Ooglidcorrectie (dermatochalasis)
U wordt binnenkort geopereerd aan de huid van uw bovenoogleden. In deze folder vindt u meer informatie over de gang van zaken rondom de operatie.
Huidteveel in de bovenoogleden
Ontstaan en oorzaak
De huid van de oogleden is erg dun en daardoor gevoelig voor uitrekking. Door veroudering verliezen de vezels in de huid hun elasticiteit en wordt de huid ruimer. Veel mensen ontwikkelen door dit proces in de loop van de jaren een teveel aan huid in de bovenoogleden. Vaak verslapt niet alleen de huid, maar ook het onderliggende bindweefsel. In de oogkas bevindt zich altijd een kleine hoeveelheid vet. Bij verslapping van het bindweefsel kan het vet naar voren gaan uitpuilen. Dit veroorzaakt een zwelling van het ooglid, vaak in de ooghoek aan de kant van de neus. De medische term voor het huidteveel in het bovenooglid en de zwelling van het ooglid is dermatochalasis.
Dermatochalasis ontstaat meestal door de veroudering van de huid. Soms hebben jongere mensen dermatochalasis. Familiaire factoren, zoals de bouw van de oogkas, spelen dan een rol. Ook kan dermatochalasis veroorzaakt worden door ontstekingen in de oogkas. Een huidteveel in het bovenste ooglid komt meestal aan twee ogen tegelijkertijd voor.
Een hangend ooglid (ptosis)
Soms verslapt tegelijkertijd met de huid van het bovenooglid ook de spier die bij het openen van de ogen het ooglid omhoog trekt. Er ontstaat daardoor ook een hangend ooglid, in medische termen een ptosis genoemd.
Wenkbrauwen
Vaak is ook de huid van het voorhoofd verslapt. Hierdoor zakt de wenkbrauw naar beneden, waardoor het lijkt alsof zich teveel huid in het bovenooglid bevindt.
Normaal bevindt de wenkbrauw zich juist boven de oogkasrand, bij vrouwen wat hoger dan bij mannen. Wanneer de positie van de wenkbrauw ernstig afwijkt, kan het nodig zijn dit eerst te corrigeren, omdat correctie van het huidteveel in de bovenoogleden anders tot een lelijk resultaat leidt.
Klachten
Als het teveel aan huid over de ooglidrand en voor de pupil hangt, veroorzaakt dit een beperking van het zicht. Een gering teveel aan huid in de bovenoogleden is alleen cosmetisch storend.
Behandeling
Een dermatochalasis kan verholpen worden door een operatie. De oogarts verwijdert het teveel aan huid en het daaronder liggende oogkasvet.
Hangend ooglid (ptosis)
Wanneer u naast huidteveel een hangend ooglid heeft, kan dit tijdens dezelfde operatie worden gecorrigeerd. Meer informatie over een dergelijke ingreep vindt u in de folder 'Een hangend ooglid. Ptosis'.
Bijwerkingen
Bij een operatie van het bovenooglid kan een aantal bijwerkingen optreden. De meest voorkomende zijn:
- Dikker bovenooglid en ongevoeligheid van het bovenooglid. Een operatie van het bovenooglid veroorzaakt een tijdelijke vochtophoping in het ooglid, waardoor het ooglid dikker wordt. Deze verdikking verdwijnt geleidelijk, maar het duurt vaak enige maanden voordat het ooglid weer de normale omvang heeft. Hetzelfde geldt voor het gevoel in het bovenooglid. Tijdens de operatie worden de zenuwen in de huid doorgesneden. Hierdoor wordt het bovenooglid gevoelloos of voelt het anders aan dan normaal. Ook dit herstelt zich binnen enige maanden.
- Litteken. Het litteken van de operatie komt in de huidplooi van het bovenooglid, zodat het bij rechtuitkijken niet te zien is. Hoe zichtbaar het litteken uiteindelijk is bij sluiten van het oog, is afhankelijk van het herstelvermogen van uw huid. Wanneer wondjes bij u altijd al mooi genezen, heeft u ook een grote kans op een mooi litteken na de operatie van het bovenooglid. Ontstaan bij u na wondjes vaak duidelijke littekens, dan zal ook het litteken van de oogoperatie wat meer zichtbaar zijn.
