VATS (Video Assisted Thoracoscopie Surgery) bij klaplong, onderzoeken en longoperatie

U wordt binnenkort aan uw long(en) geopereerd door middel van Video Assisted Thoracoscopie Surgery (VATS). Voor deze operatie wordt u enkele dagen opgenomen op de afdeling Longziekten van het Diakonessenhuis locatie Utrecht. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond de operatie. Algemene informatie over de opname in het ziekenhuis vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Algemeen

Wat is een VATS?

VATS is een afkorting van het Engelse begrip Video Assisted Thoracoscopic Surgery. Dit is een kijkoperatie in de borstholte. Met een kleine camera bekijkt de arts hoe de longen en longvliezen er uitzien en tegelijkertijd wordt de benodigde operatie uitgevoerd. Een VATS is minder ingrijpend dan een ‘klassieke’ operatie waarbij de borstkas wordt geopend. Het herstel na de operatie verloopt daardoor ook sneller.

Verdoving

Een VATS vindt plaats onder algehele verdoving. De medische term voor verdoving is anesthesie. Meer informatie vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Doel van de operatie

Een VATS wordt in de volgende situaties toegepast:

  • bij een klaplong
  • bij longkanker
  • voor nader onderzoek van de long

Met VATS kunnen de volgende ingrepen worden uitgevoerd:

  • Bij een klaplong: ‘Opschuren’ of verwijderen van het borstvlies zodat het longvlies tegen de borstwand aan blijft liggen. Dit wordt gedaan om een klaplong te voorkomen. Deze ingreep heet pleurectomie.
  • Bij een klaplong vanwege blaasjes op de longen: het verwijderen van de blaasjes. Deze ingreep heet ‘bullectomie’.
  • Het weghalen een longtumor, een uitzaaiing of longweefsel met een andere longziekte: een klein stukje longweefsel voor onderzoek (wigresectie), een deel van een longkwab (segmentresectie), een hele longkwab (lobectomie), twee longkwabben (bi-lobectomie) of een hele long (pneumectomie).

Voorbereiding

Pre-operatieve screening (POS)

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Voorbereidingen thuis

Nuchter zijn
Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Dit betekent:

  • vanaf 6 uur voor de ingreep mag u niets meer eten en alleen heldere dranken (water, thee) drinken;
  • vanaf twee uur voor de ingreep mag u helemaal niets meer eten en drinken.

Medicatie
Neem uw medicatie in zoals afgesproken met uw arts.

Nagellak/kunstnagels verwijderen
Zorg dat u geen nagellak op heeft en geen kunstnagels draagt als u naar het ziekenhuis komt (dit geldt zowel voor de vinger- als voor de teennagels).

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ staat aangegeven welke spullen u mee moet nemen naar het ziekenhuis. Neem daarnaast de medicijnen mee die u gebruikt.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Geef dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) door aan de polikliniek Longziekten. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Indien u verkouden bent of griep of koorts heeft, kan het zijn dat de arts besluit de operatie uit te stellen.

Opname en operatie

Melden

Op de opnamedag (meestal de dag voor de operatie) meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling Longziekten (C1) op locatie Utrecht. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Op de opnamedag vinden de volgende voorbereidingen plaats:

  • U heeft een opnamegesprek met een verpleegkundige.
  • De zaalarts/co-assistent voert een lichamelijk onderzoek uit.
  • De fysiotherapeut bespreekt ademhalingsoefeningen met u.
  • Er wordt bloed afgenomen.
  • Er wordt een hartfilmpje (ECG) gemaakt.
  • Er wordt een röntgenfoto van de longen gemaakt op de afdeling Radiologie.
  • Uw bloeddruk, temperatuur, hartslag, zuurstofgehalte in het bloed, lengte en gewicht worden gemeten. 

