Verwijderen van een blaassteen

In verband met een blaassteen ondergaat u binnenkort een operatie. U wordt hiervoor één tot vijf dagen opgenomen in het ziekenhuis. In deze folder vindt u informatie over de ingreep en over de gang van zaken tijdens en na de opname. Algemene informatie over de opname vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Wat is een blaassteen?

Blaasstenen zijn kleine samenklonteringen van chemische afvalstoffen in de blaas. De grootte van de ‘steentjes’ kan variëren van een aantal millimeters tot wel enkele centimeters. Blaasstenen bestaan uit een mengsel van stoffen zoals calcium, oxalaat en urinezuur. Blaasstenen kunnen ontstaan door:

  • Te geconcentreerde urine waardoor de afvalstoffen samenklonteren.
  • Verplaatste nierstenen: vaak ontstaan de 'steentjes' al in de nier als nierstenen en gaan ze met de natuurlijke stroming mee richting de blaas. Als ze daar niet meteen vanzelf worden uitgeplast met de urine, kunnen ze groeien.
  • Achterblijvende urine: als de urine vanuit de blaas niet goed geloosd kan worden en er steeds een beetje achterblijft, kan dit blaasstenen veroorzaken.
  • Ontstekingen: terugkerende blaasontstekingen kunnen samenhangen met het bestaan van blaasstenen

Een blaassteen kan pijn, plasklachten en blaasontsteking veroorzaken. Ook kan een blaassteen de blaaswand beschadigen zodat bloedverlies optreedt. In deze gevallen kan de blaassteen met een operatie verwijderd worden.

Operatietechnieken

Een blaassteen kan op twee manieren worden verwijderd:

  1. Via de plasbuis
    De uroloog brengt via de plasbuis een camera en vergruisapparaat in uw blaas. Deze techniek wordt cystolithotrypsie genoemd (zie afbeelding). De operatie duurt ongeveer 30 minuten. Voor deze ingreep wordt u een dag en een nacht opgenomen. Soms is het bij mannen nodig om tijdens deze operatie ook de prostaat te verkleinen. Zo wordt de kans op vorming van nieuwe blaasstenen verminderd. Het verkleinen van de prostaat gebeurt via de plasbuis (zie folder 'Behandeling van een vergrote prostaat, TURP').
     
  2. Via een snede in de onderbuik
    Als de steen te groot is om via de plasbuis te verwijderen, wordt de steen via een snede in de onderbuik verwijderd. Deze techniek wordt sectio alta genoemd. De operatie duurt 45 minuten. Voor deze ingreep wordt u een aantal dagen opgenomen.

De uroloog heeft met u besproken voor welke ingreep u in aanmerking komt.

Schematische weergave van een aantal organen tijdens een kijkoperatie

Afbeelding - Blaassteenverwijdering via de plasbuis

Voorbereidingen

Medicatie

Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit van tevoren melden bij uw uroloog. In overleg met hem/haar zult u het gebruik van deze medicijnen geruime tijd voor de operatie moeten stoppen. Na de operatie overlegt u met uw uroloog wanneer u weer kunt beginnen met het gebruik van deze medicijnen.

Verdoving

De ingreep vindt plaats onder verdoving met een ruggenprik of onder algehele verdoving (narcose). Welke vorm van verdoving u krijgt hoort u tijdens de preoperatieve screening. Meer informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’. 

Nuchter zijn

Voor deze operatie moet u nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de operatie) aan de polikliniek Urologie. U kunt dan meteen een nieuwe afspraak maken.

Opname en operatie

Tijdstip van opname

Een dag voor de opname wordt u tussen 13.30 uur en 17.00 uur gebeld door de verpleegafdeling en hoort u hoe laat en waar u in het ziekenhuis wordt verwacht.

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. Neem daarom uw medicijnen en medicijnkaart mee naar het ziekenhuis. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

Op de operatiekamer

Na het toedienen van de verdoving start de uroloog met de operatie. De ingreep duurt 30 tot 45 minuten.

Na de operatie

De uitslaapkamer

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer controleren uw bloeddruk, polsslag en temperatuur.

Op de verpleegafdeling

Als het gevoel in uw benen weer voldoende terug is na de ruggenprik of als u goed wakker bent na een narcose, gaat u naar de verpleegafdeling. Ook hier worden uw bloeddruk, polsslag en temperatuur regelmatig gecontroleerd.

Na de operatie bij verwijdering via de plasbuis

Na de operatie heeft u een blaaskatheter in de plasbuis. Dit is een soepel, dun slangetje waardoor urine uit de blaas kan vloeien. Deze katheter kan irritatie geven, waardoor u blaaskrampen (pijnlijk onderbuikgevoel met aandrang tot plassen) kunt krijgen. Voor de blaaskrampen kunt u medicijnen krijgen. In de meeste gevallen verwijdert een verpleegkundige de blaaskatheter de eerste dag na de operatie. Als bij controle blijkt dat het plassen zonder problemen verloopt, mag u met ontslag. In het begin zal het plassen wat branderig aanvoelen en kan de urine wat rood zijn. Drink minimaal 2 liter per dag om de blaas te spoelen. Dit helpt om de klachten te laten verdwijnen. De herstelperiode duurt maximaal 2 weken.

