lopen meer belastend is dan liggen.
  • Spring niet en vermijd schokkende en onverwachte bewegingen.
  • Zorg dat uw heupen en schouders niet ten opzichte van elkaar draaien. Uw romp moet altijd als één geheel bewegen.

Algemene opmerkingen bij onderstaande oefeningen

  • De bewegingen die u in het dagelijks leven nodig heeft (bijvoorbeeld lopen) zijn belangrijker dan specifieke oefeningen.
  • Tijdens het oefenen kan de wond wat gevoeliger zijn. Als door een oefening de pijn verergert, stop dan met de oefening en neem deze later nog een keer door met uw fysiotherapeut.
  • Herhaal elke oefening 5 keer en oefen 3x per dag.
  • Oefen niet langer dan 15 minuten achter elkaar. Verdeel de oefeningen over de dag.
  • Span steeds in drie seconden aan, houd drie seconden vast, laat in drie seconden rustig los en ontspan dan drie seconden.

Oefeningen in zijlig

Doel: het verbeteren van uw bloedsomloop, uw bewegingsgevoel, kracht, coördinatie en lenigheid.

Uitgangshouding: Ga goed en stabiel op uw zij liggen, houd uw benen gebogen en uw heupen en schouders op één lijn en stil.

Afbeelding van een oefening in zijlig

O Oefening 1
Trek uw navel in. Hierdoor spant u uw buikspieren aan.

O Oefening 2
Knijp uw billen samen. Hierdoor spant u uw bilspieren aan.

O Oefening 3
Trek uw voeten op en duw deze weg. Let op dat alleen uw voeten bewegen; uw benen blijven liggen.

O Oefening 4
Trek uw bovenliggende been rustig op in de richting van uw buik (u hoeft uw been niet op te tillen).

Afbeelding van een oefening in zijlig

O Oefening 5
Strek uw benen uit en maak uzelf helemaal lang. Dit doet u door uw hakken weg te duwen en uw kruin naar boven te duwen (een onderkin te maken). Trek uw rug niet hol.

Afbeelding van een oefening in zijlig

O Oefening 6
Houd uw onderste been gebogen, strek uw bovenste been, duw uw hak weg. Til vervolgens het bovenste (gestrekte) been iets op (richting plafond).

Afbeelding van een oefening in zijlig

Oefeningen in ruglig

Uitgangshouding:
op uw rug met uw knieën gebogen.

O Oefening 1
Trek uw navel in. Rug is uitgestrekt. Beweeg uw knieën één voor één naar uw borst toe.

Afbeelding van oefening in ruglig

O Oefening 2
Trek uw navel in. Ondersteun uw heupen met uw handen. Duw uw hakken goed in de onderlaag en til uw heupen zoveel mogelijk van de onderlaag. Uw armen en ellebogen steunen op de onderlaag.

Afbeelding van een oefening in ruglig

O Oefening 3
Trek uw kin in en leg uw handen op uw knieën. Terwijl u uw schouders en hoofd van de onderlaag tilt, schuiven uw handen richting uw knieën. Adem uit op het moment dat u deze beweging uitvoert.

Let op! Geen 'sit-ups'.

Afbeelding van een oefening in ruglig

O Oefening 4
Trek uw kin in en leg uw linkerhand op uw rechterbeen, met uw rechterhand ondersteunt u uw hoofd (trek niet).Terwijl u uw schouders en hoofd van de onderlaag tilt, schuift uw hand richting uw knie. Adem uit op het moment dat u deze beweging uitvoert.

Afbeelding van een oefening in ruglig

O Oefening 5
Strek één been uit. Trek uw navel in en knijp uw billen samen. Til het gestrekte been 1 cm van de onderlaag af.

Afbeelding van een oefening in ruglig

Oefening in buiklig

Uitgangshouding:op uw buik met de armen langs het lichaam en het voorhoofd op het matras.

Oefening
Trek uw navel in, knijp uw billen samen en til één been van de onderlaag op. De heupen blijven op de onderlaag. Leg eerst uw been terug en ontspan daarna uw buik- en bilspieren.

Afbeelding van een oefening in buiklig

Oefeningen in kruiphouding

Uitgangshouding: Vanuit buiklig plaatst u uw handen onder uw schouders en trekt u uw navel in. Duw uzelf in de kruiphouding. Zet uw handen onder uw schouders en uw knieën onder uw heupen.

O Oefening 1
Maak uw rug hol door uw billen naar boven te steken en zoveel mogelijk recht vooruit te kijken. Maak daarna uw rug bol door zoveel mogelijk uw rug omhoog te duwen en uw kin op uw borst te houden.

