Translate website
Disclaimer
Nederlands: U vraagt Google Translate Services om onze teksten te vertalen. Daardoor kunnen er fouten in de teksten zitten. Automatische vertalingen zijn niet perfect, ons ziekenhuis is niet verantwoordelijk voor mogelijke vertaalfouten. Heeft u vragen over uw gezondheid? Neem dan altijd contact op met uw arts.
Meer weten? Lees de toelichting vertaalbeleid
English: You ask Google Translate Services to actively translate our texts. Therefore they may contain errors. Automatic translations are not perfect. Diakonessenhuis is not responsible for possible translation errors. Do you have questions about your health? Then always contact your doctor.
Want to know more? Read the explanation of translation policy
Operatie aan de dunne darm
U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan de dunne darm. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond deze operatie. Het is goed u te realiseren dat uw situatie anders kan zijn dan beschreven. Stel daarom uw specifieke vragen aan de chirurg, casemanager (verpleegkundig specialist) of coloncareverpleegkundige. Laat uw partner en/of andere naasten de informatie doorlezen zodat ook zij zich een beeld kunnen vormen van de operatie en de herstelperiode.
Functie van de dunne darm
Ons voedsel komt via de mond, slokdarm, maag en twaalfvingerige darm (duodenum) in de dunne darm. De dunne darm zorgt ervoor dat voedsel verteerd wordt en dat belangrijke voedingsstoffen worden opgenomen in het lichaam. De dunne darm is ongeveer vijf meter lang en bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum).
De twaalfvingerige darm is 25 centimeter lang. Hier wordt het eten gemengd met spijsverteringsenzymen die aangemaakt zijn door de lever en alvleesklier. Het tweede gedeelte van de dunne darm, de nuchtere darm, is twee meter lang. Hier wordt een groot deel van de voedingsstoffen opgenomen uit onze voeding.
Het laatste deel, de kronkeldarm, is drie meter lang. Hier wordt onder andere vitamine B12 opgenomen in het lichaam. Daarnaast kan de kronkeldarm de functie van de nuchtere darm overnemen als deze ziek is of minder goed functioneert. Hierdoor gaan er geen belangrijke voedingsstoffen verloren. Na de dunne darm volgen de dikke darm, de endeldarm en de anus.
Ligging van de dunne darm
Klachten bij afwijkingen aan de dunne darm
Klachten die bij afwijkingen aan de dunne darm optreden, zijn sterk afhankelijk van de aard en de plaats van de afwijking. Klachten die kunnen optreden zijn:
- Bloed of slijm in de ontlasting
- Buikpijn, vaak met krampen
- Veranderde stoelgang
- Diarree of verstopping
- Winderigheid
- Misselijkheid en gewichtsverlies
- Vermoeidheid
- Bloedarmoede
Wat is een dunne-darmoperatie?
Bij een dunne-darmoperatie wordt een gedeelte van de dunne darm verwijderd. Er zijn verschillende afwijkingen van de dunne darm waarvoor een operatie nodig is. De meest bekende afwijkingen zijn ontstekingen, verklevingen die de doorgang belemmeren en tumoren. Tumor is het Latijnse woord voor zwelling. Een tumor kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Daarnaast zijn er ook zeldzame afwijkingen waarvoor een dunne-darmoperatie noodzakelijk is. Het soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dunne darm.
De ingreep kan via een kijkoperatie of via een klassieke operatie plaatsvinden. De chirurg heeft u verteld welke operatie bij u wordt uitgevoerd.
Voorbereidingen vóór de opname
Na het bezoek aan de chirurg heeft u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige ter voorbereiding op de operatie en het herstelprogramma. Deze afspraak duurt ongeveer 1 uur. Tijdens deze voorlichting komen de volgende zaken aan bod:
- Operatie
- Herstelperiode
- Voeding
- Ontlasting na de operatie
- Leefregels voor en na de operatie
- Nazorg
- Anamnese (belangrijkste gegevens verzamelen)
- Zo nodig consult vragen voor andere disciplines als diëtiste, verpleegkundige, fysiotherapie, geriater
- Uw vragen
- Mentale ondersteuning
Preoperatieve screening
Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we naar uw gezondheidssituatie en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.
