Scheelzienoperatie bij kinderen (strabismusoperatie)

Binnenkort wordt uw kind een dag opgenomen voor een scheelzienoperatie. Het doel van de operatie is het scheelzien (in medische termen strabismus genoemd) zoveel mogelijk te verhelpen. In deze folder vindt u informatie over scheelzien, de operatie en de nazorg. Algemene informatie over de dagopname vindt u in de folder ’Opname op de kinderdagbehandeling’. U krijgt deze folder uitgereikt tijdens het intakegesprek met de verpleegkundige. Voor de leesbaarheid noemen we een kind hij/hem. Waar ‘hij’ staat, kunt u natuurlijk ook ‘zij’ lezen. Waar we in de tekst over ouders spreken, kunt u ook verzorgers lezen.

Deze ingreep vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. De polikliniekafspraken van uw kind kunnen op een locatie naar keuze.

Algemeen

Wat is scheelzien?

Scheelzien (of strabismus) is een afwijking van de stand van de ogen, waarbij de ogen niet op hetzelfde punt gericht zijn. Er bestaan vele vormen van scheelzien. Vaak staat het afwijkende oog naar binnen, naar de neus toe. In andere gevallen is het oog naar buiten, naar het oor, gedraaid. Het oog kan ook omhoog of omlaag gedraaid staan. Ook is het mogelijk dat er afwisselend met het ene en dan met het andere oog gekeken wordt. Scheelzien ontstaat meestal op kinderleeftijd, maar het kan ook bij volwassenen optreden. 

Orthoptie

Uw kind is onder behandeling van een orthoptist omdat er scheelzien geconstateerd is. Een orthoptist doet uitgebreid onderzoek naar de oogstand, de samenwerking tussen de ogen en de oogbewegingen. In overleg met de orthoptist is besloten het scheelzien bij uw kind met een operatie te corrigeren. De oogarts voert de operatie uit.

Doel van de operatie

Het doel van de operatie is om de ogen ‘rechter’ te krijgen. Houd er rekening mee dat er na de operatie nog een restafwijking kan bestaan. Bij de meeste patiënten is de resterende afwijking niet storend.

Sommige vormen van scheelzien zijn erg hardnekkig en hebben de neiging om na verloop van tijd toch weer toe te nemen. In die gevallen kan het nodig zijn om opnieuw een operatie uit te voeren. Een zogenaamde heroperatie vindt over het algemeen minimaal een half jaar na de eerste operatie plaats. 

Keuze voor moment van opereren

In de meeste gevallen wordt een scheelzienoperatie uitgevoerd om de ogen cosmetisch rechter te zetten. Het kan ook zijn dat de operatie wordt uitgevoerd omdat uw kind dubbel ziet. In beide gevallen is er geen sprake van verbetering van de gezichtsscherpte na de operatie. 

Als het scheelzien bij uw kind plotseling ontstaat, dan wordt er zo snel mogelijk geopereerd om het functieverlies te beperken. In dit geval is vroegtijdig opereren nodig om de (ontwikkeling van de) samenwerking tussen de ogen te behouden. 

Als er bij uw kind ook sprake is van een lui oog dan wordt dit eerst behandeld. Een operatie vindt plaats wanneer het maximale zicht in beide ogen bereikt is. Meestal wordt er gewacht totdat het kind een leeftijd heeft bereikt waarop het voor de orthoptist mogelijk is om de scheelzienshoek op te meten. 

Toestemming voor een operatie

Bij kinderen vanaf 12 jaar is er behalve mondelinge toestemming van de ouders ook toestemming van het kind nodig. Bij kinderen vanaf 16 jaar is alleen toestemming van het kind nodig. Meer informatie hierover kunt u vinden in de folder “Rechten van kinderen” of op de website www.jadokterneedokter.nl

Voorbereidingen

Voorafgaand aan de operatie meet de orthoptist de scheelzienshoek een aantal keer. Bij een stabiele scheelzienshoek wordt uw kind aangemeld voor de operatie. U krijgt dan ook een afspraak voor het laatste preoperatieve orthoptische onderzoek. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door meerdere orthoptisten, eventueel met de oogarts, om te kijken hoeveel millimeter de oogspieren verplaatst of ingekort moeten worden. Indien uw kind al eerder is geopereeerd voor scheelzien komt het eerst op het preoperatief orthoptische onderzoek en zal pas na de meting en bespreking voor de operatie aangemeld worden. Bij het laatste orthoptische onderzoek krijgt u ook een recept mee voor oogdruppels. Deze druppels kunt u het beste één week voor de operatie halen bij de apotheek. 

