Embolisatie van myomen

Myomen (ook wel vleesbomen genoemd) zijn goedaardige zwellingen van de baarmoederspier. Minstens 25% van de vrouwen krijgt een of meerdere myomen gedurende haar leven. Myomen veroorzaken vaak geen klachten en hoeven dan ook niet behandeld te worden. Als myomen wel klachten veroorzaken kunt u, in overleg met de gynaecoloog, er voor kiezen om de myomen te behandelen.

Myomen kunnen diverse klachten veroorzaken: 

• hevige menstruaties
• pijnlijke menstruaties
• een vol gevoel in de buik en drukkende pijn in de onderbuik
• vaak moeten plassen
• verminderen van de vruchtbaarheid

Er zijn meerdere behandelingen mogelijk:

• Medicijnen: bij sommige vrouwen bieden medicijnen voldoende uitkomst. 
• Eenvoudige behandeling: soms zijn myomen via een redelijk eenvoudige chirurgische ingreep te verwijderen. 
• Definitief verwijderen van de baarmoeder: soms is alleen het definitief verwijderen van de baarmoeder een mogelijkheid. Dit is een grote operatie met een langdurige herstelperiode. 
• Embolisatie (stoppen van de bloedtoevoer): Deze behandeling kan voorkomen dat de baarmoeder definitief verwijderd moet worden. 

Myomen worden van bloed voorzien door de twee bloedvaten van de baarmoeder. Bij embolisatie wordt met een relatief kleine ingreep onder plaatselijke verdoving de bloedtoevoer naar de myomen gestopt. Hierdoor groeien de myomen niet meer en in veel gevallen worden ze kleiner of kunnen zelfs geheel verdwijnen.

Embolisatie is vooral geschikt voor patiënten die geen kinderen (meer) willen en die hevig bloedverlies tijdens de menstruaties als voornaamste klacht hebben. Ook voor drukkende pijn in de onderbuik kan embolisatie soms uitkomst bieden. Om zeker te weten of embolisatie geschikt voor u is, wordt er een MRI-scan gemaakt om de baarmoeder met de myomen goed in beeld te brengen.

Voor vrouwen die nog zwanger willen worden, is het uitvoeren van een embolisatie af te raden. Embolisatie kan bovendien (beperkte) schade aan de eierstokken geven waardoor de vruchtbaarheid na embolisatie kan verminderen. Ook kan de overgang eerder beginnen. 

Meenemen naar het ziekenhuis

Neem op de dag van de opname uw identiteitsbewijs en uw verzekeringspapieren mee. Lees voor meer informatie over een opname ook de folder 'Opname in het Diakonessenhuis'.  

Nuchter zijn

U dient voor deze behandeling nuchter te zijn vanaf 24.00 uur op de avond voor de behandeling. De instructies hiervoor vindt u in de folder ‘Algehele en regionale anesthesie’. 

Melden

Op de dag van de opname meldt u zich om 8.00 uur op de afgesproken verpleegafdeling van het Diakonessenhuis locatie Utrecht. 

Voorbereidingen in het ziekenhuis

Op de verpleegafdeling krijgt u een infuus en een blaaskatheter ingebracht. De blaaskatheter is noodzakelijk omdat tijdens de embolisatie een contrastmiddel wordt toegediend dat via de nieren in de blaas komt. Hierdoor vult de blaas zich snel. Ook krijgt u kort voor de embolisatie pijnstillers toegediend zodat u na de embolisatie minder pijn heeft. 

U wordt in de loop van de ochtend naar de hybride operatiekamer gebracht voor de behandeling. 

Gang van zaken tijdens de behandeling

De interventieradioloog voert de embolisatie uit. Een interventieradioloog is gespecialiseerd in het uitvoeren van ingrepen met behulp van röntgendoorlichting.