De preoperatieve screening (POS) bestaat uit twee afspraken: één met de anesthesioloog en één met de apotheker. Deze afspraken zijn meestal telefonisch. Bij deze screening controleren we uw gezondheid voor de operatie. Hierbij worden uw medische voorgeschiedenis, allergieën en medicijngebruik besproken. Soms worden er aanvullende onderzoeken gedaan zoals een bloedonderzoek of en hartfilmpje.
Contactpersoon
Uw contactpersoon kan uw partner en/of een naaste zijn. Deze kan een belangrijke rol spelen in uw herstel en bij praktische zaken. Uw contactpersoon is ook het eerste aanspreekpunt voor verpleegkundigen en artsen. U kiest zelf uw contactpersoon. Informatie wordt alleen aan uw contactpersoon gegeven.
Opnameduur
Voor een darmoperatie wordt u gemiddeld 3 tot 5 dagen opgenomen. Dit is afhankelijk van de grootte van de ingreep en hoe snel u na de ingreep herstelt.
Herstelprogramma
U heeft zelf een belangrijke rol in het herstelprogramma. Het herstel van de operatie vraagt veel inzet van u. Het is belangrijk dat u voor uw operatie in een zo goed mogelijke conditie bent. Dit betekent dat u in de weken voor de operatie voldoende moet bewegen en goed en gezond moet eten.
Zie ook Werken aan een goede conditie voor uw darmoperatie
Meenemen
In de folder Opname in het Diakonessenhuis kunt u lezen wat u mee moet nemen voor uw opname.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Opname
De dag voor de opname wordt u gebeld door de secretaresse. Zij vertelt u waar en hoe laat u zich moet melden in het ziekenhuis. Dit is afhankelijk van het soort operatie, de voorbereiding en het tijdstip van de operatie. Zorg dat u op het afgesproken tijdstip aanwezig bent.
Op de verpleegafdeling
- De verpleegkundigen van de afdeling maken u en uw partner/naaste wegwijs op de afdeling en bereiden u verder voor op de operatie.
- Een verpleegkundige neemt met u door of alle noodzakelijke voorbereidingen zijn getroffen. Zo nodig wordt bloed bij u afgenomen ter voorbereiding op de operatie.
- Vanaf vandaag krijgt u dagelijks een injectie Fraxiparine om de kans op trombose te verkleinen. De injecties worden in de avond gegeven. Soms is het noodzakelijk om thuis, na de opname, ook nog deze injecties te krijgen. Dan leren we u hoe u (of uw naaste) dit zelf kunt doen.
- Een goede voeding voor de operatie helpt om sneller te herstellen. Daarom krijgt u de avond voor de operatie een koolhydraatrijke drank te drinken (Pre-Op). U krijgt dit niet als u diabetes heeft.
- U mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie Pre-Op en water drinken.
- Gebruikt u medicijnen? De verpleegkundige of arts vertelt u welke medicijnen u gewoon mag innemen en welke u eventueel (tijdelijk) niet mag innemen.
- U krijgt om beide polsen een bandje met uw naam en een barcode. Dit houdt u om totdat u met ontslag gaat.
- Tijdens de hele opname kunt u met al uw vragen bij het team van de verpleegafdeling terecht.
De operatiedag
Voor de operatie gaat u douchen. U krijgt een operatiejasje en broekje aan, u krijgt een schoon bed, u gaat plassen, u verwijdert eventueel uw gebit en doet alle sieraden af.
Een uur voor de operatie krijgt u pre-medicatie bestaande uit een voorbereiding op de pijnstilling, een maagbeschermer en soms een rustgevend medicijn. De anesthesioloog heeft deze medicatie vastgesteld tijdens de preoperatieve screening.
Als u een ruggenprik krijgt, heeft de anesthesioloog dit tijdens de preoperatieve screening met u besproken.
