Okselkliertoilet bij borstkanker

In verband met borstkanker ondergaat u binnenkort een okselkliertoilet. Bij deze operatie worden de lymfeklieren uit de oksel verwijderd voor onderzoek op uitzaaiingen. Soms vindt deze operatie in combinatie met een borstoperatie plaats. Zie dan voor meer informatie ook de folder ‘Operatie bij borstkanker ’.

Waarom een okselkliertoilet?

Het doel van deze operatie is te onderzoeken of er uitzaaiingen in de okselklieren zitten, en zo ja, hoeveel dat er dan zijn. Dit geeft ons informatie over de uitgebreidheid van de ziekte en de reactie op behandeling die u eventueel gehad heeft, maar zorgt (soms samen met radiotherapie) ook voor lokale controle van de oksel.

ligging schildwachtklier

Voorbereidingen op de operatie

Meenemen

In de folder 'Opname in het Diakonessenhuis' kunt u lezen wat u mee moet nemen voor uw opname in het ziekenhuis.

Informatie

U krijgt tijdens het intakegesprek bij de mammacareverpleegkundige de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’. Na het intakegesprek geeft de anesthesist u informatie over de verdoving en krijgt u de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner Chirurgie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

Opname en operatie

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling.

Anesthesie

De operatie wordt verricht onder algehele verdoving (narcose).

Verwijdering okselklieren

De chirurg maakt een snede van drie tot vijf centimeter in de oksel en verwijdert via deze opening een aantal lymfeklieren (ongeveer 10 tot 20). Na de ingreep wordt de wond gehecht met onderhuidse hechtingen.

Duur van de operatie

De operatie duurt 30 tot 45 minuten. 

Na een okselkliertoilet

Drains

Er blijft een drain achter in de wond. Dit is een dun plastic slangetje om bloed en wondvocht af te voeren. Meestal wordt de drain de dag na de operatie verwijderd. In een uitzonderlijk geval kan het zijn dat u met een drain naar huis gaat. De verpleegkundige leert u dan hoe u de drain zelf kunt verzorgen. Na verwijdering van de drain kan er vochtophoping in de wond (=seroom) ontstaan. Tijdens de poliklinische controle wordt de wond dan met behulp van een naald aangeprikt en leeggezogen. Dit is meestal niet pijnlijk omdat de omgeving van de wond nog gevoelloos is. Dit aanprikken van de wond kan nog tot enkele weken na het verwijderen van de drain nodig zijn.

Pijn

De wonden van de operatie kunnen de eerste dagen na de operatie gevoelig zijn. Ook kan het gebied onder de arm gevoelig en stijf zijn. Op de afdeling krijgt u hiervoor adviezen en zo nodig pijnmedicatie voor thuis.

Stijve arm

Het is belangrijk om voldoende pijnstilling te gebruiken. Pijn zorgt er vaak voor dat de geopereerde arm tegen het lichaam wordt gehouden en niet wordt gebruikt. Wanneer u de geopereerde arm te lang niet gebruikt (dit kan al na een paar dagen!) kunt u een stijve schouder krijgen. Door pijnstilling te gebruiken kunt u uw arm blijven bewegen. Ook krijgt u een folder ‘Fysiotherapie na een okselkliertoilet’. Hierin staan oefeningen die u thuis kunt doen.

Mogelijke complicaties

Bij iedere ingreep bestaat er een kans op complicaties. Zo zijn er ook bij een okselkliertoilet de normale risico’s op complicaties. De meest voorkomende complicaties zijn:

Nabloeding

Direct na een operatie kan er een nabloeding ontstaan. Soms is dan een tweede operatie nodig om de bloeding te verhelpen.

Infectie

Er kan een wondinfectie optreden. Soms is het nodig om de wond een beetje open te maken om de infectie te behandelen, soms is een behandeling met antibiotica voldoende.

