Bovenbuikbreuk

Bij u is een bovenbuikbreuk vastgesteld. In deze folder vindt u informatie over de bovenbuikbreuk, de behandelingsmogelijkheid en de gang van zaken bij een operatie.

Een operatie van een bovenbuikbreuk vindt plaats in de Diak Clinic, onderdeel van het Diakonessenhuis. Meestal is dat op locatie Zeist. Soms wordt de operatie om medische redenen in Utrecht gepland. Uw polikliniekafspraken kunnen op een locatie naar keuze.

Wat is een (boven)buikbreuk?

Een buikbreuk

Een buikbreuk is een uitstulping van het buikvlies door een zwakke plek of opening in de buikwand.  In medische termen noemen we dit een hernia. De breuk is herkenbaar als een zwelling. De zwakke plek of opening in de buikwand is de breukpoort. Deze kan aangeboren zijn, of ontstaan door uitrekking van de buikwand. Uitrekking kan optreden door bijvoorbeeld toename van lichaamsgewicht, persen, veel hoesten of vaak zwaar tillen. De inhoud van een breuk bestaat meestal uit vetweefsel maar kan bij grotere breuken ook uit een deel van de darmen bestaan. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, bij persen of hoesten) kan er meer buikinhoud in de uitstulping komen. De breuk wordt dan groter. Het gevaar van een breuk schuilt in de mogelijkheid van beklemming van de breukinhoud. Alleen bij baby's kan de breuk spontaan herstellen. Daarna is dat niet meer te verwachten. Bij klachten is operatie dan ook meestal nodig.

Een bovenbuikbreuk

Als de breuk zich boven de navel bevindt, spreken we van een bovenbuikbreuk. De medische term is een hernia epigastrica. Deze breuk komt altijd door een zwakke plek in de buikwand. Het verschil met een navelbreuk of liesbreuk is dat bij deze breuk meestal geen buikinhoud naar buiten puilt, maar alleen vetweefsel. De breuk komt vaak op meerdere plekken voor en wordt vaker gezien bij mannen. Meestal geeft deze breuk geen klachten maar een enkele keer kan er pijn optreden. Omdat meestal alleen vetweefsel aanwezig is, heeft een eventuele beklemming geen ernstige gevolgen.

Als de breuk klachten geeft, kan een operatie uitkomst bieden. Hierbij sluiten we de breuk. Bij de operatie kijken we ook of er nog meer zwakke plekken zijn. Die kunnen dan gelijktijdig verholpen worden.

Voorbereidingen

Preoperatieve screening

Zodra uw arts u heeft verwezen voor de operatie starten we met de voorbereiding ervan. Zo kijken we welke verdoving voor u geschikt is en of u nazorg nodig heeft. Deze voorbereiding noemen we de preoperatieve screening. Hoe de preoperatieve screening verloopt en wat u hiervoor zelf moet doen leest u in de folder ‘Het plannen van uw operatie’.

Nuchter zijn

Het is belangrijk dat u nuchter bent. Informatie over nuchter zijn vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’. U krijgt deze folder van de anesthesioloog. U vindt de folder ook op onze website.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden bij de polikliniek Chirurgie? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Het telefoonnummer vindt u achterin deze folder.

De opname

Melden

Een dag voor uw opname wordt u gebeld over het tijdstip dat u zich moet melden op de verpleegafdeling. Op de opnamedag meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de secretaresse op de verpleegafdeling.

Meenemen naar het ziekenhuis

In de folder Opname in het Diakonessenhuis leest u wat u mee moet nemen.

Voorbereiding in het ziekenhuis

Op de verpleegafdeling krijgt u een operatiejasje aan en eventueel medicatie ter voorbereiding op de operatie. Daarna wordt u in uw bed naar de voorbereidingsruimte (holding) gebracht. Hier krijgt u een infuus en wordt de bewakingsmonitor bevestigd. Het infuus is nodig om vocht en medicijnen toe te dienen.

De operatie

Tijdens de operatie sluit de chirurg de zwakke plek in de buikwand. Als meerdere zwakke plekken gelijktijdig sluiten, kan het litteken langer worden dan u had verwacht. Kleine breuken worden gehecht. Bij een grotere breuk plaatsen we inwendig een kunststof matje. Het matje houdt buikinhoud tegen en vergroeit vanzelf met de buikwand. 

