Beenmergonderzoek (cristabiopsie en sternumpunctie)

Binnenkort krijgt u een beenmergonderzoek. Het beenmerg kan op twee manieren verkregen worden: door middel van een sternumpunctie of een cristabiopsie. Uw behandelend arts heeft enkele zaken al met u besproken. In deze folder kunt u de informatie nog eens rustig nalezen. Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de situatie voor u anders kan zijn dan is beschreven.

Algemeen

Doel van het onderzoek

Met een beenmergonderzoek wordt bekeken hoe de aanmaak van de diverse bloedcellen is en er kan ook worden nagegaan of er afwijkende bloedcellen aanwezig zijn. 

  • Bij een sternumpunctie wordt beenmerg opgezogen uit het borstbeen. 
  • Bij een cristabiopsie wordt uit de bekkenkam zowel beenmerg opgezogen als ook een klein stukje bot weggenomen. Het beenmerg en eventueel het stukje bot worden in een laboratorium onderzocht.

Voorbereiding

Voorbereiding voor het onderzoek

U mag gewoon eten of drinken. Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, overlegt u dan van tevoren met uw behandelend arts over het mogelijk tijdelijk stoppen van deze medicijnen.

Verhinderd

Bent u verhinderd? Neem dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur voor uw afspraak) contact op met de afdeling waar het onderzoek plaatsvindt. De telefoonnummers vindt u achter in deze folder.

Opname en onderzoek

Melden

Het onderzoek vindt poliklinisch plaats in het Dagbehandelcentrum Oncologie/Hematologie op de locatie Utrecht. U kunt zich daar melden op het afgesproken tijdstip.

Gang van zaken tijdens het onderzoek

Er is een arts, een verpleegkundige en een laborant aanwezig. Als u een familielid of een kennis bij het onderzoek aanwezig wilt hebben, overlegt u dit dan met de verpleegkundige of behandelend arts. Een beenmergonderzoek kan, ondanks de verdoving, niet pijnloos uitgevoerd worden. Na een sternumpunctie of een cristabiopsie wordt er,  indien nodig, ook nog bloed uit de arm afgenomen.

Sternumpunctie
U gaat op uw rug liggen op de onderzoektafel of op een bed. De arts geeft u een verdovende injectie ter hoogte van het borstbeen en verdooft de huid en het onderliggende botvlies. Dit kan een branderig gevoel geven. Vervolgens prikt de arts met een naald in het borstbeen en zuigt via de naald wat beenmerg op. Dit kan kortdurend (seconden) een pijnlijke scheut in de borststreek veroorzaken. De aanwezige laborant verwerkt direct het verkregen beenmerg voor verder onderzoek. 

Als de arts de naald heeft verwijderd, wordt het wondje met een steriel gaasje verbonden en legt men gedurende 10 minuten een zandzakje of iets anders wat druk uitoefent op de punctieplaats op uw borst om nabloeden te voorkomen. Het onderzoek duurt in totaal zo’n 15 minuten.

Cristabiopsie
U gaat op uw linkerzij liggen op de onderzoektafel of op een bed, met de knieën iets opgetrokken en de rug gebogen. De arts geeft u een verdovende injectie in de huid ter hoogte van de bekkenkam en verdooft de huid en het onderliggende botvlies. Dit kan een branderig gevoel geven. Vervolgens prikt de arts met een naald in het bot van het bekken en zuigt via de naald wat beenmerg op. Dit kan kortdurend (seconden) een pijnlijke scheut door uw bilstreek/been veroorzaken. Aansluitend wordt met dezelfde holle naald een stukje bot weggenomen. De aanwezige laborant verwerkt direct het verkregen beenmerg voor verder onderzoek.

Als de arts de naald heeft verwijderd, wordt het wondje met een steriel gaasje verbonden. U wordt zo’n 15 minuten plat op de rug gelegd met een zandzakje of een opgerolde handdoek op de plek van de punctie, zodat door tegendruk nabloeden wordt voorkomen. Bij het gebruik van bloedverdunners moet u ongeveer 30 minuten plat op de rug blijven liggen.

Na het onderzoek

Naar huis

U kunt na het onderzoek zelfstandig naar huis. Na een cristabiopsie kunt u 1 tot 3 dagen last hebben van napijn (gekneusd gevoel) in de bekkenstreek. U kunt dan een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) nemen.

De uitslag

De uitslag is een tot drie weken na het onderzoek bekend bij uw behandelend arts, afhankelijk van wat er wordt afgenomen. Meestal wordt er tien dagen na het onderzoek een afspraak in de polikliniek gemaakt om de eerste uitslagen met u te bespreken.

Problemen

Soms kunnen klachten optreden zoals pijn, koorts of bloedverlies. In deze gevallen neemt u onmiddellijk contact op met:

  • binnen kantooruren met de afdeling waar uw onderzoek heeft plaatsgevonden;  
  • buiten kantooruren de afdeling Spoedeisende hulp in Utrecht. De contactgegevens vindt u onder het kopje Telefoonnummers. 
     

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u terecht bij de verpleegkundige van de dagbehandeling/afdeling en/of bij uw behandelend arts. Zij vertellen u tijdens het onderzoek steeds wat er gaat gebeuren. U kunt dan ook vragen stellen.

Telefoonnummers

Dagbehandelcentrum Oncologie/Hematologie
088 250 6562

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 27 september 2019

Code: ONC07