Verblijfskatheter
Er is bij u een verblijfskatheter ingebracht. In deze folder vindt u informatie over hoe u met een verblijfskatheter om moet gaan.
De behandeling
Plaatsen van een verblijfskatheter
Het plaatsen van een verblijfskatheter vindt meestal plaats op de polikliniek Urologie. Ook is het mogelijk dat u op een verpleegafdeling in het ziekenhuis of op de operatiekamer een verblijfskatheter krijgt.
Hoe wordt de verblijfskatheter ingebracht?
De uroloog of verpleegkundige reinigt de uitgang van de plasbuis met water. Daarna wordt een licht verdovend glijmiddel in de plasbuis gespoten. Het slangetje wordt via de plasbuis in de blaas gebracht. Aan het einde van het slangetje zit een ballonnetje, dat wordt gevuld met water. Het ballonetje zorgt ervoor dat de katheter in de blaas blijft zitten. Een ontspannen houding helpt bij het plaatsen van de katheter.
Afvoeren van de urine
De urine wordt via de verblijfskatheter afgevoerd naar een opvangzak of via een katheterventiel (kraantje) in het toilet.
De urineopvangzak
U kunt ook urine opvangen in een opvangzak. Voor het continu afvoeren van urine heeft u twee soorten opvangzakken nodig: een beenzak (voor overdag) en een opvangzak voor de nacht. De urineopvangzak moet altijd lager dan de blaas bevestigd worden, zodat de urine goed afgevoerd kan worden.
De beenzak
De beenzak draagt u overdag onder uw bovenkleding. De beenzak wordt door middel van een beenzakhouder of met fixatiebandjes/beenbandjes aan het bovenbeen bevestigd. Aan de beenzak zit een kraantje waarmee u regelmatig het zakje kunt legen. Wacht niet tot de beenzak te vol wordt. De beenzak kunt u ongeveer zeven dagen gebruiken. Hierna vervangt u de beenzak.
De nachtzak
De nachtzak is een grotere opvangzak dan de beenzak. De nachtzak koppelt u, voordat u gaat slapen, aan de beenzak. Vergeet niet het kraantje van het ventiel te openen (zie ook afbeelding 3). In de nachtzak kan meer urine worden opgevangen. Zo hoeft u ‘s nachts niet op te staan om de zak te legen. Met behulp van een bedrekje kan de nachtzak aan het bed worden bevestigd. Als dat niet mogelijk is, kunt u de nachtzak ook in een emmer naast het bed plaatsen.
’s Ochtends ontkoppelt u de nachtzak van de beenzak. Vergeet niet het kraantje van de dagzak weer te sluiten. De nachtzak kunt u leeg laten lopen in het toilet en daarna schoonspoelen met kraanwater en laten drogen. Voor hergebruik van de nachtzak moet u het verbindingsstuk schoonmaken met alcohol of betadinejodium. De nachtzak kunt u ongeveer zeven dagen gebruiken en dan vervangen door een schone nachtzak.
Het legen van de opvangzak
Het legen van de beenzak
Naarmate de beenzak zich vult, wordt deze zwaarder en dikker. U voelt de beenbandjes trekken. Om de beenzak te legen gaat u naar het toilet. U opent het kraantje van de beenzak door het naar beneden te zetten (zie ook afbeelding 4). Als u dit boven het toilet doet, kan de urine direct weglopen. Daarna sluit u het kraantje.
Als u moeilijk bij het toilet kunt komen, kunt u de urine laten weglopen in een urinaal of in de nachtzak. Iemand anders kan de urinaal of nachtzak voor u legen in het toilet.
Het katheterventiel
Soms adviseert de uroloog een katheterventiel te gebruiken in plaats van opvangzak. De katheter wordt afgesloten met een katheterventiel (kraantje). De urine wordt dan in de blaas verzameld. Als u aandrang krijgt, gaat u naar het toilet en opent u het katheterventiel om de blaas te legen.
Als u geen aandrang voelt, gaat u om de 3 à 4 uur naar het toilet om de blaas leeg te maken. Het is van belang dat u ervoor zorgt dat de blaas niet overvol raakt. Voor de nacht koppelt u een opvangzak voor de nacht aan het katheterventiel. U kunt het katheterventiel ongeveer 6 weken gebruiken. Zo nodig kunt u vaker een schoon katheterventiel aansluiten.
Dagelijkse gang van zaken
Dagelijkse hygiëne
U kunt uw dagelijkse hygiëne toepassen zoals u normaal gesproken gewend bent. Douchen is geen bezwaar. Was uw handen voordat u de urineopvangzak of katheterventiel vervangt.
Het wisselen van de verblijfskatheter
Een verblijfkatheter moet regelmatig gewisseld worden. Hoe lang de katheter kan blijven zitten, is afhankelijk van het materiaal van de katheter. Vaak wordt de katheter na zes tot twaalf weken verwisseld. Voor het wisselen van de katheter heeft u een afspraak gemaakt. Een verpleegkundige van de polikliniek Urologie wisselt de katheter. Als u niet onder behandeling bent van de uroloog, wisselt uw huisarts de katheter. Ook is het mogelijk dat een verpleegkundige van de thuiszorg de katheter wisselt.
