Operatie aan de dunne darm
U wordt binnenkort opgenomen voor een operatie aan de dunne darm. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond deze operatie. Het is goed u te realiseren dat uw situatie anders kan zijn dan beschreven. Stel daarom uw specifieke vragen aan de chirurg, casemanager (verpleegkundig specialist) of coloncareverpleegkundige. Laat uw partner en/of andere naasten de informatie doorlezen zodat ook zij zich een beeld kunnen vormen van de operatie en de herstelperiode.
Functie van de dunne darm
Ons voedsel komt via de mond, slokdarm, maag en twaalfvingerige darm (duodenum) in de dunne darm. De dunne darm zorgt ervoor dat voedsel verteerd wordt en dat belangrijke voedingsstoffen worden opgenomen in het lichaam. De dunne darm is ongeveer vijf meter lang en bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, nuchtere darm (jejunum) en de kronkeldarm (ileum).
De twaalfvingerige darm is 25 centimeter lang. Hier wordt het eten gemengd met spijsverteringsenzymen die aangemaakt zijn door de lever en alvleesklier. Het tweede gedeelte van de dunne darm, de nuchtere darm, is twee meter lang. Hier wordt een groot deel van de voedingsstoffen opgenomen uit onze voeding.
Het laatste deel, de kronkeldarm, is drie meter lang. Hier wordt onder andere vitamine B12 opgenomen in het lichaam. Daarnaast kan de kronkeldarm de functie van de nuchtere darm overnemen als deze ziek is of minder goed functioneert. Hierdoor gaan er geen belangrijke voedingsstoffen verloren. Na de dunne darm volgen de dikke darm, de endeldarm en de anus.
Klachten bij afwijkingen aan de dunne darm
Klachten die bij afwijkingen aan de dunne darm optreden, zijn sterk afhankelijk van de aard en de plaats van de afwijking. Klachten die kunnen optreden zijn:
- bloed of slijm in de ontlasting
- buikpijn, vaak met krampen
- veranderde stoelgang
- diarree of verstopping
- winderigheid
- misselijkheid en gewichtsverlies
- vermoeidheid
- bloedarmoede
Kenmerken van een operatie aan de dunne darm
Wat is een dunnedarmoperatie?
Bij een dunnedarmoperatie wordt een gedeelte van de dunne darm verwijderd. Er zijn verschillende afwijkingen van de dunne darm waarvoor een operatie nodig is. De meest bekende afwijkingen zijn ontstekingen, verklevingen die de doorgang belemmeren en tumoren. Tumor is het Latijnse woord voor zwelling. Een tumor kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Daarnaast zijn er ook zeldzame afwijkingen waarvoor een dunnedarmresectie noodzakelijk is. Het soort operatie is afhankelijk van de oorzaak van de afwijking en de plaats van de afwijking in de dunne darm.
De ingreep kan via een kijkoperatie of via een klassieke operatie plaatsvinden. De chirurg heeft u verteld welke operatie bij u wordt uitgevoerd.
Weefselonderzoek
Tijdens de operatie wordt de afwijking verwijderd. Na de operatie wordt het darmweefsel onderzocht door een patholoog. De uitslag van het microscopisch onderzoek is na ongeveer een week bekend. De chirurg zal de uitslag met u bespreken tijdens de opname of op de polikliniek en adviseert u zonodig over een aanvullende behandeling.
De opnameduur
Voor uw darmoperatie wordt u gemiddeld 3 tot 5 dagen opgenomen. De precieze duur is afhankelijk van hoe snel u herstelt.
Betrokken hulpverleners
Tijdens de opname zijn afdelingsverpleegkundigen, coloncareverpleegkundigen, de chirurg, de zaalarts of physician assistant, diëtist en fysiotherapeut betrokken bij uw herstel. Als u darmkanker heeft wordt u, voor de opname en na de eerste poliklinische controle, begeleidt door uw casemanager.
Uw eigen rol
U heeft zelf een belangrijke rol in het herstel.
- Het is belangrijk dat u al snel na de operatie weer in beweging komt. De verpleegkundigen van de afdeling begeleiden u hierbij. Door snel weer in beweging te komen werkt u aan uw conditie en is er minder kans op complicaties. We streven ernaar om u op de dag van de operatie al in de stoel te helpen. Dit bouwen we iedere dag verder op. Meer informatie vindt u in de folder 'Beter uit bed'.
