Opname op de kinderdagbehandeling

Uw kind wordt binnenkort voor een operatie of onderzoek opgenomen op de kinderdagbehandeling van het Diakonessenhuis. Wij heten u en uw kind van harte welkom.

In deze folder vindt u informatie over de voorbereiding thuis en in het ziekenhuis en over de gang van zaken tijdens de opname. Heeft u na het lezen van de folder nog vragen? Stel ze dan gerust aan de medewerkers van de afdeling.  

Voor de leesbaarheid noemen we een kind hij/hem. Waar ‘hij’ staat, kunt u natuurlijk ook ‘zij’ lezen. Waar we in de tekst over ouders spreken, kunt u ook verzorgers lezen. 

Gegevens van uw kind
Datum voorlichting:
Tijdstip voorlichting:
Locatie voorlichting:
Datum van opname:
Tijdstip van opname:
Opnameafdeling:

De afdeling

Op de kinderdagbehandeling liggen kinderen en jongeren in de leeftijd van nul tot achttien jaar. Jongens en meisjes liggen op één kamer. Dit noemen we gemengd verplegen. Heeft u of uw kind hier bezwaar tegen? Meld dit dan bij de verpleegkundige. We doen ons best om een goede oplossing te vinden.

Bij een opname houden we zoveel mogelijk rekening met de leeftijd van uw kind. We proberen leeftijdsgenootjes bij elkaar op een kamer te leggen.

Uw kind wordt verpleegd door kinderverpleegkundigen of verpleegkundigen in opleiding tot kinderverpleegkundige. De verpleegkundigen in opleiding werken onder begeleiding van een kinderverpleegkundige.

Van polikliniekbezoek tot opname

Tijdens het polikliniekbezoek bespreekt de arts de opname met u en uw kind. Daarna gaat u naar de polikliniekassistent. U krijgt van haar een folder over de ingreep. En zij vertelt u waar u zich kunt melden voor de preoperatieve screening (POS). U kunt hier meestal meteen terecht. Als het nodig is, maakt u een afspraak voor een ander moment.

Preoperatieve screening/intake

Ter voorbereiding op een operatie heeft uw kind een preoperatieve screening (POS). Deze bestaat uit een gesprek met een intakeverpleegkundige en een bezoek aan de anesthesioloog (de verdovingsarts).

De intakeverpleegkundige meet de lengte en het gewicht van uw kind en geeft informatie over de operatie. 

De anesthesioloog kijkt naar uw kind en vertelt u en uw kind over de narcose.

Opnamedatum

De opnameplanner geeft aan wat de opnamedatum is. Wilt u de opnamedatum later nog veranderen of annuleren? Bel dan de opnameplanner. U vindt het telefoonnummer achter in deze folder.

Voorlichting

Voor een prettig verloop van de opnamedag is het belangrijk dat u en uw kind goed voorbereid zijn op wat er komen gaat. Daarom organiseert de kinderdagbehandeling in Utrecht en in Zeist voorlichtingsbijeenkomsten voor kinderen. 

Tijdens deze bijeenkomst maken de kinderen kennis met de afdeling. De medisch pedagogisch zorgverlener geeft uitleg over de opname en de operatie. Hij/zij gebruikt daarbij foto’s, operatiemateriaal en operatiekleding. Zo raken u en uw kind bekend met wat er op de opnamedag gebeurt. Eventuele spanning en zorgen nemen hierdoor vaak af.

Het is fijn als er maar één ouder met kind meekomt en broertjes en/of zusjes thuis blijven. Zo wordt de groep niet te groot.

U krijgt voor de voorlichtingsbijeenkomst een uitnodiging van de opnameplanner.

Utrecht 

  • De bijeenkomst voor peuters (2½ tot en met 4 jaar) is elke donderdag van 13.30 tot 14.15 uur op de kinderdagbehandeling (5e etage).  

  • De bijeenkomst voor kinderen van 5 tot en met 12 jaar is elke donderdag van 16.00 tot 16.45 uur op de kinderdagbehandeling (5e etage). In verband met het bezoekuur rond deze tijd en de beperkte parkeerruimte adviseren wij u, indien mogelijk, met openbaar vervoer of de fiets te komen, of in elk geval ruim de tijd te nemen voor het zoeken van een parkeerplaats.