Instructiefilmpje
Kijk voor een instructiefilmpje (in het Nederlands, Turks of Arabisch) over het verwisselen van een urinezak op www.medical4you.nl. De instructie op deze website betreft een ander merk urinezak dan u heeft meegekregen, maar de essentie van het verwisselen is hetzelfde.
Drink voldoende
Wanneer u een verblijfskatheter heeft, zijn er vaak ook bacteriën in de urine aanwezig. Dit is geen probleem zolang de urine goed afgevoerd wordt en u geen klachten heeft (geen koorts of algeheel ziek gevoel). Als u wel klachten heeft, krijgt u een antibioticum. Een goede doorstroom van de urine is belangrijk. Het vermindert ook de kans op het ontstaan van gruis en stenen in de blaas. Probeer daarom tenminste 1,5 tot 2 liter per dag te drinken.
Wennen aan de katheter
Als u pas een katheter heeft, kan dit onaangenaam voelen. Uw lichaam moet nog aan de katheter wennen. De katheter kan irritatie in de plasbuis veroorzaken. Soms komt hierdoor wat bloed in de urine. De urine is dan rosékleurig. Als u goed drinkt, gaat het vanzelf over. Ook kan de katheter irritatie in de blaas veroorzaken. U voelt dan wat zeurderige pijn onder in uw buik die in aanvallen optreedt. U heeft het gevoel dat u moet plassen. We noemen dit blaaskrampen. Deze krampen zijn niet gevaarlijk. U kunt hiervoor een pijnstiller (paracetamol 500 mg) innemen. Dit vermindert de kramp en pijn. Als paracetamol onvoldoende werkt tegen blaaskrampen kan de uroloog een recept voor een anti cholinergicum voorschrijven. Meestal gaan blaaskrampen na enkele weken vanzelf over.
Als er geen urine meer in de opvangzak loopt
Als er geen urine meer in de opvangzak loopt, kunt u de volgende zaken controleren.
- Zit er een knik in de katheter en/of opvangzak?
- Zit de broek te strak waardoor de slang afknelt en de urine niet kan weglopen?
- Hangt de opvangzak wel lager dan de blaas?
- Is de opvangzak op de juiste manier aangesloten?
- Heeft u voldoende gedronken?
- In geval van een katheterventiel: staat het kraantje open?
Loopt de katheter niet (gedurende 2 à 3 uur geen urine) ondanks bovenstaande adviezen dan is het mogelijk dat de katheter verstopt zit. Knijp dan in de katheterslang, soms komt de urinestroom dan weer op gang. Zijn de klachten hiermee niet verholpen, neem dan contact op met de polikliniek Urologie. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.
Complicaties
Als u voor langere tijd een verblijfskatheter heeft, kunnen de volgende complicaties optreden:
- Verstopping. Door steenaanslag, gruis of een bloedstolseltje kan de katheter verstopt raken. Om dit te voorkomen is het belangrijk dat u voldoende drinkt, tenminste 1,5 tot 2 liter per dag. Als er na 2 à 3 uur geen urine in de urineopvangzak zit of als er geen urine komt als u het katheterventiel opent, neem dan contact op met de polikliniek Urologie.
- Bloed in opvangzak. De katheter kan de blaaswand irriteren. Hierdoor kan er wat bloedverlies optreden. Dit is niet erg en gaat vaak weer over na voldoende drinken. Wanneer u bloed in de urine blijft houden, neem dan contact op met de polikliniek Urologie.
- Stinkende, troebele urine. Door de verblijfskatheter heeft u een iets verhoogd risico op een blaasontsteking. Als u naast stinkende, troebele urine ook koorts of een algeheel ziek gevoel heeft, neem dan contact op met de polikliniek Urologie. U krijgt dan een antibioticum voorgeschreven en zonodig wordt de katheter vervangen.
Problemen thuis
Als u last heeft van complicaties, neem dan contact op met de polikliniek Urologie (tijdens kantoortijden) of met de (dienstdoende) huisarts (buiten kantoortijden).
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Blaastraining met katheterkraantje (Flip Flo)
Als u een kraantje (Flip Flo) op de katheter heeft, kunt u thuis de blaas al trainen door het kraantje af en toe dicht te zetten. Zet het kraantje voordat u naar het ziekenhuis gaat dicht, zodat de blaas (deels) gevuld is als u in het ziekenhuis komt.
Instructie
- Hou overdag het kraantje gesloten en laat elke 3 uur de urine in het toilet aflopen door het kraantje te openen. Zo traint u de opslagfunctie van de blaas. Bij aandrang mag u eerder het kraantje openen boven het toilet en de urine af laten lopen.
- ’s Nachts kunt u de nachtzak gebruiken of ervoor kiezen iedere 3 tot 4 uur het kraantje te openen.
Bijgewerkt op: 16 mei 2024
Code: URO23