Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes

Uw arts heeft u verteld dat u zwangerschapsdiabetes heeft. Dit wordt ook wel zwangerschapssuiker of diabetes gravidarum genoemd. In deze folder vindt u algemene informatie over zwangerschapsdiabetes en hoe u hier rekening mee kunt houden in uw voeding.

Wat is diabetes?

Diabetes (Diabetes mellitus) wordt vaak suikerziekte genoemd. Bij deze ziekte blijft glucose, die normaal vanuit het bloed naar de cellen gaat, juist in het bloed achter. Dit komt door een tekort aan insuline.

Glucose

De hoeveelheid glucose in het bloed wordt ook wel bloedglucosegehalte of bloedsuiker genoemd. Door te eten en te drinken krijgt u koolhydraten binnen die in uw lichaam worden omgezet in glucose. Koolhydraten worden in de maag en darmen afgebroken tot glucose. Vanuit de darmen wordt glucose in het bloed opgenomen. Het bloed vervoert de glucose naar verschillende delen in het lichaam. Uiteindelijk komt de glucose in de lichaamscellen waar het wordt gebruikt als brandstof.

Koolhydraten is een verzamelnaam voor zetmeel, melksuiker, vruchtensuiker en suiker.

  • zetmeel zit o.a. in brood, aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten en deegwaren;
  • melksuiker zit o.a. in melk, karnemelk, vla, pap en yoghurt;
  • vruchtensuiker zit o.a. in fruit en vruchtensappen;
  • suiker zit o.a. in biet- riet- en druivensuiker, honing, stroop, snoep, koek en frisdrank.

Insuline

Glucose kan niet zomaar de lichaamscellen in. Hiervoor is insuline nodig. Dit hormoon wordt door de alvleesklier gemaakt. De alvleesklier geeft de hele dag een beetje insuline af. Vlak na een maaltijd met koolhydraten gaat het bloedglucosegehalte omhoog. De alvleesklier reageert hierop door meer insuline aan te maken. En de insuline zorgt er dan op zijn beurt voor dat de bloedglucose in de lichaamscellen op genomen wordt. Bij diabetes is er te weinig insuline waardoor teveel glucose in het bloed blijft; het evenwicht tussen bloedglucose en insuline is verstoord.

Wat is zwangerschapsdiabetes?

Tijdens de zwangerschap maakt uw lichaam zwangerschapshormonen aan. Deze hormonen zorgen ervoor dat lichaamscellen minder gevoelig zijn voor insuline, waardoor u meer insuline nodig heeft. Normaal reageert uw alvleesklier hierop door tijdens de zwangerschap extra insuline aan te maken. Bij zwangerschapsdiabetes kan de alvleesklier niet meer aan de verhoogde vraag naar insuline voldoen.

Het gevolg is dat onvoldoende glucose vanuit het bloed in de lichaamscellen wordt opgenomen. De bloedglucosewaarde wordt te hoog. Glucose komt vervolgens via de placenta bij uw baby terecht. Uw baby zal meer insuline gaan produceren. Omdat insuline de groei bevordert, is het mogelijk dat uw baby te groot wordt. Zwangerschapsdiabetes ontstaat over het algemeen pas in de tweede helft van de zwangerschap. Na de bevalling verdwijnt deze vorm van diabetes vrijwel altijd.

De behandeling

Zwangerschapsdiabetes is goed te behandelen met een dieet. Het is ook mogelijk dat het tekort aan insuline moet worden aangevuld door middel van insuline-injecties. Uw arts kan u hierover meer vertellen.

Doelen van de behandeling:

  • goede bloedglucosewaarde; 
  • inzicht in de relatie tussen diabetes, uw voeding en eventuele medicatie;
  • groei van uw kindje binnen normale grenzen houden.

Goede bloedglucosewaarde

Goede bloedglucosewaardes zijn ’s morgens voor het ontbijt (nuchter) niet hoger dan 5,3. Twee uur na de eerste hap van de maaltijden en voor het slapen gaan hoort de waarde niet hoger dan 6,7 te zijn. Samen met de diëtist gaat u proberen deze streefwaarden te bereiken door aanpassingen in uw voeding.

Voeding

De basis van voeding bij zwangerschapsdiabetes is gezond eten volgens de Schijf van Vijf. Voor wat en hoeveel u per dag aan gezonde basisvoeding tijdens uw zwangerschap nodig heeft zie op volgende tabel.

VoedingsmiddelHoeveelheid
Groente5 opscheplepels (250 gram)
Fruit2 porties
Brood, bij voorkeur bruin of volkoren4-7 sneden
Aardappel/ (volkoren) pasta/ (zilvervlies) rijst en dergelijke4-5 opscheplepels bereid product (200-250 gram)
Vlees/ vis/ kip/ ei/ peulvruchten of vervanging1 portie (100-125 gram vlees of kip/ 100 gram vis/ 2-3 opscheplepels peulvruchten/ 25 gram noten/ 2-3 eieren per week)
Noten (ongezouten)Klein handje (25 gram)
Zuivel (melkproducten)2-3 porties (300-450 ml)
KaasVoor 2 sneden brood (40 gram)
Smeer- en bereidingsvet (margarine, boter, olie)1 eetlepel voor bereiding warme maaltijd en brood dun besmeerd (40-50 gram)
Vocht1,5-2 liter

Meer hierover leest u op de site van het Voedingscentrum.

