Aambeien

In deze folder vindt u informatie over de behandeling van aambeien. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

De behandeling van aambeien vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Wat zijn aambeien?

Aambeien (ofwel hemorroïden) zijn uitgezakte zwellichamen, kussentjes bij de anus. Een zwellichaam is een sponsachtig netwerk van bloedvaatjes, bedekt door slijmvlies binnen de sluitspier van de anus. Aambeien bevinden zich aan de binnenkant van de anus. Als er veel druk op de zwellichamen komt te staan kunnen ze uitrekken, daardoor uitzakken en zelfs naar buiten puilen. Dat kan aanleiding geven tot een ongemakkelijk of pijnlijk gevoel. Daarbij kan het bloed in de zwellichamen gestuwd raken, waardoor aambeien makkelijk bloeden. Ook kan er zich een bloedstolsel vormen in adertjes in de huid rond de anus. We noemen dat een getromboseerde aambei. Die is uitwendig voelbaar en pijnlijk.

Oorzaak

Aambeien ontstaan vaak door droge, harde ontlasting en hard persen tijdens de stoelgang. Ook veel zitten, onvoldoende lichaamsbeweging en een te hoog lichaamsgewicht kunnen aambeien veroorzaken.

Aambeien voorkomen

U kunt aambeien voorkomen door de ontlasting zacht te houden, waardoor u minder hoeft te persen. Daarvoor is het belangrijk dat u voldoende voedingsvezels eet (zemelen, bruinbrood, etc.) en veel water drinkt (1½ tot 2 liter per dag). Ook regelmatig toiletbezoek is van belang. Zo moet u bij aandrang het toiletbezoek niet te lang uitstellen. Als u probeert er een zekere regelmaat in te brengen, voorkomt u dat u op ongelegen momenten de ontlasting te lang moet ophouden. Zorg verder voor wat meer beweging en probeer zo nodig wat af te vallen. Deze maatregelen en leefregels kunnen al goed helpen. Als de klachten toch aanhouden, is verdere behandeling nodig.

Diagnose en onderzoek

Aambeien kunnen klachten geven die ook voorkomen bij andere afwijkingen van de endeldarm of de anus. Daarom onderzoekt de arts uw anus, het anale kanaal en het begin van de endeldarm. U zit bij dit onderzoek op uw knieën en leunt voorover op uw ellebogen. Of u ligt op uw zij. De arts kijkt naar de omgeving van de anus en de anus zelf en voert met de vinger een inwendig onderzoek van de anus en het aansluitende deel van de endeldarm uit. Meestal bekijkt de arts ook de binnenkant van de anus met een proctoscoop, een kort buisje. Zo nodig vindt aanvullend onderzoek plaats, bijvoorbeeld een kijkonderzoek van de dikke darm (endoscopie) of een röntgenonderzoek. Dit gebeurt met name bij patiënten boven de vijftig jaar met bloedverlies bij de ontlasting, omdat de kans dat andere afwijkingen de oorzaak van de klachten zijn dan groter is.

Behandelingen

Een logische behandeling is het terugbrengen van de zwellichamen op hun oorspronkelijk plaats. Het uitzakken is dan verholpen en de aambeien kunnen dan ook geen klachten meer geven. 

Poliklinische behandeling

Aambeien kunnen meestal poliklinisch worden behandeld. Speciale voorbereidingen zijn hiervoor niet nodig. Een verdoving is ook niet nodig. Als u zich goed ontspant, voelt u nauwelijks pijn. Wel voelt het wat ongemakkelijk aan.

Tijdens de behandeling neemt u in knie-/elleboogsligging plaats op een speciale onderzoekstafel. De arts brengt een proctoscoop in uw anus. Door het buisje heen wordt het uitgezakte en dus overtollige slijmvlies met behulp van een rubberbandje opgetrokken en afgebonden. Het overtollige slijmvlies sterft binnen enkele dagen af en verlaat tijdens de stoelgang met het rubberbandje het lichaam. De behandeling duurt ongeveer vijf tot tien minuten.

Bij meer dan de helft van de patiënten is één behandeling voldoende voor een goed resultaat. Soms is een tweede of derde poliklinische behandeling nodig. Na de behandeling kunt u een paar dagen een zwaar of drukkend gevoel hebben bij de anus. Ook kunt u last hebben van krampen in de onderbuik. Paracetamol en een warme douche geven verlichting. Als u niet meer kunt plassen, hevige pijn heeft of veel bloed verliest moet u contact opnemen met het ziekenhuis.

Operatie

Bij pijnlijke, volledig uitgezakte of ernstig afgeknelde aambeien kan een operatie nodig zijn. Ook als het plaatsen van de rubberbandjes niet helpt, kunnen we de aambeien operatief behandelen. De operatie vindt meestal in dagbehandeling plaats. Soms is een opname noodzakelijk.

Bij deze operatie zijn twee soorten anesthesie (verdoving) mogelijk:

  • spinale anesthesie: uw onderlichaam wordt via een prik in de rug verdoofd
  • algehele anesthesie: u wordt volledig verdoofd en merkt niets van de operatie (narcose)

Bij de operatie wordt het overtollige slijmvlies verwijderd en worden de wonden gehecht. Het slijmvlies wordt daarbij meestal ook omhoog getrokken. Soms is het voldoende om alleen het slijmvlies omhoog te hechten. Of om de bloedvaten naar de aambeien door te steken. Deze zwellen dan niet meer op.

