Röntgenonderzoek van de traanbuis

In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten om een röntgenonderzoek van de traanbuis te ondergaan. Tijdens dit onderzoek wordt de traanbuis opgespoten en eventueel gedotterd (opgerekt). Zowel het opspuiten als dotteren vindt plaats op de afdeling Radiologie op locatie Utrecht. Deze folder geeft informatie over de gang van zaken tijdens het onderzoek. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie voor u anders kan zijn dan in deze folder beschreven is. Blijkt na het opspuiten van de traanbuis dat dotteren nodig is, dan wordt dit meteen gedaan.

Wat is een röntgenonderzoek van de traanbuis?

Een röntgenonderzoek van de traanbuis is het met behulp van röntgencontrastmiddel zichtbaar maken van de traanbuis  Met röntgencontrastvloeistof is het mogelijk zichtbaar te maken of de traanbuis verstopt of vernauwd is en waar de eventuele afwijking zit. Dit wordt opspuiten genoemd.

Bij het dotteren van de traanbuis wordt de traanzak beter doorgankelijk gemaakt. Ongeveer drie op de vier patiënten heeft baat bij de dotterbehandeling.

Voorbereidingen

Voorbereidingen thuis

Geen make-up en contactlenzen
U mag geen make-up op hebben en geen contactlenzen dragen.

In verwachting
Röntgenstralen moeten met zorg worden toegepast. Bent u in verwachting of denkt u dit te kunnen zijn, neem dan (minimaal 24 uur vóór het onderzoek) telefonisch contact op met de afdeling Radiologie, locatie Utrecht.

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de dag van het onderzoek uw identiteitsbewijs mee naar het ziekenhuis.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor het onderzoek? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur vóór het onderzoek) melden aan de afdeling Radiologie van locatie Utrecht. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.

Het onderzoek

Melden

Op de afgesproken tijd meldt u zich bij de balie op de afdeling Radiologie van locatie Utrecht. Neem vervolgens plaats in de wachtkamer.

Voorbereidingen in het ziekenhuis

De radiodiagnostisch laborant haalt u op en brengt u naar de onderzoekskamer. De laborant geeft u uitleg over het verloop van het onderzoek.

Gang van zaken tijdens het onderzoek

Gang van zaken tijdens het traanbuisonderzoek
U ligt op uw rug op een röntgentafel. De radioloog verdooft het desbetreffende oog met oogdruppels en de binnenkant van uw neus met een neusspray. De uitmonding van de traanbuis in het ooglid wordt iets opgerekt. Deze verruiming verdwijnt na de behandeling vanzelf. Na het oprekken, brengt de radioloog een dun buisje in de traanbuis. Vervolgens spuit hij/zij een geringe hoeveelheid contrastvloeistof in en maakt foto’s.
Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek uw hoofd zo stil mogelijk houdt. Dit om de afbeeldingen met en zonder contrastvloeistof te kunnen vergelijken.

Als uw traanbuis niet geheel verstopt is, kunt u een vieze smaak in uw mond krijgen. Dit is de contrastvloeistof die via uw neus-keelholte in uw mond terechtkomt.

Het contrastmiddel heeft geen bijwerkingen.

Rontgenonderzoek van de traanbuis - traanbuisonderzoek

Gang van zaken tijdens de traanbuisdotter
Bij een dotter van de traanbuis brengt de radioloog via hetzelfde slangetje (zie gang van zaken tijdens het traanbuisonderzoek) een dun draadje in de traanbuis in, welke er bij de neus weer uitkomt. Daarover schuift de radioloog een dotterballon waarmee hij/zij de traanbuis ter plaatse oprekt. Het oprekken is gevoelig.

Duur van de onderzoeken

Het opspuiten van de traanbuis duurt ongeveer 10 minuten, het dotteren ongeveer 30 minuten.

Na het onderzoek

Bij- en nawerkingen

Na de opspuiting of de dotterprocedure kan het oog er enigszins rood uitzien en kan het ooglid blauw worden. Dit is een normaal verschijnsel en trekt na enige dagen weg.

Naar huis

U kunt direct na het onderzoek naar huis. Maak een controleafspraak op de polikliniek voor over zes tot acht weken, tenzij het onderzoek via de huisarts is aangevraagd.

Vervoer
Regel van tevoren vervoer naar huis. Na het onderzoek mag u niet autorijden in verband met eventueel verminderd zicht.

Nazorg

Na het opspuiten van de traanbuis is geen speciale nazorg nodig. Na het dotteren van de traanbuis krijgt u een recept mee voor oog- en neusdruppels. Deze druppels kunt u bij de apotheek halen. De apotheek adviseert u over de duur en de wijze van gebruik van de druppels.

Problemen thuis

Doen zich thuis problemen voor of heeft u na het onderzoek vragen dan kunt u op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur contact opnemen met de afdeling Radiologie.

Uitslag

De behandelend arts bespreekt met u de uitslag van het onderzoek. Dit gebeurt zes tot acht weken na het onderzoek tijdens een controleafspraak op de polikliniek.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust. U kunt op werkdagen tussen 8.30 en 17.00 uur contact opnemen met de afdeling Radiologie. Ook tijdens het onderzoek zullen de radiodiagnostisch laborant en/of de radioloog uw eventuele vragen graag beantwoorden. 

Telefoonnummers

Afdeling Radiologie Utrecht
088 250 6542

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 30 april 2021

Code: RAD22