Op de operatiedag gelden de volgende leefregels en vinden de volgende voorbereidingen plaats:

  • Kort voor de operatie krijgt u een operatiejasje en een wegwerponderbroek aan. Als u een kunstgebit heeft, moet u dit uitdoen. Sieraden moet u afdoen.
  • Het kan zijn dat u op voorschrift van de anesthesist een rustgevend medicijn krijgt ter voorbereiding op de narcose. Het is verstandig om nog even naar het toilet te gaan voordat u dit inneemt.
  • Daarnaast krijgt u paracetamol en diclofenac tegen de pijn na de operatie. 
  • Hierna wordt u in uw bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar komt u enige tijd in een wachtruimte (holding) met andere patiënten te liggen. Hier wordt een infuusnaald ingebracht en indien afgesproken een epiduraalkatheter. Dit is een slangetje in de rug waardoor medicijnen tegen de pijn kunnen worden toegediend.
  • Als u aan de beurt bent, haalt de verpleegkundige of anesthesist u op om u naar de operatiekamer te brengen. U wordt vanuit uw bed op de operatietafel geholpen. Vervolgens krijgt u de narcose toegediend.

Gang van zaken tijdens de operatie

Een chirurg die gespecialiseerd is in longoperaties opereert u. De chirurg maakt één tot drie kleine openingen in uw huid door het borstvlies heen. Hierdoor komt lucht tussen het longvlies en het borstvlies waardoor de long ‘inzakt’. Op deze manier komt er meer ruimte in de borstkas vrij om de operatie te kunnen uitvoeren. Vervolgens brengt de chirurg via de gaatjes, tussen de ribben door, buisjes in de borstholte. Door één van deze buisjes schuift de chirurg een videocamera naar binnen. Met deze camera kan de chirurg in uw borstkas kijken. De beelden worden weergegeven op een televisiescherm. Via de andere buisjes brengt de chirurg operatie-instrumenten in en voert de afgesproken operatie uit.

Aan het eind van de operatie laat de chirurg vaak in één of twee van de gaatjes een dun slangetje (drain) achter. Het uiteinde van de drain ligt tussen het longvlies en het borstvlies in. Door de drain wordt de lucht en het eventuele vocht uit de borstkas afgevoerd. De ingezakte long zal zich in een aantal dagen weer ‘ontplooien’. De drain wordt aangesloten op een drainagesysteem. De chirurg sluit de andere gaatjes met hechtingen.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer twee uur. Met de voorbereidingen erbij duurt het minimaal drie uur voordat u op de uitslaapkamer bent. Na de operatie belt de chirurg uw contactpersoon.

Na de operatie

De uitslaapkamer

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. U komt langzaam bij uit de narcose. De eerste keer dat u uw ogen open doet, is alles vaag. Uw blik is niet helder en uw keel kan rauw aanvoelen doordat u tijdens de operatie een buisje voor de beademing in uw keel heeft gehad. U zult merken dat u langzaam praat en soms moeite heeft om uit uw woorden te komen. Dit komt door de narcose.

Terug op de afdeling

Zodra u goed bent bijgekomen wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling. Bij een grotere ingreep kan het zijn dat u een nacht op de intensive care moet verblijven.

Infuus, katheter, drain en zuurstof

U heeft waarschijnlijk nog een infuus voor vocht- en eventuele medicatietoediening, zuurstof om het ademen te vergemakkelijken, een blaaskatheter om urine af te voeren en drains om wondvocht en lucht af te voeren. Meestal worden de drain, infuus, katheter en zuurstof na enkele dagen verwijderd.

Epiduraalkatheter

De pijn wordt soms bestreden met medicijnen die via de epiduraalkatheter in uw rug worden toegediend. Een goede pijnstilling bevordert uw herstel en helpt complicaties voorkomen. De epiduraalkatheter wordt meestal de derde of vierde dag na de operatie verwijderd door de verpleegkundige.

Longfoto’s

Kort na de operatie  wordt er een longfoto gemaakt om te kijken of de long al voldoende ontplooid is en om te beoordelen of de drain verwijderd kan worden.

Fysiotherapeut

Voor en na de operatie begeleidt een fysiotherapeut u. Deze komt bij u langs op de afdeling. De fysiotherapeut neemt onder andere het volgende met u door:

  • Een goede ademhaling om de long goed te ontplooien.
  • Aandacht voor de ademhaling tijdens beweging en uitvoeren van activiteiten.
  • Hulp bij het ophoesten van slijm, door ondersteuning van de wond en drain.
  • Adviezen voor het bewegen in, uit en rond bed.
  • Schoudercontrole en oefeningen voor de geopereerde zijde.
  • Traplopen en uitbreiden van activiteiten.