Zeist

  • De bijeenkomst voor peuters (2½ tot en met 4 jaar) is elke woensdag van 14.00 tot 14.45 uur op de kinderdagbehandeling.  

  • De bijeenkomst voor kinderen van 5 tot en met 12 jaar is elke woensdag van 15.00 tot 15.45 uur op de kinderdagbehandeling. 

Het is mogelijk een individuele voorlichting in te plannen. Valt uw kind buiten de genoemde leeftijdscategorie of denkt u dat dit beter voor uw kind is? Dan kunt u contact opnemen met de opnameplanner of met de medisch pedagogisch zorgverlener voor overleg of advies. De telefoonnummers vindt u achter in deze folder.

Als u niet bij de voorlichtingsbijeenkomst kunt zijn, neem dan contact op met de opnameplanner. Bent u verhinderd op de dag zelf en is de opnameplanner niet bereikbaar, neem dan contact op met de medisch pedagogisch zorgverlener. 

Ziek of koorts 

Bel met de afdeling Kinderdagbehandeling als uw kind in de dagen vóór de operatie:  

  • ziek wordt

  • koorts krijgt (boven de 38,5°C) 

  • in contact is geweest met besmettelijke kinderziekten (bijvoorbeeld waterpokken) 

Soms is het beter om de operatie dan uit te stellen. 

Medicijnen 

Gebruikt uw kind medicijnen? Dan kan hij deze meestal gewoon innemen of inhaleren op de operatiedag. De anesthesioloog bespreekt dit met u tijdens de screening. Met vragen over (nieuwe) medicijnen kunt u altijd bellen naar de Preoperatieve screening. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder. Vergeet niet de medicijnen van uw kind mee te nemen naar het ziekenhuis. 

Vaccinaties 

Vaccinaties rond de operatiedag kunt u beter uitstellen. Ons advies: 

  • DKTP- en/of Hib-vaccinaties: niet binnen 3 dagen vóór en 3 dagen na de operatie.  

  • BMR-vaccinatie: niet binnen 14 dagen vóór en 3 dagen na de operatie.  

  • Meningokokken ACWY-vaccinatie: niet binnen 3 dagen vóór en 3 dagen na de operatie.  

  • Griepvaccinatie: niet binnen 3 dagen vóór en 3 dagen na de operatie. 

Voorbereidingen thuis

Tips om uw kind voor te bereiden

Een ziekenhuisopname en een operatie zijn voor de meeste kinderen heftige gebeurtenissen. Het is moeilijk te voorspellen hoe uw kind reageert. Wel is bekend dat uw kind de opname veel makkelijker doorstaat en verwerkt door een goede voorbereiding. Naast de voorlichting van het ziekenhuis kunt u uw kind ook thuis voorbereiden. Ieder kind is uniek. Daarom is ook de voorbereiding per kind verschillend. Hieronder vindt u een aantal adviezen. 

  • Zorg dat u zelf weet wat er gaat gebeuren. Vraag het na als u iets niet begrijpt.

  • Neem vooraf een kijkje op de kinderafdeling. Dit kan tijdens de voorlichtingsmiddag of een persoonlijk voorbereidingsgesprek. 

  • Begin niet te vroeg met de voorbereiding. Begin bij jonge kinderen een paar dagen voor de opname met de voorbereiding. Eerder heeft voor hen geen zin. Met oudere kinderen kunt u het wel eerder over de opname hebben. Betrek ook broertjes en/of zusjes bij de ziekenhuisopname.  

  • Neem rustig de tijd en kies een geschikt tijdstip, liever niet vlak voor het slapengaan. Houd de uitleg zo makkelijk mogelijk en probeer u in te leven in de belevingswereld van uw kind. Vertel over het ziekenhuis en wat er gaat gebeuren. Geef ook aan hoelang de opname duurt en wanneer u bij uw kind bent.  