Als de voorbereidingen klaar zijn, brengt een verpleegkundige u met uw bed naar de operatie-unit.
De operatie
De ingreep kan via een kijkoperatie of via een klassieke operatie plaatsvinden. De chirurg heeft u verteld welke operatie bij u wordt uitgevoerd.
Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd, verbindt de chirurg de resterende darmdelen weer met elkaar. Deze verbinding noemen we een ‘darmanastomose’ of ‘darmnaad’.
De chirurg belt in principe de eerste contactpersoon als de operatie klaar is.
Uitslaapkamer
Na de operatie verblijft u enkele uren op de uitslaapkamer. U heeft dan een aantal slangetjes om u heen. Sommige daarvan houden uw lichaamsfuncties in de gaten, zoals uw hartslag en bloeddruk. Andere slangetjes ondersteunen uw lichaam na de ingreep, zoals infuus, zuurstof, eventuele drain en blaaskatheter. Afhankelijk van de operatie en uw medische voorgeschiedenis verblijft u een nacht op de Intensieve Care of gaat u terug naar de verpleegafdeling. Als u naar de Intensive Care gaat, heeft de anesthesioloog dit vooraf met u besproken. Zodra u terug bent op de verpleegafdeling of de Intensive Care neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met uw contactpersoon. Dit is een paar uur nadat de chirurg heeft gebeld.
Terug op de afdeling
- U heeft één of meer infusen om vocht en eventueel medicijnen toe te dienen. Aan het infuus is meestal een pijnpompje bevestigd. Via het pijnpompje kunt u zelf medicatie toedienen wanneer u pijn heeft. Daarnaast krijgt u van een verpleegkundige op vaste tijden pijnstilling via het infuus of in tabletvorm. De verpleegkundige vraagt u regelmatig hoe het met de pijn gaat. Zo nodig kan de pijnstilling in overleg met de arts aangepast worden. Het is belangrijk dat pijn uw functioneren niet belemmert. We adviseren u bij pijn of gevoeligheid het wondgebied te ondersteunen met uw hand of een kussentje, bijvoorbeeld bij hoesten.
- Het kan zijn dat u een drain (een slangetje in het operatiegebied) heeft voor de afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht.
- Een slangetje in uw blaas zorgt voor de afloop van urine (blaaskatheter).
- Een slangetje in uw neus zorgt voor toediening van zuurstof.
- De verpleegkundige controleert regelmatig uw temperatuur, pols en bloeddruk.
Na de operatie
Na een buikoperatie is het belangrijk de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden om het risico op een buikwandbreuk te verkleinen. Tijdens de opname mag u daarom geen gebruik maken van de optrekbeugel (papegaai) boven het bed. Ook mag u de eerste zes weken na de operatie niet meer tillen dan 4 tot 5 kilo. De fysiotherapeut en de verpleegkundige geven u instructies hoe u het beste uit bed kunt komen om de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden.
Na de operatie kan het zijn dat u enige tijd last heeft van vermoeidheid. Dit kan komen doordat het lichaam hard aan het werk is om te herstellen. Sommige medicijnen (zoals morfine) kunnen ook voor vermoeidheid zorgen.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de dikke darm de kans op complicaties aanwezig, zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfecties.
Bij operaties aan de darm kan zich ook nog een ernstige complicatie voordoen als de naad (anastomose) niet goed vastgroeit. Er kan dan ontlasting lekken in de buik. In dat geval volgt meestal een nieuwe operatie, waarbij de naad zo mogelijk wordt hersteld en (al dan niet tijdelijk) een stoma wordt aangelegd.
Dagprogramma gedurende de herstelperiode in het ziekenhuis
De eerste dagen na de operatie is het belangrijk dat u actief werkt aan uw herstel. Dit doet u met ondersteuning van chirurgen, zaalartsen, verpleegkundigen, zo nodig fysiotherapeuten en diëtisten. Zij zetten zich samen met u in om uw operatie en de herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen.
