Curettage

In deze folder vindt u informatie over een curettage. Uw gynaecoloog heeft al een aantal zaken met u besproken. In deze folder kunt u één en ander nog eens rustig nalezen en wordt op diverse zaken dieper ingegaan.

Algemene informatie over een ziekenhuisopname vindt u in de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'. U krijgt de folder bij inschrijving voor opname. U vindt de folders ook op onze website.

Algemeen

Wat is een curettage?

Bij een curettage wordt met een soort lepeltje, de curette, een laagje van het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder weggeschraapt. De baarmoeder heeft de grootte en de vorm van een peer. Zij bestaat uit twee delen: het lichaam en de hals (zie figuur 1). De wand van de baarmoeder bestaat uit spierweefsel, de binnenkant is bekleed met slijmvlies.

Afbeelding van een baarmoeder

Redenen om een curettage uit te voeren

Er zijn verschillende redenen om een curettage uit te voeren:  

Het verwijderen van weefsel uit de baarmoeder voor microscopisch onderzoek
Meestal wordt een curettage in deze gevallen gecombineerd met een hysteroscopie. Met een kijkbuisje (= hysteroscoop) worden het baarmoederhalskanaal en de baarmoederholte geïnspecteerd

Een miskraam of een bevalling
Bij een miskraam kan een curettage nodig zijn, wanneer er redenen zijn om het natuurlijk verloop van de miskraam niet langer af te wachten. Zowel na een miskraam als na een bevalling kan er moederkoekweefsel in de baarmoeder zijn achtergebleven. Met een curettage moet het weefsel worden verwijderd.

Beëindiging van een ongewenste zwangerschap
In het Diakonessenhuis wordt dit alleen gedaan op zeer specifieke medische indicatie.

En verder
Het verwijderen van poliepen (slijmvlieszwellingen) en vleesbomen (myomen) uit de baarmoeder gebeurde vroeger ook via een curettage. Tegenwoordig wordt dit bij voorkeur met een hysteroscoop gedaan. Dit geldt ook voor het verwijderen van een spiraaltje (wanneer dit niet op de gebruikelijke wijze door trekken aan de touwtjes mogelijk is).

Voorbereidingen

Onderzoeken

Soms moet voor de curettage nog een aantal onderzoeken worden uitgevoerd:

  • laboratoriumonderzoek, bijvoorbeeld bloed prikken;
  • een longfoto;
  • een cardiogram (ECG, een hartfilmpje).

Welke onderzoeken noodzakelijk zijn, is afhankelijk van uw leeftijd, uw algemene conditie, eventuele andere medische problemen en de reden van de curettage. Soms is ook overleg met een specialist op een ander medisch gebied nodig. Ook de wijze van verdoving en opname (poliklinisch, dagbehandeling of opname op een verpleegafdeling) zijn afhankelijk van bovengenoemde factoren.

Wijze van opname

Voor een curettage is meestal een opname op de dagbehandeling in Utrecht nodig. In sommige gevallen is een opname op de verpleegafdeling gynaecologie noodzakelijk. De gynaecoloog heeft in overleg met u bepaald welke vorm voor u het meest geschikt is.

Dagbehandeling
Als de curettage plaats vindt op de dagbehandeling in Utrecht, betekent dit dat u dezelfde dag weer naar huis kunt.

Opname op de verpleegafdeling Gynaecologie
Soms wordt u voor een curettage opgenomen op de verpleegafdeling Gynaecologie. Meestal kunt u ook dezelfde dag weer naar huis. Soms is echter het nodig dat u één of meer nachten in het ziekenhuis blijft.

Opnameplanning

De gynaecoloog vult een opnameformulier in waarmee u naar de opnameplanner gaat. Deze plaatst u op de wachtlijst voor de behandeling. Enkele dagen voor de opname krijgt u een bericht over de opnamedatum. Bij een miskraam wordt u vaak met spoed opgenomen om gecuretteerd te worden. Dit kan ook voorkomen na een bevalling.

Intakegesprek

Van de opnameplanner krijgt u formulieren mee voor het intakebureau en de pré-operatieve screening (POS) van de afdeling anesthesie. Dit gaat in principe aansluitend op uw bezoek aan de polikliniek, zodat u niet hoeft terug te komen. Een enkele keer zal de opnameplanning een aparte afspraak maken voor de POS, als de wachttijd daar erg lang is.