  • Herhaal het verhaal meerdere keren. Vooral jonge kinderen hebben herhaling nodig. Ook oudere kinderen zullen niet alles in één keer onthouden. Kom daarom regelmatig op de opname terug.  

  • Ga bij jonge kinderen niet al te diep in op de operatie of behandeling. De kans is groot dat ze erover gaan fantaseren. Vertel hen vooral wat ze zullen zien, voelen, horen, ruiken en proeven. U kunt dit doen met boekjes over het ziekenhuis of door er een spel van te maken. Er bestaan verschillende kinderboekjes over een ziekenhuisopname. Deze vindt u bij de boekhandel en in de bibliotheek.

  • Oudere kinderen willen meestal precies weten wat er met hen gaat gebeuren en waarom. U kunt met hen dieper op de opname ingaan. Leg de nadruk niet op de nare dingen. Maar vertel er wel eerlijk over. Laat uw kind de informatie nog eens navertellen aan u of anderen.  

  • Zal uw kind pijn krijgen door de operatie of behandeling? Vertel daar dan vooraf over. Geef altijd aan dat de pijn weer overgaat. Vertel uw kind ook dat hij best mag huilen en boos mag zijn. Blijf er alleen niet te lang bij stilstaan. Praat ook tijdens het verblijf in het ziekenhuis met uw kind over zijn ervaringen. Vertel steeds eerlijk wat er nog moet gebeuren.  

  • Beantwoord de vragen van uw kind eerlijk. Draai niet om vragen heen. Maar maak het ook niet zwaarder dan het is. Schrijf onbeantwoorde vragen van uw kind en uzelf op. En stel deze later samen aan de arts of verpleegkundige.  

  • Geef keuzes aan uw kind. Wie van de ouders gaat mee naar het ziekenhuis? Welke knuffel mag mee? Pak samen met uw kind zijn spullen in. Denk daarbij aan de lievelingsknuffel, favoriete muziek of dvd’s (met naam van uw kind).  

  • Bespreek afwijkend gedrag. Uw kind kan zich voor de opname door spanning of angst anders gedragen dan u gewend bent. Kinderen zijn eerder geneigd hun angst, boosheid en verwarring tegenover hun ouders te laten zien dan tegenover een vreemde. Het is belangrijk op die reacties in te gaan. Bespreek met uw kind hoe u hem het beste kunt helpen bij pijn of angst.  

  • Laat uw kind merken dat hij niet voor straf naar het ziekenhuis moet. En vertel dat hij er zelf niets aan kan doen. Ook heel belangrijk: vertel uw kind steeds dat hij straks weer thuiskomt! 

Praktische voorbereidingen

  • Verwijder eventuele make-up.

  • Nagellak en kunstnagels mogen wel.  

  • Doe eventuele contactlenzen vlak voor de operatie uit.  

  • Heeft uw kind lange haren? Vlecht deze dan in. Dit zijn de hygiënevoorschriften op de operatieafdeling. Gebruik liever geen haarspeldjes.  

  • Verwijder losse beugels en plaatjes voor de operatie uit de mond.  

  • Laat het weten als uw kind loszittende tanden of kiezen heeft.  

  • Zorg dat uw kind op de opnamedag geen oorbellen, ringen, kettingen of armbanden draagt.  

  • Piercings mogen wel tenzij deze 

    • in of bij de luchtweg (mond/keelholte) zitten

    • scherpe uiteinden hebben 

    • door de ligging tijdens een operatie tot problemen kunnen leiden (bijvoorbeeld een navelpiercing bij buikligging)

U heeft op de polikliniek ook een folder over de ingreep gekregen. Het kan zijn dat hier nog andere voorbereidingen in staan. Lees deze folder daarom goed door.