- Om de darmbewegingen na de operatie weer op gang te krijgen, is het belangrijk om zodra dat mogelijk is, weer te gaan drinken. Probeer een halve liter te drinken na de operatie. Als dat goed gaat krijgt u een optimaal eiwitrijk dieet.
- Verspreid het eten over de dag en kauw zo goed mogelijk. U kunt het beste aan tafel eten. Probeer de komende dagen het dieet uit te breiden. De voedingsassistent komt regelmatig bij u langs om eten en drinken aan te bieden. Zo nodig wordt een diëtiste om advies gevraagd.
Zie ook Adviezen voor een eiwit en energieverrijkt dieet - Als u misselijk bent, bespreek dit dan met de verpleegkundige voor eventueel medicatie.
- Het is belangrijk dat u snel weer in beweging komt na de operatie. Bewegen is goed voor uw herstel. Door snel weer uit bed te komen zorgt u voor een sneller herstel van zowel spieren, longen, botten en conditie. Hierdoor neemt de kans op complicaties af. De eerste dagen helpen we u met uit bed komen tot u dit zelf kunt.
Zie ook Beter uit bed - De dagen na de operatie helpen we u zo nodig met de lichamelijke zorg tot u dit zelf weer kunt.
- De eerste 48 uur mag u niet douchen.
- Als u pijn heeft ondanks de pijnstilling, bespreek dit dan met de verpleegkundige.
- De dagen na de operatie worden na overleg met de chirurg, de lijnen verwijderd zoals infuus, blaaskatheter, drain en pijnpompje.
- De wonden op uw buik worden iedere dag gecontroleerd op herstel. Na 48 uur mogen de pleisters eraf. De (bruine) hechtpleisters moeten 10 tot 14 dagen blijven zitten.
- We bespreken de ontslagdatum zo snel mogelijk, afhankelijk van uw herstel.
- Soms is het noodzakelijk nazorg te regelen. Dit bespreken wij dan met u en/of met uw naaste.
- Wanneer u een operatie heeft gehad in verband met darmkanker, moet u 4 weken Fraxiparine gebruiken om trombose te voorkomen. Fraxiparine geven we u via een prik. U of uw naaste leert dit zelf te doen tijdens uw verblijf.
Ontslag
U kunt met ontslag als dit het geval is:
- De pijn is onder controle, eventueel met pijnmedicatie
- U eet en drinkt goed.
- U beweegt/loopt zoals voor de operatie.
- De lichamelijke controles zijn goed.
- Bloeduitslagen zijn goed.
- De ontlasting is op gang.
- De wondjes herstellen goed.
- Medicatie is geregeld.
- U of uw naaste kan zelf Fraxiparine toedienen.
Vervolgafspraken
Poliklinische controle bij de chirurg
Bij ontslag krijgt u een vervolgafspraak mee voor controle op de polikliniek. Deze controle vindt meestal na ongeveer twee weken plaats. De chirurg kijkt hoe het met u gaat en u kunt vragen stellen. Het is handig om de vragen van tevoren op te schrijven. Als bij ontslag de uitslag van het weefselonderzoek nog niet bekend is, komt u eerder terug op de poli om deze uitslag te krijgen. Hoelang u onder poliklinische controle blijft, hangt samen met de aard van uw ziekte. De arts zal dit met u bespreken.
Uitslag
De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde (darm)weefsel is na ongeveer 10 dagen bekend. De chirurg bespreekt de uitslag met u tijdens uw opname, als u dan nog opgenomen bent. Anders bespreekt de chirurg de uitslag met u tijdens de controle-afspraak op de polikliniek. U hoort dan ook hoe de behandeling eventueel verder gaat.
Telefonische afspraak met de coloncareverpleegkundige
De coloncareverpleegkundige belt u binnen twee weken na ontslag om te horen hoe het met uw herstel gaat. U kunt dan ook vragen stellen.
