Operatie van de onderkaakspeekselklier (extirpatie glandula submandibularis)

U wordt binnenkort opgenomen voor een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis). In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de operatie. Het is belangrijk om u te realiseren dat de medische situatie van iedere patiënt verschillend is. Hierdoor kan afgeweken worden van de beschrijving in deze folder. Algemene informatie over een opname kunt u lezen in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Algemeen

De onderkaakspeekselklier

De mens heeft twee onderkaakspeekselklieren (glandula submandibularis), die samen met twee oorspeekselklieren en twee ondertongspeekselklieren de zes grote speekselklieren vormen. Daarnaast bevinden zich nog talloze kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en keelholte. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse speekselproductie.

De onderkaakspeekselklieren liggen onder de tong aan de binnenzijde van de onderkaak (zie figuur). Via een dunne afvoerbuis gaat het speeksel uit deze klier naar een opening vlak achter de voortanden.

Klachten

Ontsteking van de onderkaakspeekselspier

In de klier of in de afvoerbuis naar de mond kunnen stenen voorkomen die de speekselafvoer belemmeren. Wanneer deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de onderkaakspeekselklier ontstaan. Ook zonder speekselstenen kan de onderkaakspeekselklier chronisch ontstoken raken. Heeft verwijdering van de steen via de mond geen effect, is dit niet meer mogelijk of nemen de pijnklachten en de ontstekingen ernstige vormen aan, dan kan de arts besluiten om de aangedane onderkaakspeekselklier te verwijderen.

Goedaardige tumor

Een bobbel onder een kaakrand kan duiden op een tumor in de onderkaakspeekselklier. Over het algemeen geeft deze geen pijnklachten en in ongeveer 50% van de gevallen is de tumor goedaardig. Vaak is sprake van een cyste, pleiomorf adenoom of Warthin tumor. Cysten en Warthin tumoren worden verwijderd, omdat zij vaak ontstoken raken. Een pleiomorf adenoom wordt verwijderd, omdat deze in verloop van jaren kwaadaardig kan worden.

Kwaadaardige tumor

50% van de tumoren van de onderkaakspeekselklier is kwaadaardig. Uw KNO-arts bespreekt de gevolgen bij kwaadaardigheid met u.

Doel van de operatie

Een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier

Een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier wordt ook wel extirpatie van de onderkaakspeekselklier genoemd. Bij deze operatie verwijdert uw behandelend arts de onderkaakspeekselklier, die onder de onderkaak in de hals ligt.

Behandeling door gespecialiseerde hoofd-halschirurgen

Vanwege de complexe anatomie van de hals is het belangrijk dat de operatie plaatsvindt in gespecialiseerde centra voor hoofd-halschirurgie. In het Diakonessenhuis voeren gespecialiseerde KNO-artsen/hoofdhalschirurgen met veel ervaring de operatie uit.

Diagnose

De precieze aard van een tumor in de onderkaakspeekselklier is voor de operatie niet altijd vast te stellen. Naast gerichte vragen en het lichamelijk onderzoek is een echo-onderzoek noodzakelijk. Meestal verricht de arts ook een punctie. De arts prikt de tumor met een dun naaldje via de huid aan, waarna hij cellen uit de tumor zuigt. Een patholoog onderzoekt deze cellen onder een microscoop om meer zekerheid te krijgen over goed- of kwaadaardigheid. Aangezien het stellen van de diagnose ook voor een patholoog lastig blijft, krijgt u altijd het advies om de onderspeekselklier te verwijderen. Bij uitgebreide afwijkingen of bij kwaadaardige tumoren is een CT-scan of MRI-scan van de onderkaakspeekselklier nodig.

Voorbereidingen thuis

Meenemen

In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ staat aangegeven wat u mee moet nemen naar het ziekenhuis. Neem ook uw medicijnlijst mee.

Nuchter en medicijngebruik

Voorschriften over nuchter zijn en medicijngebruik kunt u vinden in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de polikliniek KNO? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Indien u verkouden bent, griep of koorts heeft, kan het zijn dat de KNO-arts/ hoofd-halschirurg de operatie uitstelt. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek.

De opname

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling.

Anesthesie

De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie (verdoving). Uw behandelend arts bespreekt dit met u. De medische term voor verdoving is anesthesie. Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

De operatie

Gang van zaken tijdens de operatie

De arts maakt ongeveer drie cm onder de kaakrand een horizontale huidsnee van vijf cm. Via deze snee verwijdert hij de onderkaakspeekselklier. In dit gedeelte van de hals lopen drie belangrijke zenuwen: een tak van de aangezichtszenuw, de tongzenuw en de smaakzenuw. De KNO-arts/hoofd-halschirurg probeert deze zenuwen te sparen. Voordat de chirurg de wond met hechtingen sluit, brengt hij een wonddrain (een  slangetje) in om wondvocht naar de hals af te voeren.

Bij verdenking op een kwaadaardige tumor verwijdert de chirurg tijdens de operatie meestal ook lymfklieren rondom de onderkaakspeekselklier. Deze stuurt hij op voor microscopisch onderzoek, waarvan hij nog tijdens de operatie de uitslag krijgt. Blijken deze lymfklieren aangetast dan verwijdert de chirurg alle lymfklieren aan deze zijde van de hals. Dit kan het beste tijdens dezelfde operatie gebeuren. Behalve een groter litteken heeft dit geen nadelige gevolgen voor u. Wel is de kans op zenuwbeschadiging iets groter.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer één uur.