Nuchter zijn 

Het is belangrijk dat uw kind voor opname/operatie nuchter is. Dit betekent dat de maag zo leeg mogelijk moet zijn. Zo verkleinen we de kans dat maaginhoud tijdens de operatie in de longen komt. Het is dus voor de veiligheid van uw kind. Houd u aan de volgende regels:

  • Tot 6 uur voor de operatie mag uw kind gewoon eten en drinken of een flesvoeding.
  • Zuigelingen jonger dan 1 jaar mogen tot 4 uur voor de operatie borstvoeding drinken (geen flesvoeding).
  • Daarna mag uw kind niet meer eten en alleen nog heldere dranken drinken tot 1 uur voor de operatie. Onder heldere dranken wordt verstaan: water, thee, heldere appelsap, aanmaaklimonade of koffie (zonder melk, suiker mag wel). Niet toegestaan zijn melk en melkproducten, koolzuurhoudende dranken en dranken met vezels. Omdat te lang nuchter zijn ook weer niet goed is voor uw kind, adviseren wij u om uw kind te stimuleren in deze periode ieder uur een paar slokjes te nemen van bij voorkeur een glucosehoudende drank zoals aanmaaklimonade of thee met suiker.
  • Vanaf 1 uur voor de operatie mag uw kind dus helemaal niets meer innemen. 

Soms krijgt u van de verpleegkundige andere instructies. Die kunt u hieronder opschrijven: 
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .  

Het is belangrijk dat de ouder die meegaat naar de operatiekamer zelf wel goed ontbijt.  

Meenemen naar het ziekenhuis 

Op de opnamedag neemt u de volgende spullen mee naar het ziekenhuis: 

  • geldig legitimatiebewijs  

  • de afsprakenkaart  

  • de medicijnen van uw kind

  • extra schone sokken (tijdens de ingreep heeft uw kind een operatiejasje, eigen onderbroek/luier en eigen schone sokken aan)  

  • eventueel een pyjama/nachthemd en slippers/pantoffels  

  • schoon ondergoed/luiers  

  • een knuffeldier of speelgoed waar uw kind aan gehecht is (het knuffeldier mag mee naar de operatiekamer)  

  • voor jongere kinderen een zuigfles, drinkbeker of speen 

Zelf kunt u het volgende meenemen: 

  • iets te eten  

  • iets om te lezen of te doen terwijl u wacht 

Niet meenemen  

Wij adviseren om geen waardevolle spullen mee te nemen. U en uw kind mogen geen sieraden dragen in de operatiekamer. Tijdens de begeleiding van uw kind op de operatiekamer mag u geen tas meenemen.  

Op locatie Utrecht bevinden zich kluisjes waar u eventueel uw waardevolle spullen in kunt opbergen. Op locatie Zeist kunnen de kasten op de kamer van uw kind op slot. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies of diefstal.

De opname

Melden

In Utrecht meldt u zich op de dag van opname op de kinderdagbehandeling op de 5e etage. Wordt u om 7.15 uur verwacht? Neem dan plaats op de bank tegenover de lift. De verpleegkundige komt u en uw kind daar ophalen. Bent u eerder aanwezig, dan is het prettiger om tot 7.10 uur beneden in de centrale hal te wachten en dan naar de 5e verdieping te komen. Daar is meer ruimte, speel- en zitgelegenheid en er zijn toiletten.

In Zeist meldt u zich bij de receptie bij de hoofdingang.

Voorbereidingen

We doen een aantal voorbereidingen op de kinderdagbehandeling voordat uw kind naar de operatiekamer gaat. Tijdens de intake hoort u welke voorbereidingen voor uw kind gelden. 

  • Uw kind krijgt armbandjes om met daarop naam en geboortedatum.  

  • Uw kind draagt een schone onderbroek of luier.  

  • Uw kind krijgt een operatiejasje aan en (als dat nodig is) eigen schone sokken.

  • Uw kind krijgt een medicijn tegen de pijn, tenzij de anesthesioloog met u heeft afgesproken dat uw kind deze medicijnen thuis moet innemen. Als u hierover vragen heeft, kunt u contact opnemen met de Preoperatieve screening. Het telefoonnummer vindt u achter in deze folder.

  • Krijgt uw kind een infuus voor de algehele verdoving? Dan krijgt hij eerst een pleister met verdovingszalf op de plaatsen waar het infuus kan worden gegeven: de elleboogplooi en boven op de hand. De zalf werkt verdovend. Hierdoor is het infuus inbrengen minder pijnlijk.

De verdoving

Algehele verdoving

De meeste operaties bij kinderen gebeuren onder algehele verdoving. Dit noemen we ook wel narcose.

