Inleiden van de bevalling

In deze folder vindt u informatie over het inleiden van de bevalling. De gynaecoloog heeft enkele zaken met u besproken. In deze folder kunt u de informatie nog eens rustig nalezen en wordt op diverse zaken dieper ingegaan. Het kan zijn dat uw persoonlijke situatie anders is dan wordt beschreven.

Inleiden van de bevalling: waarom?

Soms is het beter om een spontaan begin van de bevalling niet af te wachten. Bijvoorbeeld als zich tijdens de zwangerschap complicaties voordoen. Of als de bevalling te lang op zich laat wachten. De bevalling kan ingeleid worden om redenen die met de moeder te maken hebben. Bijvoorbeeld in het geval van een te hoge bloeddruk of suikerziekte. De bevalling kan ook ingeleid worden om redenen die met uw kind te maken hebben. Voorbeelden hiervan zijn  groeiachterstand en een slechte conditie. Ook kan de bevalling ingeleid worden als de vliezen langdurig gebroken zijn zonder dat de weeën op gang komen of als uw zwangerschap te lang duurt.

Wat gebeurt er bij het inleiden van de bevalling?

Het inleiden van de bevalling bestaat uit een voorbehandeling (het primen) en het daadwerkelijk inleiden. Daarbij worden de vliezen kunstmatig gebroken tijdens inwendig onderzoek door de gynaecoloog of verloskundige en worden de weeën met een medicijn (via een infuus) opgewekt. De meeste vrouwen bevallen dan dezelfde dag.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem voor de bevalling het volgende mee:

  • uw identiteitsbewijs
  • babykleertjes (meerdere setjes) en babycape
  • maxicosi
  • makkelijk zittend T-shirt
  • nachtkleding
  • nachtkleding partner
  • ondergoed (ruim zittend)
  • ochtendjas
  • pantoffels
  • toiletartikelen
  • wekkertje of horloge
  • boeken, tijdschriften, spelletjes, muziek
  • camera (denk aan batterijen en geheugenkaart)
  • mobiele telefoon

Neem zo min mogelijk waardevolle spullen mee naar het ziekenhuis.

Gang van zaken in het ziekenhuis

Primen van de baarmoedermond

Als de baarmoedermond nog gesloten is, dan is het niet mogelijk om de vliezen te breken. De baarmoedermond moet dan eerst voorbehandeld worden. Dit voorbehandelen heet primen. In het Diakonessenhuis doen we dit met een ballonkatheter (Foleykathether) of met het middel Misoprostol. De arts of klinisch verloskundige bepaalt na onderzoek welke voorbehandeling voor u het meest geschikt is.

  • Ballonkatheter 
    De Foleykatheter is een ballon die in de baarmoeder wordt gebracht en met water wordt gevuld. Door lichte druk op de ballon kan ontsluiting van de baarmoedermond ontstaan. De ballon stimuleert ook het vrijkomen van een natuurlijk hormoon bij de baarmoedermond. Het kan nodig zijn deze procedure de volgende dag te herhalen.
  • Misoprostol 
    U krijgt iedere 2 uur een capsule (Angusta® = 1 capsule van 25 µg) die u met  water inneemt.  Zo nodig doen we een inwendig onderzoek.

Bij priming van de baarmoedermond met Misoprostol verblijft u in het ziekenhuis. Bij priming met een Foleykatheter kunt u meestal naar huis. Uw arts of klinisch verloskundige bespreekt met u of dit mogelijk is. Meer informatie hierover vindt u in de folder Thuis rijpen van de baarmoedermond met de Foleykatheter.

Als er na enkele dagen onvoldoende ontsluiting is voor het kunstmatig breken van de vliezen, dan krijgt u een rustdag of wordt een keizersnede overwogen. Dit is afhankelijk van de reden van uw inleiding.

Voorbereiden van primen

Als voorbereiding op het primen maken we een cardiotocogram (CTG). Een CTG is een filmpje van de hartslag van uw baby en de weeënactiviteit. Gedurende een half uur tot een uur controleren we de conditie van uw baby. Is deze goed, dan gaan we verder met primen. 

Vervolg Foleykatheter
Nadat de Foleykatheter is ingebracht maken we opnieuw een CTG. Als u weeën lijkt te krijgen, maken we nogmaals een CTG.

Vervolg Misoprostol
Het CTG wordt herhaald als u weeën krijgt of de vliezen breken of als u maximaal 8x Misoprostol heeft gekregen.

