Permanente asciteskatheter

U krijgt binnenkort een permanente asciteskatheter om uw buikvocht te verwijderen. U wordt hiervoor een dag opgenomen in het Diakonessenhuis. In deze folder vindt u meer informatie over de ingreep. Wij vragen u (en uw naasten) om deze folder goed door te lezen, zodat uw herstel zo min mogelijk belemmerd wordt door onzekerheid en zorgen. Ook raden wij u aan om altijd iemand mee te nemen naar de gesprekken met een zorgverlener.

Algemeen

Waarom krijgt u een asciteskatheter?

U ondervindt al gedurende enige tijd ongemak van een dikke opgezette buik. Dit wordt veroorzaakt door een te hoge productie van vocht in de buikholte. Om het ongemak te verlichten, zijn er bij u in de afgelopen tijd puncties verricht. Dit is belastend voor u, aangezien u naast het ongemak van de punctie zelf hiervoor naar het ziekenhuis moet komen. Een permanente asciteskatheter kan het verwijderen van vocht uit uw buik makkelijker voor u maken.

Wat is een permanente asciteskatheter?

De asciteskatheter is een ‘slangetje’ van ongeveer 40 cm lang, gemaakt van flexibel siliconen materiaal, met daarop een ‘manchetje’ (verdikking). Het gedeelte van de katheter met het manchetje ligt onder de huid. Het manchetje groeit vast in het weefsel onder de huid en zorgt er op die manier voor dat de katheter er niet uit kan glijden. Ook gaat het manchetje infecties tegen die via de insteekplaats van de katheter kunnen ontstaan.

Het uiteinde van de katheter ligt in de buikholte en is voorzien van kleine gaatjes, zodat het buikvocht (ascites) makkelijk via het slangetje uit de buikholte kan stromen. Het gedeelte van de katheter dat buiten het lichaam ligt, heeft een opening die voorzien is van een ‘inwendig’ klepje. Hierdoor kan de vloeistof er alléén uit lopen als op de katheter een speciaal ‘afloopslangetje’ met een opvangzak is bevestigd. Als de katheter niet wordt gebruikt, is het uitwendige gedeelte van de katheter afgesloten met een speciale dop.

Doel van de ingreep

De permanente asciteskatheter zorgt voor een constante toegang tot de buikholte. Via de katheter kan de thuiszorg, uzelf of iemand uit uw omgeving het buikvocht (ascites) uit de buik af laten lopen (draineren) op het moment dat u dat nodig vindt.

Materialen

U krijgt een pakket mee van het dagbehandelcentrum waar alle benodigdheden voor het verzorgen van de katheter en het af laten lopen van het vocht in zitten.

Voorbereidingen

Bloed prikken

Voorafgaand aan het inbrengen van de katheter moet u bloed laten prikken voor het bepalen van de stollingsstatus van uw bloed. Dit om het risico op nabloeden te voorkomen.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de dag van de behandeling uw identiteitsbewijs mee naar het ziekenhuis.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de ingreep? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur voor de opname) aan het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

De behandeling

Melden

In de meeste gevallen wordt u verzocht zich op de afgesproken dag te melden op de Dagbehandeling Oncologie/ Hematologie van het Diakonessenhuis, locatie Utrecht. U kunt zich melden bij de afdelingssecretaresse die u verder zal helpen.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

U heeft een gesprek met een oncologieverpleegkundige. Zij/hij informeert u nogmaals over de ingreep en de procedure daar omheen. Naast de coördinatie van de zorg, doet de oncologieverpleegkundige de eerste handelingen na inbreng van de katheter en legt hij/zij indien nodig contact met de thuiszorg.

Als er nog geen bloed geprikt is om uw stollingsstatus te bepalen, neemt de verpleegkundige bloed bij u af.

De verpleegkundige geeft u een operatiejasje. Hierna wordt u met bed naar de afdeling Radiologie  gebracht. Uw naasten mogen niet bij de ingreep aanwezig zijn, maar zij mogen u wel begeleiden naar de afdeling Radiologie.

Anesthesie

Het inbrengen van de katheter vindt plaats onder plaatselijke verdoving.

Gang van zaken tijdens de ingreep

De ingreep vindt plaats op de afdeling Radiologie. De radioloog verricht de ingreep samen met een assistent. Meestal blijft u gewoon op uw eigen bed liggen. De radioloog vertelt u wat hij/zij gaat doen.

Eerst bekijkt de radioloog met een echografie wat de beste plek is om de katheter in te brengen. Daarna wordt deze plek plaatselijk verdoofd. De radioloog maakt twee kleine sneetjes in de buikwand en schuift de katheter onder de huid door in de buikholte. Het uiteinde van de katheter (met de gaatjes) ligt dan in de buikholte. Een klein gedeelte van de katheter, met daarop het manchetje, ligt onder de huid en een gedeelte van de katheter ligt buiten het lichaam. Het manchetje kunt u later als een bobbeltje/kraaltje onder de huid voelen.

Op het uitwendige deel van de katheter draait de radioloog een afsluitdopje. De radioloog plaatst een hechting in het wondje dat zich op ongeveer 5 à 10 cm vanaf de insteekplaats bevindt. Ook wordt er een ‘teugelhechting’ geplaatst rond de katheter op de plek waar de katheter uit de buik komt. Dit is om te voorkomen dat de katheter uit de buik glijdt zolang het manchetje nog moet vastgroeien. De radioloog laat het buikvocht aflopen en bekijkt of dit goed verloopt om zo te beoordelen of de katheter goed ligt. Hierna is de ingreep klaar.

