Drager van een resistente bacterie

Er is geconstateerd dat u een bacterie heeft die verminderd gevoelig is voor bepaalde medicijnen (ook wel ‘resistent’ genoemd). Dit is niet ernstig. Maar het is wel belangrijk dat deze bacterie zich niet verspreidt naar medepatiënten. Daarom worden tijdens uw verblijf in het ziekenhuis enkele maatregelen genomen om verspreiding van deze, voor bepaalde medicijnen minder gevoelige, bacterie tegen te gaan. In deze folder leest u hier meer over.

Vooraf

  • De bij u geconstateerde bacterie is niet dezelfde bacterie als de 'ziekenhuisbacterie' MRSA. Deze folder is dan ook niet van toepassing op dragers van de MRSA-bacterie. Zie voor meer informatie over MRSA de folder 'MRSA en de maatregelen in het ziekenhuis'.
  • Als u gebruik maakt van uw digitale patientenportaal mijnDiak, vindt u bij 'Dossier' in de map Brieven ook een brief over dit onderwerp. Deze brief is ook verstuurd aan uw huisarts. Als u géén gebruik maakt van het digitale dossier ontvangt u de brief per post. 
  • In uw patiëntendossier vermelden we dat u drager bent van een resistente bacterie. De afdeling Hygiëne en infectiepreventie informeert u en uw huisarts op het moment dat deze notitie in uw dossier wordt gemaakt en weer wordt opgeheven.

Bacteriën in het ziekenhuis

Iedereen draagt bacteriën bij zich, zowel op de huid als in het lichaam. Bacteriën horen bij de mens en hebben vaak een nuttige functie. Dit geldt ook voor de resistente bacterie die u bij u draagt. U merkt meestal niets van deze bacterie en u hoeft er niet ziek van te worden. Maar soms veroorzaken (resistente) bacteriën een infectie.

Patiënten in het ziekenhuis hebben een verminderde weerstand en zijn daardoor gevoeliger voor infecties dan gezonde mensen. Daarom is het belangrijk om te voorkomen dat bacteriën of virussen zich verspreiden naar andere patiënten. Dit kan door het opvolgen van algemene hygiënische maatregelen, zoals het wassen van handen en het schoonmaken van medische apparatuur. Deze maatregelen vinden plaats bij de behandeling van iedere patiënt. Daarnaast kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn om verspreiding van bepaalde bacteriën (of virussen) te voorkomen. Deze worden isolatiemaatregelen genoemd. Ze zijn nodig ter bescherming van medepatiënten, bezoekers en/of ziekenhuispersoneel.

Resistente bacteriën

Infecties die veroorzaakt worden door bacteriën kunnen worden behandeld met verschillende antibiotica. Antibiotica zijn medicijnen die bacteriën doden of de groei ervan remmen. Het komt voor dat bacteriën ongevoelig (resistent) worden voor een aantal antibiotica. Dit betekent dat de antibiotica, die normaal worden voorgeschreven bij een infectie met deze bacteriën, niet helpen.

Veroorzaakt een resistente bacterie een infectie, dan wordt u van deze infectie niet zieker dan van een infectie veroorzaakt door een bacterie, die wel gevoelig is voor antibiotica. De arts heeft dan alleen minder keuze uit verschillende medicijnen, omdat de bacterie voor een aantal medicijnen ongevoelig is.

Hoe komt u aan een resistente bacterie?

Als u een resistente bacterie in uw lichaam heeft, bent u drager van deze bacterie. U kunt drager zijn geworden van een resistente bacterie:

  • als u in het verleden vaak (verschillende soorten) antibiotica heeft gebruikt; 
  • als u opgenomen bent geweest in een buitenlands ziekenhuis. Resistente bacteriën komen daar vaker voor;
  • als u intensief contact heeft gehad met een persoon, die een resistente bacterie bij zich draagt.

Soms draagt u een resistente bacterie bij u, zonder dat hier een oorzaak voor is aan te wijzen. Dit komt doordat deze bacteriën onder de algemene bevolking voorkomen.

Behandeling en voorzorgsmaatregelen

Geen behandeling met antibiotica

Veroorzaken de resistente bacteriën geen klachten of infectie, dan is het niet nodig om deze bacteriën te bestrijden. Dit heeft drie redenen:

  • de resistente bacteriën kunnen worden bestreden met andere antibiotica. Maar de al resistente bacteriën kunnen hierdoor ook voor díe antibiotica ongevoelig worden. Als u dan later een infectie krijgt, is deze nog moeilijker te behandelen;
  • door antibiotica te gebruiken worden behalve de bacteriën waarop de antibiotica gericht is, ook andere nuttige bacteriën in uw lichaam tijdelijk uitgeschakeld. Dit kan vervelende bijwerkingen hebben zoals diarree;
  • het is mogelijk dat u de resistente bacteriën vanzelf, zonder behandeling met antibiotica, kwijtraakt.