Adviezen voor thuis
Hechtingen
Vaak lossen hechtingen vanzelf op. Het is mogelijk dat er niet-oplosbare hechtingen geplaatst zijn en dat deze nog niet verwijderd zijn als u met ontslag gaat. In overleg met de zaalarts kunnen de hechtingen dan 12 tot 14 dagen na de operatie door de huisarts of tijdens de controle bij de chirurg worden verwijderd.
Pijnstilling
Voor het bestrijden van eventuele wondpijn kunt u tot de controle-afspraak de voorgeschreven pijnstilling gebruiken, als dat nodig is. Bij het gebruik van bepaalde medicatie, denk aan morfinetabletten, mag u niet deelnemen aan het verkeer. Wees hierop alert. Tijdens de controle-afspraak kunt u het verdere gebruik van pijnstillers bespreken met de chirurg.
Ontlasting
Het is belangrijk dat de ontlasting na de operatie soepel blijft. De zaalarts kan u hiervoor medicijnen voorschrijven voor thuis. Als de ontlasting goed op gang is, mag u deze medicatie afbouwen. Let erop dat u geen verstopping of diarree krijgt. Als dat gebeurt, neem dan contact op met de polikliniek Chirurgie of de coloncareverpleegkundige. Het telefoonnummer vindt u onder het kopje Telefoonnummers.
Leefregels
Blijf in beweging
Voor uw herstel is het belangrijk dat u in beweging blijft. Wat u wel of niet kunt doen, hangt af van hoeveel last u heeft van de het wondgebied. Het is goed om de komende tijd aan uw conditie te werken. Zie ook de folder Beter uit bed.
Wees voorzichtig met zwaar werk
Om de buikwand zo goed mogelijk te laten genezen is het belangrijk dat u de eerste 6 weken na de operatie uw buikspieren niet te zwaar belast. Til gedurende deze periode niet meer dan 4 tot 5 kilo. Het tillen van spullen en ander lichamelijk werk mag geen pijn geven aan de buik of de plek van de operatie. Verder geldt: dat wat u kunt doen, mag ook. Het is dus belangrijk dat u luistert naar uw lichaam.
Eet eiwitrijk
Wij adviseren u een eiwitrijke voeding, omdat eiwitten zorgen voor een beter herstel na een operatie (zie de folder Adviezen voor een eiwit- en energieverrijkte voeding).
Zie ook de folder Naar huis na een darmoperatie.
Wanneer u weer hersteld bent, hangt af van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en uw conditie voor en na de operatie. Zorg dat u thuis verder aan uw herstel werkt. Het duurt in totaal 2 tot 6 weken om volledig te herstellen.
Wanneer moet u ons bellen?
Neem in de volgende gevallen contact op met het ziekenhuis:
- als u aanhoudend koorts heeft
- als pijn 1 uur na het innemen van de afgesproken pijnmedicatie ondraaglijk blijft
- bij veranderingen aan de wond (roodheid, warmte, zwelling en/of pus uit de wond)
Tijdens kantoortijden
De eerste 24 uur na ontslag belt u tijdens kantoortijden met de afdeling waar u behandeld bent. De dagen erna belt u tijdens kantoortijden met de polikliniek Chirurgie.
Buiten kantoortijden
Buiten kantoortijden belt u in geval van spoed het algemene nummer van het ziekenhuis 088 250 5000. Vraag naar de dienstdoende arts-assistent Chirurgie.
Telefoonnummers
Polikliniek Chirurgie
088 250 5333
Opnameplanner Chirurgie
088 250 5333
Coloncareverpleegkundige Chirurgie
088 250 6639 (maandag en donderdag van 13.00 tot 15.00 uur)
Stomaverpleegkundige
088 250 5761 (op werkdagen van 7.30 tot 16.00 uur)
Verpleegkundig specialist
088 250 6562
Verpleegafdeling Maag-darm-leverziekten en chirurgie (F1)
088 250 6451 (kamer 23-26) / 088 250 6452 (kamer 15-22)
Algemeen nummer Diakonessenhuis
088 250 5000
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 10 november 2025
Code: MDL33