Naar huis met uw baby (na bevalling) (tips voor de eerste avond en nacht thuis)

Voor de thuiskomst zijn geen vaste adviezen te geven. U vult dit in naar eigen wens. Denk er wel aan om de baby kort na thuiskomst een keer te verschonen. Probeer de baby nog een keer aan te leggen/ te voeden en leg hem/haar lekker in bed.

Het is raadzaam om de baby de eerste nacht(en) bij u op de slaapkamer te leggen. Laat uw baby in een eigen bedje of in een (reis)wieg slapen en niet bij u in bed.

Bedje opmaken

U maakt het bedje als volgt op:

• Leg een molton (zonder plastic laagje) over het matrasje.
• Doe een hoeslaken over de molton en het matrasje.
• Dek het voeteneinde van het bedje met een laken en een deken (niet hoger dan de lengte van de baby).
• Leg geen knuffels naast het hoofdje van de baby en plaats geen kussens of hoofdbeschermers in het bedje.

Kruiken vullen

De baby kan zichzelf nog niet goed warm houden. Daarom is het belangrijk dat u één of twee hete kruiken bij uw baby in bed legt. Het aantal kruiken is afhankelijk van de lichaamstemperatuur van uw baby (zie ‘temperaturen’). De kruiken vult u op de volgende manier:

• Vul de kruik met een klein beetje koud water.
• Vul de kruik vervolgens met kokend water totdat deze overloopt. De kruik is nu zo heet dat u hem met een doek of ovenwanten moet vasthouden.
• Controleer of de rubberring van de dop goed zit en draai de dop stevig op de kruik.
• Controleer op lekkage. Droog de kruik eerst goed af. Schud de kruik vervolgens een paar keer. Als er geen water weglekt is de kruik goed afgesloten.
• Doe de kruik in de kruikenzak en knoop deze dicht.

De baby in bed leggen

Verwarm het bedje voor door een hete kruik onder de dekens te leggen. Als u de baby in bed gaat leggen, haalt u de kruik weg en legt deze even apart. Leg de baby op de rug in het bedje en dek hem/haar toe met een laken en een deken. Plaats de kruik weer in het bedje (zie ‘de kruik plaatsen’). Als u de baby uit bed haalt, kunt u de warme kruik onder de deken leggen om het plekje warm te houden.

De kruik plaatsen

U legt de kruik aan het voeteinde van het bedje. Een eventuele tweede kruik legt u langs de rug van uw baby met de dop naar het voeteneinde. De kruik mag niet rechtstreeks tegen de baby aan liggen. Leg daarom de kruik op de deken en zorg voor een ruimte van ongeveer tien centimeter (een handbreedte) tussen de baby en de kruik. Als het bedje erg klein is, leg dan alleen een kruik bij het voeteneind. Dek de baby en de kruik af met een tweede deken. U hoeft de kruiken pas ’s ochtends weer te verversen (dus niet bij elke voeding).

Kijk voor iedere voeding of uw baby een schone luier nodig heeft. Schrijf na elke verschoning op of de baby heeft gepoept/ geplast. U kunt hierbij gebruikmaken van het lijstje achter in deze folder. De kraamverzorgende of verloskundige zal hier naar vragen.

Uw baby wordt de eerste dagen natuurlijk gevoed. Het geven van borst- en flesvoeding verschilt, daarom een korte uitleg over beide.

Borstvoeding

In het ziekenhuis is de baby voor het eerst aangelegd. Soms heeft hij/zij nog niets gedronken, dit geeft niets. U kunt bij thuiskomst de baby weer aanleggen en daarna naar behoefte van de baby. De eerste dagen kan dit wel acht tot twaalf keer per dag zijn. Deze behoefte zult u echter misschien nog niet direct herkennen. Let hiervoor vooral op de voedingssignalen: wakker, smakgeluidjes, sabbelen op de handjes. Huilen is meestal een te laat voedingssignaal. Huid-op-huidcontact heeft een positief effect op het geven van borstvoeding. Bied bij elke voeding beide borsten aan, wissel als de baby de eerste borst loslaat of erop gaat sabbelen. Bevredig elke zuigbehoefte aan de borst (dus geen speentje en niet op de vingers laten zuigen). Het is niet erg als de baby de eerste dag niets binnenkrijgt. De kraamverzorgende zal u verder helpen bij het op gang brengen van de borstvoeding.

Flesvoeding

Uw baby krijgt de eerste dagen zes tot acht voedingen. Van uw verloskundige of de verpleegkundige heeft u informatie over de hoeveelheid gekregen. De normale verhouding voor flesvoeding is één afgestreken maatschepje melkpoeder per 30 ml kraan- of mineraalarm, niet bruisend water. Ga hygiënisch te werk en lees voor de bereiding altijd de aanwijzingen op de verpakking. Verwarmen kan het beste au-bain-marie. De kraamverzorgende zal u verder informeren.

Wij raden u aan de baby voor de laatste avondvoeding rectaal (via de anus) te temperaturen. Een normale temperatuur ligt tussen de 36,5 en 37,5 graden Celsius. Noteer de temperatuur op het lijstje achter in deze folder. Afhankelijk van de temperatuur legt u één of twee kruiken bij uw baby in bed:

• 36,5 - 36,8: twee kruiken
• 36,9 - 37,5: één kruik

Bij een temperatuur onder 36,5 of boven 37,5 graden Celsius moet u de verloskundige bellen.

Bloedverlies

Bloedverlies na de bevalling is normaal. Ook kunt u tijdens de toiletgang stolsels (bloedproppen) verliezen. U moet contact opnemen met de verloskundige in de volgende gevallen:

• als u in één uur twee volle maandverbanden heeft;
• als u twee stolsels ter grootte van een sinaasappel verliest.

Buikkrampen

U kunt last hebben van buikkrampen. Dit zijn de naweeën. Ter bestrijding van de pijn kunt u paracetamol gebruiken. U mag per 24 uur maximaal 8 paracetamoltabletten van 500 mg nemen zonder dat het kwaad kan voor de borstvoeding. Warmte op de buik kan ook verlichting bieden.

Plassen

Het is van belang dat u met regelmaat probeert te plassen. Als de blaas goed leeg is kan de baarmoeder goed samentrekken waardoor er minder kans is op veel bloedverlies. Ga altijd plassen voor een voeding. Tijdens borstvoeding trekt de baarmoeder samen en het is prettig als de blaas dan leeg is. Ga de eerste nacht na de bevalling niet alleen naar het toilet. Als het plassen pijn doet, kunt u ook onder de douche plassen.

Notities

In geval van vragen en problemen kunt u contact opnemen met uw verloskundige.

Kraamsuites (4 AB)
088 250 6042

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].