- Tijdens het herstel heeft uw lichaam vaak een verhoogde behoefte aan eiwit, energie, vitamines en mineralen. Goede voeding is belangrijk voor een goed herstel en voor een goede werking van de darmen. Daarnaast komt de spijsvertering sneller op gang na een operatie als de darmen gestimuleerd worden door te eten. U mag al kort na de operatie starten met drinken. Als dit goed gaat, kunt u uw dieet uitbreiden naar een optimaal dieet met eiwitrijke tussendoortjes Wij adviseren u tijdens de maaltijden aan tafel te zitten.
Voorbereidingen vóór de opname
Afspraak met de Maag-, Darm-, Leververpleegkundige
Na uw bezoek aan de chirurg heeft u een afspraak bij de coloncareverpleegkundige. Hier bespreekt u de voorbereiding op de operatie en uw herstelprogramma. Deze afspraak duurt gemiddeld een uur.
De coloncareverpleegkundige geeft u voorlichting over de operatie, de voorbereiding en de herstelperiode. Bovendien krijgt u informatie over de belangrijke rol die u zelf speelt bij het herstel. De verpleegkundige spreekt de stappen van het herstelprogramma met u door.
De coloncareverpleegkundige stelt u vragen over uw gezondheid die van belang zijn voor een succesvolle behandeling en een goed herstel (anamnese). Hij/zij bespreekt met u of u na de operatie thuis hulp nodig heeft, zodat u tijdig daarover afspraken kunt maken met uw partner of naasten. Als extra hulp (bijvoorbeeld thuiszorg) nodig is, wordt de aanvraag hiervoor tijdens uw opname gedaan. Eventuele huishoudelijke hulp moet u zelf regelen via de gemeente.
Indien nodig maakt de coloncareverpleegkundige voor u een afspraak met andere zorgverleners, zoals een diëtist, of fysiotherapeut of een geriater (arts gespecialiseerd in ouderengeneeskunde). Een goede voorbereiding op de operatie kan het herstel na de operatie bevorderen en de kans op complicaties verminderen. De zorgverleners kunnen u daarbij helpen.
Tijdens het gesprek kunt u natuurlijk ook terecht met uw eigen vragen. Het kan handig zijn vooraf uw vragen op papier te zetten.
Preoperatieve screening
Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we naar uw gezondheidssituatie en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.
Verdoving
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Meer informatie over de narcose vindt u in de folder 'Algehele en regionale anesthesie'. In deze folder vindt u ook voorschriften over nuchter zijn en medicatiegebruik.
Roken
Wij raden u aan minstens twee dagen voor de operatie te stoppen met roken.
Contactpersoon
We proberen uw partner en/of naasten ook goed op de hoogte te stellen, zodat zij u bij de voorbereiding op uw operatie en uw herstelperiode na de operatie goed kunnen ondersteunen. We vinden het fijn als u iemand meeneemt naar uw bezoek aan de coloncareverpleegkundige.
Meenemen naar het ziekenhuis
In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ leest u wat u mee moet nemen op de dag van opname.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
Opname en operatie
Melden
Meestal wordt u op de operatiedag opgenomen. In de sommige gevallen wordt u een dag vóór de operatie opgenomen. Dit is afhankelijk van het tijdstip van de operatie. U wordt een dag voor de opname gebeld door de secretaresse wanneer en hoe laat u zich moet melden. Tevens wordt u verteld van wanneer u nuchter moet blijven voor de ingreep. Een dag voor de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Op het afgesproken tijdstip kunt u zich melden bij de secretaresse van verpleegafdeling F1: Maag-darm-leverziekten en Chirurgie. De secretaresse zorgt ervoor dat u wordt ontvangen door de verpleegkundige van de afdeling.
Op de afdeling
Verpleegkundigen maken u wegwijs op de afdeling en bereiden u (verder) voor op de operatie:
- De verpleegkundige van de afdeling brengt u op de hoogte van de gang van zaken op de afdeling en neemt met u door of alle noodzakelijke voorbereidingen zijn getroffen.
- Er wordt zo nodig bloed bij u afgenomen ter voorbereiding voor de operatie.