Een algehele verdoving betekent dat uw kind tijdens de operatie diep in slaap is. Hij voelt, hoort of ziet niets van de operatie. We dienen de algehele verdoving via een kapje of een infuus toe. Dit gebeurt op de operatiekamer (zie ook volgende hoofdstuk). De keuze voor een kapje of infuus hangt onder andere af van het gewicht van uw kind en het soort ingreep. 

Toedienen via een kapje 
De anesthesioloog (arts die de narcose toedient) plaatst een kapje over de mond en de neus van uw kind. Uit het kapje komt narcosegas. Hierdoor valt uw kind snel in ‘slaap’. Na de operatie is uw kind ook redelijk snel weer wakker. De meeste kinderen vinden het narcosegas, ook wel ‘slaapluchtje’ genoemd, vies ruiken. Soms zucht een kind niet diep genoeg bij het toedienen van de narcose. Dan kan het wat langer duren voordat uw kind in slaap valt. 

Toedienen via een infuus 
Verdoving via een infuus gebruiken we vooral bij oudere kinderen. En bij kinderen die liever geen kapje willen. Het infuus kan op twee plaatsen ingebracht worden: in de elleboogplooi en in de bovenkant van de hand. Deze plaatsen smeren we op de kinderdagbehandeling in met verdovingszalf. Het infuus inbrengen is dan niet of nauwelijks voelbaar. De anesthesioloog brengt op de operatiekamer het infuus aan en spuit het slaapmiddel in. Dit kan even een branderig gevoel in de arm geven. Binnen een halve minuut valt uw kind in een diepe ‘slaap’.

Combinatie 
Soms combineert de anesthesioloog de algehele verdoving met een andere vorm van verdoving. Dit heet een 'pijnblok'. Uw kind krijgt een extra lokale verdoving nadat hij onder algehele verdoving is gebracht. De plaats van de lokale verdoving hangt af van het gebied waar geopereerd wordt. Door deze lokale verdoving heeft uw kind na de operatie minder pijn en kan de narcose wat lichter zijn. Soms zijn de benen ook verdoofd bij zo’n lokale verdoving. 

Gang van zaken rond de operatie

Naar de operatiekamer

Een verpleegkundige brengt uw kind in bed naar de operatieafdeling. Eén ouder of verzorger mag mee. Bent u met zijn tweeën? Dan blijft er één op de kinderdagbehandeling. Als uw kind nog heel jong is, dan kunt u uw kind zelf naar de operatiekamer dragen. Gaat u zelf liever niet mee naar de operatiekamer? Meld dit dan aan de verpleegkundige van de kinderdagbehandeling. Zij gaat dan mee.

Uw kind mag een knuffel, een lapje of iets anders meenemen naar de operatiekamer.

Bij de ingang van de operatieafdeling krijgt u een overall met muts aan. Uw kind krijgt soms een muts op. Het is verstandig uw kind van tevoren te vertellen dat u andere kleding en een muts zult dragen.

Op de operatiekamer komt u meestal eerst in een voorruimte, de 'holding'. Hier zijn verpleegkundigen die uw kind ontvangen. Zij dragen blauwe kleding en gekleurde mutsen. Op de holding zijn ook andere patiënten die op hun operatie wachten. Dit kunnen kinderen en volwassenen zijn. Voor sommige ingrepen komt uw kind op een kleine holding waar alleen kinderen wachten.

In de operatiekamer

De arts die uw kind zal opereren, de anesthesioloog en de operatieverpleegkundigen zijn in de operatiekamer. Het team bestaat meestal uit ongeveer zes personen. Er staan veel apparaten en boven de operatietafel hangt een grote lamp. 

We plakken drie plakkertjes op de borst of op de armen en een been van uw kind. De plekken hangen af van de ingreep. Via deze plakkers controleren we tijdens de operatie de hartslag. Op een vinger of teen krijgt uw kind een knijpertje. Hiermee meten we continu de zuurstofconcentratie in het bloed. 