Afbeelding van een oefening in kruiphouding

O Oefening 2
Maak uw rug bol, beweeg de billen zover mogelijk richting uw hielen en laat uw handen staan. U kunt lichte rek op het litteken voelen.

Afbeelding van een oefening in kruiphouding

Andere oefenvormen 

O Traplopen
Houd uw schouders boven uw bekken, zorg ervoor dat u niet voorover hangt. Uw benen moeten het werk doen (bil, bovenbeenspieren en kuiten).

Het traplopen gaat verder gewoon zoals u gewend bent.

Afbeelding van een oefening voor traplopen

O Fietsen op een hometrainer
Op de hometrainer zit u rechtop met uw schouders boven uw heupen. De afstand tussen stuur en zadel bepaalt of dat kan.

Begin drie minuten met een lage weerstand. Voer de tijd rustig op. Pas als u 10 minuten achter elkaar kunt fietsen mag u de weerstand langzaam vergroten. Trek ook zittend op de hometrainer uw navel in.

Houding- en bewegingsadviezen voor ná ontslag

Vervoer

De eerste zes weken na de operatie mag u niet fietsen en niet met het openbaar vervoer. Zie ook de punten onder het kopje 'Beperkingen na de operatie', in het begin van deze folder. Als u toch met de auto moet, zoals vanuit het ziekenhuis naar huis, let dan op het volgende punten. Zo maakt u het vervoer voor uw rug zo aangenaam mogelijk:

  • Instappen in de auto: neem een plastic zak/vuilniszak mee. Leg deze op de zitting. Laat de hele stoel (niet de rugleuning)  zover mogelijk naar achteren zetten.  Ga eerst zitten, uw  benen blijven buiten de auto. Steun zoveel mogelijk op uw armen. Als u zit, draait u uw romp en benen in één beweging naar binnen. Houd hierbij uw benen tegen elkaar. Verwijder de zak als u eenmaal zit. Dit om glijden tijdens het zitten juist tegen te gaan.
  • Als de rit langer dan een half uur duurt, moet u na ieder half uur stoppen om een stukje te wandelen.

Matras

Ga liggen op een matras waar u lekker op ligt. Dat is voor iedereen verschillend. Belangrijk is dat bij het liggen de uitstekende botdelen (schouder, heup) ‘weg kunnen vallen’ in het matras, en dat uw gewicht gelijkmatig wordt verdeeld.

Denkt u erover een nieuwe matras aan te schaffen? Zoek dan een firma waarbij u de matras voor een bepaalde periode kunt uitproberen. Als u aangeeft dat u rugklachten heeft, kan het zijn dat de verkoper een speciale hernia-matras aanbeveelt. Deze hoeft echter niet beter te zijn dan een ‘reguliere’ matras.

Waterbedden hebben als voordeel dat het bed zich goed vormt naar uw rug. Het nadeel van een waterbed is dat het draaien in bed en het opstaan uit bed moeilijker gaat. U moet hierbij uw rug goed kunnen stabiliseren, wat vaak een periode na de operatie moeilijker gaat.  

Activiteiten

Algemeen
De eerste zes weken na de operatie bent u beperkt door de activiteiten die u na de operatie niet mag doen (zwaarder dan een kilo tillen, bolle rug maken en een draaibeweging maken met de rug).

  • Blijf niet te lang achter elkaar zitten of staan. Wissel rust en activiteit af en wissel regelmatig van houding.
  • Meerdere korte rustpauzes per dag zijn efficiënter dan één lange.
  • Wissel zwaar werk (let erop: u mag niet meer dan een kilo tillen) af met licht werk gedurende de dag en de week.
  • Werk zo mogelijk altijd tussen heup- en schouderhoogte en ga zo dicht mogelijk bij het werkvlak staan/ zitten.
  • Seks hoeft niet vermeden te worden. Houd hierbij wel de hierboven genoemde regels in de gaten.

Laat de zwaardere taken (stofzuigen, bedden verschonen, dweilen, ramen lappen, pannen tillen, boodschappen doen) over aan anderen. Na de polikliniekafspraak bij de neurochirurg (ongeveer zes weken na de operatie) mag u uw activiteiten rustig opbouwen. U moet zelf goed in de gaten houden of uw rug de belasting die u vraagt aankan. Verergering van pijn en vermoeidheid die niet in rust vermindert, zijn tekenen van overbelasting. U moet dan stoppen met deze activiteit, rust nemen en weer op een lager niveau beginnen met opbouwen.

Tillen
In de eerste zes weken mag u alleen voorwerpen tillen met een gewicht van één kilo of minder (zoals een pak suiker).
Na zes weken kunt u dit gewicht rustig opbouwen. Moet u, bijvoorbeeld voor uw werk, veel tillen, til dan nooit meer dan 20 kilo, en doe dit niet meerdere keren per dag.