Preoperatieve screening

Zodra de arts uw kind heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving geschikt is en of uw kind nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder Het plannen van de operatie van uw kind

Voorbereidingen thuis

Lees de brochure 'Opname op de kinderdagbehandeling' goed door. U vindt daarin informatie over de voorlichtingsbijeenkomst op de kinderdagbehandeling, het nuchter zijn voor de operatie, wat u mee moet nemen naar het ziekenhuis en waar u zich kunt melden. Ook leest u daarin hoe u uw kind het beste kunt voorbereiden op de opname. In de folder ‘Anesthesie bij kinderen’ leest u alles rond de operatie zelf.

Vervoer

Kom met het openbaar vervoer of met de auto. Uw kind mag na de operatie niet zelf naar huis fietsen. Komt u met de auto, houd er dan rekening mee dat uw kind na de operatie misselijk kan zijn en moet overgeven. Een extra begeleider kan dan handig zijn, zodat u niet op tegelijkertijd op het verkeer en uw kind hoeft te letten. Neem voor de zekerheid ook iets mee als een spuugbakje. Heeft u dit niet, vraag de verpleegkundige er dan naar op de afdeling waar uw kind opgenomen is.

Medicijnen

Gebruikt uw kind bloedverdunnende medicijnen, overlegt u dan vroegtijdig met de behandelend arts van uw kind of hij twee weken van tevoren mag stoppen met het gebruik van de medicijnen. Gebruikt uw kind ook andere medicijnen, bespreek deze dan ook met de behandelend arts.

Voor de overige voorbereidingen verwijzen wij u naar de folder ‘Opname op de kinderdagbehandeling’.

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder ‘Opname op de kinderdagbehandeling’ staat aangegeven welke spullen u voor uw kind mee moet nemen naar het ziekenhuis. 

Verhinderd

Is uw kind verhinderd op het moment van de afspraak/operatie? Geef dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur van tevoren) door aan de opnameplanner en de afdeling Kinderdagbehandeling. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. De telefoonnummers vindt u onder het kopje ‘Telefoonnummers’. 

Ziek of verkouden

Als uw kind zich niet lekker voelt of verkouden is, wordt de operatie uitgesteld in verband met een grotere kans op infectie en slechter herstel. Ook in dit geval kunt u contact opnemen met de afdeling Kinderdagbehandeling.

De opname

Melden

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de afgesproken afdeling.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Kort voor de operatie krijgt uw kind een operatiejasje aan. Hierna wordt uw kind in een bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar komt uw kind enige tijd in een wachtruimte (holding) met andere patiënten. Als uw kind aan de beurt is, haalt de verpleegkundige of anesthesioloog hem op om hem naar de operatiekamer te brengen. Eén van de ouders mag mee de operatiekamer in totdat uw kind in slaap wordt gebracht. Uw kind wordt vanuit het bed op de operatietafel geholpen en krijgt de verdoving toegediend. Als uw kind slaapt, begeleidt een operatieassistent u uit het operatiecomplex.

Anesthesie

Een scheelzienoperatie vindt plaats onder algehele narcose (verdoving). De medische term voor verdoving is ‘anesthesie’. Informatie over de anesthesie vindt u in de folder ‘Anesthesie bij kinderen’. U krijgt deze folder uitgereikt tijdens het intakegesprek met de verpleegkundige. 

De operatie

Gang van zaken tijdens de operatie

De orthoptist heeft met u en uw kind besproken welke oogspieren geopereerd gaan worden en of beide ogen geopereerd worden. Vaak wordt er symmetrisch geopereerd. Dit betekent dat er aan beide ogen geopereerd wordt. Meestal is de scheelzienshoek te groot om maar aan één oog te opereren en is het effect beter als dit aan beide ogen gebeurt.

