Sacrale neuromodulatie

Binnenkort wordt u opgenomen voor een plaatsing van een neuromodulator. Deze behandeling vindt plaats in twee delen, waarvoor twee operaties noodzakelijk zijn. U wordt hiervoor een of enkele dagen opgenomen in het ziekenhuis. Voordat u de daadwerkelijke neurostimulator krijgt, vindt er eerst een testperiode plaats. In deze folder wordt gesproken over de eerste operatie (de testperiode) en de tweede operatie (de definitieve plaatsing). Voor beide operaties zijn de voorbereidingen, de operatie en de procedure na de operatie hetzelfde. Deze folder kunt u dus voor zowel de proefplaatsing als voor de definitieve plaatsing gebruiken.

Wat is sacrale neuromodulatie?

Sacrale neuromodulatie (SNM), ook wel sacrale neurostimulatie of zenuwstimulatie, heeft een effect op de zenuwen die verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de blaas en de darmen. Sacrale neuromodulatie bestaat uit stimulatie van de zenuwen die in het heiligbeen onder in de rug (het sacrum) lopen. Via een neurostimulator worden deze zenuwen met lichte tot matige elektrische pulsen gestimuleerd. Op die manier kan de coördinatie tussen hersenen, bekkenbodem, blaas of dikke darm en sluitspieren worden hersteld. De SNM-therapie wordt als behandeling ingezet bij problemen als verlies van urine en/of hevige aandrang veroorzaakt door een overactieve blaas, urineretentie, verlies van ontlasting en obstipatie. Om te bepalen of de therapie gaat werken, wordt er eerst een test gedaan. De testperiode duurt ongeveer 4 weken. In deze periode wordt beoordeeld of de stimulatie  het gewenste effect heeft en of er vervolgens een definitieve stimulator in de bil geplaatst gaat worden.

Voorbereidingen

Voorbereidingen thuis

  • Gebruikt u bloed verdunnende medicijnen (zoals Sintrom of Marcoumar), dan kan het nodig zijn deze medicijnen (in overleg met uw arts) tijdelijk te staken. Ascal mag worden gebruikt.
  • Voor de operatie moet u nuchter zijn. Hiervoor verwijzen wij u door naar de folder ‘Algehele en regionale Anesthesie’.
  • Vóór de eerste operatie wordt u gevraagd een ontlastingsdagboek en/of een mictielijst (plaslijst) bij te houden. Ook tijdens de proefstimulatie en na het plaatsen van de definitieve stimulator moet u een dagboek bijhouden om het effect van de behandeling te kunnen beoordelen.
  • Houdt er rekening mee dat u tijdens de proefstimulatie en de eerste weken na de definitieve plaatsing geen lichamelijke inspanning mag verrichten, niet mag tillen en niet mag bukken en dus wellicht hulp moet inschakelen.

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder ‘Opname op de dagbehandeling’/‘Opname in het Diakonessenhuis’ staat aangegeven welke spullen u mee moet nemen naar het ziekenhuis. Dit is een algemene lijst. Neem voor een sacrale neuromodulatie ook een gemakkelijk zittende broek of rok mee.

Verhinderd

  • Bent u verhinderd voor de operatie? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur voor de opname) aan de opnameplanner/polikliniek Chirurgie. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
  • Als u verkouden bent of griep of koorts heeft, kan het zijn dat de arts besluit de operatie uit te stellen.

Opname en operatie

Melden

U meldt zich op de afgesproken tijd op de afdeling die in de brief vermeld staat. Let op de locatie die in de brief staat (Utrecht of Zeist).

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Kort voor de operatie krijgt u een operatiejasje en een papieren broekje aan. Hierna wordt u in uw bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar komt u enige tijd in een wachtruimte met andere patiënten te liggen. Als u aan de beurt bent, haalt de verpleegkundige of anesthesist u op om u naar de operatiekamer te brengen. U wordt vanuit uw bed op de operatietafel geholpen. Dan krijgt u de verdoving toegediend.

Anesthesie

Een sacrale neuromodulatie vindt plaats onder algehele of lokale verdoving. De anesthesist informeert u hierover vooraf. De medische term voor verdoving is anesthesie. Meer informatie vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Gang van zaken

Bij sacrale neuromodulatie wordt bij de eerste operatie een electrode ingebracht om de zenuw die de darmen en blaas aanstuurt te stimuleren. Tijdens de proefstimulatie wordt een uitwendige stimulator via een band om uw middel bevestigd. Deze stimulator is verbonden met een afstandsbediening. De stimulator moet worden ingesteld als u goed wakker bent na eventuele narcose. Bij de plaatsing van de definitieve stimulator wordt de eerder geplaatste electrode losgekoppeld van de uitwendige stimulator en aangesloten op een inwendige stimulator in de bil.

