Aspecifieke lage rugpijn

Lage rugpijn bevindt zich onderin de rug. De pijn kan uitstralen naar één of beide billen en benen. Bij aspecifieke lage rugpijn is er geen onderliggende lichamelijke oorzaak aantoonbaar voor de klachten.

De oorzaak van aspecifieke lage rugpijn is lastig vast te stellen. Een verstoorde balans tussen belasting (de krachten op de rug) en belastbaarheid (wat iemand geestelijk en lichamelijk aankan) kan een oorzaak zijn. Vaak speelt ook onbewuste angst voor bewegen een grote rol. Wanneer u minder beweegt vanwege angst voor de pijn, kan dit zelfs zorgen voor meer klachten. Soms is er wel een specifieke oorzaak aan te wijzen, zoals een beknelde zenuw, slijtage (artrose), een infectie of een gebroken wervel. Uw arts kan aanvullend onderzoek doen om een onderliggende oorzaak uit te sluiten. Het feit dat de oorzaak lastig is vast te stellen, betekent niet dat u geen pijn voelt of dat er sprake is van verbeelding.

Acute klachten verminderen of verdwijnen meestal vanzelf in één tot twaalf weken. De kans op terugkeer van de lage rugpijn is daarentegen groot. Chronische klachten zijn veel moeilijker te behandelen.

De behandeling wordt aangepast aan de fase waarin de klachten zich bevinden:

• Acute klachten: klachten die zich voordoen tot twaalf weken
• Chronische klachten: klachten die na twaalf weken nog aanwezig zijn

Bij acute klachten

Bij acute lage rugpijn moet u uw activiteiten tijdelijk verminderen, maar moet u wel in beweging blijven. Als u veel pijn heeft, kan uw arts een pijnstiller of ontstekingsremmer voorschrijven. Bedrust is meestal niet nodig: het kan zelfs het herstel vertragen. Alleen als u niet anders kunt, blijft u één of twee dagen op bed liggen. Langzaamaan kunt u weer meer gaan bewegen en sporten. Probeer zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Het is niet nodig om te wachten tot alle pijn is verdwenen. Behandeling (door arts of fysiotherapeut) is meestal niet nodig. Uw arts kan u meer informatie geven.

Bij chronische klachten

Wanneer de klachten blijvend (chronisch) dreigen te worden, kijkt uw arts niet alleen naar lichamelijke afwijkingen. Hij kan ook informeren of u wellicht zorgen heeft, rouwt, last heeft van doemdenken of angst voor bewegen heeft. Deze factoren kunnen een rol spelen bij rugklachten. Uw arts zal u uitleg en advies geven. Het is vooral belangrijk dat u beweegt, ook al heeft u pijn. In overleg met uw arts kunt u uw activiteiten geleidelijk uitbouwen. Eventuele restpijn kan geen kwaad. Andere behandelingsmogelijkheden zijn oefentherapie, manipulatie of rugscholing. Uw arts kan u hierin adviseren.

In het voorkomen van lage rugpijn kunt u zelf een rol spelen:

• Zorg dat u in een goede conditie bent door oefeningen of sporten;
• Signaleer tijdig wanneer het u lichamelijk of geestelijk teveel wordt.

Bij vragen en voor contact met lotgenoten kunt u contact opnemen met:
Nederlandse Vereniging van Rugpatiënten ‘de Wervelkolom’
0900 784 46 36

Voor vragen naar aanleiding van deze folder of uw behandeling kunt u contact opnemen met de polikliniek Orthopedie. De telefoonnummers vindt u onder het kopje 'Telefoonnummers'.

Polikliniek Orthopedie
088 250 6270

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].