Algemene aandachtspunten bij het tillen:

  • Houd uw rug recht. Dit betekent dat uw schouders boven uw heupen zijn en u de curve in uw rug handhaaft. De buiging komt uit uw heupen en niet uit uw rug.
  • Knielen is beter voor de rug dan bukken.
  • Til gecontroleerd.
  • Trek uw navel in en knijp uw bilspieren samen.
  • Til de last zo dicht mogelijk bij het lichaam.
  • Til met twee handen.
  • Til niet boven schouderhoogte.
  • Vermijd tijdens het tillen, draaien en zijwaarts bewegen van de romp.
  • Laat uw beenspieren het werk doen, niet uw rug.

Er zijn drie manieren om voorwerpen van de grond te rapen:

  • Schuttershouding: maak een grote pas naar voren en buig de voorste knie tot u bij de grond kunt. Zonodig kunt u steunen op uw bovenbeen (zie afbeelding 1).
  • Ga door uw hurken waarbij u de rug recht houdt met een lichte holling in uw onderrug. U buigt in uw heupen en knieën en niet in uw rug (zie afbeelding 2).
  • Steun op een stabiel voorwerp (tafel, aanrecht). Strek een been naar achteren en buig het andere been totdat u bij het voorwerp kunt. Houd de rug gestrekt, billen aangespannen en de navel ingetrokken (zie afbeelding 3).

Let er op dat als u iets van de grond pakt, het bijna niet mogelijk is dit te doen zonder in de lage rug te buigen. De eerste zes weken mag u dit niet doen.

Voor het trekken en duwen van voorwerpen geldt:

  • Span uw buikspieren aan en strek uw rug.
  • Duwen is minder belastend dan trekken.
  • Gebruik uw lichaamsgewicht bij het duwen.
  • Maak geen abrupte bewegingen.
Afbeelding van een til oefening
Afbeelding van een oefening tillen
Afbeelding van een oefening tillen

Zelfverzorging

Activiteiten bij de wastafel
Sta tijdens de activiteiten bij de wastafel niet voorover gebogen. Steun op de wastafel, buig licht door de knieën of buig alleen in de heupen met een rechte rug. Ook kunt u één been gestrekt naar achteren brengen of gebruik maken van een spuugbakje.

Afbeelding van een instructie zelfverzorging bij de wastafel

Aan- en uittrekken van kleding
Het aan- en uittrekken van onder(broek), sokken en schoenen kunt u beter zittend uitvoeren. Als het kan met de ene voet op de andere knie, of met behulp van een kledinghanger. Ook kan het door op bed te gaan liggen en de benen op te trekken (let er hierbij op dat u de rug goed recht houdt), of door met uw rug tegen de muur te gaan staan, waarbij u uw rug tegen de muur gedrukt houdt.

Huishouden

Na zes weken kunt u beginnen met het opbouwen van huishoudelijke activiteiten. Neem de technieken om dit goed uit te voeren tegen die tijd door met uw fysiotherapeut.

Strijken

  • Zorg voor een juiste werkhouding en werkhoogte. Ontspan uw schouders en buig uw onderarmen tot horizontaal. Tussen uw onderarmen en de strijkplank zit ongeveer 15 cm ruimte. Dit is de hoogte van de strijkbout. Stel de strijkplank hierop in.
  • Leg de was op een hoge tafel voor u, zodat u niet hoeft te bukken en/of te draaien.
  • Strijk niet langer dan een half uur.
Afbeelding van een instructie voor strijken

Koken en afwassen

  • Zorg voor een juiste werkhoogte: ontspan uw schouders en buig uw onderam tot horizontaal. Tussen de onderarm en het aanrechtblad moet een ruimte zitten van maximaal 12-15 cm. U moet goed rechtop kunnen blijven staan, leun niet naar voren. Wanneer het aanrecht te laag is, kunt u bijvoorbeeld de afwasteil op het aanrecht zetten of iets onder een snijplank leggen zodat deze hoger komt te liggen.
  • Zorg dat de spullen die u het meest gebruikt tussen heup en schouderhoogte liggen. Gebruik voor spullen die hoger staan een opstapje. Zet zwaardere dingen (pannen) in het onderste kastje en let dan op uw tiltechniek

Stofzuigen

  • Werk van achteren naar voren.
  • Sla de stofzuigerslang achter uw rug langs en houd deze in uw zij met één hand vast. Houd met uw andere hand de steel vast. Buig uw voorste been licht en houd het achterste been gestrekt.
  • Maak gebruik van een telescoopsteel.
  • Kracht zetten is bij zuigen niet nodig.
  • Werk alleen voor u. Draai het hele lichaam als u naast u wilt zuigen.
  • Werk niet te ver voor u uit, houd de stofzuiger bij u in de buurt.
  • Als u onder voorwerpen moet zuigen: buig door uw knieën en heupen en houd uw rug recht.
  • Maak gebruik van de wielen en til de stofzuiger niet op.

