Operatie van de onderkaakspeekselklier door de kaakchirurg

U wordt mogelijk opgenomen voor een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier (glandula submandibularis). In deze folder vindt u informatie over deze ingreep en de gang van zaken rond de operatie. Algemene informatie over een opname vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.

Algemeen

Wat is een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier?

Een operatieve verwijdering van de onderkaakspeekselklier noemen we ook wel extirpatie van de glandula submandibularis. Bij deze operatie verwijdert uw behandelend arts de speekselklier die onder de onderkaak in de hals ligt. De reden voor de operatie is een ontsteking van of een tumor in de klier.

De onderkaakspeekselklier

De mens heeft twee onderkaakspeekselklieren (glandula submandibularis). Samen met twee oorspeekselklieren, twee speekselklieren achter de huig en twee ondertongspeekselklieren vormen ze de acht grote speekselklieren. Daarnaast bevinden zich nog talloze kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en keelholte. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse speekselproductie.

De onderkaakspeekselklieren liggen onder de tong aan de binnenzijde van de onderkaak. Via een dunne afvoerbuis gaat het speeksel uit deze klier naar een opening vlak achter de voortanden.

Klachten

Ontsteking van de onderkaakspeekselklier
In de klier of in de afvoerbuis van de klier naar de mond kunnen stenen voorkomen die de speekselafvoer belemmeren. Als deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de onderkaakspeekselklier ontstaan. Ook zonder speekselstenen kan de onderkaakspeekselklier chronisch ontstoken raken. Soms is verwijdering van een steen via de mond mogelijk. Soms is een kijkoperatie (endoscopie) van de speekselklier of verwijdering van de ontstoken onderkaakspeekselklier nodig.

Goedaardige tumor
Een bobbel onder een kaakrand kan duiden op een tumor in de onderkaakspeekselklier. Over het algemeen geeft deze geen pijnklachten en in ongeveer 50% van de gevallen is de tumor goedaardig. Vaak is sprake van een cyste, pleiomorf adenoom of Warthin tumor. Cysten en Warthin tumoren worden verwijderd omdat zij vaak ontstoken raken. Een pleiomorf adenoom wordt verwijderd omdat deze in verloop van jaren groeit en kwaadaardig kan worden.

Kwaadaardige tumor
50% van de tumoren van de onderkaakspeekselklier is kwaadaardig. Uw kaakchirurg bespreekt de gevolgen bij kwaadaardigheid met u.

Diagnose

Als u geopereerd wordt vanwege een tumor, is het belangrijk om voorafgaand aan de operatie een beeld te hebben van de aard van de tumor. Daarom doen we in dat geval eerst onderzoek. Dat bestaat uit vragen en lichamelijk onderzoek. Soms is een echo-onderzoek nodig. En soms doet de arts dan ook een punctie. De arts prikt de tumor dan met een dun naaldje via de huid aan waarna hij cellen uit de tumor zuigt. Een patholoog onderzoekt deze cellen onder een microscoop om meer zekerheid te krijgen over goed- of kwaadaardigheid. Omdat het stellen van de diagnose ook voor een patholoog lastig blijft, krijgt u altijd het advies om de onderkaakspeekselklier te verwijderen. Bij uitgebreide afwijkingen of bij kwaadaardige tumoren is een CT-scan of MRI-scan van de onderkaakspeekselklier nodig.

 

Voorbereidingen

Meenemen

In de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’ staat aangegeven wat u mee moet nemen naar het ziekenhuis

Nuchter en medicijngebruik

Voorschriften over nuchter zijn en medicijngebruik vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) aan de polikliniek Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Als u verkouden bent, griep of koorts heeft, kan het zijn dat de arts de operatie uitstelt. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek.

 

De opname

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de afgesproken afdeling.

Anesthesie

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving. Uw behandelend arts bespreekt dit met u. Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

De operatie

Gang van zaken tijdens de operatie

De arts maakt ongeveer drie centimeter onder de kaakrand een horizontale huidsnede van vijf centimeter. Via deze snede verwijdert hij de onderkaakspeekselklier. In dit gedeelte van de hals lopen twee belangrijke zenuwen: een tak van de aangezichtszenuw en de tongzenuw. De kaakchirurg probeert deze zenuwen te sparen. Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen, wordt soms een wonddrain (slangetje) ingebracht. De wonddrain is meestal één tot drie dagen nodig. 

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer een uur.

Na de operatie

De uitslaapkamer

U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer (recovery) van de operatieafdeling. Als u voldoende hersteld bent, gaat u naar de verpleegafdeling.