- Vanaf vandaag krijgt u dagelijks een injectie Fraxiparine om de kans op trombose te verminderen. De injecties worden in de avond gegeven. Soms is het noodzakelijk om thuis, na de opname, ook nog deze injecties te gebruiken. Dan is het prettig als u tijdens de opname al leert hoe u dit zelf thuis kan doen.
- Een goede voedingstoestand voor de operatie kan bijdragen aan het herstel. Daarom krijgt u de avond voor de operatie - als u opgenomen bent - een koolhydraatrijke voorbereidingsdrank (Pre-Op). Als u diabetespatiënt bent krijgt u deze drank niet.
- U mag tot 6 uur voor de operatie eten en tot 2 uur voor de operatie Pre-Op en water drinken. Daarna mag u tot de operatie niets meer eten en drinken.
- Gebruikt u medicijnen? De verpleegkundige of arts vertelt u welke medicijnen u gewoon mag innemen en welke u eventueel (tijdelijk) niet mag innemen.
- Van de verpleegkundige hoort u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.
- U krijgt om beide polsen een bandje met uw naam en een barcode. Deze houdt u om totdat u met ontslag gaat.
- Tijdens de hele opname kunt u met al uw vragen bij het team van de verpleegafdeling terecht.
Voorbereiding op de operatie
- Voor de operatie gaat u douchen. U krijgt een operatiejasje en -broekje aan, u krijgt een schoon bed, u gaat plassen, u verwijdert eventueel uw gebit en doet alle sieraden af.
- Een uur voor de operatie krijgt u ‘pre-medicatie’ bestaande uit een voorbereiding op de pijnstilling, een maagbeschermer en soms een rustgevend medicijn. De anesthesioloog heeft deze medicatie vastgesteld tijdens uw bezoek aan de POS.
- Als u een ruggenprik krijgt, heeft de anesthesioloog dit tijdens uw bezoek aan de POS met u besproken.
- Als de voorbereidingen klaar zijn, brengt een verpleegkundige u met uw bed naar de operatiekamer voor de narcose en de operatie.
De operatie
De ingreep kan via een kijkoperatie of via een klassieke operatie plaatsvinden. De chirurg heeft u verteld welke operatie bij u wordt uitgevoerd. Nadat het aangedane darmdeel is verwijderd, verbindt de chirurg de resterende darmdelen.
Duur van de operatie
De duur van de operatie hangt af van de soort operatie en de omstandigheden. Gemiddeld duurt de operatie anderhalf uur. In principe belt de chirurg uw eerste contactpersoon als de operatie klaar is.
Na de operatie
Uitslaapkamer
Na de operatie bent u enkele uren op de uitslaapkamer. Als u goed wakker en stabiel bent, mag u terug naar de verpleegafdeling. In sommige gevallen (hartfalen, longaandoening) wordt u eerst een nacht opgenomen op de Intensive Care. De anesthesist heeft dit dan vooraf met u besproken. Ook als uw lichaamsfuncties bij de controles nog niet stabiel zijn, wordt u opgenomen op de Intensive Care. Als u terug bent op de verpleegafdeling of de Intensive Care, neemt de verpleegkundige telefonisch contact op met uw partner en/of naasten). Dit is een paar uur nadat de chirurg heeft gebeld.
Terug op de verpleegafdeling
- U heeft één of meer infusen om vocht en eventueel medicijnen toe te dienen.
- Aan het infuus is meestal een pijnpompje bevestigd. Via het pijnpompje kunt u zelf medicatie toedienen als u pijn heeft
- Daarnaast krijgt u van een verpleegkundige op vaste tijden pijnstilling via het infuus of in tabletvorm. De verpleegkundige vraagt u regelmatig hoe het met de pijn gaat. Zo nodig kan de pijnstilling in overleg met de arts aangepast worden. Het is van groot belang dat pijn uw functioneren niet belemmert. We adviseren u bij pijn of gevoeligheid het wondgebied te ondersteunen met uw hand of een kussentje, bijvoorbeeld bij hoesten.
- Het kan zijn dat u een drain (een slangetje in het operatiegebied) heeft voor de afvoer van eventueel bloed en inwendig wondvocht.
- Een slangetje in uw blaas zorgt voor de afloop van urine (blaaskatheter).
- Een slangetje in uw neus zorgt voor toediening van zuurstof.
