Neerplastiek van de schouder

U wordt binnenkort geopereerd aan uw schouder. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond uw operatie. Voor deze ingreep verblijft u een nacht in het ziekenhuis. U heeft deze folder gekregen op de polikliniek Orthopedie.

Wat is neerplastiek?

Het schoudergewricht

Het schoudergewricht wordt gevormd door een kom (een deel van het schouderblad) en een kop (deel van de bovenarm). Om het gewricht bevindt zich gewrichtskapsel, daaromheen lopen spieren en pezen. Het gewrichtskapsel, de spieren en pezen vormen samen één geheel. Dit noemen we de ‘cuff’.

De beweging van het schoudergewricht is afhankelijk van een groep van vier spieren, de “rotatoren”. Deze spieren liggen als een soort huls om de kom van het schoudergewricht. De spieren monden uit in de pezen, waarvan de uiteinden aan de bovenarm vastzitten. Om de bovenarm soepel te laten bewegen, functioneren de slijmbeurzen (een soort stootkussentjes) rond de pezen als een soort glijmechanisme. Normaal glijden de pezen soepel tussen het schouderdak (acromion) en de bovenarm.

Afbeelding van de gehele schouder met benamingen

Klachten

De ruimte tussen het schouderdak en de bovenarm is erg klein. Hierdoor kunnen er klachten ontstaan die tot uiting komen door bewegingsbeperking en pijn, vooral bij het heffen van de arm. Door vervorming van een deel van het schouderblad komen de pezen en de slijmbeurs tijdens het bewegen in de knel. Bij problematiek rondom het bewegen van de arm kunnen hier ontstekingen in ontstaan (bursitis).

De operatie: neerplastiek

De neerplastiek is vernoemd naar een bekende schouderspecialist uit de Verenigde Staten; Dr. Charles Neer. Het doel van de operatie is pijnvermindering en functieverbetering van de schouder. De operatie wordt uitgevoerd door middel van een artroscopie, de zogenaamde kijkoperatie. Bij de artroscopie worden twee of drie kleine sneetjes rond het schoudergewricht gemaakt. Vervolgens wordt er met een artroscoop (een uiterst klein cameraatje) in het gewricht gekeken en via diezelfde sneetjes wordt met speciale instrumenten de onderzijde van het schouderdak en de ontstoken slijmbeurs verwijderd. Eventuele kalkophoping wordt, voor zover mogelijk, ook verwijderd. De bewegingsruimte voor de spieren en slijmbeurs is nu vergroot, zodat deze niet meer bekneld raken en de irritatie kan verdwijnen.

Afbeelding van de schouder en het deel dat verwijderd gaat worden

Voorbereidingen

In dit hoofdstuk krijgt u informatie over alle voorbereidingen die voorafgaand aan de opname van belang zijn. Uitgangspunt is dat u op het moment van opname goed weet wat u te wachten staat en dat verschillende zaken alvast geregeld zijn.

Preoperatieve screening

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Datum en locatie van de operatie

De afdeling opname maakt de planning voor de operatie. Zodra u aan de beurt bent, geeft deze afdeling de opnamedatum telefonisch of schriftelijk aan u door. Het tijdstip waarop u op de opnamedag in het ziekenhuis wordt verwacht, is pas kort van tevoren bekend. De (werk)dag voor de opnamedag belt een verpleegkundige van de afdeling u op om dit door te geven. Zij geeft dan ook door welke medicijnen u wel (of niet) mag gebruiken en of u nuchter moet zijn voor de operatie.

Voorbereidingen thuis

Niet ontharen
U wordt verzocht het operatiegebied minimaal 1 week voor de operatie niet te ontharen. Indien nodig, zal dit op de verpleegafdeling worden gedaan. De dag van de operatie de schouder gelieve niet met zeep te wassen of een bodylotion of creme op de schouder te smeren.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk melden aan de opnameplanner? Het telefoonnummer vindt u achterin deze folder. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u dan meteen een nieuwe afspraak maken.

De opname

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ staat aangegeven welke spullen u mee moet nemen naar het ziekenhuis.

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de afgesproken afdeling. Hier neemt u plaats in de ontvangstruimte.

Voorbereidingen

Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.

Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.

In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.

Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.

Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery) waar u ongeveer een uur blijft. Als u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. De verpleegkundige zal telefonisch contact opnemen met uw contactpersoon.

