Chemoradiatie bij darmkanker

U krijgt binnenkort een behandeling met chemoradiatie. In deze folder leest u wat u en uw naasten van de behandeling kunnen verwachten. We leggen uit wat het doel is van de behandeling, wat de gang van zaken is rond de behandeling en welke bijwerkingen u kunt verwachten. Heeft u vragen? Stel ze dan gerust aan uw verpleegkundig specialist of behandelend arts.

Voor wie is deze informatie?

Deze informatie is voor u als patiënt maar ook voor de mensen in uw directe omgeving zoals uw partner, kinderen, familie en vrienden. De behandeling is voor u lichamelijk belastend. Daarnaast zullen ook de ziekenhuisbezoeken en de zorgen rond uw ziekte impact hebben op u en uw omgeving. Veel patiënten en hun naasten ervaren deze behandeling als een drukke en stressvolle periode. Als uw omgeving weet wat u te wachten staat, kan dit helpen.

Wat is chemoradiatie?

Chemoradiatie is een behandeling tegen kanker waarbij u een tijd lang een combinatie van bestraling (radiotherapie) en chemotherapie krijgt. De chemotherapie versterkt de werking van de bestraling. Het doel van de behandeling is om de tumor kleiner te maken.

Chemotherapie

Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die invloed hebben op de celdeling van kankercellen of kankercellen zelfs doden. In dit geval gebruiken we het medicijn Capecitabine (Xeloda). U krijgt het medicijn in de vorm van tabletten. Uw oncoloog schrijft u de juiste dosering voor, afgestemd op uw lengte en gewicht.

Radiotherapie

Radiotherapie is het behandelen van kankercellen met hele sterke röntgenstraling. Ook deze behandeling heeft als doel kankercellen te doden en/of celdeling te stoppen. Voor de bestraling gaat u een aantal weken meerdere keren in de week naar het UMCU. De lengte van deze periode is afhankelijk van de tumorsoort.

Gang van zaken rond de behandeling

Voorafgaand aan de start van de behandeling met chemoradiatie komt u op het spreekuur bij de internist-oncoloog. Deze beoordeelt aan de hand van uw dossier, anamnese, lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek of u veilig de chemoradiatie kunt ondergaan en is tijdens deze behandelfase uw hoofdbehandelaar in het Diakonessenhuis. De start van de behandeling hangt af van de planning bij de afdeling radiotherapie in het UMCU. Na deze intake krijgt u een recept mee voor de Capecitabine tabletten.

Inname tabletten

  • De Capecitabine tabletten start u op de dag van de eerste bestraling.
  • Het voorgeschreven aantal tabletten Capecitabine neemt u 2 keer per dag in op de dagen dat u de bestraling krijgt.
  • U neemt de tabletten ’s morgens en ’s avonds in, met 10 tot 12 uur ertussen. Slik de tabletten zonder te kauwen door met water binnen 30 minuten nadat u iets gegeten heeft. Dit bevordert de opname van het medicijn in uw lichaam.
  • Bent u een dosis vergeten? Of heeft u een dosis verkeerd ingenomen? Neem dan contact op met uw verpleegkundig specialist.

Radiotherapie

  • Wij melden u aan voor de bestraling in het UMCU.
  • U krijgt binnen twee weken vanzelf een oproep. U hoeft zelf geen actie te ondernemen. Met de oproep krijgt u ook een informatiebrochure ‘Radiotherapie’. Lees deze goed door.
  • Alleen als u twee weken na aanmelding geen oproep heeft ontvangen, neem dan contact op met het UMCU via 088 755 8800 (tussen 8.00 en 17.00 uur).

Controles

Tijdens uw behandeling vinden de volgende controles plaats:

  • Wekelijks komt u op controle bij uw radiotherapeut in het UMCU.
  • Halverwege de behandeling heeft u een afspraak met uw verpleegkundig specialist in het Diakonessenhuis.
  • Een of twee dagen voor uw afspraak met de verpleegkundig specialist heeft u een afspraak voor het prikken van bloed.

Leefregels

In de periode dat u Capecitabine slikt tot twee dagen na het stoppen van het slikken van de Capecitabine tabletten, zitten ook kleine hoeveelheden van deze stof in uw excreta. Excreta is een medische term voor al het vocht wat uw lichaam uitscheidt zoals urine, ontlasting, braaksel, transpiratie, bloed, speeksel, vaginaal vocht en sperma.

Zorg ervoor dat uw naasten hier zo min mogelijk mee in contact komen. De volgende leefregels helpen daarbij:

  • Plas zittend.
  • Sluit na het plassen de deksel van het toilet en spoel twee keer door om resten goed weg te spoelen.
  • Maak het toilet en de omgeving regelmatig schoon met een milde allesreiniger. Als u dit niet zelf doet, laat degene die dit doet dan handschoenen dragen tijdens het schoonmaken.
  • Douche 1 keer per dag.
  • Was uw handen grondig na elk contact met uitscheidingsproducten.
  • Gebruik een condoom bij het vrijen.

Bijwerkingen

Als u via internet informatie over Capecitabine opzoekt, houd er dan rekening mee dat de dosering bij chemoradiatie lager is dan de dosering die gegeven wordt zonder radiotherapie. De bijwerkingen van Capecitabine die u in de patiënteninformatie leest, zullen daarom bij u doorgaans minder heftig zijn dan daar staat beschreven.