Op de verpleegafdeling

Eten
De avond na de operatie kunt u een lichte maaltijd gebruiken tenzij uw behandelend arts anders adviseert.

Bij- en nawerkingen

Pijn
Na de operatie heeft u meestal weinig pijn. De pijn wordt veroorzaakt door de wond en soms door de houding van het hoofd tijdens de operatie. Indien nodig krijgt u pijnstilling voorgeschreven.

Zwelling
Het wondgebied is vaak wat gezwollen. Dit verdwijnt na enkele weken. Een forse zwelling kan wijzen op een ontsteking of bloeduitstorting. Uw arts zal dit dan met u bespreken en u zo nodig behandelen.

Speeksel
Het missen van een onderkaakspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de hoeveelheid speeksel.

Gevoelszenuw
Bij de operatie kunnen niet alle gevoelszenuwen van de huid rond de huidsnee behouden worden. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van het operatiegebied. Na verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied steeds kleiner en het herstelt meestal helemaal. Als het gevoel niet geheel normaal wordt, dan wordt dit in het dagelijks leven meestal nauwelijks als hinderlijk ervaren.

Litteken
De operatiewond ligt in de schaduw van de onderkaak in een bestaande huidplooi. Hierdoor is het litteken na enkele maanden vaak nauwelijks meer zichtbaar.

Mogelijke complicaties

Nabloeding
Als er veel bloed via de wonddrain afloopt of het operatiegebied dikker wordt, kan dit duiden op een nabloeding. Het is dan meestal noodzakelijk de wond opnieuw onder narcose te openen om een nog bloedend bloedvaatje dicht te maken. De kans hierop is ongeveer 1%.

Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk of wordt na enkele dagen pijnlijk en zwelt op. De huid rond de wond wordt dan ook vaak rood. Neem in dat geval contact op met uw kaakchirurg. Er kan sprake zijn van een wondinfectie. Soms krijgt u hiervoor een antibioticumkuur. Een wondinfectie gebeurt vooral als een chronische ontsteking de reden van opereren was. Ook mensen met slecht instelbare suikerziekte hebben vaker ontstekingen.

Zenuwbeschadiging
Bij het verwijderen van een onderkaakspeekselklier is het vrijwel altijd mogelijk om de belangrijkste zenuwen in dat huidgebied te behouden. Zenuwbeschadiging kan ontstaan als een zenuwtakje van de aangezichtszenuw (nervus facialis) wordt beschadigd. Na de operatie is er in minder dan 10% van de gevallen gedurende enkele dagen tot weken enige zwakte in de beweeglijkheid van de mondhoek. Over het algemeen verbetert dit na enkele weken, soms pas na enkele maanden. Meestal kunt u de onderlip aan de geopereerde zijde niet helemaal naar beneden trekken. Zeer zelden ontstaat een blijvend scheve mond. Dit is alleen zichtbaar bij aanspannen van de spieren van de mondopening. De kans op beschadiging van de zenuwen van de tong (voor gevoel, smaak en beweging) is bij deze operatie zeer klein.

Ontslag

Naar huis

In principe kunt u de dag na operatie naar huis. Soms heeft u dan nog een drain. In dat geval krijgt u voor de volgende dag een afspraak mee voor wondinspectie op de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie.

Vervoer

Wij adviseren u om na de operatie niet zelf naar huis te rijden. Regel daarom vooraf een taxi of iemand die u naar huis brengt.

Adviezen voor thuis

Als u pijn heeft dan kunt u paracetamol gebruiken.

Tot de eerste controleafspraak moet u het verband droog houden en de pleisters laten zitten. Doe het de eerste week rustig aan.

Controleafspraak

Ongeveer één week na de operatie komt u voor controle op de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Tijdens deze afspraak verwijdert de arts de hechtingen en bespreekt uw arts de uitslag van het weefselonderzoek met u. Ook bespreekt hij volgende controleafspraken. Deze zijn onder andere afhankelijk van de wondgenezing en de aard van de aandoening.

Problemen thuis

Neem bij problemen contact op met de polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie. Bij spoedeisende problemen in de avond- en nacht kunt u contact opnemen met de SpoedEisende Hulp.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wenst u nadere uitleg? Neem dan contact op met uw kaakchirurg.

(Patiënten)organisaties

Meer informatie vindt u op de website van de NVMKA  - Folders en animaties 

Telefoonnummers

Polikliniek Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie
088 250 5900

Verpleegafdeling (3CD)
088 250 6362 / 088 250 6363

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 19 februari 2024

Code: MKA