Hierna brengt de anesthesioloog uw kind ‘in slaap’ met een kapje of een prik. Tijdens het ‘in slaap’ brengen kunt u zachtjes en rustgevend tegen uw kind praten. Ook een hand vasthouden werkt vaak geruststellend. 

Tijdens de overgang naar het ‘slapen’ gaat uw kind door verschillende fases. Daarbij maakt hij onwillekeurige bewegingen met de armen of benen. Soms draaien de ogen. Veel kinderen gaan hoorbaar ademen. Dit is normaal. U hoeft zich geen zorgen te maken. Vervolgens wordt uw kind ‘slap’ en valt hij ‘in slaap’.

Sommige kinderen zijn door de ongewone situatie een beetje overstuur. Het is dan beter om door te gaan en het kapje op de neus en mond te zetten. Dit komt misschien niet zo prettig op u over. Maar het is de beste oplossing voor uw kind. Zo voorkomen we dat uw kind nog meer overstuur raakt. 

De anesthesioloog vraagt u om de operatiekamer te verlaten als uw kind ‘slaapt’. 

Na de operatie

Op de uitslaapkamer

De uitslaapkamer is naast de operatiekamer. U kunt weer bij uw kind zijn als hij wakker begint te worden. Uw kind kan dan wat onrustig zijn. Ook kan uw kind misselijk zijn, pijn hebben of hees zijn. Als de neus- of keelamandelen van uw kind zijn verwijderd, kan er wat bloed uit de neus of mond komen. 

Op de uitslaapkamer zijn meerdere patiënten. Richt u zoveel mogelijk op uw eigen kind en probeer uw kind gerust te stellen. Uw kind mag terug naar de kinderdagbehandeling als de verpleegkundige op de uitslaapkamer vindt dat uw kind voldoende is bijgekomen. Samen met een verpleegkundige van deze afdeling brengt u uw kind daarheen. 

Weer op de kinderdagbehandeling

Als uw kind nog moe is, kan hij op de afdeling nog even slapen. Als uw kind wakker wordt, kunt u wat rustige spelletjes op bed doen of bijvoorbeeld een filmpje kijken. Ook voorlezen werkt vaak kalmerend. 

Op de operatiekamer heeft uw kind misschien extra pijnstilling gekregen. Houdt uw kind na de operatie toch pijn? Dan kunt u met de verpleegkundige overleggen over een extra pijnstiller. 

De meeste kinderen hebben dorst als ze wakker worden. Kinderen die aan de keelamandelen zijn geopereerd, moeten zo snel mogelijk beginnen met drinken. Laat uw kind heldere dranken drinken zoals water of aanmaaklimonade. Ook waterijsjes eten is goed. Dit vermindert de pijn en de kans op nabloedingen en misselijkheid. Voor andere kinderen is het soms beter te wachten met drinken. Dat vermindert de kans op overgeven. De verpleegkundige zal vertellen wanneer uw kind weer kan beginnen met drinken of eten. 

Naar huis

Uw kind mag naar huis als hij voldoende hersteld is van de operatie. Bij ontslag krijgt u de volgende zaken mee: 

  • een afspraak voor controle op de polikliniek  

  • recepten (als dat nodig is)

  • instructies voor de periode na de operatie 

Wij raden u aan met de auto of taxi naar huis te gaan. Uw kind kan kort na de operatie nog misselijk zijn en gevoeliger voor infecties.

Soms vindt de arts het nodig dat uw kind langer dan één dag onder medische en verpleegkundige zorg blijft. Uw kind wordt dan op de kinderafdeling in Utrecht opgenomen. Als u wilt, kunt u bij uw kind blijven en in het ziekenhuis overnachten.

Pijnstilling thuis 

Zorg dat u voor na de operatie (kinder)paracetamol in huis heeft. Wacht niet tot uw kind over pijn klaagt. Geef de (kinder)paracetamol zo vaak als mag volgens de bijsluiter. 

Vragen of problemen

Tijdens de eerste 24 uur belt u bij onverwachte omstandigheden met de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis (zie de telefoonnummers onderaan). Na de eerste 24 uur belt u binnen kantoortijden met de polikliniek van de arts die uw kind geopereerd heeft en buiten kantoortijden met de huisartsenpost. 

