Maatregelen tegen verspreiding van kinkhoest

Uw kind is opgenomen in het ziekenhuis omdat hij/zij (mogelijk) kinkhoest heeft. In deze folder leest u welke maatregelen gelden om verspreiding van kinkhoest te voorkomen.

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen het door de kinkhoestbacterie (Bordetella pertussis).

De bacterie zit in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten en niezen komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken.

Vooral jonge baby’s die nog niet zijn ingeënt (gevaccineerd) kunnen erg ziek zijn door kinkhoest.

Wat zijn de klachten bij kinkhoest?

De klachten beginnen meestal met koorts, verkoudheid en/of hoesten. Na ongeveer 2 weken worden de hoestbuien erger, vooral ’s nachts. Dat kan een opvallend blaffende hoest zijn. Tijdens de hoestbui kan iemand erg benauwd worden en gaan braken. Van die hoestbuien kan iemand erg moe worden.

Na een paar weken wordt het hoesten langzaam minder.

Bij volwassenen lijkt kinkhoest vaak op een zware verkoudheid. Bij jonge baby’s zijn de klachten soms anders, zoals, slecht eten, moeite met ademen, blauw aanlopen.

Wanneer is kinkhoest besmettelijk?

Kinkhoest is vooral besmettelijk aan het begin van de ziekte, nog voordat er hoestbuien zijn. Iemand weet dan vaak nog niet dat hij kinkhoest heeft en denkt gewoon verkouden te zijn. Maar juist in die beginfase is de persoon het besmettelijkst. Iemand is besmettelijk tot 3 weken na het begin van de erge hoestbuien.

Kunnen personen die gevaccineerd zijn tegen kinkhoest ook ziek worden?

In Nederland worden de meeste kinderen ingeënt tegen kinkhoest. Toch komt kinkhoest regelmatig voor bij kinderen en volwassenen.

Iedereen kan kinkhoest krijgen. Dat geldt dus ook voor mensen die ingeënt zijn. Wél worden ingeënte mensen in de regel minder ziek. Zij zijn wél besmettelijk. 

Ook als u ooit kinkhoest heeft gehad, kunt u opnieuw kinkhoest krijgen.

Opname in het ziekenhuis bij kinkhoest

Wij verplegen uw kind in isolatie tijdens de opname. Dat betekent dat uw kind op een eenpersoonskamer blijft en niet de kamer mag verlaten zonder overleg met de verpleging.  Medewerkers dragen een mondneusmasker wanneer zij de kamer binnenkomen.

Wanneer moet u een mondneusmasker dragen?

Als u verkoudheidklachten heeft dan moet u een chirurgisch mondneusmasker dragen in het ziekenhuis. Op de afdeling moet u een chirurgisch mondneusmasker dragen als u de kamer verlaat om naar het toilet of de badkamer te gaan.

Op de kamer van uw kind hoeft u geen mondneusmasker te dragen. Het mag wel, maar is vaak niet zinvol. De meest besmettelijke periode van kinkhoest is vaak al voor dat uw kind erg ziek werd.

Andere bezoekers moeten op de kamer van uw kind wél een FFP1 mondneusmasker dragen om zich te beschermen.

Mogen broertjes en zusje op bezoek komen in het ziekenhuis?

Omdat kinkhoest erg besmettelijk is, is er een kans dat gezinsleden ook kinkhoest hebben of krijgen.

De regel in ons ziekenhuis is dat bezoekers die verkoudheidsklachten hebben, een mondkapje dragen bij binnenkomst. Bij kinderen lukt het dragen van een mondkapje meestal niet. We willen voorkomen dat kinderen uit een gezin waar kinkhoest heerst, anderen besmetten tijdens hun bezoek aan het broertje of zusje (in de lift of op de gangen). Daarom vragen wij u om kinderen, wanneer ze verkoudheidsklachten hebben, niet mee te nemen op bezoek.

Alleen wanneer broertjes en zusjes groot genoeg zijn om zich goed aan de regels te houden én groot genoeg om een mondneusmasker te dragen (vanaf ongeveer 12 jaar), kunnen zij met verkoudheidklachten op bezoek komen. Dan geldt:

  • dat zij een mondneusmasker in het ziekenhuis
  • dat zij tijdens het bezoek op de patiëntenkamer blijven
  • dat zij niet naar de speelkamer en de ouderkamer op de afdeling mogen
  • dat zij  na het bezoek zo snel mogelijk het ziekenhuis verlaten (niet in de gang of hal blijven wachten)

Waarom belt de GGD naar de ouders?

Kinkhoest is een meldingsplichtige ziekte. Dit betekent dat de kinderarts en het laboratorium aan de GGD doorgeven als een kind kinkhoest heeft. Dit is volgens de wet verplicht.

Omdat jonge baby’s heel ziek kunnen worden van kinkhoest, neemt de GGD contact met u op. Dit is om na te gaan of er kans is dat andere kinderen in het gezin ook erg ziek kunnen worden, bijvoorbeeld omdat ze (nog) niet gevaccineerd zijn. De GGD bespreekt dan of de andere gezinsleden uit voorzorg medicijnen nodig hebben.

Vragen

Met vragen over het ziektebeeld en de behandeling van kinkhoest kunt u terecht bij de kinderarts of arts-assistent kindergeneeskunde.

Telefoonnummers

Afdeling Hygiëne en infectiepreventie
088 250 6440

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 5 oktober 2023

Code: HYG12