Er zijn twee soorten operaties:

  1. Verplaatsing van de oogspier/verzwakkende werking
    De spier wordt losgemaakt van de oogbol en een aantal millimeters naar achteren verplaatst, zodat de trekkracht minder wordt. 
  2. Inkorting van de oogspier/versterkende werking
    Er wordt een stukje weefsel uit de spier gehaald. Hierdoor gaat de spier harder trekken.

Het uiteindelijke resultaat van de oogstand is na ongeveer twee maanden goed te beoordelen.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer een uur, afhankelijk van het aantal te opereren oogspieren. 

Risico's en complicaties

Bij iedere operatie kunnen complicaties optreden. Zo zijn er ook bij scheelzienoperaties de normale risico’s, zoals een wondinfectie. In heel zeldzame gevallen kan het om een ernstige ontsteking gaan. Om dit te voorkomen wordt er niet geopereerd bij verkoudheid. Bij hevige pijn na de operatie moet u meteen contact opnemen. De telefoonnummers vindt u onder het kopje ‘Telefoonnummers’.

Er is kans dat de ogen na de operatie nog niet recht staan of dat de ogen de andere kant op scheel staan. Mogelijk is dan een tweede operatie nodig.

Na de operatie

De uitslaapkamer

Na de operatie komt uw kind eerst op de uitslaapkamer. Een van de ouders mag hier bij zijn. Als uw kind voldoende hersteld is en de narcose voldoende uitgewerkt, gaat uw kind terug naar de kinderdagbehandeling. 

Terug op de kinderdagbehandeling

De verpleegkundige controleert bij uw kind regelmatig de ogen en eventuele pijn en misselijkheid.

Bij- en nawerkingen

Na de operatie kan er een verband op het oog zitten. De verpleegkundige verwijdert het verband zodra uw kind wakker is. Uw kind kan last hebben van de volgende verschijnselen die meestal na een aantal uren verdwijnen:

  • Soms komt er wat bloederig vocht uit het oog, dit is normaal. 
  • De ogen kunnen rood zijn. 
  • Er kan een zwelling in de ogen optreden. 
  • Uw kind heeft last van prikkende ogen, alsof er zand in zit. 
  • Soms is het moeilijk de ogen open te doen en/of te houden. 
  • Soms ziet uw kind dubbel. 
  • Veel kinderen zijn misselijk. Bij misselijkheid en/of pijn kan de verpleegkundige uw kind medicijnen geven.

Het kan voorkomen dat uw kind na de operatie dubbel ziet. De hersenen moeten namelijk de kans krijgen om te wennen aan de nieuwe oogstand. Dit gaat in de meeste gevallen na een paar dagen vanzelf over. Uw kind kan last hebben van het licht. Hiervoor kan uw kind eventueel een zonnebril dragen. Door de hechtingen zijn de ogen geïrriteerd. De hechtingen lossen binnen een paar weken vanzelf op. 

Infuus

Uw kind heeft na de operatie een waaknaald in de hand of arm. Dit is een dun slangetje in een bloedvat dat soms via een lange slang verbonden is met een vloeistofzak. De waaknaald en het infuus worden verwijderd wanneer uw kind weer zelf drinkt en de misselijkheid is verdwenen.

Ontslag

Naar huis

De oogarts komt na de operatie alleen langs als er bijzonderheden waren tijdens de operatie. Als alles goed gaat, mag uw kind naar huis. Ongeveer een week na de operatie heeft u een controleafspraak bij de orthoptist en/of de oogarts op de polikliniek. 

Adviezen voor thuis

Eten en drinken
Bij thuiskomst mag uw kind voorzichtig beginnen met eten en drinken (vla, yoghurt, beschuit). Gaat dit goed, dan kan uw kind weer gewoon eten en drinken. Bij aanhoudende misselijkheid is het verstandig de volgende dag de huisarts te raadplegen.

Oogdruppels
Druppel na de operatie, gedurende tien dagen drie maal per dag 1 druppel in het geopereerde oog of ogen.

