Fysiotherapeutische behandeling van een gebroken sleutelbeen of bovenarm bij uw baby

Bij de geboorte kan door de kracht en druk in het sleutelbeen of in de bovenarm een botstuk breken. Een breuk in het sleutelbeen wordt ook wel claviculafractuur genoemd, een breuk in de bovenarm een humerusfractuur. Soms is het botvlies nog heel, waardoor de botstukken tegen elkaar zijn blijven liggen, maar de botdelen kunnen ook verschoven zijn. De baby kan door de breuk pijn hebben en zal dit laten merken: let u op het gezichtje en huilen. Bij pijn zal de baby het armpje minder gebruiken. Bij een bovenarmbreuk kan de arm ook dikker zijn. Vaak draait de baby zijn hoofd naar de gezonde kant.

De behandeling

Na een week ontstaat er een bobbel (callus) ter hoogte van de breuk. Dit geeft aan dat de botdelen vanzelf weer aan elkaar groeien. Na twee tot drie weken is de breuk genezen. Een speciale behandeling is voor de genezing niet nodig. Wel is het belangrijk dat u de arm de eerste twee weken voldoende rust geeft. Houd bij de verzorging rekening met de breuk en bescherm het armpje. In het ziekenhuis kan de kinderfysiotherapeut u laten zien hoe u dit het beste kunt doen.

Algemeen

• Wees voorzichtig bij het vasthouden en verzorgen. Als de arm pijn doet bij rekken of bewegen, laat uw baby het merken. Dit is te zien aan de gezichtsuitdrukking van uw baby. Uw baby past uit zichzelf zijn bewegingen aan tot hij weer normaal alles kan hebben. 
• Het is goed om het armpje met de breuk en de hand extra aan te raken en te strelen en het hoofdje ook regelmatig naar de aangedane kant toe te draaien, totdat uw baby dit uit zichzelf doet. 
• Laat de eerste twee weken de arm niet naar achter afhangen en breng deze niet verder dan 90 graden omhoog langs het oor of opzij. 
• Trek de eerste weken uw baby niet aan de armpjes omhoog en til uw baby niet onder de oksels op. 
• Laat uw baby de eerste twee weken niet op de buik spelen. Erna kunt u dit weer 3 tot 6 keer per dag opbouwen. 
• Laat uw baby de eerste twee weken bij voorkeur alleen op de rug liggen.
   

De juiste positie van de arm en hand

Er is niet één houding het beste en het is goed om de houdingen af te wisselen. Zorg ervoor dat de handjes bij elkaar of bij de mond komen, eventueel met een er omheen geslagen doek. Zo kan uw baby zijn gezicht en handjes voelen of op zijn vingertjes sabbelen.

Vermijd bewegingen of houdingen waarbij uw baby pijn lijkt te hebben. U kunt dit zien aan de gezichtsuitdrukking van uw baby.

Optillen

Zolang uw baby zijn armpje nog niet goed kan bewegen, is het goed om het te ondersteunen bij het verzorgen en vasthouden, zodat het niet naar beneden valt. Til uw baby altijd op met één hand onder de billetjes of in het kruis, plaats de andere hand rond de schouders en het hoofd.

Bij het optillen is het vaak prettig uw baby een beetje naar de gezonde zijde te draaien, zodat de aangedane arm voor het lichaam op de buik blijft liggen en u het handje kunt vasthouden. Ter bescherming is het soms beter om het mouwtje even met een pleister of veiligheidsspelt aan het truitje vast te maken, bijvoorbeeld als kraamvisite uw baby wil vasthouden.

Dragen

U kunt uw baby het beste dragen met de aangedane arm tegen u aan. Zo houdt u met uw lichaam de arm op zijn plaats. Bij het dragen met de gezonde zijde tegen u aan, houdt u met uw arm die rond de schouders van uw baby ligt de aangedane arm in de juiste positie, uw andere hand ondersteunt de billetjes. Wanneer u uw baby rechtop tegen de schouder houdt, bijvoorbeeld voor een boertje, ondersteunt u met één hand de billetjes en met de andere hand houdt u het aangedane armpje in positie. Als het rechterarmpje gebroken is, kunt u uw baby het beste tegen uw rechterschouder houden, als het linker gebroken is tegen de linkerschouder.

Aan en uitkleden

Bij het aankleden doet u het aangedane armpje het eerste in de mouw. Bij het uitkleden doet u het aangedane armpje het laatste uit de mouw.

Gebruik bij voorkeur hemdjes en truitjes met een ruime hals, overslaghemdjes of kleertjes die helemaal opengemaakt kunnen worden. U vermijdt dan trekken aan de arm. Leg de kleertjes die u aan gaat doen al op het aankleedkussen klaar om extra oppakken en neerleggen te voorkomen.

Voeding

We raden u aan om bij de borstvoeding uw baby op een kussen te leggen. Zo ligt uw kind op een goede hoogte en hoeft het nauwelijks op de zij te draaien.

Als het draaien op de aangedane zijde pijnlijk is, dan laat u uw kind op de gezonde zijde liggen. U verplaatst dan het kussen van de ene naar de andere borst. Let er op dat de armpjes bij het voeden op de buik of de borst van het kind liggen.

Zorg bij flesvoeding dat beide armen en handen op de buik of om het flesje zitten, zodat u kunt zien dat ze een goede positie hebben.

Baden

Houd bij het in bad doen uw baby vast met de gezonde zijde naar u toe.

Laat het hoofdje op uw pols rusten en ondersteun met uw vingers de bovenarm van de aangedane arm. Let er op dat de arm niet teveel naar beneden zakt. Met uw andere hand ondersteunt u de billetjes, of laat de billen op de bodem leunen om te kunnen wassen.

U kunt eventueel een antislipmatje op de bodem leggen, zodat u een arm vrij heeft om te wassen. Ook kunt u gebruik maken van badmatrasjes en badstoeltjes, die bij de thuiszorgwinkels verkrijgbaar zijn. Bij het afdrogen mag u de arm rustig een stukje omhoog tillen om de oksel goed te drogen.
 

Maxicosy

Leg bij het vervoer in de auto de aangedane arm op een opgerolde handdoek of spelt ter hoogte van de borst het mouwtje vast aan het truitje.  

Na de eerste twee weken

Na de eerste twee weken, mag uw baby meer bewegen. U mag de arm hoger optillen dan een hoek van 90 graden, net zo hoog tot de arm even ver als de andere arm gaat. Uw baby geeft aan als dit pijn doet. U kunt alles steeds meer op de gewone manier doen.

Stimuleer uw baby om het hoofd goed naar de kant van de breuk te draaien, ook bij het slapen, om een scheef hoofdje te voorkomen. Help uw baby in het begin ook om de arm en hand goed te laten gebruiken door uw baby er op te laten sabbelen, ermee te laten voelen en er in buikligging normaal op te laten steunen. Doe dit tot er tussen de linker en rechterarm geen verschil meer is.

In geval van een gebroken bovenarm heeft u binnen twee weken een controleafspraak bij de chirurg. Deze bekijkt hoe het met de gezondheid van uw baby gaat en of de breuk goed herstelt.

Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de afdeling Fysiotherapie.

Afdeling Fysiotherapie
088 250 6412
 

Vindt u iets onduidelijk beschreven? Of ontbreekt er informatie? Dat horen wij graag. U kunt opmerkingen over de tekst doorgeven via [email protected].