Behandeling van een hallux rigidus
Bij u is een hallux rigidus (stijve grote teen) geconstateerd. Een hallux rigidus kan op verschillende manieren behandeld worden. In deze folder vindt u meer informatie over de aandoening, de behandelmogelijkheden en de gang van zaken in het Diakonessenhuis.
Wat is een hallux rigidus?
Een hallux rigidus is een aandoening aan uw grote teen. Door slijtage van het gewricht van de grote teen wordt het gewricht pijnlijk en stijf. Hierdoor wordt het afwikkelen van de voet moeilijker en is pijnlijk. Een vergroeiing van bot rond het gewricht kan irritatie geven aan de huid.
Behandelmogelijkheden
De behandeling van een hallux rigidus kan op verschillende manieren: met een aangepaste schoen of met een operatie. Dit is afhankelijk van de ernst van de klachten. De arts bespreekt de mogelijkheden met u.
Behandeling zonder operatie
Afhankelijk van de ernst van de klachten kan een stevige wandelschoen of een schoen met een afwikkelbalk (OVAC, orthopedische voorziening aan confectieschoen) de klachten al verminderen. U krijgt van uw arts een verwijzing naar de orthopedisch schoenmaker. De orthopedisch schoenmaker en uw zorgverzekeraar kunnen u informeren over vergoeding en eventuele kosten van een aangepaste schoen.
Behandeling met operatie
Als een aanpassing van de schoenen niet het gewenste effect heeft, behoort een operatie tot de mogelijkheden. Meestal volstaat een kleine operatie waarbij alleen de randwoekeringen aan de bovenzijde van het gewricht worden verwijderd (cheilectomie). Bij zeer ernstige klachten kan het aangedane gewricht met een operatie vastgezet worden (artrodese).
Beide operaties vinden in principe plaats op de afdeling Dagbehandeling. Meer informatie over een dagopname vindt u in de folder ‘Dagopname in het Diakonessenhuis’.
Bij een artrodese wordt u soms een nacht opgenomen in het ziekenhuis. Dat hoort u dan van tevoren. Meer informatie over een opname vindt u in de folder ‘Opname in het Diakonessenhuis’.
Voorbereidingen op een operatie
Voorbereidingen thuis
Roken
Wij raden u af te roken in de weken voor de operatie tot enkele weken na de operatie. Roken heeft een nadelig effect op de genezing van de wond en het bot.
Nuchter
Voor de operatie moet u nuchter zijn. De instructie over nuchter zijn vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.
Krukken
Na de operatie mag u uw voet niet volledig belasten en heeft u krukken nodig om te kunnen lopen. U kunt krukken huren bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt.
Meenemen naar het ziekenhuis
Neem op de dag van de operatie de volgende zaken mee naar het ziekenhuis:
- een geldig legitimatiebewijs en uw verzekeringsgegevens;
- een actueel overzicht van de medicijnen die u gebruikt;
- eventueel een koptelefoon met muziek (bij verdoving met ruggenprik, zie ‘Gang van zaken tijdens een artrodese).
- Doe uw spullen in een kleine koffer/tas (afmeting ongeveer 60 x 50 x 40 cm) en leg de kleding die u na de operatie wilt dragen bovenop.
- Vraag uw bezoek uw elleboogkrukken mee te nemen op de dag van operatie.
Verhinderd
Bent u verhinderd? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) aan de polikliniek Orthopedie. Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken.
De operatie
Melden
Een dag voor opname wordt het opnametijdstip aan u doorgebeld door de afdeling waar u wordt verwacht. Meld u op het afgesproken tijdstip op deze afdeling. U neemt hier plaats in de ontvangstruimte.
Voorbereidingen
Een verpleegkundige haalt u op voor het opnamegesprek. Hij/zij vraagt u naar uw medicijnen en de naam van uw contactpersoon. De verpleegkundige vertelt u hoe laat u ongeveer geopereerd wordt.
Na het opnamegesprek gaat u terug naar de ontvangstruimte tot de verpleegkundige u ophaalt voor de operatie. De verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte. Onderweg laat u uw bagage achter in een kluisje.
In de voorbereidingsruimte kleedt u zich om in een operatiejasje en neemt u plaats op een bed. Uw kleding gaat samen met de sleutel van uw kluis in een tas die u van de verpleegkundige krijgt. Deze tas wordt aan uw bed bevestigd en blijft dus bij u in de buurt.
Vervolgens krijgt u medicijnen ter voorbereiding op de operatie. Er wordt een infuusnaald geprikt, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt plakkers op uw borst om uw hartfunctie tijdens de operatie in de gaten te kunnen houden.
Anesthesie
De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (narcose) of met een ruggenprik. Tijdens het intakegesprek voor de operatie heeft de anesthesist met u de verdoving besproken.
