Longoperatie

U wordt binnenkort geopereerd aan uw longen. In deze folder vindt u informatie over uw opname en leest u wat u voor, tijdens en na de operatie kunt verwachten.

Voor deze operatie wordt u opgenomen op de afdeling Longziekten en Tuberculose van het Diakonessenhuis locatie Utrecht. Uw behandelend arts heeft enkele zaken al met u besproken. In deze folder kunt u de informatie nog eens rustig nalezen en er wordt op diverse zaken dieper ingegaan. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie voor u anders kan zijn dan is beschreven. Voor specifieke vragen over uw situatie kunt u het best contact opnemen met uw longarts of met de verpleegkundig specialist.
 

Algemeen

Bouw en functie van de longen

De rechter- en linkerlong bevinden zich in de borstkas, aan weerszijden van het hart. Het gebied tussen de beide longen wordt het mediastinum genoemd. Hierin liggen behalve het hart, de luchtpijp, de slokdarm, bloedvaten (onder andere de grote lichaamsslagader), zenuwen, lymfeklieren en lymfevaten.
De rechterlong bestaat uit drie longkwabben; de linker uit twee kwabben (zie afbeelding). De long is omgeven door een longvlies. De lucht die we via de neus of de mond inademen, bereikt via de keelholte de luchtpijp (trachea). De luchtpijp splitst zich in twee grote vertakkingen. Elke vertakking (bronchus), gaat naar een long en splitst zich in steeds kleinere luchtkanalen. Deze monden uit in de longblaasjes. De functie van de longen is het ademproces. Uit de ingeademde lucht wordt zuurstof in het lichaam opgenomen. Bij de uitademing wordt koolzuurgas uitgeblazen.

Schematische weergave van de longen

Een longoperatie

Een longoperatie kan nodig zijn om verschillende redenen. Voorbeelden van veel voorkomende longoperaties zijn:

  • biopten van een long: er worden stukjes longweefsel weggenomen om te onderzoeken en om een diagnose te stellen 
  • behandeling van een klaplong
  • behandeling van infectie van de longholte 
  • verwijderen van een deel van de long. Soms alleen een kwab, soms de hele long, bij de behandeling van longkanker 
  • verwijdering van een uitzaaiing in de long, afkomstig van een tumor elders in het lichaam

De chirurg voert de operatie meestal uit via een VATS (video assisted thoracoscopic surgery)-methode. Dit is een kijkoperatie in de borstholte. Soms is deze methode niet mogelijk en wordt er een thoracotomie gedaan. Er wordt dan een grotere snede gemaakt aan de zijkant van de borstkas.

Tijdens de operatie wordt de geopereerde long niet beademend, dit geeft de chirurg de ruimte om de operatie uit te voeren. Aan het einde van de operatie wordt de behandelde long weer beademend en ontplooit deze zich weer. Er wordt een drain achtergelaten waardoor na de operatie lucht en wondvocht afgevoerd worden.

Door het verwijderen van een deel van de long ontstaat er ruimte in de borstkas. Deze ruimte wordt door het overgebleven longweefsel gevuld. Bij het verwijderen van de gehele long vult de ruimte zich met weefselvocht.

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo kunnen ook bij een longoperatie complicaties optreden. Het risico op een complicatie is afhankelijk van vele factoren, waaronder de soort operatie die u ondergaat en uw algehele conditie voor de operatie.

Mogelijke complicaties zijn:

  • nabloeding 
  • wondinfectie 
  • longontsteking  
  • langdurig weglekken van lucht uit de long

Wat u na de operatie wel en niet kunt, is afhankelijk van de kwaliteit van uw longen vóór de operatie en van de hoeveelheid longweefsel die is verwijderd. Het missen van longweefsel hoeft niet altijd problemen op te leveren. Wel kan het betekenen dat er minder lichamelijke inspanning mogelijk is dan voorheen.

Preoperatieve screening

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we naar uw gezondheidstoestand en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Verdoving 

Een longoperatie vindt plaats onder algehele verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie.Meer informatie over de verdoving vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

Voorbereiding thuis

Wat u vooraf moet regelen

Het is goed vóór de operatie te bedenken of u thuis na de operatie voldoende opvang heeft. Na de operatie mag u bijvoorbeeld de eerste 4 weken geen zwaar huishoudelijk werk doen. Denk aan stofzuigen, schoonmaken en boodschappen doen. Hiervoor hebt u hulp nodig van anderen. De verpleegkundige kan u hierover advies geven.