- De verpleegkundige meet regelmatig uw temperatuur, pols en bloeddruk.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een operatie aan de dunne darm de kans op complicaties aanwezig zoals trombose, longontsteking, nabloeding en wondinfecties.
Bij operaties aan de darm kan zich ook nog een ernstige complicatie voordoen als de naad (anastomose) niet goed vastgroeit en er ontlasting gaat lekken in de buik. In dat geval volgt meestal een nieuwe operatie.
Na een buikoperatie is het belangrijk de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden om het risico op een buikwandbreuk te verkleinen. Tijdens de opname mag u daarom geen gebruik maken van de optrekbeugel (papegaai) boven het bed. Ook mag u de eerste zes weken na de operatie niet meer tillen dan 4 tot 5 kilo. De fysiotherapeut en de verpleegkundige geven u instructies hoe u het beste uit bed kunt komen om de druk op de buikspieren zo klein mogelijk te houden.
Dagprogramma gedurende de herstelperiode in het ziekenhuis
De dagen na de operatie is het belangrijk dat u actief werkt aan uw herstel. Dit doet u met ondersteuning van chirurgen, zaalartsen, verpleegkundigen, zo nodig fysiotherapeuten en diëtisten. Zij zetten zich samen met u in om uw operatie en de herstelperiode zo goed mogelijk te laten verlopen.
De dag van de operatie
- Om de darmbewegingen na de operatie weer op gang te krijgen is het belangrijk om, zodra dat mogelijk is, weer te gaan drinken. Probeer een halve liter te drinken na de operatie. U kunt misselijk zijn. De verpleegkundige kan u een middel tegen misselijkheid geven. Vraag er gerust om.
- Het is belangrijk dat u snel weer in beweging komt. Weinig bewegen is slecht voor uw spieren. Het herstel daarvan kan weken tot maanden duren. Door snel te starten met uit bed komen zorgt u voor een sneller herstel van zowel spieren, longen, botten en conditie. Hierdoor neemt de kans op complicaties af. Zie de folder beter uit bed.
De eerste dag na de operatie
- Bij de lichamelijke verzorging zult u vandaag nog hulp nodig hebben van de verpleegkundige. De verpleegkundige die u deze dag verzorgt, is uw aanspreekpunt. Hij/zij loopt visite met de arts en geeft u de nodige medicatie.
- Als u pijn heeft ondanks de pijnstilling, aarzel dan niet dit te bespreken met de verpleegkundige. Deze kijkt dan samen met de zaalarts naar een oplossing.
- De verpleegkundige verwijdert vandaag zo mogelijk, na overleg met de arts, uw blaaskatheter.
- U krijgt een optimaal dieet met eiwitrijke tussendoortjes. U kunt het best aan tafel eten. Verspreid het eten over de dag en kauw zo goed mogelijk. De voedingsassistent vraagt u geregeld of u iets wilt eten of drinken. Als u misselijk bent, meld dit dan aan de verpleegkundige. Deze kan dan via het infuus een medicijn geven tegen de misselijkheid.
- Probeer meer dan een liter te drinken. Zodra u voldoende drinkt, kan het infuus verwijderd worden.
- Het streven is dat u deze dag een aantal keer uit bed komt in de stoel b.v. bij de maaltijden. De verpleegkundigen en zo nodig de fysiotherapeut ondersteunen u hierbij. Afhankelijk van hoe het met u gaat, wordt dit de komende dagen uitgebreid.
- U start met kauwtabletten magnesium. Deze zorgen er voor dat de ontlasting soepel wordt en makkelijker langs het operatiegebied kan.
- Vanaf vandaag adviseren wij u 2x per dag kauwgom te kauwen gedurende een halfuur tot een uur. Dit is om de spijsvertering te bevorderen en de aanmaak van spijsverteringsenzymen te stimuleren. U krijgt een pakje kauwgom van de verpleging.
De tweede dag na de operatie
- Het wondverband wordt indien mogelijk verwijderd. In principe bent u vandaag verlost van alle slangetjes die het bewegen belemmeren. De verpleegkundige helpt u met douchen. Wanneer u het prettig vindt, kunt u uw gewone kleding weer aan.
