Nekhernia

De halswervelkolom bestaat uit zeven halswervels. Tussen deze halswervels zitten tussenwervelschijven. Die tussenwervelschijven hebben een elastische kern (nucleus pulposus). Daaromheen zit een stevige vezelwand (annulus fibrosus). Bij een nekhernia zakt de tussenwervelschijf in. De vezelwand wordt zwakker, waardoor de elastische kern naar buiten kan uitpuilen. Dit veroorzaakt een nekhernia. Als deze uitstulping op een zenuw drukt, kunt u pijnklachten krijgen. De meeste nekhernia’s komen laag in de nek voor, tussen de 6e en 7e halswervel.

De klachten van een nekhernia zijn anders dan die van een hernia in de rug. Dit komt doordat de zenuwen in de nek zich vertakken naar de schouder, arm en handen. Klachten hierbij kunnen zijn:

• Uitstralende pijn in uw schouder en arm, vaak zelfs tot in uw hand.
• Uw arm kan anders aanvoelen dan normaal, bijvoorbeeld prikkelend of gevoelloos.
• U kunt minder kracht hebben in uw hand of arm.
• In sommige gevallen kunnen er zelfs verlammingsverschijnselen optreden in de benen.

Als uw klachten binnen acht tot twaalf weken niet vanzelf verdwijnen en vervelend blijven, dan kunt u in aanmerking komen voor een operatie. Bij verlamming of uitval van spieren behandelen we een nekhernia vaak direct. De neurochirurgen van ons Spine Centrum opereren u in dat geval.

Bij de operatie verwijderen we de uitstulping van de tussenwervelschijf. De beknelde zenuw krijgt dan weer voldoende ruimte. Als de zenuw weer vrij ligt, plaatsen we tussen de wervels een kooitje van titanium. Zo kunnen uw wervels in de juiste stand weer aan elkaar groeien en krijgen uw zenuwen voldoende ruimte. Gemiddeld gaan patiënten vier tot vijf weken na de operatie weer aan het werk.