Vaginaal bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap

Bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap komt regelmatig voor en is in de meeste gevallen niet ernstig. Het is wel belangrijk om direct contact op te nemen met uw verloskundige of met het ziekenhuis. We onderzoeken dan wat de oorzaak is van het bloedverlies en we bepalen óf en welke behandeling nodig is. In deze folder leest u wat mogelijke oorzaken zijn van het bloedverlies, welke onderzoeken we in het ziekenhuis doen en wat een mogelijk vervolg is.

Oorzaken

Bloedverlies uit de baarmoeder

Bloedverlies uit de baarmoeder kan komen door:

  • Bloeding van een bloedvaatje aan de rand van de placenta (randvenebloeding).
    De klachten zijn pijnloos vaginaal bloedverlies, meestal kortdurend.
  • Een laagliggende placenta (placenta praevia).
    De placenta ligt tegen de baarmoedermond aan. Soms zelfs eroverheen waardoor de baarmoedermond (gedeeltelijk) wordt bedekt. Vaak is dit al met de 20 weken echo gezien. Klachten zijn pijnloos vaginaal bloedverlies (soms veel bloed). Het kan een enkele keer zijn, maar kan ook vaker gebeuren.
  • Een (gedeeltelijke) loslating van de placenta (abruptio).
    Bij een (gedeeltelijke) loslating van de placenta kan het bloedverlies samengaan met hevige pijn in de onderbuik. De baarmoeder kan ook strak aanvoelen.
  • Bloedvaten van de placenta of navelstreng die voor de baarmoedermond lopen (vasa preavia).
    Hierbij lopen de navelstrengvaten door in de vliezen. Bij het breken van de vliezen kunnen deze vaten meescheuren. Als hier een verdenking op is, vindt direct een spoedkeizersnede plaats.

Bloedverlies van de baarmoedermond

Bloedverlies van de baarmoedermond kan komen door:

  • Het begin van de bevalling. Tijdens de bevalling is het normaal om wat slijmerig rood bloed te verliezen. Dit noemen we ook wel tekenen. Dit bloedverlies aan het einde van de zwangerschap is niet verontrustend en kondigt de bevalling aan.
  • Een gesprongen bloedvat in de baarmoedermond
    De baarmoedermond is in de zwangerschap meer doorbloed dan normaal. Hierdoor kan er spontaan of na geslachtsgemeenschap bloedverlies optreden. Dit bloedverlies is pijnloos en vaak kortdurend.
  • Afwijkende baarmoedermond
    Soms kan het slijmvlies van de baarmoederhals uitgroeien naar de baarmoedermond. (ectropion). Dit is goedaardig en veroorzaakt behalve bloedverlies (bijvoorbeeld na geslachtsgemeenschap) meestal geen klachten.
  • Afwijkende cellen op de baarmoedermond
    Als hier een verdenking op is nemen we een uitstrijkje van de baarmoedermond af. De uitslag volgt binnen 3 weken. Bij veel bloedverlies kan de patholoog de cellen soms niet goed beoordelen. Dan wordt na de zwangerschap opnieuw een uitstrijkje afgenomen.

Onbekende oorzaak

In 40-70% van de gevallen kan er geen duidelijke oorzaak worden gevonden.

Onderzoeken

In het ziekenhuis kijken we wat de oorzaak van het bloedverlies is bij u en wat dit voor u en de baby betekent. We doen daarvoor de volgende onderzoeken:

Hartfilmpje van de baby (CTG)

Vanaf 24 weken kunnen we een hartfilmpje van uw baby maken. Hiermee kunnen we de conditie van uw baby in de gaten houden.

Algemene controles

We meten uw bloeddruk, temperatuur en hartslagfrequentie.

Bloedonderzoek

Als u veel bloed verliest of heeft verloren, bepalen we uw bloedgroep en het ijzergehalte (Hb). Soms onderzoeken we ook of de stolling van het bloed normaal is.

Lichamelijk onderzoek

Met een spreider (speculum) bekijkt de arts uw baarmoedermond. Soms wordt er een uitstrijkje afgenomen of voelt de arts met de hand om te kijken of er sprake is van ontsluiting van de baarmoedermond.

Echoscopisch onderzoek

U krijgt een uitwendige (via de buik) en/of inwendige (via de vagina) echo om te kijken waar de placenta ligt en om te bekijken of de placenta goed tegen de baarmoederwand aan ligt.

Als we denken aan (te) vroege weeën, meten we soms de lengte van de baarmoeder.

Wat gebeurt er na deze onderzoeken?

Bij vaginaal bloedverlies komt u (tijdelijk) onder behandeling van de gynaecoloog in het ziekenhuis. Afhankelijk van de oorzaak van het bloedverlies wordt er een plan gemaakt.

Als het bloedverlies komt van de placenta (moederkoek) of de vaten dan is de conditie van de baby bepalend voor het vervolg:

  • Krijgt de baby niet genoeg zuurstof en bent u meer dan 24 weken zwanger dan doen we een spoedkeizersnede.
  • Krijgt de baby genoeg voeding en zuurstof krijgt en is hij/zij in een goede conditie dan wordt u opgenomen op de afdeling Verloskunde.

Wat houdt opname in het ziekenhuis in?

Tijdens de opname op de afdeling Verloskunde houdt u bedrust. Meestal mag u wel uit uw bed om naar het toilet te gaan of te douchen, Bij veel bloedverlies kan dat soms niet.

Tijdens uw opname maken we dagelijks een hartfilmpje en vragen we u een paar keer per dag naar het bloedverlies op dat moment, of u een rustige buik heeft of juist een harde buik of weeën heeft en of u de baby goed voelt bewegen. Als er tijdens de opname iets verandert dat u niet vertrouwt, meld dit dan meteen bij de verpleegkundige.

Als het bloedverlies is gestopt of als u alleen nog oud (bruin) bloed verliest, mag u na 24 uur weer voorzichtig wat meer gaan bewegen. Als het bloedverlies dan weg blijft, mag u de volgende dag naar huis.

Na het ontslag uit het ziekenhuis

Als uitslagen van onderzoeken nog niet bekend zijn, maken we een (telefonische) afspraak om de uitslag door te geven.

Afhankelijk van de oorzaak van uw bloedverlies kunt u weer terug naar uw eigen verloskundige voor de verdere controles of blijft u onder controle van de gynaecoloog.

Komt het bloedverlies weer terug, neem dan meteen weer contact op met het ziekenhuis.

Telefoonnummers

Polikliniek Gynaecologie
088 250 6178 

Afdeling Triage
088 250 6459

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 14 maart 2024

Code: GYN49