Duur van de ingreep

De ingreep duurt ongeveer 15 tot 30 minuten.  

Na de ingreep

Terug op de afdeling

Na de ingreep wordt u teruggebracht naar de dagbehandeling.

Bij- en nawerkingen

Na het inbrengen van de katheter kan de buik een beetje pijnlijk zijn. Het voelt alsof u een flinke blauwe plek heeft. Tegen de pijn kunt u medicijnen krijgen, zoals paracetamol.

Instructie

Na het plaatsen van de katheter geeft de oncologieverpleegkundige van het Dagbehandelcentrum u en/of uw naasten instructie over de verzorging van de katheter, de insteekplaats en hoe u het buikvocht af kunt laten lopen via het afloopsysteem en de afloopzak. Wij vinden het prettig als één of meerdere personen in uw omgeving ook worden geïnformeerd over de werking van de katheter, zodat zij/hij u eventueel kan/ kunnen helpen. U krijgt de instructie voor het aflopen van buikvocht op papier mee naar huis. Indien gewenst schakelen wij de thuiszorg voor u in om de procedure met u thuis nog eens door te lopen.

Mogelijke complicaties en risico’s

Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Specifieke risico’s bij deze ingreep zijn:

  • pijn; 
  • infectie;
  • nalekken;
  • bloeding;
  • perforatie van de darm.

Ontslag

Naar huis

Het moment van ontslag is afhankelijk van uw herstel en de instructie over de buikvochtdrainage (ascitesdrainage). Over het algemeen kunt u na de ingreep ’s middags naar huis.

Leefregels en adviezen

  • Laat het buikvocht regelmatig aflopen of wanneer u het zelf nodig vindt.
  • Bepaal zelf hoeveel buikvocht u per keer laat aflopen. De meeste mensen vinden het het prettigst om per keer 1½  á 2 liter buikvocht te laten aflopen.
  • U kunt met de katheter douchen wanneer de katheter is afgeplakt met het speciale doorzichtige folieverband. Dit folie is speciaal gemaakt om te voorkomen dat de gazen en de insteekplaats nat worden.
  • Wanneer het doorzichtige folieverband loslaat, vuil is of als er vocht (condens) onder (ont)staat moet u het verwisselen. Verwissel het minstens 1 keer per week.
  • Controleer de insteekopening van de katheter minimaal 1 keer per 3 dagen om na te gaan of deze niet ontstoken is. 
  • Na de ingreep blijft altijd de mogelijkheid op een infectie bestaan. Daarom is het belangrijk dat u de schriftelijke instructies zorgvuldig opvolgt en ‘zo schoon mogelijk’ probeert te werken.

 Goed om te weten

  • Net als bij regelmatige ascitespuncties gaat er ook eiwit met het buikvocht verloren. Daarmee kan op lange termijn een eiwittekort in het lichaam ontstaan, maar dit weegt soms niet op tegen het voordeel van een verminderde buikomvang.
  • De katheter kan, zolang het nodig is om het buikvocht af te laten lopen (drie maanden tot een jaar) in de buik blijven zitten, tenzij zich problemen voordoen (zie paragraaf ‘Problemen thuis’) waardoor het nodig is de katheter te verwijderen.

Problemen thuis

Neem bij onderstaande problemen contact op met het ziekenhuis:

  • temperatuursverhoging van 38.5 graden Celsius of hoger, koude rillingen, pijn in het wondgebied of in de buik óf wanneer de insteekplaats van de katheter rood en/of gezwollen en/of pusserig is. Het buikvocht, de katheter of de insteekplaats van de katheter is dan mogelijk geïnfecteerd.
  • Als het niet meer lukt om buikvocht af te laten lopen in de afloopzak, dan is de katheter mogelijk verstopt.
  • andere problemen waar u zich zorgen over maakt.  

Van maandag tot en met vrijdag kunt u overdag contact opnemen met de verpleegkundig specialisten oncologie of het dagbehandelcentrum. ’ s Avonds en in het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedeisende hulp. Telefoonnummers vindt u achter in de folder. Vermeld bij het contact met het ziekenhuis dat u een permanente asciteskather heeft.

Controleafspraak

Als u hulp krijgt van de thuiszorg voor de verzorging of het laten leeglopen van de katheter óf als u dat zelf wenst, komt u voor controle naar het Dagbehandelcentrum Oncologie/ Hematologie. Neem bij de controle de lijst mee waarop u genoteerd heeft op welke datum u buikvocht heeft laten aflopen, hoeveel buikvocht er uit is gelopen en of er bijzonderheden waren.

Nazorg

De gewone hechting van het wondje mag na 8 à 10 dagen verwijderd worden door de huisarts. De teugelhechting mag niet worden verwijderd. We adviseren om deze zo lang mogelijk te laten zitten, omdat het manchetje tijd nodig heeft om vast te groeien. Als u thuis nog instructie nodig heeft bij de verzorging van de katheter, de insteekplaats en het laten aflopen van buikvocht, brengen wij u in contact met de thuiszorginstelling van uw keuze. Wij vragen deze zorg dan voor u aan.

Vragen

Met vragen kunt u terecht bij de verpleegkundig specialisten oncologie.

Telefoonnummers

Dagbehandelcentrum Oncologie/Hematologie
088 250 6562

Verpleegkundig specialist oncologie
088 250 5047

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 21 maart 2019

Code: ONC03