Bij het intakebureau spreekt een verpleegkundige met u de gang van zaken rondom de curettage door. Ze geeft u een aantal folders mee om voor de operatie door te nemen:

  • 'Pijnbestrijding bij een operatie';
  • 'Dagbehandeling' (bij een opname van een dag);
  • 'Opname in het Diakonessenhuis' (als u langer dan een dag wordt opgenomen).

Hierna gaat u naar de polikliniek anesthesie voor de pré-operatieve screening. Hier krijgt u informatie over de anesthesie (verdoving) en over eventuele voorbereidingen. De anesthesist zal u vragen naar eventueel medicijngebruik. Voor meer informatie over de anesthesie verwijzen we u naar de brochure ‘Algehele en regionale anesthesie’. Deze krijgt u doorgaans al van de opnameplanner.

Scheren

Het is voor een curettage niet nodig uw schaamhaar weg te scheren (iets wat bij andere gynaecologische operaties soms wel nodig is).

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Als u verkouden bent, griep heeft of koorts, kan het zijn dat de arts beslist de curettage uit te stellen. Als u ongesteld bent, kan de curettage gewoon doorgaan.

Gang van zaken rond de curettage

Melden

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van de afdeling waar de curettage zal plaatsvinden. 

Voorbereiding op de afdeling

Ongeveer een uur voor de operatie krijgt u op voorschrift van de anesthesioloog pijnstillers. U krijgt een operatiejasje aan en een broekje. Wanneer u aan de beurt bent, wordt u op uw bed naar de operatiekamer gebracht.

Anesthesie

Omdat met name het oprekken van de baarmoedermond erg gevoelig kan zijn, is een verdoving bij een curettage noodzakelijk. Een curettage wordt meestal onder een lichte, algehele narcose uitgevoerd. Soms wordt de ingreep onder regionale verdoving (een ruggenprik) gedaan.Een derde methode is de plaatselijke verdoving, waarbij de gynaecoloog een injectie in de baarmoederhals spuit. U voelt door de injectie geen pijn meer, maar uw spieren raken niet verslapt. Dit betekent dat u zich tijdens de ingreep goed moet kunnen ontspannen. Voor veel vrouwen is dit moeilijk, daarom is deze laatste vorm van verdoving lang niet voor iedereen geschikt.  Wilt u meer lezen over de algehele en regionale verdoving, dan verwijzen wij u naar de folder 'Algehele en regionale anesthesie'.

De ingreep

U zult, tenzij anders is afgesproken, onder leiding van uw eigen gynaecoloog gecuretteerd worden. De gynaecoloog opereert vrijwel altijd samen met een arts-assistent die daarbij in een leersituatie is. Wanneer u er bezwaar tegen heeft dat een arts-assistent aan de ingreep meewerkt, dan kunt u dit van tevoren aan uw gynaecoloog kenbaar maken. Vaak is bij de ingreep ook een co-assistent aanwezig. 

De vagina en de huid er omheen worden gedesinfecteerd. Daarna brengt de gynaecoloog een spreider (speculum) in de vagina. De baarmoedermond wordt met een klem vastgepakt en in de goede positie gebracht voor de ingreep. Nadat de baarmoedermond is opgerekt voor de ingreep, wordt de binnenkant van de baarmoeder gecuretteerd. Daarbij krabt de gynaecoloog de holte rondom schoon met een curette (een soort lepeltje). Zo ontstaat eenzelfde situatie als na een menstruatie. Als er zich veel weefsel in de baarmoederholte bevindt, bijvoorbeeld bij een miskraam, dan zuigt de gynaecoloog met een buisje eerst de grootste hoeveelheid weefsel weg. Daarna gebruikt hij een curette om de rest te verwijderen. Al het weefsel dat verwijderd is, wordt in het laboratorium onderzocht.

De curettage, inclusief het toedienen van de verdoving, duurt ongeveer tien minuten.

Risico's

Een curettage is een relatief ongevaarlijke ingreep. Wanneer de baarmoederwand tijdens de ingreep beschadigd  wordt, wordt de ingreep gestopt om beschadiging van de buikorganen te voorkomen.

