Draaien van uw kind bij een stuitligging

U bent ongeveer 36 weken zwanger en uw kind ligt in een stuitligging. Uw verloskundige of gynaecoloog heeft u verwezen voor het draaien van uw kind. Dit wordt ook wel een (uitwendige) versie genoemd. Het draaien van uw kind vindt plaats tijdens het versiespreekuur op de afdeling Triage van het Diakonessenhuis locatie Utrecht. Uw verloskundige of gynaecoloog kan voor u telefonisch een afspraak maken. In deze folder leest u wat u tijdens het spreekuur kunt verwachten.

Waarom ligt uw kind in stuitligging?

Meestal ligt een kind bij 36 weken zwangerschap met het hoofd naar beneden. Dit heet een ‘hoofdligging’ en is voor een kind de meest natuurlijke ligging om geboren te worden. Soms ligt het kind niet in hoofdligging, maar in een stuitligging. Er zijn verschillende vormen van stuitligging (zie afbeelding 1). 
 
Wanneer uw kind in stuitligging ligt, kunt u via de natuurlijke weg bevallen of via een keizersnede. In beide gevallen is de kans op complicaties tijdens en na de bevalling hoger. De risico’s voor moeder en kind zijn het kleinst bij een natuurlijke geboorte in hoofdligging.
  
Tijdens het versiespreekuur proberen wij uw kind te draaien naar een hoofdligging, zodat u op natuurlijke wijze van uw kind in hoofdligging kunt bevallen. 

afbeelding stuitligging 1
afbeelding Stuitligging 2

Afbeelding 1: stuitligging 

Slagingskans

Bij 50% van de zwangere vrouwen lukt het om het kind te draaien van een stuitligging naar een hoofdligging. Van tevoren is moeilijk te voorspellen of het draaien van uw kind lukt. In een aantal situaties is het draaien moeilijker:

  • In een verder gevorderde zwangerschap is de hoeveelheid vruchtwater kleiner en de baby groter, wat het draaien moeilijker maakt. 
  • Wanneer de placenta aan de voorkant van uw baarmoeder ligt, is het moeilijker om het kind vast te kunnen houden bij het draaien. 
  • Hoe kleiner en zwaarder u zelf bent, hoe moeilijker het draaien wordt. 
  • Bij een eerste zwangerschap is de baarmoeder nog stevig en gaat het draaien vaak moeilijker dan bij een tweede of derde zwangerschap.

Risico's 

Complicaties komen zelden voor. Bij het kind kan een tijdelijke vertraging van de hartslag optreden. Die herstelt na enige tijd vrijwel altijd spontaan. Een heel enkele keer blijven de harttonen van het kind afwijkend en is direct een keizersnede noodzakelijk. De kans daarop is minder dan één procent.

Voorbereidingen

Meenemen naar het ziekenhuis 
Neem de volgende zaken mee naar het ziekenhuis: 

  • een verwijzing van uw verloskundige of gynaecoloog 
  • een geldig legitimatiebewijs en uw verzekeringsgegevens   
  • uw zwangerschapskaart van uw verloskundige (als u die heeft) 
  • warme sokken of sloffen 
  • makkelijke kleding 
  • eventueel ontspannen muziek

Verhinderd
Bent u onverhoopt verhinderd voor uw bezoek? Meld dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 48 uur voor uw bezoek) aan de afdeling Triage. U kunt dan tevens een nieuwe afspraak maken. De contactgegevens van de afdeling Triage vindt u aan het einde van deze folder. 

Gang van zaken in het ziekenhuis

Wie komt u tegen?

U wordt gedurende uw bezoek geholpen door twee klinisch verloskundigen en een verpleegkundige. Zij maken deel uit van het versieteam. De klinisch verloskundigen voeren de versie uit en de verpleegkundige heeft een ondersteunende rol. 

Melden

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van de afdeling Triage van het Diakonessenhuis  locatie Utrecht. De baliemedewerker controleert of uw bloedgroep bekend is in het ziekenhuis. Als dit niet het geval is, wordt u verzocht dit eerst te laten bepalen bij het afnamelaboratorium. Daarna kunt u in de wachtruimte plaats nemen. 

Gang van zaken

Voorafgaand aan het draaien van uw kind,  vinden een aantal voorbereidingen plaats. 

Echo
De klinisch verloskundige maakt een echo om de ligging van uw kind, de hoeveelheid vruchtwater en de locatie van de placenta te bekijken. 

Eerste CTG
De verpleegkundige maakt na de echo een Cardio Toco Gram (CTG). Dit is een filmpje van de harttonen van uw kind waarmee de conditie van uw kind bekeken kan worden. Het CTG duurt ongeveer 30 minuten. Tijdens het maken van het CTG bespreekt de klinisch verloskundige met u en uw partner hoe het draaien van uw kind in zijn werk gaat. 