- Verschil tussen links en rechts. Hoe zorgvuldig ook geopereerd wordt, het is altijd mogelijk dat er verschillen van enige millimeters optreden in de hoogte van het litteken in het linker en rechter bovenooglid. Meestal is een klein hoogteverschil niet storend. Na een aantal maanden is het litteken minder zichtbaar. Een geringe asymmetrie van de huidplooi in de bovenoogleden is normaal. Bij veel mensen (ook als ze geen huidteveel in de oogleden hebben) is er een gering verschil in hoogte tussen het linker en het rechter bovenooglid. Wanneer er na enkele maanden nog een duidelijke en storende asymmetrie van de huidplooi bestaat, is dit soms te verhelpen door nogmaals een reepje huid te verwijderen.
- lnclusiecystes. Bij de plek waar met de hechtnaald door de huid gestoken is, kunnen zich soms kleine gele bobbeltjes (inclusiecystes) ontwikkelen. Meestal verdwijnen deze spontaan.
- Kleurverschillen tussen de huid boven en onder het litteken. De kleur van de huid in het bovenooglid verloopt van boven naar onder enigszins van licht naar donker. Na verwijderen van een teveel aan huid is er soms een kleurverschil tussen de huid boven en onder het litteken. Kleurverschillen ontstaan ook door verwijding van de bloedvaten in het ooglid na de operatie. Hierdoor is het bovenooglid de eerste tijd na de ingreep roder dan normaal. Een verkleuring door verwijde bloedvaten is vooral bij mensen met een dunne huid en lichte huidskleur te zien.
- Een zandgevoel en irritatie van het oog door uitdroging. Doordat huid en spier uit het bovenooglid zijn verwijderd, is het ooglid minder zwaar. Vooral in de eerste maanden na de operatie sluit het oog (bijvoorbeeld tijdens het slapen) soms niet goed, doordat het ooglid minder zwaar is dan voorheen of doordat het litteken als het ware 'in de weg zit'. Dit kan uitdroging van het oog tot gevolg hebben. Het oog raakt hierdoor geïrriteerd en u heeft het gevoel zand in uw oog te hebben. Meestal verdwijnen deze verschijnselen na enkele maanden. Soms is het nodig oogdruppels te gebruiken.
- Het uiteindelijk operatieresultaat. We kunnen ons voorstellen dat u na het lezen van het bovenstaande de indruk heeft gekregen dat er nogal wat problemen kunnen optreden bij het corrigeren van een hangend ooglid. In de praktijk blijkt echter dat de meeste bijwerkingen zelden voorkomen. Ze worden wel allemaal in deze folder beschreven, omdat we het belangrijk vinden dat u goed weet wat u kunt verwachten van een ooglidcorrectie.
De verzekering
De correctie van huidteveel in het bovenooglid wordt door de verzekeringen tot de cosmetische chirurgie gerekend. Dit betekent dat de verzekering de ingreep niet altijd vergoedt. Een operatie die puur uit cosmetisch oogpunt wordt gedaan, wordt niet betaald door de verzekering.
Voordat de operatie kan plaatsvinden, moet eerst toestemming bij uw verzekering aangevraagd worden voor de vergoeding. Uw oogarts zal dit samen met u doen.
Afspraak maken voor de operatie
Wanneer de toestemming van de verzekering binnen is, maakt de polikliniekassistente een afspraak met u voor de operatie.
De operatie
Bloedverdunnende medicijnen
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, dan kan het nodig zijn deze medicijnen in overleg met uw oogarts tijdelijk te staken.
Andere voorbereidingen
Wilt u op de operatiedag (indien van toepassing) geen make-up opdoen en uw contactlenzen uit laten? Verder zijn er geen voorbereidingen nodig. U mag de dag van de operatie normaal eten en drinken.
Gang van zaken tijdens de operatie
Afhankelijk van waar u de afspraak heeft, meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de polikliniek Oogheelkunde (Utrecht) of op de afdeling Dagbehandeling (Zeist). Tijdens de operatie zit u in een behandelstoel. Voor de operatie markeert de oogarts met een viltstift welk deel van de huid verwijderd wordt. De ingreep gebeurt onder plaatselijke (lokale) verdoving. Een algehele verdoving (waarbij u slaapt) is niet mogelijk, omdat u soms tijdens de operatie de oogarts aan moet kijken, zodat hij kan beoordelen of de stand van het ooglid goed is. Voor de verdoving van het oog krijgt u enkele injecties aan de buitenzijde van het ooglid. Deze injecties zijn kortdurend pijnlijk en vergelijkbaar met de verdoving bij de tandarts. Na de verdoving voelt u weinig tot niets meer van de operatie. Soms is het weghalen van het vet bij de neus gevoelig. Vervolgens wordt uw gezicht schoongemaakt met zeep of povidon jodium en krijgt u steriele doeken over u heen. Aan het eind van de operatie wordt de wond gehecht. Er worden bij een ooglidoperatie geen zelfoplossende hechtingen gebruikt. Zelfoplossende hechtingen geven meer reactie van de wond, waardoor het litteken minder mooi wordt.