De medicatie tegen de pijn kan worden aangepast als het nodig is. Het is belangrijk dat u waarschuwt als de pijn toeneemt.

In uw niet-geopereerde arm zit een infuus. Hierdoor kunnen zo nodig vocht en medicijnen worden toegediend. Het infuus blijft in uw arm, totdat u gegeten en gedronken heeft. Soms wordt er een drain (plastic slangetje) in het operatiegebied geplaatst, die overtollig bloed en wondvocht opvangt. Het infuus en de eventuele drain worden voor ontslag uit het ziekenhuis verwijderd.

Uw arm kan door de verdoving nog een aantal uren gevoelloos zijn. Het gevoel komt meestal binnen 24 uur langzaam terug.

U krijgt van de verpleging een sling (een soort mitella) aangemeten, ter ondersteuning van uw arm, om de schouder te ontlasten. De mitella draagt u de eerste dagen na de operatie. Na ongeveer vijf tot zeven dagen houdt u de mitella zoveel mogelijk af.

Na de operatie komt een (zaal)arts bij u kijken. Als u dan vragen heeft kunt u ze gerust stellen. Dit is niet altijd uw eigen arts. De orthopedisch chirurgen wisselen elkaar af op de locaties Utrecht en Zeist.

Fysiotherapeut

Na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs op de verpleegafdeling. Hij/zij geeft aan welke oefeningen u moet doen om de coördinatie, beweeglijkheid en kracht van uw arm/schouder te bevorderen. De fysiotherapie moet u thuis voortzetten. U krijgt een overdrachtsbrief en een machtiging voor uw eigen fysiotherapeut mee. Een goed en regelmatig contact met uw fysiotherapeut is essentieel voor het revalidatieproces.

Naar huis

U mag de dag na de operatie naar huis. Als u naar huis gaat, krijgt u een afspraak mee voor een controle op de polikliniek. Deze controle vindt  zes weken na de operatie plaats. Ongeveer 14 dagen na de operatie mag u de hechtingen of de uiteinden van de hechtingen bij uw eigen huisarts laten verwijderen.

Verband, wondverzorging en douchen

De eerste twee dagen na de operatie moet de wond schoon en droog blijven. De huid rond de hechtingen/ hechtpleisters kan er rood of geïrriteerd uitzien. Deze roodheid en irritatie neemt langzaam af. Als de wond droog is, mag u douchen. Meestal is dat na een paar dagen.

Na het douchen, moet de natte pleister vervangen worden door een schone; dit mag een gewone huis-tuinen-keukenpleister zijn. Gebruik rond de wond geen zeepproducten totdat de hechtingen eruit zijn en de wond goed genezen is.

Adviezen voor thuis

Geef uw arm rust
Als u thuis stil zit, is het handig om de sling af te doen en een kussen onder uw arm te leggen, zodat deze hoog ligt. Til de eerste vier weken geen zware voorwerpen (maximaal 1 à 2 kilo) en steun niet op uw geopereerde arm.

Werkhervatting
Het moment waarop u weer kunt gaan werken, is afhankelijk van het soort werk dat u doet. U overlegt dit met de bedrijfsarts. Raadpleeg bij twijfel  de orthopedisch chirurg als u na zes weken weer op controle komt.

Autorijden
We adviseren u pas weer auto te rijden als de pijnklachten dit toelaten. Als u twijfelt overleg dan met de arts.

Sporten
De meeste sporten kunnen vaak na drie maanden weer worden uitgeoefend. Uw orthopedisch chirurg zal u hierover inlichten. Ook kan uw fysiotherapeut u advies geven over sporten na de operatie.

Wanneer contact opnemen?

U dient contact op te nemen met de polikliniek orthopedie:

  • als de wond gaat lekken;
  • als de wond of de huid rond de wond pijnlijk en rood is en warm aanvoelt;
  • als u hoge koorts heeft (boven 40 graden Celcius).

Goed om te weten

De revalidatie na een schouderoperatie is vaak een lange weg. Het is dan ook van essentieel belang dat u de opgegeven fysiotherapieoefeningen trouw blijft doen. Dit bevordert het herstel aanzienlijk.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek orthopedie. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Telefoonnummers

Polikliniek Orthopedie
088 250 6270

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 23 februari 2024

Code: ORTH06