Weeënremmend middel
Om ervoor te zorgen dat de baarmoederspier niet samentrekt tijdens het draaien van uw kind, krijgt u een weeënremmend middel in een bloedvat geïnjecteerd. U kunt hierdoor wat misselijk worden. Dit is een normale bijwerking van het medicijn en heeft geen invloed op de gezondheid van uw kind. 

Ontspannen houding
Het draaien vindt plaats op een eenpersoonskamer. Het is belangrijk dat u voor het draaien zo ontspannen en comfortabel mogelijk ligt en u uw buikspieren zo min mogelijk aanspant. Bedenk vooraf wat u nodig heeft om te ontspannen. Misschien vindt u het prettig om een kussentje onder uw knieën te hebben of heeft u baat bij een warme deken over uw voeten. U mag ook uw eigen warme sokken of sloffen aanhouden. Muziek luisteren kan ook helpen om te ontspannen. U kunt zelf muziek meenemen op uw telefoon of tablet. Als uw partner mee is, mag hij of zij naast uw hoofdeinde plaatsnemen. 

Het draaien van uw kind
Het draaien van uw kind wordt gedaan door twee klinisch verloskundigen. Als u een goede houding heeft gevonden, vraagt de verloskundige u diep in en uit te ademen. Tijdens de uitademing zal de verloskundige met beide handen de billen van uw kind omvatten. Ze brengt deze naar één kant van het bekken. De andere verloskundige houdt een hand op het hoofd van uw kind. Door nu de billen omhoog en het hoofd geleidelijk naar beneden te bewegen, zal uw kind zelf verder draaien. (zie afbeelding 2).

Het draaien kan een naar gevoel geven. Probeer rustig te blijven ademen. Als u aangeeft niet verder te willen, nemen we een pauze. Het is belangrijk te weten dat u altijd de regie heeft. 

Hoe lang het draaien duurt, verschilt van minder dan 30 seconden tot ongeveer 5 minuten. Soms worden er meerdere pogingen gedaan. 

Tweede CTG
Na het draaien controleert de klinisch verloskundige opnieuw de hartslag van uw kind met een CTG. Als de hartslag van uw kind na 30 minuten goed is, mag u weer naar huis. De verloskundige van het ziekenhuis brengt uw eigen verloskundige op de hoogte. 

afbeelding het draaien van uw kind

Afbeelding 2: het draaien van uw kind

Duur van het bezoek

Houdt u er rekening mee dat uw bezoek anderhalf tot twee uur duurt.

Toedienen Anti-D-immunoglobulinen

Wanneer uw bloedgroep rhesus negatief is en dat van uw kind rhesus positief, krijgt u na de draaiing anti-D-immunoglobulinen toegediend via een injectie in uw bil. De injectie voorkomt dat er antistoffen van uw kind in uw bloedbaan aanwezig blijven. Wanneer uw bloedgroep rhesus negatief is en dat van uw kind rhesus positief, heeft u mogelijk rond uw 30ste week ook al eenzelfde injectie gehad. 

Na het draaien van uw kind

Na de versie mag u even rustig bijkomen. Uw buik kan nog gevoelig zijn. Dit is normaal. Heeft u een van onderstaande klachten? Neem dan direct contact op met uw verloskundige of de afdeling Triage van het Diakonessenhuis:

  • u heeft later op de dag heftige buikpijn 
  • u verliest vruchtwater 
  • u krijgt regelmatige weeën 
  • u verliest bloed.

Vervolgafspraak

Als het gelukt is om uw kind te draaien, kunt u weer bij uw eigen verloskundige of gynaecoloog onder controle blijven. 

Mocht het niet lukken uw kind te draaien, dan neemt de gynaecoloog de zorg voor de zwangerschap over van uw verloskundige. Er wordt voor u binnen een week een afspraak gepland op de polikliniek Gynaecologie. De gynaecoloog bespreekt dan met u op welke manier u veilig kunt bevallen. Dit kan een bevalling via de natuurlijke weg in stuitligging zijn of een keizersnede. Ter voorbereiding op dit gesprek krijgt u de folder 'Bevalling van een kind in stuitligging (stuitbevalling')' mee.

Vragen

Deze folder dient als aanvulling op het gesprek dat u met uw verloskundige of gynaecoloog heeft gehad. Heeft u naar aanleiding van deze informatie nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de klinisch verloskundige van het versiespreekuur in het Diakonessenhuis.

Telefoonnummers

Triage Gynaecologie en verloskunde
088 250 6459

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].

Bijgewerkt op: 7 februari 2018

Code: GYN10