- De pijnstilling via het pijnpompje proberen wij af te bouwen en te stoppen. Vanaf vandaag krijgt u, in principe, alleen nog op vaste tijden pijnstilling in tabletvorm. De vaste tijden zijn belangrijk om de bloedspiegel van pijnmedicatie stabiel te houden. Als u pijn heeft, geef dit dan vandaag ook aan de verpleegkundige door.
- Probeer minimaal 1,5 liter te drinken. Als u nog een infuus heeft, kan dit worden verwijderd.
- U krijgt een optimaal dieet met eiwitrijke tussendoortjes. U kunt het best aan tafel eten.
- We stimuleren u steeds meer te bewegen: in de stoel zitten en gaan lopen. De verpleegkundige ondersteunt u hierbij. Zorg dat u een boek of iets anders binnen handbereik heeft, zodat u zich op een prettige manier kunt ontspannen.
De derde dag na de operatie
- Het ontslag naar huis komt steeds dichterbij. Bij een vlot herstel kunt u aan het eind van deze dag al naar huis als dat medisch verantwoord is. Als u nog niet naar huis kunt, wordt er een streefontslagdatum vastgesteld. Soms is het noodzakelijk thuiszorg te regelen. Dit bespreken wij dan samen met u. Heeft u of uw partner en/of naaste vragen over het naderende ontslag? Stel ze dan gerust.
- U eet een optimaal dieet met eiwitrijke tussendoortjes. U kunt het best aan tafel eten. Uw darmen functioneren het beste als er weer voedsel in komt. Probeer steeds meer uit wat u kunt verdragen. Het is de bedoeling dat u in korte tijd weer eet wat u gewend was.
- Ook vandaag moet u uw bed een aantal keren in en uit. Het streven is zo min mogelijk in bed te zijn, te eten aan tafel en stukjes te gaan lopen. Dit is bedoeld om de conditie te behouden en het herstel te bevorderen.
- Als u een operatie heeft gehad in verband met darmkanker, moet u 4 weken Fraxiparine gebruiken om trombose te voorkomen. Fraxiparine wordt via een prik toegediend. Vanaf vandaag leert u hoe u dat zelf kunt doen.
- Vergeet niet eventuele vragen vandaag nog te stellen aan de verpleging of de afdelingsarts. Laat uw partner/familie alvast de kleding meenemen die u wilt dragen als u naar huis gaat.
De balans opmaken
We kijken terug op uw herstel en bespreken of u naar huis kunt. Alleen als u onvoldoende herstelt en ziekenhuiszorg noodzakelijk is, blijft u langer opgenomen. We treffen voorbereidingen voor uw ontslag zoals het schrijven van recepten en het maken van controle-afspraken.
Klaar voor ontslag?
Voordat u naar huis gaat:
- is de pijn onder controle met de pijnmedicatie
- moet u gewoon kunnen eten en zelfstandig kunnen lopen
- zijn alle slangen verwijderd
- is uw lichaamstemperatuur lager dan 38 graden Celsius
- moet uw ontlasting op gang zijn
- genezen de wond of wondjes goed
- is eventuele thuiszorg geregeld
Zo nodig bepalen we een aantal bloedwaarden. Als de afdelingsarts deze uitslagen goed vindt, kunt u naar huis.
Medicatievoorschriften worden naar uw apotheek doorgestuurd.
Fraxiparine prikken
Als u Fraxiparine moet blijven prikken (dit is doorgaans het geval bij operaties vanwege darmkanker), dan moet u dit tot vier weken na de operatie doen. U leert het prikken tijdens uw opname.
Vervolgafspraken
U krijgt een afspraak mee voor poliklinische controle bij:
- de chirurg
- de coloncareverpleegkundige (telefonisch)
- de diëtiste, indien nodig
Adviezen voor thuis
Hechtingen
Meestal worden oplosbare hechtingen gebruikt. Deze hoeven niet verwijderd te worden.
Soms worden niet-oplosbare hechtingen geplaatst. Als deze nog niet zijn verwijderd als u met ontslag gaat, kunnen deze in overleg met de zaalarts 12 tot 14 dagen na de operatie door de huisarts of tijdens de controle bij de chirurg worden verwijderd.
Pijnstilling
Voor het bestrijden van eventuele wondpijn gebruikt u de voorgeschreven pijnstilling tot de controle-afspraak. Bij het gebruik van bepaalde medicatie, denk aan morfinetabletten, mag u niet deelnemen aan het verkeer. Wees hier alert op. Tijdens de controle-afspraak kunt u het verdere gebruik van pijnstillers bespreken met de chirurg.
