Veneuze vaatafsluiting van het oog

De oogarts heeft bij u een veneuze vaatafsluiting van het oog geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden.

Wat is een veneuze vaatafsluiting?

Het menselijk lichaam wordt via het bloed continu voorzien van zuurstof en ander belangrijke stoffen. Het aanvoerende zuurstofrijke bloed zit in arteriën en het afvoerende zuurstofarme bloed zit in venen. Het netvlies van het oog bevat ook arteriën en venen.

Als het afvoerende zuurstofarme bloed het oog niet goed meer uit kan, spreken we van een veneuze vaatafsluiting (veneuze trombose). Het bloed hoopt zich op in het oog en treedt buiten de venen. Hierdoor komt vocht en bloed in het netvlies terecht. Soms beperkt zich dit tot een deel van het netvlies (venatak trombose). Soms gaat het om het hele netvlies (totale trombose). Bij een veneuze vaatafsluiting ziet u een deel of het hele beeld met het betreffende oog wazig (maar niet zwart).

Onderzoek en diagnose

De oogarts ontdekt de veneuze vaatafsluiting vaak bij een algemeen oogonderzoek op de polikliniek.

Meestal laat de oogarts een OCT-scan van het netvlies maken om de hoeveelheid vocht in het netvlies vast te leggen. OCT staat voor Optical Coherence Tomography en is een techniek waarmee afwijkingen van het netvlies in beeld gebracht kunnen worden. Meer informatie vindt u in de folder ‘OCT-onderzoek’.

In een enkel geval laat de oogarts een Fluorescentie-onderzoek doen om aanvullende informatie te verkrijgen. Hierbij worden de bloedvaten van het netvlies met kleurstof in beeld gebracht en er worden foto’s gemaakt. Meer informatie vindt u in de folder ‘Fluorescentie-onderzoek’.

Veneuze afsluitingen van het oog ontstaan meestal als gevolg van diabetes mellitus, hypertensie of een verhoogde oogdruk. Bij jongere patiënten kan er een probleem met de bloedstolling zijn. Uw oogarts verwijst u naar een internist om onderzoek te doen naar de achterliggende oorzaak van de vaatafsluiting. Deze achterliggende oorzaak staat los van de behandeling van het oog.

Behandeling

De behandeling van een veneuze vaatafsluiting bestaat meestal uit injecties in het oog met medicijnen die de vorming van nieuwe vaten remmen (anti-VEGF). Meer informatie hierover vindt u in de folder ‘Behandeling met Avastin’. Hiermee wordt niet de trombose zelf verwijderd maar wordt de hoeveelheid uitgetreden vocht vaak minder. Hierdoor kan de gezichtsscherpte verbeteren.

Bij een totale veneuze vaatafsluiting bestaat er een kans op vaatnieuwvorming. Dit zijn bloedvaten van slechte kwaliteit die pijn en blindheid kunnen veroorzaken. Daarom is het belangrijk om na een totale veneuze vaatafsluiting regelmatig op controle te komen. Als er sprake is van vaatnieuwvorming moet dit gestopt en teruggedrongen worden. Dit gebeurt met een laserbehandeling, vaak in combinatie met injecties met anti-VEGF.  Bij venatak trombose is de kans op vaatnieuwvorming klein.

Informatie over de gang van zaken rond de behandelingen vindt u in de folders ‘Behandeling met Avastin’ en ‘Poliklinische laserbehandeling van het oog’.

Resultaat

De gezichtsscherpte kan door de behandeling (en soms zelfs vanzelf) sterk verbeteren. In de meeste gevallen blijft er na een veneuze vaatafsluiting wel sprake van enige mate van verminderd zicht. In het geval van vaatnieuwvorming is het oog meestal ernstig beschadigd en zal de gezichtsscherpte sterk verminderd zijn.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde.

Telefoonnummers

Polikliniek Oogheelkunde
088 250 9429

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 26 april 2022

Code: OOG31