Meenemen naar het ziekenhuis

Het is van belang dat u een actueel medicatieoverzicht meeneemt naar het ziekenhuis en de medicatie die u thuis slikt. Als u bloedverdunners gebruikt laat dit dan vooraf weten aan de arts of verpleegkundig Wilt u uw trombosekaart mee naar het ziekenhuis nemen?

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden bij de polikliniek Longziekten en Tuberculose? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Als u verkouden bent, griep heeft of koorts, kan het zijn dat de arts beslist de operatie uit te stellen.

De opname

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op afdeling Longziekten en Tuberculose van het Diakonessenhuis locatie Utrecht.
Op de afdeling wordt u opgevangen door een verpleegkundige. Deze wijst u de kamer en neemt nog enkele dingen met u door rond de operatie. 

Opnamedag

Afhankelijk van het operatietijdstip en van wat u zelf prettig vindt, wordt u de dag voor de operatie of op de operatiedag zelf (vroeg in de ochtend) opgenomen. Dit wordt vooraf met u besproken.

Op de opnamedag vindt het volgende plaats:

  • U hebt een opnamegesprek met een verpleegkundige. De verpleegkundigen zijn onder andere verantwoordelijk voor uw dagelijkse verzorging en voor het contact met andere hulpverleners. Met vragen kunt u bij hen terecht. 
  • Een zaalarts/co-assistent doet lichamelijk onderzoek bij u. De zaalarts komt iedere werkdag bij u langs, hij heeft dagelijks contact met de longarts van de afdeling. Als u wilt kunt u een familiegesprek met de zaalarts aanvragen. U kunt dit bespreken met de verpleegkundige. 
  • Een fysiotherapeut bespreekt ademhalingsoefeningen met u. 
  • Wanneer u minder eetlust hebt of afgevallen bent schakelt de verpleegkundige de diëtiste in voor voedingsadviezen. 
  • Er wordt bloed afgenomen. 
  • Er wordt een röntgenfoto van de longen gemaakt. 
  • Uw bloeddruk, temperatuur, hartslag, saturatie (zuurstofgehalte in het bloed) en gewicht worden gemeten.

Als u tijdens de voorbereidingen vragen heeft, stel deze dan gerust aan de verpleegkundige of aan de zaalarts.

De operatie

Gang van zaken

Op de dag van de operatie mag u vanaf 6 uur voor de operatie niets meer eten. Vanaf 2 uur voor de operatie mag u ook niets meer drinken.

Kort voor de operatie krijgt u operatiekleding van de verpleegkundige. Tijdens de operatie mag u geen make-up, nagellak of kunstnagels dragen. Verwijder dit daarom voor de operatie. Als u een gebitsprothese heeft of een hoorapparaat draagt, dan moet u die uitdoen voordat u naar de operatiekamer gebracht wordt. U kunt de prothese in uw nachtkastje op de afdeling achterlaten.

Ongeveer een uur voordat u naar de operatieafdeling wordt gebracht, kan het zijn dat u een rustgevend medicijn krijgt ter voorbereiding op de narcose. Voordat u dit inneemt is het verstandig nog even naar het toilet te gaan. Daarnaast krijgt u paracetamol voor de pijn. Dit wordt preventief gegeven. 

Hierna wordt u in uw bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar komt u enige tijd in een wachtruimte (holding) met andere patiënten te liggen. Vaak wordt voor de operatie een zeer dun slangetje (epiduraalkatheter) in de rug aangebracht waardoor tijdens en na de operatie pijnstillende medicijnen kunnen worden gegeven.

Als u aan de beurt bent, haalt de verpleegkundige of anesthesist u op om u naar de operatiekamer te brengen. In de operatiekamer wordt er een time-outprocedure uitgevoerd. Hierbij worden al uw gegevens en de geplande operatie met het operatieteam besproken. Daarna brengt de anesthesist een infuus in en krijgt u de narcose toegediend.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer twee uur. Met alle voorbereidingen erbij duurt het minimaal drie uur voordat u op de uitslaapkamer bent.

Na de operatie

Zodra de operatie klaar is, belt de chirurg uw contactpersoon om te vertellen hoe de operatie verlopen is.

De uitslaapkamer

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. U komt langzaam bij uit de narcose.

Als alles goed gaat, gaat u terug naar de verpleegafdeling of naar de intensive care. Dit is afhankelijk van het soort operatie dat u ondergaan heeft. Kort na de operatie mag u weer gewoon eten en drinken. Doe in het begin rustig aan in verband met de kans op misselijkheid.

Als u de nacht op de intensive care doorgebracht heeft en u bent voldoende hersteld, dan gaat u de volgende dag naar de verpleegafdeling.