Na de operatie

De uitslaapkamer

U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer (recovery) van de operatieafdeling. Wanneer u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.

Pijn

Na de operatie heeft u meestal weinig pijn. De pijn wordt veroorzaakt door de wond en soms door de houding van het hoofd tijdens de operatie. Indien nodig, is paracetamol meestal voldoende als pijnstiller.

Zwelling

In het wondgebied treedt vaak een kleine zwelling op, die na verloop van enkele weken weer verdwenen is. Een forse zwelling kan wijzen op een ontsteking of bloeduitstorting.

Wonddrain

Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen, is een wonddrain (slangetje) in de wond gelegd, die door de huid van de hals weer naar buiten komt. De wonddrain is meestal één tot drie dagen nodig. Over het algemeen kunt u met de wonddrain gewoon naar huis.

Speeksel

Het missen van een onderkaakspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de hoeveelheid speeksel.

Eten

U kunt de avond na de ingreep een lichte maaltijd gebruiken, tenzij uw behandelend KNO-arts/hoofdhalschirurg anders heeft geadviseerd.

Gevoelszenuw

Om een onderkaakspeekselklier zo goed mogelijk te verwijderen, kunnen niet alle gevoelszenuwen van de huid rond de huidsnee behouden worden. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van het operatiegebied. Na verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied steeds kleiner en het herstelt meestal helemaal. Mocht het gevoel niet geheel normaal worden, dan wordt dit in het dagelijks leven meestal nauwelijks als hinderlijk ervaren.

Litteken

De operatiewond ligt in de schaduw van de onderkaak in een bestaande huidplooi. Hierdoor is het litteken na enkele maanden vaak nauwelijks meer zichtbaar.

Complicaties

Nabloeding
Wanneer er veel bloed via de wonddrain afloopt of het operatiegebied dikker wordt, is er sprake van een nabloeding. Het is dan meestal noodzakelijk de wond opnieuw onder narcose te openen om een nog bloedend bloedvaatje dicht te maken. De kans hierop is ongeveer 1%.

Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk of wordt na enkele dagen pijnlijk en zwelt op. De huid rond de wond is of wordt dan ook vaak rood. Neem dan contact op met uw KNO-arts/hoofd-halschirurg. Er kan sprake zijn van een wondinfectie. Soms krijgt u hiervoor een antibioticumkuur. Dit gebeurt vooral wanneer een chronische ontsteking de reden van opereren was. Ook mensen met suikerziekte hebben vaker ontstekingen.

Zenuwbeschadiging
Om een onderkaakspeekselklier zo goed mogelijk te verwijderen is het vrijwel altijd mogelijk om de belangrijkste zenuwen in dat huidgebied te behouden. Zenuwbeschadiging kan ontstaan wanneer een zenuwtakje van de aangezichtszenuw (nervus facialis) wordt beschadigd. Na de operatie is er in minder dan 10% van de gevallen gedurende enkele dagen tot weken enige zwakte in de beweeglijkheid van de mondhoek. Over het algemeen verbetert dit na enkele weken, soms pas na enkele maanden. Meestal kunt u de onderlip aan de geopereerde zijde niet helemaal naar beneden trekken. Zeer zelden ontstaat een blijvend scheve mond, die alleen zichtbaar is bij aanspannen van de spieren van de mondopening. De kans op beschadiging van de zenuwen van de tong (voor gevoel, smaak en beweging) is bij deze operatie zeer klein.

Ontslag

Naar huis

In principe kunt u de dag na operatie naar huis. Soms heeft u nog een drain. In dat geval wordt u de volgende dag voor wondinspectie op de polikliniek KNO/Hoofd-halschirurgie verwacht.

Vervoer

Het is raadzaam om na de operatie niet zelf naar huis te rijden. Regelt u daarom vooraf een taxi of iemand die u naar huis brengt.

Adviezen voor thuis

Na de operatie is van pijnklachten zelden sprake. Mocht u pijn hebben dan kunt u Paracetamol gebruiken. Tot de eerste controleafspraak moet u het verband droog houden en de pleisters laten zitten. Doe het de eerste week rustig aan.

Controleafspraak

Ongeveer één week na de operatie komt u ter controle op de polikliniek KNO-Heelkunde. Tijdens deze afspraak verwijdert de arts de hechtingen en bespreekt uw arts de uitslag van het weefselonderzoek met u. Ook bespreekt hij volgende controleafspraken. Deze zijn onder andere afhankelijk van de wondgenezing en de aard van de aandoening.

Bestraling

Soms is naast de operatie aanvullende bestraling nodig. Dit geldt in het bijzonder voor grote tumoren, tumoren die langs zenuwen groeien of wanneer de lymfklieren in de hals aangetast zijn. Uw arts informeert u hierover.

Problemen

Neem bij problemen contact op met de polikliniek KNO-Heelkunde. De eerste avond en nacht na de operatie kunt u bij problemen via de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis contact opnemen met de KNO-arts/ hoofd-halschirurg. Doen zich na de eerste 24 uur nog problemen voor, neem dan contact op met de polikliniek. Op de momenten dat de polikliniek gesloten is, kunt u uw (waarnemend) huisarts bellen.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met uw KNO-arts/ hoofd-halschirurg.

(Patiënten)organisaties

Meer informatie vindt u op de websites kno.nl en facial-plastic-surgery.nl.

Telefoonnummers

Polikliniek KNO Utrecht / Zeist
088 250 5026

Polikliniek Doorn
088 250 8888

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 17 augustus 2020

Code: KNO32