Koorts

U hoeft zich geen zorgen te maken als uw kind de eerste 48 uur na de operatie een lichte temperatuursverhoging heeft. Is de temperatuur hoger dan 38,5°C of houdt de verhoging langer dan 48 uur aan? Neem dan contact op met het ziekenhuis of de huisarts. 

Het gedrag van uw kind na de opname

Sommige kinderen, vooral jongere, zijn na de operatie angstig wanneer u ze alleen laat. Ook kan uw kind 's nachts onrustiger slapen, in bed plassen, sneller boos worden of meer achter u aan lopen dan normaal. Dit soort reacties zijn normaal. Door begrip te tonen verdwijnt het gedrag na enkele weken vanzelf. 

En verder

Bezoek

Als ouder of verzorger (maximaal twee) bent u de hele dag welkom. Broertjes en zusjes kunnen helaas niet meekomen omdat het anders te druk wordt op de kamer. Verder ontvangen we geen bezoek op de afdeling.

Foto's maken

Op de kinderdagbehandeling kunt u foto's maken van uw eigen kind. U mag medewerkers niet fotograferen/filmen zonder dat zij daar toestemming voor hebben gegeven. 

Mobiel bellen

Mobiel bellen mag. Wij verzoeken u wel uw mobiele telefoon op stil te zetten.

Voorzieningen

  • Op de afdeling is een automaat aanwezig voor koffie en thee.

  • In het restaurant kunt u tegen betaling iets eten of drinken.  

  • In het hele ziekenhuis geldt een rookverbod.  

  • Parkeren op het ziekenhuisterrein kost geld.  

  • Wifi is aanwezig (publiek internet).

Uitleg bedbel 

Druk op de bedbel als u de hulp van een verpleegkundige nodig heeft voor uw kind. De verpleegkundigen krijgen een sein op hun piepersysteem en komen zo snel mogelijk naar u en uw kind.

Parkeerkaart

Moet u regelmatig in het Diakonessenhuis locatie Utrecht zijn? Dan kunt u uitrijkaarten met korting kopen. Bestel de uitrijkaarten online.

Bestelt u liever telefonisch of heeft u vragen? Bel dan het Facilitair Service Bureau op telefoonnummer 088 250 6888, op werkdagen tussen 8.00 en 16.00 uur. Na de bestelling kunt u de kaarten afhalen bij de receptie in de centrale hal van het Diakonessenhuis in Utrecht.

Rechten en plichten

U en uw kind hebben rechten en plichten. Bijvoorbeeld het recht op informatie en het recht op privacy. Lees meer over deze rechten en plichten op deze website. Of vraag op de afdeling naar de folder ‘Patiëntenrechten van u en uw kind’.

Folders

Op onze website vindt u folders over alle behandelingen

Vragen

Met vragen of opmerkingen kunt u terecht bij de verpleegkundigen van de afdeling waar uw kind wordt opgenomen. 

(Patiënten)organisaties

Stichting Kind en Ziekenhuis 
Voor informatie en advies rond de opname van uw kind kunt u terecht bij Stichting Kind en Ziekenhuis. Dit is een landelijke patiëntenorganisatie voor kinderen in de medische zorg.

Patiëntenverenigingen 
Voor bijna alle aandoeningen en ziektes bestaat een aparte vereniging waar u en uw kind terecht kunnen voor informatie, begeleiding en lotgenotencontact. Bijvoorbeeld de Diabetes Vereniging, de Schildklierstichting en de Epilepsievereniging. Meer informatie vindt u via internet.

Telefoonnummers

Kinderdagbehandeling Utrecht (5A) 
088 250 6129 

Kinderdagbehandeling Zeist (ZKD3) 
088 250 9556 

Opnameplanner kinderafdeling/kinderdagbehandeling 
088 250 6966 

Spoedeisende hulp Utrecht 
088 250 6211

Medisch pedagogisch zorgverleners
088 250 5395

Preoperatieve screening Zeist
088 250 9030

Preoperatieve screening Utrecht
088 250 5058

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 1 oktober 2023

Code: K04