Het kan soms zo heerlijk zijn…gewoon een biertje! In de voorjaarszon op een terrasje. Of na een drukke werkdag thuis op de bank. Of als je van alles meemaakt en je wilt even tot jezelf komen… Met hem was veel gebeurd. Te veel voor één mens in één opname. Hij balanceerde op de grens van leven en dood. Had veel pijn. Was moe van alles. Als klap op de vuurpijl werd hij nu belaagd door een bacterie, dus lag hij alleen op een kamer. Soms hoefde het voor hem allemaal niet meer.
Maar op een morgen leek het tij te keren. Bij het wakker worden voelde hij zich wat beter. Kort daarna kwam er goed bericht. De bacterie was verdwenen! Dat klonk hem als muziek in de oren. Hij pakte zijn looprek en voor het eerst na zeven weken liep hij verzwakt en wel zijn kamer uit. Zomaar de gang op. Wat een onderneming! Daar stonden de verpleegkundigen die hij allemaal kende. Verrast om hem zo te zien. Ze gaven hem een spontaan applaus. Dat deed goed. Zijn eerste wandeling, het leek wel een feestje!
En het kon niet op, want op het avondmenu stond ‘nasi goreng’. Zijn lievelingskostje. Alles zat mee vandaag! “Nu nog een biertje erbij…!” liet hij zich ontvallen. De verpleegkundige beloofde het te overleggen met de dokter en kwam heel snel terug met goede tijding. Maar helaas, die dag zou hij nou net geen bezoek krijgen. Hoe moest hij nu aan een biertje komen? Het was zo’n aanlokkelijk idee!
Terug in bed sloot hij eventjes de ogen, om wat later weer op te kijken. Hij dacht dat hij droomde! Er hing een ballon in zijn kamer. Een vriendelijke beer met Get well soon op zijn buik. Hij volgde het touwtje naar beneden tot op het nachtkastje. En jawel hoor…Daar stond een biertje! Een heus biertje, met een briefje erbij: ‘Geniet er maar van! Lekker bij de nasi. Van de verpleging.’
Hij vertelde het met tranen in zijn ogen. “Zo’n biertje, dat is toch geen gewoon biertje hè? Zo’n biertje, dat voel je hier.” Hij klopte met zijn hand een paar keer op zijn hart. “Daar kan de grootste bierbrouwer van Nederland mooi niet tegen op!”