Het inleiden van de bevalling

Als er, op natuurlijke wijze of door het primen, voldoende ontsluiting ontstaat, kan de bevalling worden ingeleid. Het inleiden vindt op de kraamsuite plaats. Eerst worden de vliezen gebroken tijdens inwendig onderzoek door de gynaecoloog of verloskundige en daarna krijgt u een infuus met het hormoon Oxytocine. Hierdoor ontstaan er weeën, waardoor u voldoende ontsluiting krijgt voor de geboorte. Hierbij worden de hartslag van uw baby en de weeënactiviteit continu geregistreerd met een CTG.

Planning van inleiding en bevalling

Als u een indicatie heeft gekregen voor het inleiden van de bevalling dan krijgt u een datum en tijdstip voor het primen/ de inleiding. Deze afspraak betekent niet altijd dat u die dag ook echt gaat bevallen. Zoals hierboven beschreven zitten er soms een paar dagen tussen de start van het primen en het daadwerkelijk inleiden van de bevalling. Het kan ook snel gaan. Houd met beide situaties rekening. 

Het kan ook voorkomen dat wij uw geplande datum toch moeten verzetten. Bijvoorbeeld omdat de gezondheid van een andere patiënt en haar baby het niet toelaat om te wachten, en in uw situatie er wel ruimte is om nog iets langer af te wachten. Soms kunnen wij, door een tekort aan personeel, u niet de zorg bieden die u verdient. In dat geval dragen wij u over aan een ander ziekenhuis. Als er in uw geval sprake is van een van de bovenstaande situaties, dan overleggen wij áltijd met u en de gynaecoloog.

De kraamsuite

De kraamsuite van het Diakonessenhuis is een huiselijke omgeving. Kleuren, een warm interieur, een muziekinstallatie en een logeerbed voor de partner zorgen voor een prettige sfeer. Zie voor meer informatie de folder Kraamsuite: huiselijk bevallen in het ziekenhuis | Diakonessenhuis

Gezinsgerichte zorg

Een kraamsuite is niet alleen een ruimte. Het is ook een manier van zorgverlening rond de geboorte. In het Diakonessenhuis werken we volgens de filosofie van ‘gezinsgerichte zorg’. Ouders en kind staan centraal. De totale zorg rond de geboorte en de kraamperiode vindt plaats in één kamer. De zorgverleners komen naar u toe. U hoeft dus niet binnen het ziekenhuis te verhuizen. We betrekken u en uw partner actief bij de zorg. 

Bezoek is welkom van 10.00 tot 12.00 uur en van 16.00 tot 20.00 uur. 

Moet uw kindje naar de kinderafdeling? Dan doen wij ons best voor u om bij uw kindje te kunnen verblijven. We noemen dit 'rooming in'. Helaas is dit niet altijd mogelijk.

Meer informatie over de bevalling

Meer informatie over de bevalling vindt u in de folder 'Zwangerschap en bevallen'.

Weer thuis

Kraambedcontroles door de verloskundige

Na ontslag uit het ziekenhuis vinden thuis ook nog kraambedcontroles plaats. Deze controles worden gedaan door een verloskundige bij u in de buurt. Dat kan de verloskundige zijn waar u onder controle was tijdens de zwangerschap. Als u tijdens de zwangerschap onder controle van het ziekenhuis was, dan is het wenselijk dat u voor de bevalling een verloskundige regelt die bij u de kraambedcontroles komt doen. De naam van de verloskundige kunt u aan het ziekenhuis doorgeven.

Controleafspraak

Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek Gynaecologie. Deze controle vindt ongeveer zes weken na de bevalling plaats. Het doel hiervan is om u  medisch te controleren (indien nodig) en de bevalling na te bespreken. Vaak is deze afspraak telefonisch. Soms doet uw eigen verloskundige of huisarts deze controle. 

Vragen

Met vragen kunt u binnen kantoortijden terecht bij de polikliniek Gynaecologie. Buiten kantoortijden belt u met de afdeling Triage. Telefoonnummers vindt u achter in deze folder.

Telefoonnummers

Polikliniek Gynaecologie
088 250 6178

Kraamsuites (4 AB) 
088 250 6042

Triage Gynaecologie en verloskunde 
088 250 6459

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected] 
 

Bijgewerkt op: 22 april 2025

Code: VK15