Behandeling van heupdysplasie bij kinderen

Uw arts heeft u verteld dat uw kind heupdysplasie heeft. 

In deze folder vindt u informatie over:

  • heupdysplasie
  • de behandelingsmogelijkheid
  • praktische tips voor thuis

Wat is heupdysplasie?

Een heupgewricht bestaat uit twee delen: een heupkop en een heupkom. Een goed ontwikkeld heupgewricht heeft een ronde, diepe kom, die de kop van de heup goed omsluit. In het geval van heupdysplasie is de heupkom ondiep en is de verhouding tussen kop en kom verstoord. Dit kan zo ondiep zijn dat de heupkop zich kan verplaatsen in de kom (subluxatie) of zelfs volledig uit de kom schiet (heupluxatie).

Heupdysplasie en heupluxatie zijn niet pijnlijk, maar als het gewricht niet hersteld wordt, kan door belasting van het kraakbeen op jongere leeftijd vroegtijdige slijtage van de heup ontstaan (artrose). Heupdysplasie komt bij ongeveer 1-2% van de kinderen voor en is daarmee één van de meest voorkomende ontwikkelingsstoornissen. Een heupdysplasie herstelt vaak spontaan in de eerste drie levensmaanden.

Afbeelding van een normaal heupgewricht en met heupdysplasie

Figuur 1 - Heupdysplasie

Oorzaken van heupdysplasie

Het is niet precies bekend wat de oorzaak van heupdysplasie is. Het is wel bekend dat de kans op heupdysplasie groter is:

  • als een kind in een stuitligging lag tijdens de zwangerschap;
  • als er in de familie aangeboren heupafwijkingen voorkomen;
  • als een kind tevens een aangeboren afwijking heeft aan bijvoorbeeld de voet en/of de rug.

Het opsporen van heupdysplasie

Het is belangrijk dat heupdysplasie zo vroeg mogelijk wordt herkend, zodat er op tijd kan worden begonnen met de behandeling. Daarom wordt bij alle kinderen op de leeftijd van ongeveer 8 weken door de consultatie-bureau-arts een onderzoek van de heupen gedaan. Daarbij wordt gekeken naar beenlengteverschil en naar verschil in spreiding van de heupen. Bij heupdysplasie is de heup vaak wat stijver omdat het lichaam op deze manier probeert de heup in de kom vast te houden. Als de heup uit de kom is geschoten, is het been korter. Het consultatiebureau of de huisarts verwijst u door naar het ziekenhuis voor het maken van een heup echo wanneer zij signalen zien voor heupdysplasie. Het gaat dan om een verminderde bewegelijkheid, verschil in beenlengte of verschillende huidplooien.

Behandeling

De meest voorkomende behandeling van heupdysplasie is de Pavlik-bandage. Een Pavlik-bandage helpt uw kind een goede diepe heupkom te vormen. De bandage bestaat uit katoenen banden voorzien van enkel/ voetmanchetten. Deze bandage voorkomt het strekken van de benen in de heupen. Uw kind kan de knieën vrij bewegen. Door de zwaartekracht in rugligging en buikligging worden de benen gespreid. Gespreide en gebogen heupen zijn nodig voor de vorming van een gezonde heupkom. Uw kind moet de Pavlik-bandage 23 uur per dag dragen. De Pavlik-bandage wordt gedragen totdat de heup 'normaal' ontwikkeld is. Elke zes weken wordt er een echo en/of röntgenfoto van de heupen van uw kind gemaakt om te zien hoe de heupen zich ontwikkelen. Dit duurt minimaal drie maanden. Bij ernstige heupdysplasie of heupluxatie kan dit langer duren. De orthopedisch chirurg bekijkt per controlebezoek de vooruitgang en past de behandeling op basis daarvan aan.

Op indicatie kunnen ook andere heupspreiders gebruikt worden, zoals de Campspreider of de JanVisserspreider. Deze spreiders worden met name gebruikt wanneer uw kind veel op de zij ligt of als het te actief en te sterk wordt voor de Pavlik-bandage. Dit gebeurt meestal bij wat oudere kinderen.

Afbeeldinf van een baby met pavlik bandage

Figuur 2 - Pavlik Bandage

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de dag van het onderzoek de volgende zaken mee naar het ziekenhuis:

  • Een verwijzing (bijvoorbeeld van huisarts of specialist);
  • Een geldig legitimatiebewijs en uw verzekeringsgegevens.