Ontlasting
Het is belangrijk dat de ontlasting na de operatie soepel blijft. Hiervoor krijgt u van de zaalarts eventueel medicijnen voorgeschreven voor thuis. Als de ontlasting goed op gang is mag deze medicatie afgebouwd worden.
Controle-afspraak op de polikliniek
Bij ontslag krijgt u een vervolgafspraak voor controle op de polikliniek. Deze controle vindt meestal na ongeveer twee weken plaats. De chirurg kijkt hoe het met u gaat en er is gelegenheid voor het stellen van vragen. Het is handig om de vragen vooraf op te schrijven. Mocht bij ontslag de uitslag van het weefselonderzoek nog niet bekend zijn, dan wordt u al eerder verwacht op de polikliniek om deze uitslag te krijgen. Hoelang u onder poliklinische controle blijft, hangt samen met de aard van uw ziekte. De arts zal dit met u bespreken.
Uitslag
De uitslag van het microscopisch onderzoek van het verwijderde (darm)weefsel is na ongeveer 10 dagen bekend. Als u dan nog opgenomen bent, bespreekt de chirurg de uitslag met u tijdens uw opname. Als u dan al met ontslag bent, bespreekt de chirurg de uitslag met u tijdens de controle-afspraak op de polikliniek. De chirurg adviseert u zo nodig over een aanvullende behandeling.
Contact coloncareverpleegkundige
De coloncareverpleegkundige neemt binnen één week na ontslag telefonisch contact met u op. Als er thuis vragen bij u opkomen of als zich problemen voordoen, aarzel dan niet om zelf contact op te nemen met de coloncareverpleegkundige. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Ook buiten kantooruren kunt u via dit telefoonnummer terecht. U krijgt dan een afdelingsverpleegkundige aan de telefoon.
Neem in de volgende gevallen contact op met de coloncareverpleegkundige:
- koorts (boven de 38,5 C);
- aanhoudend braken hevige buikpijnen;
- wondproblemen;
- problemen met of vragen over de ontlasting.
Leefregels
- Voor uw herstel is het van belang dat u actief blijft. Welke activiteiten u wel of niet kunt doen is afhankelijk van de hinder die u ondervindt aan het operatiegebied. Zie de folder 'Beter uit bed'.
- Beperk de druk op de buikspieren de eerste zes weken na de operatie. We adviseren u gedurende deze periode niet meer dan vier tot vijf kilo te tillen. Het tillen van voorwerpen en het uitvoeren van fysieke inspanning mag in ieder geval geen pijn aan de buikwand en het operatiegebied opleveren.
- Verder geldt: wat u kunt doen, mag ook. Het is dus belangrijk dat u goed luistert naar uw lichaam.
- Na een operatie als deze, kan het zijn dat u lange tijd last heeft van vermoeidheid. Dit komt doordat het lichaam aan het werk is om te herstellen. Ook medicijnen en pijnstillers (zoals morfine) kunnen voor vermoeidheid zorgen.
- Wij adviseren u een eiwitrijke voeding (zie folder) omdat eiwitten zorgen voor een beter herstel na operatie.
- Zie folder 'Naar huis na een darmoperatie'.
Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zult zijn, hangt af van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en uw conditie voor- en na de operatie. Houd er rekening mee dat het herstel thuis verder voortzet en dat u in totaal 2 tot 6 weken nodig heeft om volledig te herstellen.
Telefoonnummers
Polikliniek Chirurgie
088 250 5333
- toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
- toets 2 voor vragen rond opname
- toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
- toets 4 voor overige vragen
Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, telefoonnummer 088 250 8888.
Opnameplanner Chirurgie
088 250 5333 (toets 2)
Coloncareverpleegkundige Chirurgie
088 250 6639 (maandag en donderdag van 13.00 tot 15.00 uur)
Bij spoedgevallen 24 uur bereikbaar
Verpleegkundig specialist darmkanker
Bo Visscher 088 250 5199
Sonja de Stichter 088 250 5047
Verpleegafdeling Maag, darm-, leverziekten en chirurgie (1 F)
088 250 6451 (kamer 23-26) / 088 250 6452 (kamer 15-22)
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 23 februari 2024
Code: MDL33