U doet dit als volgt:

  • Was eerst uw handen.
  • Als uw kind het hoofd achterover houdt, gaat het druppelen het makkelijkst.
  • Trek het onderooglid weg, dan ontstaat er een soort zakje.
  • Daar kunt u een druppel in laten vallen. Vaak is het handig om het druppelen met z’n tweeën te doen. De een kan dan het kind vasthouden, terwijl de ander de druppel erin doet. Als het druppelen echt heel moeilijk gaat, kunt u het ook doen als uw kind slaapt.
  • Probeer het oog even open te houden, totdat de druppel er goed inzit.
  • Let erop dat het flesje niet tegen de huid of wimpers aankomt, want dan zijn de druppels niet meer steriel.
  • Veeg het oog af met een niet-pluizend doekje.
  • Was nu weer uw handen.

Na tien dagen mag u stoppen. 

Het is goed om na de operatie oogspieroefeningen te doen. Dit doet u door het geopereerde oog in horizontale, verticale en in schuine richtingen te laten bewegen. Deze oefeningen doet u drie maal per dag voor iedere blikrichting twee keer. Deze oefeningen kunt u doen door uw kind uw vinger of een leuk voorwerp op ongeveer 30 cm afstand te laten volgen op een speelse manier. Soms zijn nog andere oefeningen nodig. Uw orthoptist geeft u en uw kind uitleg over de oefeningen.

Geïrriteerde ogen
Het oogwit is bloeddoorlopen. Deze roodheid kan 6 tot 8 weken aanhouden en verdwijnt vanzelf. Als de roodheid plotseling erg toeneemt, is er kans op een ontsteking. Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde.
De oogleden kunnen wat opgezet zijn.

Geïrriteerde ogen kunt u reinigen met een watje met lauw vers getapt kraanwater.

Probeer wrijven in de ogen de eerste dagen zoveel mogelijk te voorkomen. Laat uw kind voor het slapen gaan de handen wassen. Wrijft het tijdens het slapen toch in de ogen, dan komt er geen vuil in.

De eerste dagen kan het moeilijk zijn om de ogen open te doen en te houden, dit gaat iedere dag een beetje beter.

Zien

  • Doordat het oog nu recht staat, kan uw kind soms een tijdje dubbel zien. Dit kan een paar dagen tot twee weken duren. Duurt het langer, neem dan contact op met de behandelend arts. Belangrijk is om niet één oog dicht te doen.
  • Uw kind moet er mogelijk aan wennen dat het nu anders kijkt. Dat is logisch, want hij was er heel lang aan gewend dat het oog scheef stond. Voor uw kind was dat heel gewoon.
  • U mag nog niet verwachten dat het oog meteen helemaal rechtstaat. De spieren moeten ook wennen aan de verandering. Na drie maanden kan de arts pas echt zien of de operatie helemaal goed gelukt is. Het kan gebeuren dat er een tweede keer geopereerd moet worden.
  • Als uw kind een bril heeft, kan hij die na de operatie gewoon weer dragen.
  • Het oog mag niet afgeplakt worden.

School
Zodra uw kind zich goed voelt mag hij weer naar school.

Buiten spelen
Spelen in de zandbak is de eerste twee weken af te raden. Dit in verband met kans op infecties. Uw kind mag wel gewoon naar buiten.

Zwemmen
In verband met infectiegevaar mag uw kind de eerste twee weken na de operatie niet zwemmen.

Controle in het ziekenhuis

De eerste controle vindt één tot twee weken na de operatie plaats bij de orthoptist en eventueel bij de oogarts.

Problemen

Doen zich na het vertrek uit het ziekenhuis problemen voor of heeft u vragen over het herstel, dan kunt u binnen 24 uur na de operatie binnen kantooruren contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende hulp. De telefoonnummers vindt u achter in de folder. Na 24 uur na de operatie kunt u contact opnemen met uw huisarts of de huisartsenpost.  

Vragen

Heeft u na het lezen nog vragen, stelt u deze dan gerust aan uw behandelend orthoptist. Uiteraard heeft u ook tijdens de opname de gelegenheid vragen te stellen. 

Telefoonnummers

Polikliniek Oogheelkunde
088 250 9429

Kinderdagbehandeling Utrecht (5A)
088 250 6129

Kinderdagbehandeling Zeist (ZKD3 )
088 250 9556

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opnameplanner kinderafdeling/kinderdagbehandeling
088 250 6966

Preoperatieve screening Utrecht
088 250 5058

Preoperatieve screening Zeist
088 250 9030

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 23 februari 2024

Code: OOG27