Bovenooglidcorrectie door de kno-arts (blepharoplastiek)

Binnenkort wordt u opgenomen voor een operatieve correctie van uw bovenoogleden. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rondom de operatie. Het is belangrijk om u te realiseren dat de medische situatie van iedere patiënt verschillend is. Het kan zijn dat hierdoor afgeweken wordt van de beschrijving in deze folder. Algemene informatie over een opname kunt u lezen in de folder ‘Opname op de dagbehandeling’.

Algemeen

Het komt regelmatig voor dat de huid rond de bovenoogleden zo uitrekt waardoor deze over de wimpers heen gaat hangen (blepharochalasis). Dit kan problemen geven bij het zien. Ook vinden patiënten vaak dat ze er moe uitzien. Blepharochalasis van de bovenoogleden is een gevolg van het slapper worden van de huid rondom het oog bij het verouderingsproces. Soms gaat dit samen met het uitpuilen van vetweefsel in de oogkas, vooral aan de kant van de neus. Verslapping van de huid van het bovenooglid kan gecorrigeerd worden met behulp van een ooglidcorrectie. Dit wordt ook wel blepharoplastiek genoemd (blepharo betekent ooglid en plastiek komt van het latijnse woord plastica, dat boetseerkunst betekent). 

Een correctie van de bovenoogleden kan uitgevoerd worden wanneer:

  • u belemmerd wordt bij het zien, omdat u in het buitenste ooglid tegen de huid aankijkt;
  • de huid een zwaar en vermoeid gevoel op de wimpers geeft;
  • de huid plakt aan brillenglazen;
  • de huid u een somber of vermoeid uiterlijk geeft.

Voorbereidingen

Medicijnen

Meld uw behandelend KNO-arts/hoofd-halschirurg van tevoren als u Acenocoumarol, Fenprocoumon (Marcoumar) of NSAID-achtige pijnstillers zoals Aspirine (acetylsalicylzuur), APC, Ascal, Asprobruis, Diclofenac of Naproxen gebruikt. Deze medicijnen hebben een “bloedverdunnende” werking waardoor de kans op bloedingen tijdens en na de operatie groter wordt. Uw KNO-arts/hoofd-halschirurg bespreekt daarom met u hoeveel dagen u vóór de operatie moet stoppen met het slikken van één van deze medicijnen. Meestal is dat één week vóór tot één week na de operatie. Paracetamol is wel toegestaan. Voorschriften over ander medicijngebruik kunt u vinden in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Roken, eten en drinken

Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Uw KNO-arts/hoofd-halschirurg raadt u daarom aan om enkele weken voor de operatie volledig te stoppen met roken. Als u de operatie onder algehele anesthesie (algehele verdoving) ondergaat, moet u van tevoren nuchter zijn. Voorschriften over nuchter zijn kunt u vinden in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Meenemen

In de folder ‘Opname op de dagbehandeling’ staat aangegeven wat u mee moet nemen naar het ziekenhuis.

Verhinderd

Bent u verhinderd voor de operatie? Wilt u dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor de opname) melden aan de polikliniek KNO? Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. Bovendien kunt u meteen een nieuwe afspraak maken. Indien u verkouden bent, griep of koorts heeft, kan het zijn dat de KNO-arts/ hoofd-halschirurg de operatie uitstelt. U kunt hiervoor contact opnemen met de polikliniek.

De opname

Melden

U meldt zich op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling (in het geval van dagbehandeling of klinische behandeling) of bij de balie van de polikliniek (in het geval van poliklinische behandeling).

Verdoving

Correctie van de bovenoogleden kan zowel onder plaatselijke anesthesie (verdoving) als onder algehele anesthesie plaatsvinden. Uw behandelend KNO-arts/hoofd-halschirurg bespreekt met u hoe u verdoofd wordt. De medische term voor verdoving is anesthesie. Informatie over de verdoving vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’.

Een operatie onder plaatselijke anesthesie vindt meestal plaats op de polikliniek. Als u een algehele anesthesie krijgt, wordt u meestal een dag in het ziekenhuis opgenomen in ons dagbehandelingcentrum.

De operatie

Vlak voor de operatie tekent de KNO-arts/hoofd-halschirurg het huiddeel af dat weggenomen moet worden. Bij de operatie maakt de arts een snee in de plooi van het bovenooglid. Daarna haalt de arts het huidoverschot, al dan niet gecombineerd met overtollig vetweefsel, weg. Vervolgens sluit de arts de wond met hechtingen. Het grootste deel van het litteken komt te liggen in de natuurlijke plooi van het bovenooglid. Een dergelijk litteken is nauwelijks zichtbaar.

Duur van de operatie

De operatie duurt ongeveer 15 minuten per ooglid.

Correctie bovenoogleden in combinatie met wenkbrauwlift

Bij sommige patiënten is een correctie van de bovenoogleden in combinatie met een endoscopische wenkbrauwlift de beste oplossing voor een optimaal resultaat. Bij een endoscopische wenkbrauwlift maakt de arts de huid van het voorhoofd los van het bot via drie kleine sneetjes achter de haarlijn. Vervolgens trekt de arts de huid van het voorhoofd omhoog en zet deze vast met hechtingen. Hierna is de positie van de wenkbrauwen verbeterd. Daarbij is ook de hoeveelheid overtollige huid van de bovenoogleden minder. Meer informatie over deze ingreep vindt u in de folder ‘Endoscopische wenkbrauwlift’.

