Borstabces bij borstvoeding

Als een harde plek in de borst niet kleiner wordt na het voeden of kolven kan er sprake zijn van een borstabces.

Verschijnselen kunnen zijn:

• Afgebakende harde plek, knobbel of bult in de borst
• Rode, glanzende en/of ontvelde huid
• Open wondje op de borst waar pus uitkomt
• Pijn
• (Lichte) temperatuursverhoging

We maken een echo van de borst om te kijken of er een borstabces zit. Als dat zo is, kijken we of het mogelijk is het abces te behandelen. Dat kan op twee manieren. Welke behandeling mogelijk is, hangt onder andere af van de grootte van het abces.

• Naaldaspiratie onder plaatselijke verdoving
  Tijdens een echo (op de afdeling Radiologie) prikt de radioloog of chirurg het abces aan. De pus wordt afgevoerd. Vaak zijn meerdere behandelingen nodig omdat het abces zich weer vult. Soms blijkt een naaldaspiratie niet voldoende te helpen en is alsnog een operatie nodig.
• Operatie onder algehele verdoving
  Hiervoor wordt u enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis. De chirurg opent het abces en maakt het schoon. De wond blijft open, zodat pus en wondvocht weg kan vloeien. Het kan zijn dat u daarvoor enkele dagen een drain krijgt.

In beide gevallen nemen we een kweek af. En u krijgt een antibioticakuur.

Door de druk in het abces te verlagen neemt de pijn af. Als pijnstilling kunt u bij borstvoeding veilig gebruiken: 4x daags 1000 mg paracetamol, zo nodig aangevuld met 3x daags 400 mg ibuprofen (indien geen zwangerschap).

De chirurg houdt bij de operatie zoveel mogelijk rekening met de plaats van de incisie/wond, zodat u kunt blijven voeden en/of kolven.

De lactatiekundige bespreekt met u hoe de borstvoedingsperiode tot dan toe is verlopen. Zij maakt een voedingsplan waarbij zij rekening houdt met uw wensen en de behoeften van uw baby.

• Bij operatie onder algehele verdoving: zodra u wakker bent, is het veilig om uw baby aan te leggen of te kolven. Uw baby mag tijdens de opname bij u op de kamer verblijven.
• U kunt uw baby gewoon aanleggen zolang hij met de mond de wond niet raakt en de wond afgedekt is. Bij het aanleggen of kolven is het mogelijk dat er moedermelk (vermengd met bloed) uit de wond sijpelt; dit is normaal en helpt bij de wondgenezing.
• Als aanleggen niet mogelijk of te pijnlijk is, kunt u (tijdelijk) geheel of gedeeltelijk kolven. Dit kan met een kolfapparaat en met de hand.
• Gebruikt u een kolfapparaat, begin dan voorzichtig met een lage zuigkracht. Als het vanwege de locatie van de wond niet lukt een vacuüm te maken, kan het helpen om de wond af te dekken met een wondverband of tepelhoed.
• Op www.diakonessenhuis.nl/film-handkolven vindt u een instructiefilm over kolven met de hand: Instructiefilm Kolven met de hand | Diakonessenhuis

Wondverzorging en genezing

De wond geneest en sluit zich van binnenuit, meestal binnen één tot twee  weken. Soms kan het enkele weken duren, afhankelijk van de grootte van het abces en de wond. Voorafgaand aan het ontslag ontvangt u duidelijke instructies over het spoelen van de wond en de verzorging.

Na de naaldaspiratie of operatie krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek Chirurgie. Als u in de tussentijd merkt dat uw klachten erger worden(meer pijn, zwelling, roodheid en/of koorts), neem dan contact op met de polikliniek Chirurgie.

Mogelijk krijgt u aansluitend aan de poliafspraak met de arts ook een (telefonische) afspraak met de lactatiekundige. U kunt ook zelf contact opnemen met de lactatiekundige van het ziekenhuis zolang u onder behandeling bent van de chirurg.

Secretariaat afdeling Verloskunde
088 250 6182

Afdeling Neonatologie (5B)
088 250 6136

Polikliniek Chirurgie
088 250 5333

Lactatiekundigen
088 250 6380
[email protected]

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].