Over baarmoederhalskanker

Bij baarmoederhalskanker begint de ongeremde celdeling vaak in het slijmvlies op de grens van de baarmoederhals en baarmoedermond. Dat proces duurt meerdere jaren.

Met een inwendig onderzoek (een uitstrijkje) kunnen we baarmoederhalskanker al in een voorstadium ontdekken. U hebt dan (nog) geen kanker. Als de aandoening niet is behandeld in het voorstadium, dan kan een kwaadaardige gezwel (een tumor) ontstaan.

Kwaadaardig betekent:

  • de kankercellen kunnen door ander lichaamsweefsel heen groeien
  • de kanker kan zich door het lichaam verspreiden via bloed en lymfevaten (uitzaaien)

Wie kan baarmoederhalskanker krijgen?

Elke vrouw kan baarmoederhalskanker krijgen. Maar gelukkig is de kans klein. Per jaar krijgen ongeveer 800 vrouwen te horen dat zij baarmoederhalskanker hebben (2014).

Vooruitzichten op genezing

Meestal wordt de kans op genezing uitgedrukt in het aantal patiënten dat 5 jaar na de behandeling nog in leven is. Als we de kanker vroeg ontdekken, leeft na 5 jaar nog meer dan 90% van de patiënten. Als er al uitzaaiingen zijn naar andere organen, dan kan dat dalen tot nog maar 5%. Gemiddeld geneest in Nederland ongeveer 70% van alle patiënten met baarmoederhalskanker.

Deze cijfers zijn een gemiddelde. U kunt deze cijfers niet zonder meer naar uw eigen situatie vertalen. Uw vooruitzichten kunt u het beste met uw arts bespreken.

Hoe ontstaat baarmoederhalskanker?

Bij het ontstaan van baarmoederhalskanker speelt een virus, het humaan papilloma virus (HPV), een zeer belangrijke rol. Dit virus kan tijdens seksueel contact worden overgebracht. Meestal ruimt het afweersysteem dit soort virussen op. Soms blijft het virus langdurig aanwezig. Dan kunnen veranderingen in de cellen van de baarmoederhals uiteindelijk leiden tot baarmoederhalskanker. Roken belemmert het afweersysteem in het opruimen van HPV en is daarmee een risicofactor voor het ontwikkelen van baarmoederhalskanker. Bij baarmoederhalskanker speelt erfelijke aanleg geen rol.