Verwijdering van de schildwachtklier
U ondergaat binnenkort een operatie vanwege borstkanker. Bij deze operatie wordt tegelijk met het gezwel in de borst vaak ook de schildwachtklier verwijderd. Dit doen we om te kijken of er uitzaaiingen in deze lymfeklier zitten. Deze ingreep noemen we ook wel de schildwachtklierprocedure. In deze folder vindt u informatie over deze ingreep. Meer informatie over de borstoperatie (het verwijderen van het gezwel) vindt u in de folder ‘Operatie bij borstkanker’.
Waarom een schildwachtklierprocedure?
Als borstkanker uitzaait, gaat dit meestal via de lymfeklieren in de oksel. De klier (of klieren) die als eerste het lymfevocht opvangt, noemen we de schildwachtklier (ook wel sentinel node of poortwachterklier). Deze klier (of klieren) zal bij uitzaaiïng van de borstkanker vaak als eerste eventuele kankercellen bevatten.
Als er geen uitzaaiingen zijn in de schildwachtklier is het heel waarschijnlijk dat er in de rest van de okselklieren ook geen kankercellen zitten. De oksel hoeft dan niet verder behandeld te worden. Vinden we wél uitzaaiingen in de schildwachtklier, dan krijgt u meestal een aanvullende behandeling.
Bekijk de video over de schildwachtklierprocedure
Voorbereidingen
Meenemen
In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ kunt u lezen wat u mee moet nemen voor uw opname in het ziekenhuis.
Informatie
U krijgt tijdens het intakegesprek bij de mammacareverpleegkundige de brochure ‘Opname in het Diakonessenhuis’. Na het intakegesprek geeft de anesthesist u informatie over de verdoving en krijgt u de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
Verhinderd
Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.
Voorbereidend onderzoek
Voorbereidend onderzoek
Op de dag dat u geopereerd wordt, vindt eerst een onderzoek plaats op de afdeling Nucleaire geneeskunde om te bepalen waar de schildwachtklier zich bevindt.
Om de schildwachtklier te kunnen opsporen wordt een kleine hoeveelheid van een radioactieve stof (99mTc-nanocolloid) rondom het gezwel of de plaats waar het gezwel heeft gezeten, ingespoten. Vanuit deze injectieplek stroomt de radioactieve stof door een lymfvat naar de schildwachtklier.
De schildwachtklier bevindt zich meestal in de oksel, soms ook naast het borstbeen. Soms zijn er meerdere schildwachtklieren aanwezig. Nadat de radioactieve stof is ingespoten, wordt er gewacht totdat de schildwachtklier in beeld komt. 20 minuten na de injectie wordt gekeken of de schildwachtklier al in beeld komt door een grote gammacamera boven de borst te plaatsen. In een enkel geval komt het voor dat er geen schildwachtklier in beeld komt. Zodra de schildwachtklier zichtbaar wordt, worden er vanuit verschillende richtingen foto's gemaakt. Vervolgens wordt er twee of drie keer een nieuwe tijd met u afgesproken om in de loop van de ochtend het vervolg te bekijken en foto's te maken. Bij de laatste afspraak wordt de schildwachtklier (of -klieren) met een viltstift op de huid gemarkeerd en wordt met een probe (een kleine detector in de vorm van een grote pen) gecontroleerd of de juiste plaats met viltstift is aangegeven. De probe geeft door middel van geluid aan waar de schildwachtklier (of -klieren) zich bevindt en zal ook tijdens de operatie gebruikt worden om deze op te sporen.
Met dit onderzoek wordt de schildwachtklier alleen opgespoord. Pas als de schildwachtklier verwijderd is, kan hij worden onderzocht op uitzaaiingen.
Duur van het onderzoek
De duur van het onderzoek verschilt per patiënt. Meestal komt u 2 à 3 keer 20 minuten verspreid over de ochtend naar de afdeling Nucleaire geneeskunde.
Aandachtspunten
Zwanger?
Bestaat de mogelijkheid dat u zwanger bent op het moment van onderzoek of geeft u borstvoeding? Meld dit dan vóór het onderzoek aan de afdeling Nucleaire geneeskunde.
