Kaakstandcorrecties
Afwijkingen in de stand van de kaak kunnen met een operatie gecorrigeerd worden. In deze folder vindt u informatie over de verschillende methoden van kaakcorrectie en leest u wat u van de ingreep kunt verwachten.
Redenen voor een kaakcorrectie
Groeiafwijking
In Nederland worden veel mensen behandeld door orthodontisten. Orthodontisten verplaatsen tanden en proberen op die wijze een 'stabiele beet' te maken: dat wil zeggen dat de tanden en kiezen goed op elkaar passen. Een ander woord voor 'beet' is ook wel 'occlusie'. Soms staan de kaken niet in een goede positie ten opzichte van elkaar, zodat ook de orthodontist geen goede occlusie kan bereiken. Om de kaakrelatie te verbeteren kan een kaakstandcorrectie noodzakelijk zijn. Na zo’n chirurgische correctie kan de orthodontist wél een goede en stabiele occlusie maken.
Een veel voorkomende reden voor een kaakcorrectie is een zogenaamde overbeet. Daarbij bijt men met de ondertanden op het gehemelte van de bovenkaak. Het gehemelte is dan vaak pijnlijk. Dit kan op den duur tot verlies van de boventanden leiden.
Soms is de stand van de onder- of bovenkaak zo afwijkend dat pijnklachten aan de kaakgewrichten ontstaan.
Andere redenen voor een chirurgische correctie kunnen zijn:
- een scheefstand van het gezicht;
- het niet goed kunnen sluiten van de mond waardoor deze ‘s nachts uitdroogt;
- te veel tandvlees zichtbaar bij lachen;
- een te grote of te kleine kin.
Obstructief Slaapapneu Syndroom
Een kaakstandcorrectie kan ook worden overwogen bij patiënten met een matige of ernstige vorm van het obstructief slaapapnu syndroom (OSAS). Bij deze ingreep worden de bovenkaak en de onderkaak naar voren gezet. Het doel van de operatie is om een betere luchtdoorstroming tijdens het slapen te maken. Tijdens de operatie maakt de kaakchirurg de bovenkaak en de onderkaak los van elkaar en zet deze daarna weer vast. Vaak is een combinatie van orthodontie en chirurgie nodig. Uw kaakchirurg en orthodontist maken een gezamenlijk behandelplan voor u.
Voorbehandeling en planning
De behandeling wordt in samenspraak tussen u, uw orthodontist en uw kaakchirurg voorbereid en uitgevoerd.
Het is bijna altijd noodzakelijk om de tanden en kiezen 'voor te bereiden' voor een kaakcorrectie. Dit gebeurt bij de orthodontist. Ongeveer een jaar voor de operatie brengt de orthodontist een vastzittende beugel (ook wel 'slotjesbeugel' genoemd) aan. Deze beugel blijft gedurende de operatie aanwezig en zal na de operatie weer door de orthodontist gebruikt worden. De orthodontische voor- en nabehandeling duurt 1,5 tot 2 jaar.
Zodra de orthodontist klaar is met de voorbereidingen, gaat u naar de kaakchirurg voor beoordeling en eventueel planning van de operatie. Omdat hiervoor vaak enige wachttijd is, raden wij u aan ongeveer 3 maanden voordat de orthodontist verwacht klaar te zijn met de voorbereidingen, een afspraak te maken bij de kaakchirurg.
De kaakchirurg laat röntgen- en portretfoto’s maken om de situatie vóór de operatie vast te leggen. Ook worden gipsafdrukken gemaakt. Afhankelijk van het type operatie kan het zijn dat de operatie wordt voorbereid met het 3D-lab van het UMC Utrecht. U krijgt dit dan van de kaakchirurg te horen en u krijgt een eenmalige afspraak in het UMC Utrecht . De rest van de behandeling vindt in het Diakonessenhuis plaats.
Operatiemethoden
Er bestaan verschillende mogelijkheden om kaken of delen van kaken te verplaatsen. Voor welke operatie u in aanmerking komt, is afhankelijk van het type kaakafwijking. Er moet altijd een zogenaamde botsnede in de kaak aangebracht worden, voordat de kaak verplaatst kan worden. Hieronder worden de meest voorkomende operaties besproken.