Dikke arm (lymfoedeem van de arm)

Doordat we tijdens de operatie alle okselklieren verwijderen kan het lymfevocht vanuit uw arm aan de geopereerde zijde minder gemakkelijk worden afgevoerd. De kans op een hinderlijke dikke arm na verwijdering van de okselklieren is 5 tot 10%. Dat wil zeggen dat meer dan 90% van alle geopereerde vrouwen geen dikke arm krijgt en normaal kan functioneren.

Er ontstaat extra lymfevocht als de geopereerde arm zwaar belast wordt en/of als er wondjes ontstaan aan de arm/hand. Het is dus verstandig veel zwaar werk te vermijden. Door het dragen van werk- of tuinhandschoenen kunt u het risico op wondjes aan de hand gemakkelijk verkleinen.

Als uw arm toch dikker of gezwollen wordt, neem dan contact op met de mammapolikliniek.

Zie voor meer informatie de folder ‘Lymfoedeem’.

Gevoelloosheid en zenuwpijn

Bij de operatie moet de chirurg meestal de gevoelszenuwen die dwars door de oksel lopen, doorsnijden. Daardoor kunt u na de operatie, aan de geopereerde zijde, aan de binnenkant van uw bovenarm, oksel, en eventueel aan de zijkant van de romp, een gevoelloos gebied ontdekken. Dit gebied 'slaapt'. Deze gevoelloosheid kan in sommige gevallen blijvend zijn.

Een klein percentage vrouwen krijgt last van zenuwpijn. In dat geval is de huid juist extra gevoelig. Kenmerkend voor zenuwpijn is een brandend, schrijnend, zeurend, ‘prikkelend’, stekend en/of een ‘strakke band’ gevoel in het okselgebied en/of de bovenarm. Zo nodig (als de klachten aanhouden en erg hinderlijk zijn) verwijst de chirurg u bij zenuwpijn door naar de polikliniek Pijnbehandeling. Bij de Borstkanker Vereniging Nederland is een folder verkrijgbaar met uitgebreide informatie over zenuwpijn (adresgegevens zie onder het kopje ‘Lotgenotencontact’).

Ontslag

Naar huis

Meestal kunt u de dag na de operatie weer naar huis. Dit kan in de ochtend of in de loop van de dag zijn. Bij ontslag krijgt u adviezen en leefregels mee voor thuis.

Controle

U krijgt bij ontslag uit het ziekenhuis een afspraak mee voor de eerste poliklinische controle bij de medisch of verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak wordt de wond gecontroleerd en krijgt u de uitslag van het microscopisch onderzoek te horen.

Evaluatiegesprek met mammacareverpleegkundige

Ongeveer vier weken na de operatie en eventuele aanvullende behandelingen heeft u een gesprek met de mammacareverpleegkundige. Tijdens dit gesprek wordt onder andere het ziekteverloop en uw ervaring van de afgelopen weken besproken.

Problemen thuis

Als zich thuis na de operatie problemen voordoen, kunt u via de mammapolikliniek een (telefonische) afspraak maken bij de medisch of verpleegkundig specialist.

Vragen

Heeft u vragen, neem dan contact op met de medisch of verpleegkundig specialist. U kunt een telefonische afspraak maken via de mammapolikliniek.

(Patiënten)organisaties

Borstkanker Vereniging Nederland
Misschien heeft u rond uw operatie behoefte om met iemand te praten die in dezelfde situatie zit. Dit kan via de Borstkanker Vereniging Nederland. Bij deze vereniging kunt u ook terecht voor meer informatie over borstkanker.

Borstkanker Vereniging Nederland
Postbus 8065
3503 RB Utrecht
Telefoonnummer (030) 291 72 22

Oncokompas
Voor ondersteuning bij nazorg en revalidatie verwijzen wij u graag naar oncokompas.nl. Dit digitale nazorgprogramma helpt u om de meest optimale nazorg te vinden en zo goed mogelijk te revalideren na kanker. U vindt er bijvoorbeeld informatie over veel voorkomende klachten zoals angst, somberheid en vermoeidheid maar ook over gezonde voeding en zingeving.

Telefoonnummers

Mammapolikliniek
088 250 5030

Opnameplanner Chirurgie
088 250 5333 (toets 2)

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 11 maart 2024

Code: M07