Bij verhindering
De radioactieve stof die voor dit onderzoek nodig is, wordt speciaal voor u besteld. Wij verzoeken u dan ook, wanneer u verhinderd bent om op het afgesproken tijdstip te komen, dit tenminste twee dagen voor het onderzoek door te geven aan de afdeling Nucleaire geneeskunde.
Kinderen
Het is aan te raden om geen kleine kinderen mee te nemen naar de afdeling Nucleaire geneeskunde. In de wachtkamer zitten namelijk meerdere mensen die zijn ingespoten met een radioactieve stof. Het is beter dat kinderen geen straling ontvangen als dat niet nodig is.
Vragen
Als u vragen heeft, kunt u altijd contact opnemen met de afdeling Nucleaire geneeskunde, telefoonnummer 088 250 6263. De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 8.30 uur tot 16.30 uur.
De schildwachtklieroperatie
Als de schildwachtklier is opgespoord gaat u naar de operatiekamer. De operatie gaat als volgt:
- Nadat u onder narcose bent gebracht, gebruikt de chirurg de probe om de schildwachtklier in beeld te brengen. Als de schildwachtklier niet wordt gevonden, wordt een kleine hoeveelheid blauwe inkt ingespoten bij het gezwel of op de plaats waar deze gezeten heeft. Ook deze kleurstof stroomt via de lymfebanen naar de schildwachtklier. Deze klier is nu radioactief en kleurt ook blauw. De chirurg vindt de schildwachtklier nu meestal alsnog en zal deze verwijderen.
- Nadat de schildwachtklier is verwijderd, wordt ook het gezwel verwijderd.
- Als het tijdens de operatie niet lukt om de schildwachtklier op te sporen, ondanks het inspuiten van de blauwe vloeistof, kan er soms besloten worden om meerdere lymfeklieren te verwijderen.
Duur van de operatie
De operatie duurt 30 tot 45 minuten.
Onderzoek van de schildwachtklier
De verwijderde schildwachtklier wordt binnen een week onderzocht op aanwezigheid van uitzaaiingen. Na ongeveer een week krijgt u hiervan de uitslag. De arts en/ of verpleegkundig specialist bespreekt dan ook de mogelijke vervolgbehandelingen met u.
Na de operatie
Bijwerkingen
Er zijn geen bijwerkingen te verwachten van de radioactieve stof waarmee de schildwachtklier opgespoord wordt. De hoeveelheid radioactiviteit van de ingespoten stof geeft minder dan 25% van de natuurlijke stralenbelasting waaraan u in Nederland per jaar bloot staat. De blauwe inkt die eventueel tijdens de operatie ingespoten wordt, kan uw urine na de operatie groen kleuren. Het gebied waar de inkt ingespoten is, kan enkele weken tot maanden blauw verkleurd blijven.
Pijn
De wonden van de operatie kunnen de eerste dagen na de operatie gevoelig zijn. Ook kan het gebied onder de arm gevoelig en/of stijf zijn. Op de afdeling krijgt u hiervoor adviezen en zo nodig pijnmedicatie voor thuis.
Ontslag
Naar huis
Uw operatie vindt meestal in dagbehandeling plaats. Soms blijft u één nacht in het ziekenhuis. Dat is onder andere afhankelijk van het soort operatie, het verloop van de operatie en uw algehele conditie.
Controle
U krijgt bij het ontslag uit het ziekenhuis een afspraak mee voor de eerste poliklinische controle bij de medisch of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak wordt de wond gecontroleerd en krijgt u de uitslag van het microscopisch onderzoek te horen.
Problemen thuis
Als zich thuis na de operatie problemen voordoen, kunt u via de polikliniek Chirurgie een (telefonische) afspraak maken bij de medisch of verpleegkundig specialist.
Gesprek mammacareverpleegkundige
Ongeveer vier weken na de operatie wordt u door de mammacareverpleegkundige gebeld. Tijdens dit gesprek wordt onder andere het ziekteverloop en uw ervaring van de afgelopen weken besproken.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].
Bijgewerkt op: 15 januari 2024
Code: M04