Als u een verdoving met een ruggenprik heeft, kunt u de geluiden horen van de operatie-instrumenten. Als u dat vervelend vindt, kunt u een koptelefoon met muziek opzetten.
Cheilectomie
Bij een cheilectomie opent de orthopedisch chirurg het gewricht en verwijdert de randwoekeringen van het gewricht. Hierdoor kan het gewricht beter functioneren en verdwijnt de pijn gedeeltelijk. Een voordeel van deze operatie (ten opzichte van de hieronder genoemde artrodese) is dat de grote teen beweeglijk blijft.
Duur van de operatie
De operatie duurt een half uur tot drie kwartier.
Na een cheilectomie
Naar huis
Als alles goed gaat, kunt u dezelfde dag weer naar huis. U krijgt op de afdeling een verbandschoen met harde zool voor de geopereerde voet.
Vervoer
Omdat u een verbandschoen heeft, kunt u niet zelf naar huis rijden. Vraag van tevoren of iemand u naar huis kan brengen. Vanuit het ziekenhuis kunt u eventueel een taxi bellen.
Adviezen voor thuis
- U kunt uw voet volledig belasten op een verbandschoen met harde zool tenzij de orthopeed anders adviseert.
- U moet de schoen gedurende twee weken dragen. Na twee weken is de wond genezen.
- Houd er rekening mee dat het volledig herstel ongeveer twee tot drie maanden kan duren.
Controleafspraak
Zes weken na de operatie heeft u een eerste controleafspraak op de polikliniek. De hechtingen kunt u na twee weken laten verwijderen bij uw huisarts. Als u oplosbare hechtingen heeft, kunt u de uiteinden na twee weken laten afknippen bij uw huisarts.
Artrodese
Bij een artrodese verwijdert de orthopedisch chirurg het aangetaste kraakbeen en zet het gewricht in de normale stand met schroeven vast. De beide delen van het gewricht groeien vervolgens aan elkaar. U kunt uw voet krachtiger afzetten dan vóór de operatie omdat de pijn weg is. Nadeel is dat de beweeglijkheid van de grote teen door deze operatie minder wordt.
Duur van de operatie
De operatie duurt een half uur tot drie kwartier.
Na een artrodese
Naar huis
Als alles goed gaat, kunt u dezelfde dag weer naar huis (tenzij met u is afgesproken dat u een nacht in het ziekenhuis blijft). U krijgt op de afdeling een verbandschoen voor de geopereerde voet.
Vervoer
Omdat u een verbandschoen heeft, kunt u niet zelf naar huis rijden. Vraag van tevoren of iemand u naar huis kan brengen. Vanuit het ziekenhuis kunt u eventueel een taxi bellen.
Adviezen voor thuis
- Om zwelling te voorkomen, moet u de eerste week uw been regelmatig hoog houden.
- De verbandschoen of het gips draagt u gedurende de eerste zes weken. U mag uw voet de eerste zes weken niet belasten, tenzij de orthopeed anders adviseert. Na deze zes weken mag u uw gewone schoenen weer aan en kunt u uw voet normaal belasten zolang dit geen pijn doet.
- Uw voet mag de eerste vier dagen na de operatie niet in contact komen met water en zeep. U mag deze eerste dagen dus niet douchen/baden.
- Na vier dagen én als de wond dicht is, mag u douchen. De eerste twee weken mag u niet baden. Dit om te voorkomen dat de wondranden week worden.
Bij- en nawerkingen
De zwelling van het operatiegebied kan drie maanden aanhouden. Ook kan de voet na de operatie stijf aanvoelen. Dit gevoel kan tot enkele maanden na de operatie aanhouden. Als u de voet weer gaat belasten na zes weken, zal het stijve gevoel minder worden.
Controleafspraak
Na zes weken heeft u een controleafspraak op de polikliniek bij de specialist die u geopereerd heeft. Na een artrodese moet u voorafgaand aan deze afspraak een röntgenfoto laten maken op de afdeling Radiologie. Een afspraak maken voor deze röntgenfoto is niet nodig. Zorg wel dat u dit ongeveer twintig minuten voorafgaand aan uw polikliniekafspraak doet.
Risico's en complicaties
Net als na iedere operatie kan na een artrodese of cheilectomie een nabloeding, wondinfectie of trombose optreden. Deze complicaties zijn meestal goed te behandelen. Na beide ingrepen kan het gewricht de eerste twee weken gezwollen blijven.
Bij een artrodese is de nieuwe stand van het gewricht van belang voor een goed resultaat. In een enkel geval is een hersteloperatie nodig om de stand te corrigeren of omdat de beide botdelen niet aan elkaar vastgroeien.
Opmerkingen over de tekst
Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]
Bijgewerkt op: 5 december 2022
Code: ORTH10