Neurostimulatie

Duur van de operatie

Beide operaties duren ongeveer een uur.

Na de operatie

Uitslaapkamer

U wordt na de operatie wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Wanneer u voldoende hersteld bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling.

Terug op de afdeling

Het kan zijn dat er nog een waaknaaldje of infuus aanwezig is. Dit zal door de afdelingsverpleegkundige worden verwijderd. De verpleegkundige controleert regelmatig uw bloeddruk, uw polsslag en het verband. Wanneer u goed gedronken en/of geplast heeft en niet misselijk bent, verwijdert de verpleegkundige het infuus.

  • Na de operatie mag u weer gewoon eten en drinken. Doe in het begin rustig aan in verband met de kans op misselijkheid.
  • Uw wond wordt door de verpleegkundige gecontroleerd en zo nodig worden het verband of de pleisters vervangen. De verbinding van de stimulator met de electrode wordt op een speciale manier verbonden om ervoor te zorgen dat de electrode niet verschuift. Dit verband moet u zo veel mogelijk op zijn plaats laten zitten.
  • Er komt een arts of technicus bij u langs om de stimulator in te stellen en het gebruik van de afstandsbediening uit te leggen.

Bij- en nawerkingen

U kunt enkele dagen last hebben van de operatiewond. Bij pijn mag u  paracetamol tabletten gebruiken. Gebruik maximaal viermaal daags twee paracetamol tabletten van 500 milligram, met tussenpozen van ongeveer 5 uur. Bij pijn die niet te verlichten is door paracetamol neemt u contact op met het ziekenhuis.

Ontslag

Naar huis

  • U mag naar huis als u zich goed voelt, de stimulator is ingesteld en het gebruik van de afstandsbediening is uitgelegd.
  • U mag niet zelf autorijden gedurende de dag van de opname en de dag daarna.
  • Voor u zelf gaat autorijden is het verstandig de stimulator uit te zetten. Dit om te voorkomen dat u per ongeluk de stroompjes versterkt. 
  • De ontslagbrief wordt naar uw huisarts gestuurd.

Adviezen voor thuis

Na de operatie mag na thuiskomst weer gewoon eten en drinken.

Problemen thuis

Als er zich na ontslag uit het ziekenhuis problemen voordoen, kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie of met de verpleegafdeling. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende hulp. Neem altijd contact op als:

  • Het wondje blijft bloeden;
  • U zich ziek gaat voelen;
  • U koorts krijgt.

Testperiode

Wat kunt u verwachten?

Behandeling met sacrale neuromodulatie kan uw klachten verminderen of zelfs ervoor zorgen dat ze helemaal verdwijnen. Sommige patiënten merken na enkele dagen al dat hun klachten afnemen. Bij andere patiënten kan dit wat langer duren. Het is niet precies bekend waarom dit is. Dit is dan ook een van de redenen waarom de testperiode ongeveer vier weken duurt.

De externe neurostimulator

De arts of de verpleegkundig specialist geeft u uitleg over de bediening van de externe neurostimulator en de afstandsbediening. Normaal gesproken ziet u de externe neurostimulator niet omdat deze in een gordel onder uw kleding zit.

externe neurostimulator
de gordel
de afstandsbediening

De stimulatie
Laat het stroompje oplopen totdat u de prikkeling voelt (zoals bij het instellen). Dit doet u door uw afstandsbediening aan te zetten (ontgrendelen):

  • Druk toets omhoog of omlaag en daarna op het “slotje” totdat het scherm begint.
  • Druk toets omhoog totdat u de prikkeling voelt. Op het scherm ziet u een indicatie van de stand.

Gewenning
U gaat wennen aan het prikkelende of tintelende gevoel. Mogelijk voelt u dit gevoel na een tijdje minder aanwezig dan eerst. Het is dan niet de bedoeling dat u de stroom extra verhoogt om de prikkeling harder te voelen. Het is daarnaast ook nooit de bedoeling dat het prikkelende of tintelende gevoel pijnlijk of vervelend is. Als dit wel het geval is, kunt u het stroompje (iets) verlagen. Als dit niet helpt, neemt u contact op met de polikliniek Chirurgie.

Houding
Wanneer u van houding verandert kan de stimulatie soms ook even anders aanvoelen. Dit is normaal, maar de eerste keer schrikt u er mogelijk van. Houdt daarom rekening met dit verschijnsel.