Melden

Op de afgesproken tijd meldt u zich op de afdeling Gipskamer van het Diakonessenhuis locatie Utrecht of Zeist.

Verhinderd

Bent u verhinderd? Meld dit dan uiterlijk 24 uur van tevoren bij de gipskamer.

Praktische tips en adviezen

De gipsverbandmeester legt de Pavlik-bandage bij uw kind aan in overleg met de arts. De bandage voorkomt alléén het strekken in de heup. Alle andere bewegingen kunnen onbeperkt gemaakt worden, waardoor uw kind zich kan ontwikkelen zoals ieder ander kind. Uw kind moet de Pavlik-bandage 23 uur per dag dragen. Bij het in bad doen en tijdens het aan- en uitkleden mag hij even af. Het omdoen van de Pavlik vergt enige handigheid van u. Houdt u hierbij rekening met de volgende punten:

  • Plaats de Pavlik-bandage over een rompertje, een shirt of trui en een broek. Zo blijft de Pavlik-bandage zo schoon mogelijk.
  • Plaats de beendelen met de gespen aan de buitenzijde van het been.
  • De met rood gemarkeerde gespen mogen niet in stand veranderd worden.
  • Voor een schone luier kunnen de gespen losgemaakt worden.

Leefregels

Naast de behandeling met de Pavlik-bandage is het ook van belang om bewust te zijn van een aantal handelingen die invloed hebben op de spreiding van de benen van uw kind. Houd rekening met de volgende punten:

  • Bij elke houding van uw kind, in welke situatie dan ook, moeten de benen voldoende ruimte hebben om te spreiden.
  • Als u een luier verschoont, wip dan de billen op met uw hand onder de stuit.
  • Bij tillen of troosten mag u het kind op de heup nemen of met de benen gespreid tegen uw buik houden.
  • De Pavlik-bandage wordt over een romper gedragen. Een broek moet een breed kruis en een hoge taille hebben. Als u een maillot koopt, koop deze dan twee maten te groot en doe hem achterstevoren aan. Truien en of jurken mogen niet strak zitten.
  • In een Maxi-Cosi kunnen de benen onvoldoende spreiden. Voor een opvulinstructie en de benodigde langere gespen kunt u contact opnemen met Maxi-Cosi, telefoonnummer 088 123 24 42.  Voor de huur van geschikte autostoeltjes kunt u de website van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling raadplegen.
  • Controleer of uw wandelwagen voldoende ruimte biedt voor spreiding van de benen. U kunt de wandelwagen opvullen met kussentjes of een geschikte wandelwagen huren. Kijk hiervoor op de website van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling.
  • In het geval van een draagdoek zijn alleen de modellen toegestaan waarbij uw kindje in de kikkerhouding wordt ondersteund. Zie bijvoorbeeld ikdraag.nl.
  • Als het u opvalt dat een van beide benen niet meer beweegt, ook niet bij kriebelen onder de voet, moet u de Pavlik-bandage afdoen en de gipskamer bellen. Een zenuw bij de heup heeft dan teveel op spanning gestaan. Door de behandeling met de Pavlik-bandage een aantal dagen te stoppen, krijgt de zenuw de tijd om te herstellen. De beweging komt hiermee automatisch terug.

Meer informatie

Op internet vindt u meer informatie:

Problemen thuis

Heeft u andere vragen, neem dan contact op met de gipskamer:

  • tijdens kantoortijden: de gipskamer van het Diakonessenhuis, telefoonnummer 088 250 6965 (Utrecht), 088 250 9438 (Zeist).
  • buiten kantoortijden: de spoedeisende hulp van het UMC Utrecht, telefoonnummer 088 250 5000 en vraagt u naar de dienstdoende assistent orthopedie.

Neemt u in ieder geval contact op als uw kind een Pavlik-bandage draagt en een van beide benen niet meer beweegt of u drukplekken ziet ontstaan.

Vragen

Heeft u nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de gipskamer van de locatie waar het gips is aangelegd.

Telefoonnummers

Gipskamer Utrecht
 088 250 6213

Gipskamer Zeist
 088 250 9438

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 19 april 2018

Code: GIPS5