Isolatiemaatregelen in het ziekenhuis

Als u drager bent van een resistente bacterie wordt u afzonderlijk verpleegd. Dit betekent dat u bij opname op een eenpersoonskamer met een eigen toilet en douche wordt opgenomen. Ziekenhuismedewerkers dragen bij uw verzorging handschoenen, soms een schort en in een enkel geval een mondneusmasker. Afhankelijk van de soort bacterie kunnen de voorzorgsmaatregelen verschillen. Doordat het ziekenhuispersoneel deze beschermende kleding draagt, kunnen de bacteriën zich niet via het personeel verspreiden in het ziekenhuis. Bij de meest voorkomende isolatiemaatregelen hoeft het personeel geen beschermende kleding aan als het alleen een praatje met u maakt of bijvoorbeeld de krant brengt.

Geplande onderzoeken en behandelingen

De behandeling en de onderzoeken waarvoor u bent opgenomen gaan gewoon door. Wel worden ook hier de extra voorzorgsmaatregelen genomen. 

Komt u vanuit huis voor een onderzoek of behandeling op de polikliniek? Meld u dan bij de afdeling waar u de afspraak heeft. Als u moet wachten, kan dit meestal gewoon in de wachtruimte. In een enkel geval verzoekt een ziekenhuismedewerker u om niet in de wachtruimte maar in de spreekkamer te wachten.

Bezoek

Als u geïsoleerd verpleegd wordt, kunt u gewoon bezoek ontvangen. Ook zwangeren en kleine kinderen kunnen u zonder risico bezoeken. Uw bezoek moet zich wel eerst melden bij de verpleegkundigen. Bij het verlaten van uw kamer moet uw bezoek de handen wassen met water en zeep of inwrijven met handalcohol. Willen uw gasten die dag nog meer mensen in het ziekenhuis bezoeken, dan verzoeken wij hen eerst daarheen te gaan en u als laatste te bezoeken.

Thuis

Thuis hoeft u geen speciale maatregelen te nemen. U kunt zonder problemen gebruik maken van thuiszorg, fysiotherapie of andere zorg. De basishygiëne die de gezondheidsmedewerkers toepassen, is voldoende om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen. Ook uw gezinsleden hoeven geen extra maatregelen te nemen. Zij lopen zelf geen extra risico. 

Als u naar een andere zorginstelling gaat, is het belangrijk dat u meldt dat u drager bent van een resistente bacterie.

Controle

Sommige patiënten raken de resistente bacterie vanzelf snel kwijt, anderen dragen de bacterie langer bij zich. Bij een opname in het ziekenhuis wordt onderzocht of u de bacterie nog bij u draagt. Om dit te onderzoeken strijkt de verpleegkundige met een wattenstokje langs het slijmvlies van de anus. Soms wordt er ook urine of wondvocht opgevangen. In het laboratorium wordt dit materiaal onderzocht (gekweekt) op de aanwezigheid van de resistente bacterie.

De isolatiemaatregelen worden gestopt als:

  • bij meerdere controles geen resistente bacteriën gevonden zijn en 
  • als de laatste keer dat de resistente bacterie gevonden is, langer dan een jaar geleden is.

De afdeling Hygiëne en infectiepreventie beoordeelt dit. U ontvangt bericht als de isolatiemaatregelen niet meer nodig zijn. 

U kunt de uitslagen van onderzoeken bekijken in mijnDiak. Kweekuitslagen staan onder Dossier > Onderzoeksresultaten > Uitslagen > Microbiologie. Als u meer informatie over de controlekweken wilt, kunt u contact opnemen met de afdeling Hygiëne en infectiepreventie.

Opmerking

Wij beseffen dat de isolatiemaatregelen en de controlekweken ingrijpend en onaangenaam voor u kunnen zijn. Maar het is de enige manier om u zo goed mogelijk te behandelen en tegelijkertijd andere patiënten te beschermen tegen een mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Wij hopen dat u hier begrip voor heeft en bedanken u voor uw medewerking.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan de verpleegkundigen of aan uw arts. Met specifieke vragen over de bacterie kunt u contact opnemen met afdeling Hygiëne en infectiepreventie. 

Telefoonnummers

Afdeling Hygiëne en infectiepreventie
 088 250 6440

Opmerkingen over de tekst

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected]

Bijgewerkt op: 20 februari 2024

Code: HYG02