Tijdens uw opname worden uw temperatuur, hartslag, bloeddruk en de drain goed in de gaten gehouden. Als u pijn heeft, meld dit dan aan de verpleegkundige. U kunt hiervoor medicijnen krijgen.

Adviezen voor tijdens de opname:

  • U mag niet persen in verband met drukverhoging in de borstkas. U krijgt laxeermiddelen om de ontlasting soepel te maken zodat u beter en makkelijker naar het toilet kunt.
  • Beperk hoesten en niezen zoveel mogelijk.
  • Zolang u de epiduraalkatheter heeft, kunt u moeilijk uit bed. Toch is het belangrijk dat u zoveel mogelijk rechtop/glooiend in bed zit of als het mogelijk is op een stoel zit.
  • Kort na de operatie mag u weer gewoon eten en drinken. Doe in het begin rustig aan in verband met de kans op misselijkheid.

Bij- en nawerkingen

De borstwand aan de zijde van de operatie blijft een maand of drie pijnlijk. Dit kan met pijnstillers worden bestreden. Doofheid van de huid kan wegtrekken maar kan ook blijvend zijn. Dit is niet ernstig maar kan wel vervelend zijn.

Mogelijke complicaties

Na een VATS operatie zit er meestal nog wat lucht in de borstholte. Deze lucht wordt via de drain afgevoerd. Als er na een week nog steeds lucht in de borstholte zit, is dit geen ernstige maar wel vervelende complicatie. Longarts en chirurg beoordelen dan of nader onderzoek of behandeling van deze complicatie nodig is.

Daarnaast is er kans op een nabloeding, wondinfectie, longontsteking, hartritmestoornissen, heesheid, slikstoornissen en pijn of gevoelsstoornissen rond de wondjes. Deze complicaties treden niet vaak op.

Ontslag

Naar huis

Afhankelijk van de controlefoto’s, vochtproductie en luchtlekkage beslist de arts of de drain verwijderd kan worden. De arts verwijdert dan de drain. Voordat u naar huis gaat, neemt de zaalarts of specialist de leefregels die gelden tot de eerste controle op de polikliniek met u door. De leefregels zijn afhankelijk van de reden voor de operatie.

Adviezen voor thuis

De fysiotherapeut geeft u adviezen en begeleiding voor de ademhaling, beweging en het mobiliseren thuis. De adviezen die u krijgt zijn afhankelijk van de aard van de ingreep. Het is belangrijk dat u deze adviezen de eerste twee tot vier weken goed opvolgt om zo de druk in en op uw borstkas te beperken en langzaam op te bouwen. In alle gevallen gelden de volgende leefregels:

  • De eerste twee tot vier weken mag u niet fietsen.
  • De eerste zes weken mag u niet zelfstandig autorijden.
  • Bouw lichamelijke activiteiten en inspanning rustig op. Dit geldt vooral voor werk en sport.
  • Vrij voorzichtig.
  • Til niet meer dan twee kilo.
  • Vlieg de eerste drie maanden niet.
  • Pas op met persen bij de ontlasting als u naar het toilet moet.
  • Stop met roken als u dat nog niet heeft gedaan. 
  • Duiken met perslucht is niet meer mogelijk.

Hechtpleisters en hechtingen

Wondjes worden afgedekt met roze hechtpleisters. Deze pleisters gaan er meestal vanzelf af. Als dit na twee weken nog niet is gebeurd, kunt u de pleisters er zelf aftrekken.

De hechtingen lossen meestal vanzelf op. Als de hechtingen er na twee weken nog in zitten, moet u naar de huisarts om ze te laten verwijderen.

Problemen thuis

Doen zich thuis problemen voor, neem dan contact op het met ziekenhuis:

  • binnen kantooruren met de afdeling Longziekten of de polikliniek Longziekten
  • buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp

Controlebezoek op de polikliniek

Twee tot vier weken na uw ontslag heeft u een controleafspraak bij de longarts op de polikliniek Longziekten. Twee maanden na uw ontslag heeft u een controle bij de longchirurg.

Telefoonnummers

Polikliniek Longziekten en tuberculose
088 250 6445

Verpleegafdeling Longziekten en tuberculose
088 250 6142/ 6236

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 23 februari 2024

Code: LONG18