Fysiotherapie na het plaatsen van een schouderprothese (total shoulder, hemiprothese)

De orthopedisch chirurg heeft bij u een schouderprothese geplaatst. In deze folder vindt u informatie over het normale schoudergewricht, de operatie, de prothese en de revalidatieperiode.

Algemeen

Het normale schoudergewricht

Het schoudergewricht wordt gevormd door de kop van de bovenarm en een kom aan de zijkant van het schouderblad. Zowel de kop als de kom zijn bekleed met kraakbeen. Kraakbeen heeft een gladde, elastische structuur waardoor het bot onder het kraakbeen wordt beschermd tegen slijtage. Om de botstukken bij elkaar te houden, is het gewricht omgeven door een gewrichtskapsel, spieren en pezen. Deze spieren worden ook wel de cuffspieren genoemd. Zij zorgen ervoor dat het schoudergewricht verschillende kanten op kan bewegen en houden de relatief grote  kop van de schouder op zijn plaats.

afbeelding schoudergewricht

Het schoudergewricht: botten (links) en spieren (rechts)

Klachten en schade aan het schoudergewricht

Schade/klachten aan het schoudergewricht kennen verschillende oorzaken:

  1. Door een ongeval kunnen één of meerdere botbreuken ontstaan. Soms is de schade zo groot dat het schoudergewricht vervangen moet worden.
  2. Door slijtage van het kraakbeen of bij een ontsteking aan de schouder kan de schouder te pijnlijk of stijf zijn om nog soepel te bewegen.
  3. De pezen kunnen scheuren waardoor de cuffspieren niet meer goed functioneren.

Om de klachten aan het schoudergewricht in bovenstaande situaties te verminderen, kan het nodig zijn om een schouderprothese te plaatsen.

afbeelding gezond schoudergewricht en gewricht met artrose

Normale schouder, schouder met artrose, schouder met rotator cuffruptuur

De operatie

Bij deze operatie wordt een schouderprothese geplaatst. Er bestaan verschillende typen schouderprothesen. Als de cuffspieren voor de operatie nog goed functioneren wordt gekozen voor een hemiprothese (alleen de kop wordt vervangen) of een totale schouderprothese (zowel de kop als de kom worden vervangen).

Afbeelding van een röntgenfoto van de hemiprothese in de schouder

Hemiprothese

Afbeelding van een röntgenfoto van de totale schouderprothese

Totale schouderprothese

Na de operatie

Na de operatie is het belangrijk dat de zwelling in het wondgebied die is ontstaan door de operatie, zo snel mogelijk weer afneemt. Dit doet u door uw elleboog na de operatie goed te ondersteunen. Als u terugkomt van de operatiekamer ligt u op uw rug op bed. Uw arm zit in een brace. Uw bovenarm en elleboog rust op een kussentje om te voorkomen dat de kop van uw schouder te ver naar voren beweegt. Zorg ervoor dat het kussentje blijft liggen. Als u zich na de operatie weer wat beter voelt, mag u even op de rand van het bed zitten en zo mogelijk naar het toilet lopen. De verpleegkundige helpt u hierbij.

Fysiotherapie tijdens opname

De fysiotherapeut komt de eerste dag na de operatie bij u aan bed. Hij/zij bespreekt met u de leefregels voor de eerste acht weken na de operatie en start met oefenen. Het is belangrijk dat u na de operatie betrokken bent bij uw revalidatie en de oefeningen uitvoert die de fysiotherapeut met u bespreekt en oefent.

Naar huis

Ontslag

Als u voldoende mobiel bent, de pijn onder controle is en u alle instructies van de fysiotherapeut heeft gehad, gaat u op de eerste of tweede dag na de operatie naar huis. U krijgt bij ontslag een schriftelijke overdracht en een machtiging mee voor uw behandelend fysiotherapeut.

Pijnmedicatie

Na de operatie kan uw schouder pijnlijk zijn. Dit wordt meestal veroorzaakt door de zwelling die ontstaat door de operatie. Goede pijnstilling is belangrijk om te kunnen oefenen. Na ontslag uit het ziekenhuis is het belangrijk deze pijnmedicatie te blijven gebruiken, zodat de pijn u niet beperkt bij het oefenen. U kunt de pijnmedicatie afbouwen en zo mogelijk stoppen als u zonder pijn alle oefeningen kunt uitvoeren en de pijn u niet uit uw slaap houdt. Doe dit in overleg met uw behandelend fysiotherapeut of huisarts. De pijn kan soms enkele weken tot maanden aanhouden, maar zal dan geleidelijk afnemen.

Slapen

Het kan lastig zijn een goede slaaphouding te vinden in de eerste weken na de operatie. Het slapen op de rug wordt vaak als belastend ervaren. Het helpt de arm goed te ondersteunen met kussens. Laat uw fysiotherapeut u daar bij adviseren.

