Neusbijholtenoperatie (Functional Endoscopic Sinus Surgery - FESS)

U wordt binnenkort geopereerd aan uw neusbijholten. Na overleg met de arts heeft u ingestemd met deze operatie. Voor deze operatie wordt u een dag en een nacht opgenomen. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de operatie. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de medische situatie in uw geval anders kan zijn dan hier beschreven is. Algemene informatie over een opname kunt u lezen in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Ontstekingen van de kaak- en voorhoofdsholte

De mens beschikt over vier verschillende soorten neusbijholten:

  • de kaakholte (2x)
  • de voorhoofdsholte (2x)
  • het zeefbeencomplex (2x)
  • de wiggebeensholte (1x) 

Een gezamenlijke eigenschap van al deze neusbijholten is, dat zij in contact staan met de neus door middel van een afvoergang. Ontsteking is de meest voorkomende afwijking van de neusbijholten. De kaakholte en de voorhoofdsholte geven de meeste klachten. De oorzaak van telkens terugkerende ontstekingen van de kaak- en voorhoofdsholte is meestal gelegen in het zeefbeencomplex. Dit vormt als het ware een kruispunt van de verschillende afvoergangen van de overige neusbijholten naar de neus. Bij foto-onderzoek (bijvoorbeeld door een CT-scan) van de neusbijholten wordt vaak een ontstekingsbron in het zeefbeengebied gevonden.

Doel van de operatie

In het geval van steeds terugkerende ontstekingen van de neusbijholten kan een operatie van het zeefbeengebied een oplossing brengen. De operatie is gericht op het verbeteren van de drainage (vochtafvoer) van de verschillende neusbijholten naar de neus.

Resultaat

Resultaat Het resultaat van een operatie aan de neusbijholten is over het algemeen goed te noemen. Bij grote aantallen geopereerde patiënten blijkt dat 70 tot 80% van hen tevreden is met het behaalde resultaat. Het aantal keren dat men een ontsteking van de neusbijholten heeft of de hoeveelheid klachten die men ervan heeft is sterk afgenomen. Beseft u wel dat het niet mogelijk is een operatie uit te voeren waardoor u nooit meer verkouden bent of een bijholtenontsteking krijgt.

Voorbereidingen

Voorbereidingen thuis

Voorschriften over nuchter zijn en medicijngebruik kunt u vinden in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de polikliniek KNO? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.

Als u verkouden bent, griep of koorts heeft, kan het zijn dat de arts de operatie uitstelt. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek KNO.

De opname

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling.

Anesthesie

De KNO-arts bespreekt met u de (soort van) verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie. Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

De operatie

De endoscopische operatie van de neusbijholten

Via de neus wordt het zeefbeengebied, dat bestaat uit verschillende kleine ruimten, geopend. Verdikt, ontstoken slijmvlies of poliepen (goedaardige gezwelletjes) worden dan aangetroffen en verwijderd. Tegelijkertijd kan de afvoergang van de kaakholten naar de neus worden verruimd. Soms is het noodzakelijk ook de afvoergang van de voorhoofdsholte naar de neus te verruimen. De gehele operatie wordt uitgevoerd terwijl de behandelend KNO-arts met een kijkertje (endoscoop) in de neus en bijholten kan kijken.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 30 tot 60 minuten.

Na de operatie

De uitslaapkamer

U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer (recovery) van de operatieafdeling. Wanneer u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.

Nabloeding

Als de operatie is beëindigd, wordt meestal een tampon in beide neusgangen achtergelaten. Dit is om nabloeden te voorkomen. De tampons worden na een of meer dagen verwijderd.

Complicaties

Elke operatie heeft een kans op complicaties. Dit geldt ook voor operaties van de neusbijholten. De kans op een complicatie is zeer klein.

Het zeefbeencomplex wordt begrensd door de schedelbasis aan de bovenzijde en de oogkas aan de zijkant. De begrenzing met de oogkas is papierdun, zodat in uitzonderingsgevallen na de operatie een bloeduitstorting van het onder-/bovenooglid zichtbaar kan zijn. In zeer zeldzame gevallen kan letsel van oog of hersenweefsel ontstaan. In de medische literatuur wordt hiervoor een percentage beschreven van minder dan een half procent. Een nabloeding kan optreden. De bloeding is over het algemeen goed te stelpen door middel van het opnieuw inbrengen van neustampons.

Ontslag

Naar huis

Als alles zonder problemen is verlopen, mag u de dag na de operatie naar huis. Voordat u naar huis gaat, vertelt de KNO-arts u hoe de operatie is verlopen.

Controleafspraak

Controles vinden plaats in overleg met de behandelend arts.

Adviezen voor thuis

De eerste twee weken na de operatie mag u niet sporten, uw neus niet snuiten, niet zwaar tillen of bukken en moet u niezen zoveel mogelijk voorkomen. Bij pijnklachten kunt u Paracetamol gebruiken. Gebruik geen andere pijnstillers, deze kunnen het bloed namelijk iets verdunnen waardoor de kans op nabloeding toeneemt.

Tijdens de genezing van het slijmvlies treedt korstvorming en overvloedige slijmvorming op. Na de operatie is het verstandig de neus met een, door uw KNO-arts voorgeschreven, zoutoplossing te spoelen. Hierdoor geneest uw neus sneller. U krijgt de instructie mee bij ontslag en u vindt deze ook via www.diakonessenhuis.nl/folders > KNO.

Spoelinstructie na een neusoperatie

Problemen

Bij problemen kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO. De eerste avond en nacht na de operatie kunt u bij problemen via de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis contact opnemen met de KNO-arts. Doen zich na de eerste 24 uur nog problemen voor, neem dan contact op met de polikliniek KNO. Op de momenten dat de polikliniek KNO gesloten is, kunt u uw (waarnemend) huisarts bellen.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder vragen heeft, kunt u deze bespreken met uw behandelend arts op de polikliniek KNO‑Heelkunde.

Telefoonnummers

Polikliniek KNO Utrecht / Zeist
088 250 5026

Polikliniek Doorn
088 250 8888

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 24 juli 2020

Code: KNO10