Boodschappen doen

  • Doe niet teveel boodschappen in één keer. Ga vaker kleine hoeveelheden boodschappen doen.
  • Draag de boodschappen: 
    • gelijk verdeeld over twee tassen: in iedere hand één;
    • of zo dicht mogelijk tegen u aan (borst);
    • of maak gebruik van een tas op wieltjes.
  • Wanneer u de boodschappen in de auto tilt, verplaats dan uw voeten mee zodat u niet tilt terwijl uw rug gedraaid is.

Wassen  

  • Draag geen zware wasmanden, verplaats kleine hoeveelheden was tegelijk.
  • Draag de wasmand voor uw buik met twee handen (symmetrisch).
  • Ga recht voor de wasmachine staan als u daar iets instopt of uitpakt.
  • Bij het ophangen van de was steeds de voeten verplaatsen en niet de romp draaien terwijl de voeten blijven staan.
  • Als u de was ophangt: de wasmand op een stoel of kruk zetten zodat u niet steeds hoeft te bukken.

Zittend werk

  • Zorg voor een bureaustoel die het mogelijk maakt dat de benen en het lichaam een hoek van 100 graden maken. Bovendien moet de stoel voldoende steun geven in de holling van uw onderrug. Dit betekent dat er ruimte moet zijn tussen de zitting en de rugleuning. U kunt uw billen dan naar achteren schuiven, zodat de steun echt in uw onderrug zit.
  • Pas de hoogte van uw stoel aan aan de hoogte van uw tafel (zo nodig omgekeerd); als u uw ellebogen in een hoek van 90 graden in uw zij zet, moet het bureau (of toetsenbord of armleuningen) daar recht onder liggen. Uw schouders moeten hierbij ontspannen kunnen zijn.
  • Uw voeten moeten plat op de grond kunnen staan, zorg zonodig voor een voetenbankje. Gebruik deze uitsluitend als u korte benen heeft; bedenk dat de benen iets moeten afhangen om een open hoek van 100 graden te bereiken.
  • Zorg dat het beeldscherm recht voor u staat en de bovenrand van het beeldscherm op ooghoogte is. Verhogen kan met bijvoorbeeld een beeldschermhouder.
  • Maak gebruik van een concepthouder om overbelasting van uw nek te voorkomen.
  • Zit maximaal een half uur achter elkaar, wissel zitten af met een stukje lopen (bijvoorbeeld koffie halen). Werk niet langer dan zes uur per dag achter een beeldscherm.

Verzorging kind

  • Zorg dat de aankleedtafel van uw kind een goede werkhoogte heeft en alles zoveel mogelijk binnen handbereik staat. Zorg dat u uw kind recht voor u heeft, met de benen naar u toe.
  • Ga op uw knieën zitten als u uw kind in bad wast.
  • Zet een kind voor het afdrogen op een stoel (of laat uw kind daar zelf opklimmen bijvoorbeeld met een keukentrapje).
  • Til uw kind vanuit de knielhouding en draag het kind voor u met een been aan iedere zijde.
  • Laat uw kind zo mogelijk zelf trap klimmen en loop vlak achter mee.
  • Bij het in/uit de box tillen staat u zo dicht mogelijk aan de rand, buig de knieen en til het kindje zo dicht mogelijk bij u.

Sporten

Tot de polikliniekafspraak mag u niet sporten. Alleen bepaalde fitness-oefeningen mag u onder begeleiding van een fysiotherapeut uitvoeren. Andere sporten kunt u na de polikliniekafspraak weer rustig oppakken. Let hierbij op het volgende: symmetrische sporten waarbij de conditie wordt getraind zoals zwemmen, wandelen, fietsen hebben een voorkeur.Explosieve asymmetrische sporten zoals squash, hockey en golf, en sporten waarbij u vaak springt of met kracht neerkomt, zoals aerobics en hardlopen, worden afgeraden. Als u ze wel wilt uitvoeren, moet u er rekening mee houden dat u veel aandacht moet besteden aan de stabiliteit van uw rug.

Vragen

Met vragen over de behandeling kunt u op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur terecht bij de afdeling Fysiotherapie en Ergotherapie. De telefoonnummers vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'.

Telefoonnummers

Afdeling Fysiotherapie
 088 250 6412

Afdeling Ergotherapie
 088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 21 juli 2020

Code: FYSIO06