Revalideren

Om het stijf worden van de schouder en de arm te voorkomen, is het belangrijk dat u de oefeningen die u mee heeft gekregen uit het ziekenhuis, ook thuis blijft doen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis bespreekt met u wanneer u mag starten met oefenen bij een fysiotherapeut bij u in de buurt. De totale duur van de revalidatie os meestal tussen de zes en negen maanden. Dit is afhankelijk van het type prothese en de conditie van uw spieren voor de operatie. Zo moet u na het plaatsen van een reversed schouderprothese,  leren de arm te gaan gebruiken met andere spieren dan voorheen.

Leefregels

  • U draagt de sling zes weken dag en nacht, afhankelijk van het type schouderprothese en het beleid van de arts. De brace mag af bij het oefenen en bij de persoonlijke verzorging. Alhoewel de prothese al goed vastzit, wordt de sling 6 weken gedragen zodat de pezen goed kunnen genezen.
  • U mag na twee weken ook op uw niet geopereerde zijde liggen. Deze houding wordt vaak als onprettig ervaren. U kunt dan slapen op de rug, met de elleboog op een kussentje
  • U mag bij het wassen of aankleden met de romp licht naar voren buigen waarbij u de arm ontspannen laat afhangen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis oefent dit voordat u naar huis gaat.
  • Na vier tot zes weken - als u weer voldoende kracht in de spieren rond uw schouder heeft - mag u de sling af en toe af doen. Uw fysiotherapeut adviseert u hierover.
  • U mag de eerst zes weken niet steunen op uw geopereerde arm.
  • U mag de eerst zes weken geen kracht zetten met uw geopereerde arm.
  • Begin met uw arm op de buik met de elleboog in een hoek van 90 graden. Beweeg de arm dan rustig naar buiten en houd hierbij de elleboog in de zij. De arm mag  zo ver naar buiten bewegen tot de onderarm/hand recht naar voren wijst.
afbeelding oefening draai schouder

bovenaanzicht en zijaanzicht van oefening draaien van de arm

Autorijden en fietsen

Fietsen en autorijden kan weer als de pijn en de zwelling nagenoeg verdwenen zijn en u zonder nadenken de geopereerde arm kunt gebruiken. Dit kan 2 tot 3 maanden duren.

Werk- en sporthervatting

Als de meeste pijn verdwenen is en u weer voldoende controle over uw schoudergewricht heeft, mag u (in huis) weer wat lichte werkzaamheden oppakken. Dit is meestal niet eerder dan 6 weken na de operatie. Werkzaamheden mogen geen nieuwe pijnklacht of stijfheid veroorzaken. Voor de reversed schouderprothese zal dit iets langer duren, dan voor de hemiprothese en de totale schouderprothese. Uw fysiotherapeut begeleidt u hierbij.

De orthopedisch chirurg en uw fysiotherapeut adviseren u welke sporten er in de toekomst eventueel weer mogelijk zijn.

Oefeningen

Oefeningen in zit met de arm in de sling

  • Oefent u de vingers en de pols iedere uur. Elke oefening doet u 10-20 keer.
  • Drie keer per dag, beweegt u uw hoofd naar uw linker schouder en weer terug. Dit herhaalt u vijf keer. Daarna doet u hetzelfde naar de rechter schouder.
  • Drie keer per dag, beweegt u uw schouderbladen een klein stukje naar elkaar toe en weer terug.  Dit herhaalt u tien keer.

Oefeningen in staande houding met de arm uit de sling

  • Drie keer per dag strekt en buigt u de elleboog 10 keer. Let hierbij op dat de bovenarm tegen de romp blijft en de onderarm, via contact met uw buik, naar beneden beweegt.
  • Ondersteun uw onderarm aan de geopereerde zijde met de arm van de niet-geopereerde zijde, alsof u een baby vasthoudt. Maak dan kleine ronddraaiende bewegingen met de niet-geopereerde arm.

Resultaat

Het uiteindelijke resultaat na een aantal maanden van revalideren hangt voor een groot gedeelte af van de situatie van de schouder voor de operatie. Over het algemeen mag u verwachten dat de pijn die u had aan de schouder voor de operatie verdwenen of beduidend verminderd is.

Hoe goed de arm weer kan bewegen na de operatie hangt af van de conditie van de spieren en de stijfheid van het kapsel. Als u optimaal revalideert mag u verwachten bij de reversed schouderprothese dat u de arm tot schouderhoogte kunt heffen. In sommige situaties is dit niet haalbaar, bijvoorbeeld bij blijvend peesletsel.

Bij de hemiprothese en de totale schouderprothese mag u verwachten dat u de arm ook bovenhoofds kunt bewegen, maar niet zo hoog als u gewend was.

Vergeleken met een normaal schoudergewricht kan de schouderprothese over het algemeen minder zwaar belast worden.

Schoudernetwerk Midden Nederland

Heeft u nog geen eigen fysiotherapeut en/of bent u nog op zoek naar een in schouders gespecialiseerde fysiotherapeut bij u in de buurt, kijk dan op de website van Schoudernetwerk Midden Nederland

Vragen

Met vragen naar aanleiding van deze folder kunt u terecht bij de afdeling Fysiotherapie van het Diakonessenhuis.

Telefoonnummers

Afdeling Fysiotherapie
088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected] 

Bijgewerkt op: 18 september 2020

Code: FYSIO24