De operatie duurt ongeveer een uur. Na de operatie controleert de assistente of er geen nabloedingen optreden. Wanneer alles goed gaat, mag u naar huis. Wij raden u aan ervoor te zorgen dat iemand u op komt halen. U mag de dag van de operatie niet zelf autorijden.
Complicaties
Soms treedt na een ooglidoperatie een bloeding op of ontstaat een infectie. Het is belangrijk dat u in dat geval direct contact opneemt met het ziekenhuis. In het volgende hoofdstuk kunt u lezen welke verschijnselen op een bloeding of infectie wijzen en via welke telefoonnummers u contact met het ziekenhuis op kunt nemen.
Na de operatie
Activiteiten
Doe het de dag van de operatie rustig aan. Of u de dag na de operatie kunt werken, is afhankelijk van uw beroep: vermijdt u de eerste week zware inspanning en voorkomt u dat er druk wordt uitgeoefend op uw oog of tegen uw oog gestoten wordt. Voor sporten geldt hetzelfde. Een flinke wandeling of een fietstocht is geen probleem, maar zware inspanning, stoten en druk op het oog moet u voorkomen.
In principe kunt u de dag na de operatie weer normaal zien en mag u autorijden.
Pijn
De meeste mensen hebben na de operatie geen of weinig pijn en hoeven geen pijnstillers te gebruiken. Gebruik zo nodig Paracetamol.
Zwelling
Na de operatie is het ooglid gezwollen. U kunt de zwelling beperken door de wond te koelen met ijs. Hiervoor bestaan speciale ijsbrillen. Een goedkopere en eveneens doeltreffende methode is de volgende: stop ijsblokjes in een plastic zakje, knoop dit dicht, doe het in een washand en leg dit op het ooglid. U kunt ook een boterhamzakje vullen met doperwtjes uit de vriezer en dit op uw ooglid leggen.
Bloedingen
De oogleden zijn de eerste week na de operatie bont en blauw. Vaak zakken de blauwe plekken uit in de onderoogleden. Soms treedt ook een tijdelijk zwelling van de onderoogleden op. U hoeft zich niet ongerust te maken. De zwelling en blauwe plekken trekken geleidelijk weg. Na één week zijn de blauwe plekken al voor een groot deel afgenomen. Na twee weken bent u weer redelijk toonbaar. Om het uiteindelijke resultaat te kunnen beoordelen moet u twee maanden geduld hebben.
Komt er bloed uit de wond, drukt u dan tien minuten met een gaasje op de wond. Stopt het bloeden daardoor niet, neemt u dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde of ('s avonds en 's nachts) met de Spoedeisende hulp.
Bloedingen die een uitpuilend oog veroorzaken, kunnen het gezichtsvermogen bedreigen. Wanneer sprake is van een dergelijke bloeding, merkt u dit aan de volgende verschijnselen:
- toenemende pijn in het oog;
- toenemende spanning in het oog en een drukkend gevoel;
- afname van het zicht.
Neem in een dergelijk geval direct contact op met de polikliniek Oogheelkunde of ('s avonds en 's nachts) met de Spoedeisende hulp. Soms is het nodig de wond te openen en het bloedende vat dicht te maken.
Infectie
Als in de dagen na de operatie de pijn toeneemt, kan er een infectie zijn ontstaan. Neem bij toenemende pijn direct contact op met de polikliniek Oogheelkunde of ('s avonds en 's nachts) met de Spoedeisende hulp. Vaak is een behandeling met antibiotica nodig.
Overigens zijn infecties en bloedingen die een uitpuilend oog veroorzaken zeer zeldzaam.
Wondverzorging
Het is belangrijk dat de wond de eerste twee dagen droog blijft. Let hierop bij het baden of douchen.
Wrijf de eerste dagen niet in uw geopereerde oog.
Controle en het verwijderen van de hechtingen
Ongeveer zeven dagen na de operatie komt u voor controle op de polikliniek en worden de hechtingen verwijderd.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 26 februari 2024
Code: OOG38