Verplaatsing van het prikkelend gevoel
Indien u de prikkel telkens op een geheel andere plaats voelt dan waar u het eerder voelde, neem dan contact op met uw behandelend arts of verpleegkundige. Het kan dan bijvoorbeeld nodig zijn om de instellingen tussentijds bij te stellen.

Vervangen lege batterijen?
Links bovenin het beeldscherm staat een indicatie van het batterijniveau. Controleer dit ieder dag. Vervang de batterijen zodra het batterijniveau oranje of rood is.

Batterijen afstandsbediening vervangen
Druk aan de achterkant met de duimen op de drie streepjes en de puntjes en schuif gelijktijdig het klepje naar beneden. Open het klepje. Vervang de batterijen door nieuwe AA alkaline batterijen. Herplaats het klepje en schuif deze weer dicht.

Batterijen externe neurostimulator vervangen
Vervanging alléén in overleg met de arts of verpleegkundig specialist.

  1. Onthoud de hoogte van de stimulatie.
  2. Zet de stimulatie uit door op de grijs/witte toets bovenop de afstandsbediening te drukken. 
  3. Druk stimulatie uit.
  4. Verwijder de ENS uit de gordel en trek de stekker uit de ENS.
  5. Druk op het batterijklepje en schuif deze weg. 
  6. Trek aan het zwarte lint en verwijder de batterijen.
  7. Vervang de batterijen door nieuwe AAAA alkaline batterijen. Zorg dat het lint onder de batterijen zit. 
  8. Herplaats het batterijklepje. 
  9. Steek de stekker weer in de ENS. Het kan enige seconden duren voordat de ENS geactiveerd is.
  10. Zet de stimulatie weer aan: 
    • Druk toets omhoog of omlaag en daarna op het “slotje” totdat het scherm begint
    • Druk stimulatie aanzetten en OK
    • Druk toets omhoog totdat u de prikkeling weer voelt
  11. Plaats de ENS weer in de gordel.

Leef- en beweegregels

In de testperiode is het de bedoeling dat u zoveel mogelijk uw dagelijkse dingen doet, zoals u gewend bent. Het is wel belangrijk dat u de volgende leef- en beweegregels aanhoudt, omdat de elektrodedraad in de eerste zes weken nog kan verplaatsen. U mag in de vier weken na de eerste operatie niet bukken, zwaar tillen, extreem reiken, sporten of fietsen. U mag wel (sportief) wandelen. Houd de onderrug altijd zo recht mogelijk. Let ook op de volgende regels:

  • Oprapen: U mag wel iets oprapen door daarbij door de knieën te gaan en de onderrug recht te houden. Sommige patiënten vinden het handig om een zogenaamde “helping hand” of grijptang te gebruiken tijdens de testperiode. Zo kunt u gemakkelijk spullen van de grond pakken.
  • Autorijden: Wanneer u zelf gaat autorijden adviseren wij om het stroompje tijdelijk uit te zetten. Dit voorkomt dat u per ongeluk aan de draaiknop draait, waardoor de stroom ongewenst verhoogd wordt. U kunt hiervan schrikken. 
  • Douchen: Tijdens de testperiode mag u niet douchen, zwemmen of baden. U kunt zich alleen wassen met een washandje, omdat er tijdens de testperiode nog een verbindingskabel van binnenin het lichaam naar buiten loopt. Als deze plek nat wordt is de kans op een infectie groter. Na de tweede operatie mag u na enkele dagen weer douchen. 
  • Seks en vrijen: U mag seks hebben tijdens de testperiode. Let wel op de pleisters en het systeem eronder.

De definitieve plaatsing

Na de vier weken durende testperiode wordt met uw behandeld arts besproken welke vervolgstappen worden gezet. Indien blijkt dat de sacrale neurostimulatie bij u goed werkt, kan uw behandelend arts besluiten om een definitieve stimulator te plaatsen. U komt hiervoor terug op de polikliniek waar u opnieuw aangemeld wordt voor de operatie. Ook dit gebeurt op de operatiekamer onder algehele narcose of lokale verdoving. Hierbij wordt de eerder geplaatste electrode losgekoppeld van de uitwendige stimulator en aangesloten op een inwendige stimulator (neuromodulator) in de bil.

Vragen

Met vragen over uw behandeling kunt u terecht bij uw arts of verpleegkundige.

Telefoonnummers

Polikliniek Chirurgie
088 250 5333

  • toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
  • toets 2 voor vragen over opname of wachttijden voor een operatie
  • toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
  • toets 4 voor overige vragen

Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, telefoonnummer 088 250 8888.

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 7 juni 2021

Code: CH74