Na de operatie bij een snede in de onderbuik

Na de operatie heeft u een blaaskatheter in de plasbuis (een soepel, dun slangetje waardoor urine uit de blaas kan vloeien) en een wonddrain (een slangetje) in de onderbuik om het wondvocht af te voeren. In de meeste gevallen verwijdert een verpleegkundige de wonddrain één dag na de operatie. De blaaskatheter wordt na vijf dagen verwijderd. Deze katheter kan irritatie geven, waardoor u blaaskrampen (pijnlijk onderbuikgevoel met drang tot plassen) kunt krijgen. Tegen de blaaskrampen kunt u medicijnen krijgen. Als na het verwijderen van de blaaskatheter blijkt dat het plassen zonder problemen verloopt, mag u met ontslag. In het begin voelt het plassen wat branderig aan en kan de urine wat rood zijn. Drink minimaal twee liter per dag om de blaas te spoelen. Dit helpt om de klachten te laten verdwijnen. Het herstel van de buikwond en de wond in de blaas duurt zes tot acht weken.

Bijwerkingen

De eerste tijd kunt u last hebben van de volgende verschijnselen:

  • Veelvuldige aandrang om te plassen/ moeite om de urine op te houden. Deze klachten verdwijnen over het algemeen na enkele dagen.
  • Een branderig gevoel bij het plassen, met name aan het begin of het einde. Soms kan er nog wat bloed in uw urine zitten. Deze verschijnselen kunnen 1 à 2 weken aanhouden.

Het zijn normale verschijnselen waar u zich geen zorgen over hoeft te maken.

Complicaties

Ondanks dat er zeer zorgvuldig gewerkt wordt, bestaat er altijd een kans op een complicatie. Deze complicaties kunnen bestaan uit een infectie of nabloeding. In de meeste gevallen kunnen deze problemen zonder nieuwe operatie worden behandeld. Als de steen via de plasbuis wordt verwijderd, kan er een gaatje ontstaan in de blaas. De katheter moet dan langer blijven zitten. In zeer uitzonderlijke gevallen moet de blaaswand door middel van een operatie worden hersteld.

Naar huis

Ontslag

Bij een operatie via de plasbuis blijft u één nacht in het ziekenhuis. Bij een snede in de onderbuik blijft u vijf dagen in het ziekenhuis.

Leefregels voor thuis

  • Luister naar uw lichaam en neem rust als dat nodig is. U merkt vanzelf wanneer u in staat bent uw oude activiteiten (werken/sporten) weer op te pakken.
  • Probeer uw conditie langzaam op te bouwen door bijvoorbeeld kleine stukjes te wandelen.
  • Voorkom vorming van bloedstolsels in de blaas door minimaal twee liter per dag te drinken.
  • Voorkom verstopping (obstipatie) en pers niet bij de ontlasting. Gebruik vezelrijke voeding en drink minimaal twee liter per dag.
  • Wees alert op urineweginfecties en ontsteking van de operatiewond.
  • U mag de eerste 24 uur na de operatie niet autorijden. Of u daarna mag autorijden is afhankelijk van de polis van uw autoverzekering. Kijk dit zelf na.
  • De eerste twee weken na de operatie mag u niet fietsen.
  • De eerste twee weken na de operatie mag u geen seks hebben
  • De eerste zes weken na de operatie mag u geen zwaar werk verrichten (>5kg tillen). Dit geldt alleen voor de ingreep via de onderbuik.
  • Bent u voor de operatie gestopt met bloedverdunnende medicatie? Dan wordt deze in overleg met uw arts meestal hervat nadat u voor controle op de polikliniek Urologie bent geweest. Een afspraak voor deze controle krijgt u mee bij ontslag uit het ziekenhuis

Contact opnemen

Bij vragen of twijfels binnen 24 uur na ontslag kunt u bellen met de verpleegafdeling. Bij problemen na ontslag kunt u contact opnemen met:

  • De polikliniek Urologie (binnen kantoortijden)
  • Uw huisarts/huisartsenpost (buiten kantoortijden)

Neem in de volgende gevallen contact op:

  • Als u een lichaamstemperatuur van boven de 39 graden heeft.
  • Bij koude rillingen (klappertanden).
  • Als u niet meer kunt plassen.
  • Als u een ernstig branderig gevoel heeft bij het plassen.
  • Bij verandering van de wond (roodheid, zwelling, warmte, pus).
  • Als u toenemende pijn heeft die met paracetamol (maximaal 4x daags 1 gram) niet verdwijnt.

Vragen

Met vragen naar aanleiding van deze folder kunt u terecht bij de polikliniek Urologie.

Telefoonnummers

Polikliniek Urologie
088 250 6327

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 29 maart 2021

Code: URO38