Verdoving

De operatie vindt plaats onder algehele verdoving (= narcose). 

Na de operatie

Uitslaapkamer

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Daar blijft u tot u goed aanspreekbaar bent, de verdoving deels is uitgewerkt en uw lichaamsfuncties stabiel zijn. De verpleegkundigen van de uitslaapkamer nemen dan contact op met de afdeling om u op te halen.

Terug op de verpleegafdeling

U wordt door de verpleegkundigen van de afdeling teruggebracht naar uw kamer. 

U heeft na de operatie: 

  • een infuus voor het toedienen van vocht
  • een wondpleister

De verpleegkundige komt regelmatig bij u langs voor de volgende controles:   

  • het meten van de bloeddruk en de polsslag   
  • nagaan of u pijn heeft
  • checken of de wond doorlekt
  • controle van het infuus

Misselijkheid

Na de operatie kunt u misselijk zijn. Het is belangrijk om dit te melden bij de verpleegkundige. Zij kan u een medicijn geven tegen de misselijkheid. 

Pijn

Na de operatie hoeft u niet veel pijn te hebben. U krijgt tijdens uw opname op vaste tijden pijnstilling. Meestal is dit vier keer per dag Paracetamol. Zo nodig wordt dit aangevuld met zwaardere medicatie. De verpleegkundige vraagt u regelmatig naar de pijn en past de pijnmedicatie zo nodig aan.

Eten en drinken

Als u goed wakker bent, mag u direct na de operatie normaal eten en drinken.

Naar huis

Ontslag

Over het algemeen kunt u de dag van de operatie of de dag na de operatie weer naar huis.

(Pijn)medicatie

Bij pijn mag u maximaal vier keer twee tabletten Paracetamol 500 mg per dag innemen. Voor een goede pijnbestrijding raden wij u aan dit op gezette tijden in te nemen: 8.00, 12.00, 17.00 en 22.00 uur.

Als u andere medicijnen gebruikt, mag u deze gewoon weer innemen.

Wondverzorging

Het wondverband moet tot 48 uur na de ingreep blijven zitten. Daarna hoeft er niets meer op de wond. De bruine hechtpleisters mogen blijven zitten tot ze los gaan zitten. Losse randjes van de pleister kunt u eventueel afknippen. Probeer de wond te steunen bij hoesten, niezen en lachen. 

Douchen en in bad

U mag 48 uur na de operatie weer douchen.

U mag de eerste week na de operatie niet in bad in verband met het week worden van de wond.

Dieet

U heeft geen dieetbeperking. Wel is het aan te raden om vezel verrijkt te eten om verstopping te voorkomen.   

Hervatten van de dagelijkse activiteiten

Uw dagelijkse activiteiten kunt u hervatten op geleide van de pijnklachten. Vermijd de eerste dagen activiteiten waarbij veel beweging en kracht op de buikspieren nodig is. U mag voorzichtig fietsen en traplopen. De eerste zes weken na de operatie mag u geen zware inspanningen verrichten en geen voorwerpen tillen van meer dan 5 kg. Probeer bij het opstaan uit bed eerst op de zij te liggen en dan uit bed te komen. 

Controleafspraak

U krijgt een afspraak mee voor controle op de polikliniek.

Mogelijke complicaties

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals een nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking. Bij een wondgenezingsstoornis of een wondinfectie kan uiteindelijk opnieuw een breuk ontstaan. Om de kans op een nieuwe breuk zo klein mogelijk te houden, adviseren we de eerste zes weken na de operatie niet zwaar te tillen.

Vragen

Met vragen kunt u terecht bij de polikliniek Chirurgie.

Telefoonnummers

Polikliniek Chirurgie

088 250 5333

  • toets 1 voor het maken / verzetten van afspraken op de polikliniek in Utrecht en Zeist
  • toets 2 voor vragen rond opname
  • toets 3 voor medisch inhoudelijke vragen
  • toets 4 voor overige vragen

Voor het maken of verzetten van afspraken op de polikliniek in Doorn kunt u bellen met polikliniek Doorn, telefoonnummer 088 250 8888.

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 9 mei 2025

Code: CH97