Na de operatie

Na een ooglidcorrectie kunnen de behandelde oogleden dik, blauw en gezwollen zijn. Het komt echter bijna nooit voor dat dit zo ernstig is dat u niets meer kunt zien. De arts brengt papieren pleistertjes op de oogleden aan.

Pijn

Van pijnklachten is na de operatie zelden sprake. Mocht u pijn hebben dan kunt u hiervoor pijnstillers gebruiken. Paracetamol is meestal voldoende.

Risico's en complicaties

Bloeduitstorting
Soms komt bij een correctie van de bovenoogleden een meer dan normale bloeduitstorting voor. Dit is meestal niet ernstig, maar het duurt wel langer voordat de oogleden er weer normaal uitzien.

Ogen kunnen niet helemaal open of dicht
Het kan voorkomen dat u uw ogen de eerste tijd na de operatie niet helemaal kunt openen of sluiten. Om de ogen te behoeden voor uitdrogen kan u via de KNO-arts/hoofd-halschirurg oogdruppels of zalf krijgen die het uitdrogen tegengaan.

Trekken van het ooglid
Door littekenreactie kan het ooglid wat gaan trekken. Meestal duurt het een aantal weken tot maanden voor dit helemaal over is.

Gevoelloosheid en vochtophoping
U kunt last krijgen van gevoelloosheid van de oogleden of wat vochtophoping rond de ogen. Na verloop van tijd verdwijnen deze klachten vanzelf. In zeldzame gevallen kan een zogenaamde epitheelcyste (een holte met vocht) ontstaan in het litteken. Deze cyste kan chirurgisch worden verwijderd.

Nieuwe operatie
Het resultaat van een bovenooglidcorrectie is meestal langdurig, maar als de huid en de spier rondom het oog verder verslappen kan een nieuwe correctie nodig zijn. Ook als de oogleden niet helemaal symmetrisch zijn, kan een aanvullende operatie noodzakelijk zijn.

Attentie!
Als het oog zelf (dus niet de oogleden) pijn gaat doen, u wazig gaat zien, u onbegrijpelijke hoofdpijn krijgt, of de wond open gaat staan, neem dan contact op met de KNO-arts/hoofd-halschirurg.  

Ontslag

Naar huis

Bij behandeling onder plaatselijke anesthesie op de polikliniek mag u na een paar uur weer naar huis. Wordt u geopereerd onder algehele anesthesie, dan wordt u meestal een dag op de afdeling Dagbehandeling opgenomen. U wordt meestal dezelfde dag uit het ziekenhuis ontslagen.

Vervoer regelen
Op de operatiedag wordt zelf autorijden na de operatie afgeraden. Regel daarom vooraf een taxi of iemand die u naar huis brengt.

Adviezen voor thuis

Het advies is om thuis de oogleden vooral de eerste dag te koelen. Neem deze dag ook rust. Dit gaat pijn en zwelling tegen.

Mocht u pijn hebben dan kunt u hiervoor pijnstillers gebruiken. Paracetamol is meestal voldoende.

Controleafspraak

Ongeveer één week na de operatie komt u ter controle op de polikliniek KNO-heelkunde. Tijdens deze afspraak verwijdert de KNO-arts/ hoofd-halschirurg de hechtpleisters en hechtingen, waarna het litteken eventueel met een zalf of crème kan worden ingesmeerd. Vraag aan uw KNO-arts/hoofd-halschirurg wanneer u hiermee mag beginnen.

Problemen

Bij problemen kunt u contact opnemen met de polikliniek KNO-heelkunde. De eerste avond en nacht na de operatie kunt u bij problemen via de Spoedeisende hulp van het ziekenhuis contact opnemen met de KNOarts/hoofd-halschirurg. Doen zich na de eerste 24 uur nog problemen voor, neem dan contact op met de polikliniek. Op de momenten dat de polikliniek gesloten is, kunt u uw (waarnemend) huisarts bellen.

Vergoeding

De kosten van een bovenooglidcorrectie worden alleen door uw ziektekosterverzekeraar vergoed als er sprake is van een medische indicatie. Het huidoverschot van de bovenoogleden moet dan minstens tot op de wimpers reiken. Bestaan er geen medische redenen voor de operatie, dan zijn de kosten voor uw eigen rekening.

Vragen

Als u na het lezen van deze folder vragen heeft, kunt u deze bespreken met uw behandelend arts op de polikliniek KNO‑heelkunde.

(Patiënten)organisaties

Meer informatie vindt u op de website kno.nl 

Telefoonnummers

Polikliniek KNO Utrecht/ Zeist
088 250 5026

Polikliniek Doorn
088 250 8888

Spoedeisende hulp Utrecht
088 250 6211

Verpleegafdeling 3 CD Utrecht
088 250 6362 / 088 250 6363

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 23 oktober 2019

Code: KNO31