Operatie bij een te kleine òf te grote onderkaak
Bij een te kleine onderkaak wordt de onderkaak naar voren verplaatst. De onderkaak wordt daardoor verlengd. Op figuur 1 ziet u hoe dat gedaan wordt. De botsnede wordt zo gelegd dat de botdelen na de operatie contact met elkaar blijven houden. Het deel met de tanden en kiezen wordt naar voren of naar achteren geschoven. Het achterste deel waaraan zich ook het kaakgewricht bevindt, blijft op zijn plek staan. Op die manier ontstaat een langere kaak, zonder dat daar extra bot voor nodig is. In de ruimte tussen de botdelen groeit nieuw bot.
Een verstandskies kan het maken van de botsnede bemoeilijken omdat de botsnede op de plek van de verstandskies wordt gelegd. Om de kaak zo sterk mogelijk te maken moet de verstandskies tenminste zes maanden voor de operatie verwijderd zijn. Die tijd is nodig om bot op de plek van de verstandskies in te laten groeien.
Figuur 1
De botsnede loopt langs de gevoelszenuw van de onderlip. Door de operatie kan tijdelijk een verdoofd gevoel aan de onderlip en kin optreden. Dit houdt meestal enkele weken aan. Een enkele keer duurt het herstel wat langer en kan dan enige maanden duren. De bewegingen van de onderlip blijven echter altijd normaal.
De kaakdelen worden aan elkaar bevestigd met plaatjes en met schroefjes. Dit materiaal bestaat meestal uit titanium en hoeft in principe niet te worden verwijderd.
Omdat bot levend weefsel is en snel herstelt, ontstaat na de operatie weer een even sterke kaak als voor de operatie.
Bij deze operatie blijven de onder- en bovenkaak meestal los van elkaar en kunt u de mond open en dicht doen. U mag de kaak de eerste zes weken niet belasten. U krijgt het advies om gedurende die tijd zacht voedsel te gebruiken.
Om er voor te zorgen dat de beet zo ideaal mogelijk wordt, krijgt u na de operatie elastieken tussen boven- en onderkaak. Deze elastieken blijven meestal één tot drie weken zitten. U kunt dan de mond wel openen en sluiten, maar niet zover als u gewend bent.
De eerste maanden na de operatie kunt u wat lichte pijnklachten aan uw kaakgewrichten en kauwspieren hebben omdat u moet wennen aan de nieuwe beet. Doordat de beet geleidelijk aan wordt ingesteld, zullen deze klachten verdwijnen. De behandeling door de orthodontist speelt hierbij een belangrijke rol.
De opname in het ziekenhuis duurt meestal 1 tot 3 dagen. Meestal kunt u het werk na twee weken weer hervatten. Dit is echter wel afhankelijk van het soort werk. Mensen die voor hun werk veel moeten spreken, en mensen die zwaar lichamelijk werk verzetten, blijven vaak iets langer thuis.
Operatie aan de bovenkaak
Soms bevindt de afwijkende stand zich in de bovenkaak. De botsnede wordt boven de wortels van tanden en kiezen gemaakt (zie figuur 2). Nadat de bovenkaak is losgemaakt, wordt deze verplaatst. De meest voorkomende verplaatsingen zijn naar boven en naar voren. De bovenkaak wordt daarna met vier plaatjes en met schroefjes weer vastgemaakt. Na de operatie is het gezicht de eerste tijd wat dik. Na de operatie krijgt u elastieken tussen de boven- en onderkaak.
Figuur 2
U heeft tijdelijk een wat verminderd gevoel in het gehemelte, het tandvlees, de bovenlip en neusvleugel. Dit verbetert over het algemeen in enkele weken. De botsnede loopt door de kaakholte, waarbij de slijmvliezen van de kaakholte worden geopend. Daarom kan er de eerste weken nog wat oud bloed uit de neus komen. U mag daarom de eerste drie weken de neus niet snuiten. Wel mag u de neus spoelen met zout water.
Verbreding van de bovenkaak
Soms is de bovenkaak te smal ten opzichte van de onderkaak en lukt het de orthodontist niet om de tanden en kiezen in de goede positie te krijgen. Het doel van de ingreep is het bot van de bovenkaak te verzwakken. U krijgt bij deze operatie aan beide zijden een botsnede in de bovenkaak. Ook in het midden van de bovenkaak, achter de bovenlip, wordt een kleine botsnede gelegd (zie figuur 3).