Infuus, katheter, drain en zuurstof

Als u weer op de verpleegafdeling komt, heeft u waarschijnlijk nog een infuus voor vocht- en medicijntoediening, zuurstof om het ademen te vergemakkelijken, een blaaskatheter om urine af te voeren en drains om wondvocht en lucht te draineren. Eventueel heeft u een epiduraalkatheter, een slangetje in uw rug, waardoor er pijnstilling wordt gegeven.

Pijnbestrijding

Goede pijnbestrijding is belangrijk voor uw herstel. U krijgt pijnstilling op verschillende manieren toegediend: via tabletten, het infuus of via een epiduraalkatheter in uw rug.

Regelmatig neemt de verpleegkundige een pijnscore bij u af. 0 is geen pijn, 10 is de ergste pijn die u zich kunt voorstellen. U kunt nooit een verkeerd antwoord geven. Het gaat om de pijn die u ervaart en dat is voor iedereen verschillend. Door meerdere keren op een dag een cijfer te geven wordt er een goed beeld verkregen van hoeveel pijn u hebt en of u de juiste pijnstilling krijgt.

Epiduraalkatheter

De pijn wordt zo goed mogelijk bestreden door middel van een epiduraalkatheter. Een goede pijnstilling bevordert de revalidatie en helpt complicaties voorkomen. De epiduraalkatheter in de rug voor de pijnbestrijding tijdens en na de operatie wordt meestal de derde of vierde dag verwijderd. De borstwand aan de zijde van de operatie blijft echter nog wel een maand of drie pijnlijk. Dit kan met pijnstillers worden bestreden. Doofheid van de huid kan wegtrekken maar kan ook blijvend zijn. Dit is niet ernstig maar kan wel vervelend zijn.

Drain

De drain zorgt ervoor dat overtollig wondvocht en lucht uit de longholte lopen. Op de drainpot leest de arts af of de long weer helemaal goed ligt en wanneer de drain eruit kan. De draininsteekopening wordt elke dag verschoond. Met een drain kunt u niet douchen.

Fysiotherapeut

Voor en na de operatie wordt u begeleid door een fysiotherapeut. Deze komt iedere dag bij u langs. De fysiotherapeut legt uit hoe u het beste kunt ademhalen en slijm ophoesten. Daarnaast helpt de fysiotherapeut u weer te bewegen en uit bed te komen, en geeft hij of zij advies over hoe u uw conditie weer op kunt bouwen.

In principe mag u de eerste dag na de operatie uit bed. Dit is belangrijk voor uw herstel. Afhankelijk van hoe het met u gaat mag u steeds meer doen.

Uitslag van het weefselonderzoek

De uitslag van het weefselonderzoek van de operatie duurt een aantal dagen. Meestal is de uitslag van het weefselonderzoek al bekend tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. Als dit niet het geval is, dan krijgt u de uitslag bij de eerstvolgende afspraak op de polikliniek. U hoort dan ook of er nog verdere behandeling nodig is.

Ontslag

Naar huis

Als het herstel goed verloopt, mag u over het algemeen tussen vier tot tien dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Dit is afhankelijk van het soort operatie dat u hebt gehad. U blijft onder controle bij uw eigen longarts en chirurg. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor een poliklinische controle bij de chirurg (een week na opname) en bij de longarts (zes weken na opname). Hebt u tijdens de opname nieuwe medicijnen gekregen, dan worden de recepten gefaxt naar uw thuisapotheek.

Mag u naar huis, maar is het nog te vroeg om de hechtingen te verwijderen, dan vertelt de verpleegkundige u wanneer u een afspraak bij de huisarts kunt maken om de hechtingen te laten verwijderen. Oplosbare hechtingen lossen vanzelf op en hoeven niet te worden verwijderd.

Adviezen voor thuis

Eenmaal thuis bent u nog niet fit. U bent waarschijnlijk snel moe en kortademig en u hebt weinig zin om iets te doen. Dit is normaal na dit soort operaties. De revalidatie duurt enige maanden en verloopt in een langzaam stijgende lijn waarbij u goede en minder goede dagen zult hebben. 

Als een deel van de long of de hele long verwijderd is, zult u in het begin snel kortademig zijn bij (geringe) inspanning. Dit komt doordat het resterende longgedeelte zich moet aanpassen aan de nieuwe situatie. U zult merken dat deze kortademigheid geleidelijk afneemt wanneer u uw activiteiten rustig uitbreidt. 