Verderop in deze folder vindt u een voorbeelddagmenu.

Met de diëtist bekijkt u hoeveel koolhydraten u per eetmoment kunt nemen. Dit is afhankelijk van de gemeten bloedglucose. U krijgt een koolhydraattabel waarin producten genoemd worden. Daarbij staat de hoeveelheid koolhydraten die zij bevatten. Deze gegevens kunt u ook vinden op etiketten van producten en op apps, zoals  Koolhydraatkenner van Diabeter en Mijn Eetmeter van het Voedingscentrum.

Extra aandachtspunten zijn:

Verdeel koolhydraten over de dag
Door koolhydraten verspreid over de dag te eten, kunt u schommelingen in bloedglucose zoveel mogelijk voorkomen. Bij ochtendmisselijkheid is het daarom belangrijk toch iets te eten. Het beste is om in dat geval een licht ontbijt te nemen, zoals een beschuit met kaas en een kopje thee.

Hoeveelheid koolhydraten per dag verdeeld over meerdere eetmomenten
Het is van belang dat u minimaal 175 gram koolhydraten per dag eet, verdeeld over drie hoofdmaaltijden met één tot drie tussendoortjes. Door een kleinigheid te eten of drinken als tussendoortje, verdeelt u de koolhydraten over meerdere eetmomenten.

Voorbeelden van tussenmaaltijden zijn:

  • een portie fruit (zie ook: ‘Fruit en sappen’ hieronder)
  • een beker melk of karnemelk
  • een schaaltje yoghurt of kwark 
  • een sneetje brood met boter en hartig beleg
  • een beschuit met boter en hartig beleg
  • een knäckebröd met boter en hartig beleg
  • twee biscuitjes
  • rauwkost, eventueel met yoghurtdip
  • een klein handje ongezouten noten of pinda’s
  • drie stuks gedroogde abrikozen
  • een klein handje rozijnen of krenten (20 gram)
  • een schaaltje olijven
  • vier gekonfijte dadels of verse dadels

Eet gevarieerd
Zorg voor voldoende variatie in uw voeding. Zo krijgt u alle voedingsstoffen binnen die uw lichaam nodig heeft.

Beperk suikers
Suiker levert naast energie oftewel calorieën geen waardevolle voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen. Daarbij maakt het geen verschil of u witte-, bruine-, rietsuiker, kandij of honing gebruikt. Voor het lichaam zijn deze soorten gelijk. Daarom is het verstandig om gebruik van suiker te beperken en eventueel te kiezen voor zoetstof.

Gebruik zo min mogelijk suiker of producten die veel suiker bevatten: suikerrijke dranken zoals frisdranken en vruchtensappen (ook als er ‘ongezoet’ op staat), snoep, biscuits, koek, gebak, chocolade, Sultana/ Evergreen of andere voedingsbiscuit, mueslirepen, eierkoeken, ontbijtkoek, zoet beleg op brood,  gezoete melkproducten zoals vla, vruchtenyoghurt, pudding, ijs  en gezoete zuiveldranken zoals chocolademelk of yoghurtdranken.

Twee porties fruit per dag
Fruit staat in de Schijf van Vijf. Fruit bevat weinig calorieën maar veel voedingsstoffen en is goed voor de gezondheid. Het advies is om minimaal twee porties (200 gram) vers fruit per dag te eten. Vruchtensap, light vruchtensap, vruchtendrank, vruchtennectar en dubbeldrank zijn  geen fruitvervangers en worden afgeraden. Deze producten bevatten veel vruchtensuikers waardoor zij een snelle stijging van de bloedglucose veroorzaken. Daarnaast leveren ze minder voedingsstoffen dan vers fruit.

Gedroogd fruit zoals rozijnen, krenten, gedroogde abrikozen, gedroogde vijgen, gedroogde dadels en tutti frutti kunt u met mate gebruiken. Vitamine C gaat verloren tijdens het drogen en er zit veel vruchtensuiker in gedroogd fruit. Vers fruit heeft altijd de voorkeur.

Suikervrije producten
U hoeft geen speciale suikervrije producten voor diabetici te gebruiken. Deze producten zijn duurder dan normale producten en bevatten vaak meer vet. U kunt wel suikervrije frisdrank drinken. Hiervoor geldt een maximum van een halve liter per dag.

We adviseren maximaal één zoetje per kopje koffie of thee te nemen in verband met de mogelijke schadelijke werking van teveel zoetstof voor uw ongeboren kind.

Algemene voedingsadviezen bij zwangerschap

  • Extra aanvulling van vitamine D: tijdens de zwangerschap heeft het lichaam extra vitamine D nodig. Slik tijdens de hele zwangerschap 10 microgram vitamine D per dag.
  • Tijdens de zwangerschap kunt u vrijwel alles gewoon blijven eten. Toch zijn er een paar producten die niet goed zijn voor de ontwikkeling van uw kind. Zie voor een overzicht met deze producten de website van het Voedingscentrum of vraag uw dietiest naar een exemplaar.