Figuur 3
Deze operatie gebeurt vaak in dagbehandeling. Dit betekent dat u ‘s ochtends nuchter komt en in de loop van de dag weer naar huis gaat. Voor de verbreding van de bovenkaak moet de orthodontist eerst hulpmateriaal aan de kiezen van de bovenkaak plaatsen. Zodra u de datum van operatie weet, moet u direct een afspraak maken met de orthodontist om het hulpmiddel te plaatsen.
Ook hier heeft u de eerste tijd een dikker gezicht en kan het gevoel van de bovenlip en het tandvlees, net als bij operatie van de bovenkaak, de eerste weken verminderd zijn. Verstandskiezen die nog verwijderd moeten worden, kunnen gelijktijdig getrokken worden. De verbreding van de bovenkaak, en later het verwijderen van de apparatuur, wordt door de orthodontist begeleid.
Operatie aan de kin
Als de beet goed is, maar de kin toch te groot of te klein is, wordt alleen de kin verplaatst. In figuur 4 kunt u zien op welke wijze de botsnede gelegd wordt. Om de kin te ondersteunen, krijgt u een elastische pleister op de kin voor drie tot vier dagen.
Figuur 4
Voorbereiding op de operatie
Voor de operatie bezoekt u de POS-poli (Pre Operatieve Screening). Daar vindt onderzoek plaats ter voorbereiding op de narcose. Om een goed beeld te krijgen van uw lichamelijke toestand heeft u een gesprek met de anesthesioloog die u ook uitleg geeft over de narcose. Zo nodig wordt een ECG (hartfilmpje), bloedonderzoek of een longfoto gemaakt.
Na de operatie
Na de operatie kunt u pijn hebben. De pijn is meestal goed te bestrijden met pijnstillers als paracetamol en ibuprofen. De eerste dag kan er nog wat bloed uit de mond komen. En de eerste dagen kunt u last hebben van een gezwollen gezicht en keelpijn.
Tijdens en na de operatie krijgt u medicijnen om zwelling van het gezicht tegen te gaan en antibiotica om infecties te voorkomen. Na de operatie krijgt u elastieken tussen boven- en onderkaak.
Om te kijken of de botstukken goed staan worden röntgenfoto’s gemaakt. Als de beet ook goed is en u voor uzelf kunt zorgen mag u weer naar huis. Meestal blijft u twee tot drie dagen in het ziekenhuis. Als u op de dagbehandeling bent geholpen, gaat u dezelfde dag weer naar huis. U krijgt een afspraak voor het volgende polikliniekbezoek mee. Meestal is dit één week na de operatie.
Na een operatie aan de kin heeft u een elastische pleister om de kin. Als u deze pleister verwijdert, is het verstandig deze eerst tijdens het douchen goed nat te maken. Vervolgens knipt u het midden voorzichtig met een schaar door en verwijdert u de beide pleisterdelen door ze van de huid af te stropen in de richting van het oor.
Mondverzorging
Na de operatie begeleiden de preventie-assistentes en de kaakchirurg u. De kaakchirurg controleert de wond en kijkt of u de tanden en kiezen goed op elkaar zet. De preventie-assistente helpt en adviseert u bij de mondverzorging. Daarnaast krijgt u een spoelmiddel voor de mondreiniging. De lippen kunt u het beste goed vet houden met lippencrème of gewone huishoudvaseline.
Voeding
De eerste dagen is vloeibaar voedsel het aangenaamst maar niet noodzakelijk, u kunt ook zachte vaste voeding gebruiken. Dit betekent: alles wat u zonder kauwen door kunt slikken, zoals pasta, puree etc. In uitzonderingssituaties zitten de kiezen echt met staaldraadjes aan elkaar vast. Dan kunt u alleen vloeibaar voedsel gebruiken. U krijgt voedingsadviezen op de verpleegafdeling en soms geeft de diëtist u nog extra advies. Zo nodig krijgt u een recept mee voor energierijke drank.
Vragen
Aarzel niet om bij eventuele onduidelijkheden aan uw kaakchirurg nader uitleg te vragen. Als u vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie via telefoonnummer 088 250 5900.
Telefoonnummers
Polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
088 250 5900
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 2 april 2021
Code: MKA5