Na de curettage

Bij een algehele narcose kunt u zich de eerste uren na de curettage slaperig voelen. Als reactie op de ingreep treden soms buik-krampen op. U kunt in dat geval een pijnstiller vragen. Het is mogelijk dat u de dag van de curettage vaginaal veel bloed verliest, met name na een curettage wegens een miskraam.

Weer naar huis

Ontslag

Na de curettage gaat u eerst 15 tot 30 minuten naar de uitslaapkamer. Vervolgens gaat u weer terug naar de afdeling. Afhankelijk van uw medische toestand, kunt u na enkele uren naar huis. In sommige gevallen zal uw arts u adviseren een dag langer in het ziekenhuis te blijven.

U mag de eerste 24 uur na de curretage niet zelf deelnemen aan het verkeer. Zorg ervoor dat u wordt opgehaald.  

Uitslag laboratoriumonderzoek

Wanneer u naar huis gaat, is de laboratoriumuitslag van het verwijderde weefsel nog niet bekend. Uw gynaecoloog zal daarom met u bespreken of u de uitslag via het telefonisch spreekuur kunt vernemen of dat u hiervoor terugkomt op de polikliniek.

Herstel en nawerking van de narcose

Waarschijnlijk zult u zich na de curettage wat minder fit voelen en zult u enkele dagen nodig hebben om bij te komen van de ingreep. Ook kunt u nog last hebben van de narcose. U kunt zich dan bijvoorbeeld slaperig en moe voelen of u minder goed kunnen concentreren. Soms zijn deze verschijnselen een gevolg van de spanningen die de curettage met zich meebrengt.

Adviezen voor thuis

Zolang u vloeit:

  • geen tampons gebruiken;
  • niet in bad of zwemmen;
  • geen geslachtsgemeenschap.

Verder zijn er geen speciale voorschriften voor de periode na de curettage, tenzij uw arts anders adviseert.

Menstruatie

Na een curettage wegens een miskraam of abortus komt de menstruatie meestal na ongeveer zes weken weer terug. Een langere periode is echter niet uitzonderlijk. Na een curettage om andere redenen is het tijdstip van de eerste menstruatie moeilijk aan te geven. Het tijdstip is afhankelijk van het moment in de menstruatiecyclus waarop de curettage is uitgevoerd. Het is normaal dat u vanaf de curettage tot aan de eerste menstruatie af en toe een beetje bloed verliest.

De pil

Het beste kunt u de eerste menstruatie afwachten en op de eerste dag van die menstruatie met de pil starten. De pil is dan meteen veilig en de menstruatiecyclus verloopt meestal direct weer ongestoord. Tot die eerste menstruatie moet u dan wel een andere vorm van anticonceptie toepassen.

Weer zwanger

Biologisch gezien kan iemand weer zwanger worden nadat de menstruatie weer op gang is gekomen of nog op gang is. Het is verstandig om met zwanger worden te wachten tot er na de curettage een normale menstruatie is opgetreden, omdat anders de zwangerschapsduur onduidelijk is. Wanneer iemand weer aan zwanger worden toe is, hangt natuurlijk af van psychische en sociale factoren.

Problemen thuis

Buikpijn die langer dan twee dagen na de curettage blijft bestaan, moet als abnormaal worden beschouwd. Het is niet normaal dat u na een curettage koorts krijgt. Ook buitensporig veel bloedverlies hoort na een curettage niet op te treden.Als u thuis problemen heeft, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts. Als er onverwachte complicaties (aanhoudende buikpijn, koorts of veel bloedverlies) optreden, dan kunt u binnen kantooruren contact opnemen met uw gynaecoloog. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de afdeling Triage Gynaecologie en Verloskunde, locatie Utrecht.

Poliklinische controle

Zo nodig wordt een controleafspraak gemaakt op de polikliniek. Dit is echter lang niet altijd noodzakelijk.

Vragen

Met vragen kunt u terecht bij de polikliniek Gynaecologie of overleggen met uw zaalarts of gynaecoloog.

Telefoonnummers

Polikliniek Gynaecologie
088 250 6178

Opnameplanner Gynaecologie
088 250 7578

Triage Gynaecologie en verloskunde
088 250 6459

Dagbehandeling Utrecht
088 250 6628

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Kort verblijf Zeist (A4)
088 250 9589

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 7 februari 2018

Code: GYN11