Bijwerkingen chemotherapie

De chemotherapie kan de volgende bijwerkingen hebben:

  • maag- en darmklachten;
  • diarree;
  • smaakstoornissen waardoor de eetlust afneemt;
  • vermoeidheid;
  • verminderde functie van het beenmerg;
  • koude rilling en of koorts;
  • verkleuringen (bruine vlekjes) van huid en nagels
  • hand- en voet syndroom*.

*Het hand en voetsyndroom is een bijwerking die vrijwel bij alle patiënten kan voorkomen in de loop van de behandeling. Het uit zich vaak in roodheid en droogheid van de handpalmen en voetzolen.

Bij alle klachten en bijwerkingen geldt: meld het uw verpleegkundig specialist of uw oncoloog. Zij kunnen u dan verder adviseren en eventueel medicijnen voorschrijven om de bijwerkingen te verminderen.

Bijwerkingen radiotherapie

De radiotherapie kan de volgende bijwerkingen hebben:

  • Irritatie van de endeldarm. Vaker naar het toilet moeten, loze aandrang, slijm of bloederige ontlasting.
  • Blaas irritatie: Deze klachten lijken op die van een blaasontsteking, u moet vaker plassen, kleinere beetjes en soms een branderig gevoel erbij. Bij mannen lukt het plassen vaak minder goed vanwege de tijdelijke zwelling van de prostaat die ontstaat door de bestraling.
  • Algehele vermoeidheid.
  • Pijnlijke anus. Bij een klein aantal mensen wordt de huid rondom de sluitspier ook mee bestraald. Hierdoor kan de huid daar geïrriteerd raken en zelf oppervlakkig stuk gaan.

Ook bij deze klachten geldt: meld het uw arts, chirurg of verpleegkundig specialist tijdens uw controleafspraken. Zij kunnen u dan verder adviseren en eventueel medicijnen voorschrijven om de bijwerkingen te verminderen of te verlichten.

Contact opnemen

Neem in de volgende gevallen contact op met uw verpleegkundig specialist:

  • koorts van 38,5 ˚C of hoger met of zonder koude rillingen;
  • vier of meer keer per dag grote hoeveelheden waterdunne ontlasting;
  • langer dan 48 uur verstopping;
  • langer dan 24 uur braken bij elke inname van vocht of voedsel.

De verpleegkundig specialist is van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur bereikbaar. Telefoonnummers vindt u achter in de folder.

Na de chemoradiatie

Beoordeling resultaat

Ongeveer 8 weken nadat u de chemoradiatie heeft gehad, komt u terug op de polikliniek Chirurgie. De reden dat u pas na een paar weken terug komt, is dat chemotherapie en de bestraling na de laatste behandeling nog doorwerken in de cellen. Op de polikliniek Chirurgie onderzoeken we of de tumor kleiner is geworden. Dit onderzoek noemen we herstadiëring en gebeurd middels MRI- en/of CT-scans. We bespreken dan ook het vervolgtraject met u, en of een operatie nodig is.

Begeleiding

Deze behandeling heeft veel impact op uw dagelijks leven. U en uw naasten kunnen gevoelens ervaren van onzekerheid, grip verliezen op uw leven, een afhankelijkheidsgevoel ervaren. Uw dagelijks functioneren kan door vermoeidheid verstoord worden. Daarnaast ervaren sommige mensen een gevoel van schuld omdat ze hun omgeving een ‘overlast’ bezorgen. Deze gevoelens kunnen stress geven. Probeer erover te praten met uw partner, kinderen, familie en vrienden. Heeft u behoefte aan hulp of advies, neem dan contact op met uw verpleegkundig specialist. Zij kan u en uw partner helpen met deze problemen om te gaan of u doorverwijzen naar een andere hulpverlener.

Meer informatie

Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neem dan telefonisch of per email contact op met uw verpleegkundig specialist.

Organisaties/websites

Op de website van het KWF kankerbestrijding vindt u informatie over de behandeling van kanker. Daarnaast kunt u ook in contact komen met lotgenoten en uw ervaringen met hen delen. KWF geeft ook diverse brochures uit die u via de website kunt opvragen/downloaden.

Op de website van het Helen Dowling Instituut vindt u informatie over psychologische zorg en begeleiding bij kanker. Voor een afspraak heeft u een verwijzing nodig; deze kan uw uw huisarts of verpleegkundig specialist  voor u regelen.

Het fysiotherapeutisch centrum OOFU is gespecialiseerd in oncologische revalidatie en begeleid sporten tijdens uw behandeling. Zij werken nauw samen met onze verpleegkundig specialisten. Zie voor meer informatie de website van het OOFU.

Telefoonnummers

Verpleegkundig specialisten (maandag tot en met donderdag)

  • Bo Visscher: 088 250 5199
  • Sonja de Stigter: 088 250 5047

Bij klachten en vragen die iets langer kunnen wachten mag u altijd mailen.

Polikliniek Interne geneeskunde Diakonessenhuis
088 250 6667

Polikliniek Chirurgie Diakonessenhuis
088 250 7501

Dagbehandelcentrum Oncologie / Hematologie
088 250 6562

Spoedeisende hulp Diakonessenhuis
088 250 6211

Afdeling radiotherapie UMCU
088 755 8800

Wanneer u gevraagd wordt contact op te nemen via de Spoedeisende hulp vermeld dan dat u onder behandeling bent en chemotherapie krijgt.

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 20 november 2019

Code: ONC2