U krijgt een plaatselijke verdoving. Via een klein sneetje in de linker en/of rechter lies wordt een buisje in de liesslagader geschoven. Via dit buisje wordt een dun slangetje (katheter) in het bloedvat gebracht en worden, met behulp van een speciale vloeistof, de bloedvaten van het bekken zichtbaar gemaakt. Het slangetje wordt uiteindelijk in het bloedvat gebracht dat de baarmoeder en de vleesbomen van bloed voorziet. Vervolgens worden kleine bolletjes met een doorsnede van een halve tot driekwart millimeter in het bloedvat gespoten. Hierdoor wordt de bloedtoevoer naar de baarmoeder en vooral naar de vleesbomen geblokkeerd. De bloedtoevoer naar de baarmoeder herstelt zich na enkele uren maar de bloedtoevoer naar de vleesbomen blijft afgesloten.

Na de behandeling verwijdert de radioloog het buisje uit de slagader in de lies. Het prikgaatje kan op twee manieren worden gesloten:

1. De radioloog houdt met zijn vingers het prikgaatje dicht totdat het niet meer bloedt. Dit duurt ongeveer 15 minuten. Daarna plaatst de radioloog een pleister met ballon op het prikgaatje om dit dicht te houden. De eerste vier uur na de behandeling moet u met gestrekt been plat in bed blijven liggen. Daarna mag u vier uur lang iets meer overeind komen. Na acht uur mag u uit bed. De volgende morgen mag u naar huis.
2. De radioloog kan het prikgaatje ook met een 'plugje' (angioseal) sluiten. Na het plaatsen van het 'plugje' moet u moet twee uur in bed blijven. Daarna mag u rustig uit bed komen. Uw behandelaar bepaalt wanneer u weer naar huis mag. 

Welke manier de radioloog in uw geval kiest, is afhankelijk van verschillende factoren. De radioloog bepaalt dit op het moment van de ingreep.

In bed blijven

Na de behandeling gaat u terug naar de afdeling waar u bent opgenomen. U moet in bed blijven liggen. Dit voorkomt dat de wond gaat nabloeden. Hoe lang u in bed moet blijven en wanneer u weer naar huis mag, hangt af van de manier waarop het prikgaatje in de lies is gesloten.

Bij- en nawerkingen

Gedurende de eerste uren na de embolisatie veroorzaakt de verminderde bloedtoevoer naar de baarmoeder een krampende pijn in de buik. U krijgt hiervoor sterke pijnstillers. Zodra de pijn minder wordt, krijgt u minder sterke pijnstillers toegediend. Ook kunt u misselijk zijn en overgeven. 
Op de afdeling wordt regelmatig uw bloeddruk, pols en temperatuur gecontroleerd en wordt de lies en/of liezen onderzocht op nabloedingen. Wanneer alles naar wens is en u zich goed voelt, mag u de volgende dag weer naar huis.

Naar huis

Houd er rekening mee dat u minstens een week nodig heeft om van de behandeling te herstellen. De eerste week na de behandeling heeft u nog last van napijn en kunt u lichte koorts hebben.  

Adviezen voor thuis

Wij adviseren u om in de eerste week na de behandeling niet te werken. Soms kan het wat langer duren. De eerst drie weken na de behandeling mag u niet te zwaar tillen in verband met de mogelijkheid van nabloedingen. 
U mag de eerste twee maanden na de embolisatie geen tampon gebruiken. Ook mag in deze periode geen spiraaltje worden geplaatst. Wij raden u aan gedurende de eerst twee weken geen geslachtsgemeenschap te hebben.

Mogelijke bijwerkingen

Het kan voorkomen dat u gedurende enkele weken tot maanden na de embolisatie last heeft van vaginale afscheiding. Dit wordt veroorzaakt door de verschrompeling van de vleesbomen. Ook komt het voor dat delen van de afgestorven vleesboom via de vagina worden uitgescheiden. 

Controleafspraak

Ongeveer twee weken na de embolisatie komt u bij de gynaecoloog voor controle. 

Met vragen kunt u bellen met de afdeling Radiologie in Utrecht, telefoonnummer 088 250 6542 of met uw behandelend gynaecoloog. Voor meer informatie: myoom.nl of vleesboom.nl

Afdeling Radiologie Utrecht
088 250 6542

Verpleegafdeling 4 D Utrecht
088 250 6568

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].