Voorbereidingen

Bloedverdunners

Sommige bloedverdunnende middelen geven een verhoogd risico op nabloedingen. Als u bloedverdunners gebruikt, moet u dit vóór de behandeling aan de arts melden. De arts overlegt met u of en wanneer u in dat geval met de medicijnen moet stoppen.

Vervoer

Het is mogelijk dat u zich na de (poliklinische) behandeling niet lekker voelt. We adviseren met zijn tweeën te komen zodat u niet zelf naar huis hoeft te rijden met de auto. Van tevoren paracetamol innemen kan helpen tegen de klachten.

Pijnstillers

Pijnstillers zoals paracetamol zijn te koop bij apotheek en drogist. We raden u aan deze voor de ingreep alvast in huis te halen.

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder 'Opname in het Diakonessenhuis' kunt u lezen wat u mee moet nemen.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de opnameplanner via 088 250 5333 (toets 2)? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.

De opname

Melden

Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling.

Anesthesie

Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie'.

Mogelijke complicaties

Geen enkele ingreep is zonder risico’s. Zo is bij de chirurgische behandeling voor aambeien ook de normale kans op complicaties aanwezig die bij een operatie altijd bestaat. Ook zijn de volgende complicaties mogelijk:

  • Bloedverlies. Als een rubberbandje de endeldarm verlaat (het korstje gaat van de wond), kan er wat bloedverlies optreden. Wanneer het bloedverlies meer lijkt dan een kopje vol, moet u contact opnemen met het ziekenhuis.
  • Niet kunnen plassen. Na de operatie kunt u moeite krijgen met plassen. Als u echt niet meer kunt plassen, moet u contact met het ziekenhuis opnemen.
  • Ontsteking en koorts. De wond kan gaan ontsteken en u kunt daardoor enige tijd lichte koorts hebben.
  • Minder controle over de sluitspier. Ingrepen voor aambeien hebben nauwelijks invloed op het ophouden van de ontlasting. Maar in het begin kan het voorkomen dat uw sluitspier minder goed werkt. U kunt winden dan moeilijk inhouden en er kan vocht uit uw anus lopen. Meestal is dit probleem tijdelijk. In een klein aantal gevallen is deze verminderde controle van de sluitspier blijvend. In dat geval moet u de sluitspier bewuster gaan beheersen.

Naar huis

U kunt na de ingreep wat licht in uw hoofd zijn. Daarom is het verstandig u te laten brengen en halen en direct na de ingreep niet zelf een auto te besturen.

Adviezen voor thuis

Pijn
Na de behandeling met rubberbandjes kan een onaangenaam en pijnlijk gevoel optreden gedurende twee tot drie dagen. De ernst van de klachten hangt af van de grootte van het behandelde oppervlak. Bij pijn kunt u pijnstillers zoals paracetamol gebruiken. Ook een warm zitbad kan de pijn verlichten.

Schoonhouden
Na de operatieve behandeling is het verstandig het anale gebied goed schoon te houden, met name na de stoelgang, maar ook tussendoor. Twee keer per dag is meestal voldoende. Met de douche kunt u het gebied gemakkelijk schoonspoelen.

Bloedverlies
Na de operatieve behandeling kunt u wat bloed verliezen. Dit is normaal. In de volgende gevallen moet u echter contact op te nemen met het ziekenhuis:

  • duizeligheid
  • koorts
  • grote hoeveelheden bloedverlies buiten de ontlasting om (‘bloed poepen’)

Ontlasting
Na de behandeling is het belangrijk dat de ontlasting zacht blijft. Soms krijgt u hiervoor een recept voor medicijnen mee naar huis. Om te voorkomen dat u opnieuw klachten krijgt, is het verstandig dat u zo veel mogelijk onderstaande leefregels opvolgt.  

    Leefregels

    • Eet voldoende vezels (granen, fruit en groenten).
    • Drink 1 à 2 liter water per dag.
    • Vermijd langdurig persen op de wc.
    • Beweeg elke dag voldoende.
    • Zorg ervoor dat de ontlasting zacht is, maar niet te dun.
    • Stel uw stoelgang niet uit.

    Werk
    Na een poliklinische behandeling kunt u meestal binnen één of twee dagen de werkzaamheden hervatten. Na operatieve behandeling en een opname moet u rekening houden met een verzuim van ongeveer een week. Soms duurt het herstel langer en is een verzuim tot drie weken mogelijk.

    Problemen

    Doen zich na de operatie problemen voor, neem dan contact op met het ziekenhuis.

    Telefoonnummers

    Polikliniek Chirurgie
    088 250 5333

    • toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
    • toets 2 voor vragen rond opname
    • toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
    • toets 4 voor overige vragen

    Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, telefoonnummer 088 250 8888.

    Opmerkingen over de tekst

    Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

    Bijgewerkt op: 23 april 2021

    Code: CH10