Leefregels en adviezen

De eerste 4 weken hebben de wondjes van de operatie rust nodig om te genezen. Daarnaast is het belangrijk dat er niet te veel druk op uw long komt te staan. Dat betekent dat u:

  • geen zwaar lichamelijk werk mag doen 
  • niet zwaarder dan 1 kg mag tillen 
  • niet actief mag deelnemen aan het verkeer. U mag bijvoorbeeld niet fietsen of autorijden. U mag wel met het openbaar vervoer reizen. 
  • niet mag zwemmen 
  • de eerste 3 maanden na de operatie niet mag vliegen. Dit in verband met veranderingen van luchtdruk in het vliegtuig. Hierna moet u overleggen met uw longarts. Wij raden het hoe dan ook af direct na ontslag op vakantie te gaan. 
  • nooit meer mag diepzeeduiken. Dit in verband met een verhoogde kans op een klaplong.

Verder is het volgende van belang:

  • Ga iedere dag een stukje wandelen. Begin met een kort stukje en breidt dit steeds verder uit. 
  • Eet gezond. 
  • Drink alcohol met mate, zeker zolang u pijnstillers gebruikt. 
  • Blijf de arm en schouder aan de geopereerde zijde goed gebruiken. De fysiotherapeut kan u hier ook tips voor geven als u er nog moeite mee heeft. 
  • U kunt gewoon weer seksueel contact hebben, met vragen over seksualiteit na de operatie kunt u bij de longarts terecht. 
  • Zo nodig krijgt u recepten mee voor pijnstillers. Als u minder pijn hebt, kunt u beter bewegen en doorademen. 
  • Wilt u weer aan het werk? Bespreek dit met de longarts. 
  • Stop met roken als u dat nog niet gedaan had! De huisarts kan u hierbij helpen.

Problemen

In de volgende gevallen moet u contact opnemen met het ziekenhuis:

  • bij koorts hoger dan 38 graden 
  • bij veranderingen van de wond, zoals toenemende roodheid, pijnklachten en lekkage van vocht uit de wond 
  • bij toenemende kortademigheid 
  • bij toenemende pijnklachten

Binnen kantooruren kunt u bellen met de polikliniek Longziekten en Tuberculose. Buiten kantooruren met de Spoedeisende hulp. Telefoonnummers vindt u achter in de folder.

Vragen

Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Longziekten en Tuberculose waar u onder behandeling bent.

(Patiënten)organisaties

Als de operatie nodig was wegens longkanker:
De ziekte kanker en de behandeling daarvan hebben ingrijpende gevolgen, zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal. De volgende organisaties kunnen u hierover informeren en bieden desgewenst begeleiding bij het omgaan met de ziekte:

Stichting Longkanker
P/a NFK
Postbus 8152
3503 RD Utrecht
0800-0226622 (gratis)
E-mail: [email protected]

Herstel en balans
Het Integraal Kankercentrum biedt speciale begeleidingsprogramma’s. Een voorbeeld hiervan is ‘Herstel en balans’. Het programma helpt u een nieuw evenwicht te vinden in uw leven met de ziekte kanker en de gevolgen ervan. Het is een combinatie van lichaamstraining en psychosociale begeleiding. De nadruk ligt op de lichaamstraining. Naar verwachting wordt de conditie verbeterd, bent u minder vermoeid en heeft u een beter psychisch en sociaal welzijn. Het programma duurt drie maanden en is twee ochtenden in de week.

Herstel en Balans (regio Utrecht)
Revalidatiecentrum De Hoogstraat
Bezoekersadres Rembrandkade 10
3583 TM Utrecht
(030) 256 13 63

Helen Dowling Instituut
In dit instituut is de aandacht in het bijzonder gericht op de effecten van psychosociale begeleiding met levensbedreigende ziekten, zoals kanker. Vaak wordt begeleiding gegeven in groepen. Er is echter ook een aantal mogelijkheden voor individuele begeleiding.

Helen Dowling Instituut
Prof. Bronkhorstlaan 20
3723 MB Bilthoven
(030) 252 40 20
E-mail: [email protected]

Website
longkankerinfo.nl

Telefoonnummers

Polikliniek Longziekten en tuberculose
088 250 6445

Polikliniek Chirurgie Utrecht
088 250 5333 

  • Toets 1 voor het maken of wijzigen van afspraken op de polikliniek
  • Toets 2 bij verhindering voor opname of bij vragen rond opname
  • Toets 3 in geval van medisch inhoudelijke vragen

Verpleegafdeling Longziekten en tuberculose
088 250 6142/ 6236

Nurse practitioner longziekten
088 250 5414

Wondpolikliniek
088 250 6209

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 23 februari 2024

Code: LONG30