Diabetes na de zwangerschap

Meestal is de bloedglucose 24 uur na de bevalling weer normaal en is de zwangerschapsdiabetes verdwenen. De kans dat u, na verloop van tijd, toch blijvend diabetes krijgt is 50%. Het is daarom belangrijk dat u na de bevalling op uw voeding let en op een gezond gewicht blijft. Bij mensen met overgewicht wordt het lichaam extra belast, hierdoor kan de insulineproductie tekortschieten.

Voorbeelddagmenu

Hieronder ziet u een voorbeelddagmenu. Het is bedoeld om inzicht te geven in een regelmatige koolhydraatverdeling over de dag. Vraag voor persoonlijk advies om een afspraak bij de diëtist.

Ontbijt

  • 2 sneden brood, bij voorkeur volkoren (2x14 = 28 gram koolhydraten)
  • dun besmeerd met (dieet) halvarine (0 gram koolhydraten)
  • beleg: 1x zoet beleg ** (9 gram koolhydraten)
  • beleg 1x hartig * (0 gram koolhydraten)
  • 1 glas of schaaltje magere of halfvolle (drink)yoghurt/ yoghurt/ kwark, zonder toegevoegde suikers (10 gram koolhydraten)

Totaal: 47 gram koolhydraten

Tussendoor ochtend

  • thee of koffie zonder suiker, evt met halfvolle koffiemelk/ en of zoetjes (0 gram koolhydraten)
  • tussendoortje van ongeveer 15 g koolhydraten *** (15 gram koolhydraten)

Totaal: 15 gram koolhydraten

Lunch

  • 3 sneden brood, bij voorkeur volkoren (42 gram koolhydraten)
  • dun besmeerd met (dieet) halvarine (0 gram koolhydraten)
  • beleg: 1x zoet beleg ** (9 gram koolhydraten)
  • beleg 2x hartig * (0 gram koolhydraten)
  • thee of koffie zonder suiker, evt met halfvolle koffiemelk/ en of zoetjes (0 gram koolhydraten)

Totaal: 51 gram koolhydraten

Tussendoor middag

  • thee of koffie zonder suiker, evt met halfvolle koffiemelk/ en of zoetjes (0 gram koolhydraten)
  • tussendoortje van ongeveer 15 g koolhydraten *** (15 gram koolhydraten)

Totaal: 15 gram koolhydraten

Warme maaltijd

  • 1 stukje mager vlees ****, kip, vis of ei (0 gram koolhydraten)
  • magere jus: de jus verdunnen met water (0 gram koolhydraten)
  • 3 kleine aardappelen of 2 opscheplepels volkoren pasta of zilvervliesrijst (25 gram koolhydraten)
  • 4 grote lepels groente en / of rauwkost eventueel met saus (10 gram koolhydraten)
  • 1 glas of schaaltje magere of halfvolle (drink)yoghurt/ yoghurt/ kwark, zonder toegevoegde suikers (10 gram koolhydraten)

Totaal: 45 gram koolhydraten

Tussendoor avond

  • thee of koffie zonder suiker, evt met halfvolle koffiemelk/ en of zoetjes (0 gram koolhydraten)
  • tussendoortje van ongeveer 15 g koolhydraten *** (15 gram koolhydraten)

Totaal: 15 gram koolhydraten

Vrij te gebruiken: water, koffie en thee zonder suiker, eventueel met zoetje en/of halfvolle (koffie)melk, bronwater, mineraalwater, suikervrije limonadesiroop, light frisdranken, vetarme bouillon (tenzij u een zoutbeperking heeft) en rauwkost zoals tomaat, komkommer, radijs met een magere dressing. 

Toelichting ***

* Hartig beleg =  aan te bevelen zijn vetarme vleeswaren (zoals achter/schouderham, kipfilet, kalkoenfilet, rosbief, fricandeau), 20+ kaas of 30+ kaas, pindakaas, sandwichspread, zuivelspread.

** Zoet beleg  = bijvoorbeeld jam, vruchtenhagel, appelstroop, honing en met mate chocoladeproducten (1 belegging is ± 9 gram koolhydraten)

*** Tussendoortjes van ongeveer 15 gram koolhydraten zijn bijvoorbeeld:
1 portie fruit (kijk in de koolhydratentabel wat 1 portie fruit is)
1 beker ongezoete zuivel met een handje ongezouten noten 
1 snee brood met hartig beleg
2 snee knäckebröd met hartig beleg
1 snee knäckebröd met zoet beleg
Zie verder de koolhydraattabel voor meer variatie.

**** Mager vlees is bijvoorbeeld: varkensfilet, biefstuk, varkenshaas, varkensfricandeau, hamlap, runderlappen, entrecote.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Neem dan contact op met uw diëtist.

Telefoonnummers

Afdeling Diëtetiek
088 250 6412

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 30 mei 2023

Code: DIET 22